Sen Havenflp aan het OuHl op Texel. Notaris CONINCK WESTENBERG. UIT DE HAND TE HUUR 100 GOLDEN CADEAU. eene iroote partij maathoiiie wpflesscta, UITVOERING iet afwisselend proprana, I sg - MerlaÉsch-Ameritasclie StooiTaart-Iaatschappii. Te koop een best Ploegpaard, BESCHIKBAAR Dekhengst BIl UNO Utrechts Jachtwagentje BREUKBANDEN. TE KOOP AANGEBODEN flfe afteep» Bah Directe Wekelijksche P. Boon -- Binnenburg -- Texel. F euilleton. DE SMOKKELAARS. REL# De belangrijke verkooping van zal plaats hebben op DOADERDAG 31) MAART a s. 's morgens O ure, op heen HUIS staande in de Warmoesstraat te den Burg. Te bevragen bij Mej. Wed. EELMAN - Kalis, op Noorderbuurt bij Oosterend. Veulmeriie, Schimmel, oud 7 jaar en een zwart bles Veulinenie oud 16 jaar. Te bevragen bij II. FLEAS, Burg op Texel. op de hofstede van den heer AUG. KEIJSER in TIENHOVENtegen een dekgeld van f 7,50 met veulen, gelde paarden f 1, De DONKERBRUINE staat op bovengenoemde hofstede tor dekking beschikbaar. Dekgeld f 5. - a contant. Koop voor 30 cent 1 POND BESTE ROOK TABAK met een BOA en u heeft direct kans in de thans trekkende Staats-loterij 100 Gulden Cadeau te krijgen. 1 pond Beste Amerikaansche tabak, in elk pak een Porseleinen Kop met zwart roer 28 ct. 1/2 ponden met Engelsche doorrookers er in 9 ct. Weder ver hoopers genieten rabat. Te Koop een zoo goed als nieuw te bevragen bij BEERT KIKKERT. Én bij hem voorradig alle soorten van tegen billijken prijs. To bevragen letter S. bureau Texelsche Courant. op DIASDAG 27 MAART 1888, 's avonds 8 uur, in „DE VERGULDE KIKKERT." Diploma's geldig volgens reglement. Entree voor een heer met of zonder dame f 0,99. Plaatsen zijn te bespreken van 2 tot 3 uur A 10 cent. 90 c. 3* s-® c 2 sL s o CS voor Passagiers Ie lie en Ille Klasse met de prachtige Stoomschepen der Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor dereiland. Passagekantoor te Am sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting met Curasao. Districts-InspecteursI.E.KroesGro ningen, E. BolsiusOostenrijk. Agenten Koning Co. Texel, VII. By liet aanbreken van den dag kun ik geen trek van hun gelaat ontdekken en die van den derden persoon, hoewel niet zoo goed verborgen, kwamen mij niet zoo bekend voor om ze te herkennen. Toen wij te Maidstone aankwamen, kon ik nog een kort bezoek aan mijn plaatsgenoot brengen. Ik vond hem zooals ik verwacht had hem te vinden, vreeselyk ter neergeslagen. Zijn leven, zeide hy, kon hem niets meer sche len, want zijn goeden naam was voor altijd weg en de droefheid om zijne moeder trof hem nog het diepst van al. In 't eerst handelde hy als iemand, die bovenmate roekeloos is. Hy wilde nauwelyks op de zaak van den moord terugkomen en hij weigerde bepaald als zulks werd voorgesteld, als getuige tegen zijne mak kers op te treden. Neen, mynheer, zeide hij, mijn naam is reeds zwart genoeg, maar men zal nooit van my kunnen zeggen, dat ik mijne makkers verraden heb. Natuurlijk deed ik myn best hem dit onverstandig besluit af te raden, doch mijne pogingen waren vruch teloos en daar het uur van sluiten genaderd was, moest ik mij verwijderen. Door de gang gaande schrikte ik door de verschij ning van de oude Petleij en zyne dochter, die uit een andere cel kwamen. Toen schoot mij do geheole waarheid te-binnen. De stem, die mij gedurende myn reis zoo bekend in de ooren had geklonken, was die van den smokke laar en de zorg, waarmee mijn reisgezellen zich het gelaat hadden vermomd, was nu duidelijk geworden. Niet dat hot in 't minst onbehoorlijk was, ieder eerlijk en gerechtigd middel aan te wenden, hunne bloedverwanten uit lnmne moeielijkheden te verlos sen, maar ik kende ze te goed om te weten dat zij zich niet by eerlijke middelen zouden houden, en ik had te veel proeven van Harriets onbeperkte macht over Broekman gezien, om niet te vermoeden, dat het zoo geschikt zou worden dat het zijn ondergang ver oorzaakte. Ik keerde weer naar mijn herberg terug meer dan ooit verontrust over liet lot van den jongen man. Myne ongerustheid was dan ook niet ongegrond. Ik bezocht hem den volgenden dag weer slechts om hem in zijn genomen besluit te zien volharden. DeSirene had hem betooverd en een besluit op valsche begrippen van eer gegrond, kreeg tienvoudige kracht door hare overredende vleierij. Alles komt in orde, zeide hij. Zij kunnen en ik wil niets ontsluieren en welke bewyzen zonder eenige opheldering van onzen kant, zyn er tegen ons. En mocht het tegenovergestelde gebeuren, myn be sluit is genomen: ik zal nooit een verklikker worden. Het was tevergeefs langer met hem te redeneeren, waarom ik met een bezwaard gemoed de cel verliet. Op welke wyze liy zich gedurende do veertien da gen, welke tusschen myn laatste bezoek en de aan komst der rechters lag, gedroeg, weet ik niet. Zyn moeder, die gedurende dien tyd te Maidstone bleef faalde in hare pogingen, evenals ik gefaald had, hem er toe te brengen zich het leven te redden door te zeggen wat hij wist en het otficiëele offer door den sherif (schout baljuw) gedaan, werd verworpen. Eindelijk kwam de tijd der zitting en de rechters openden het hof voor algemeene zaken. De eerste dag werd, als gewoonlijk, grootendeels besteed met de voorloopige uiteenzetting der zaken, de gezworenen werden te samen geroepen, de zaken ontvouwd en de stukken van gerechterlijke aanklacht ingebracht, op de tweede dag kwam de zaak der smokkelaars voor. Het is noodeloos op te merken, dat een beschul diging van moord onder welke omstandigheden dan ook steeds een groote mate van oplettendheid opwekt, maar het geval, dat heden voorkwam, was meer dan gewoon afgrijselijk en het belang dat het publiek er stelde was ten volle bewezen, door het volk, dat reeds vroeg voor het gerechtshof opeen stond. Nauwelijks waren de deuren geopend of al de hoe ken en banken werden tot stikkens toe gevuld en op aller gelaat was de grootste nieuwsgierigheid te lezen, want er was een gerucht van Will's gedrag op de een of andere manier in het rond verspreid, vandaar dat alle bezoekers belang in hem stelden. Inderdaad waren er verscheidene eerbiedwaardige lieden, die vrijwillig die raad en hulp aanboden, die zij bij machte waren te geven. Op aanraden van één hunner had Mevr. Broekman zorg gedragen om bui ten de advocaten, den gevangenen gewoonlyk toege voegd. nog een advocaat in het bijzonder voor haar zoon te nemen, wiens naam in hoog aanzien stond en op dat oogenblik zeker al den lof verdiende, die men hem toezwaaide. Zoo stonden de zaken toen ik op een boodschap van het hof de zaal binnentrad en mijn plaats tusschen de heeren van de balie innam. Gedurende de eerste minuten, dat ik gezeten was, liep myn hoofd om en dansten mijne oogen in hunne kassen, zoodat ik niets met juistheid kon onderschei den. Een verwarde massa ging myn oog voorbij en een gebrom als van bijen op een zomeravond klonk mij in de ooren, maar anders zag noch hoorde ik iets. Langzamerhand kreeg ik mijne zelfbeheersching terug en keek ik naar de bank der beschuldigden. Het was een verschrikkelijk visioen. Daar stond de zoon der weduwe, de handen geboeid en met ke tenen gebonden, tusschen twee van zijne verschrik kelijke kameraden. Yan de anderen afgescheiden stond de derde, niet geboeid echter zooals zy; maar zooals het scheen gereed, om van de bank der beschuldigden naar die der getuigen te stappen. Ik sloot onwillekeurig mijne oogen en ik vrees, dat ik hem in mijn hart vervloekte. Daar er toen stilte bevolen werd, hield het gemom pel eensklaps op, en terwyl de beschuldiging werd voorgelezen, kon men wel een speld hooren vallen. Het beschuldigde Zacharias Petley, Thomas Petley Eduard Petley en Will Broekman, in den nacht van 15 Augustus laastleden op een zekere plaats binnen de gemeente St Alphage in het district Kent met voorbedachte rade, terwyl hij zijn plicht deed, te hebben vermoord, Robert Sharp, ambtenaar by de belastingen. Verder beschuldigde het de gevangenen van eene poging tot smokkelen van een belangryke party goederen. Zacharias Petley, ging de rechter voort, zijt gij schuldig of niet schuldig? Niet schuldig, heer, Thomas Petley, zyt gij schuldig, of niet schuldig? Niet schuldig. Eduard Petley, zyt gy schuldig? Niet schuldig, heer. Will Broekman, zijt gij schuldig of niet? Schuldig aan het tweede maar niet aan 't eerste. Niet schuldig aan 't eerste, gilde een vrouwe- stein van een der gallerijen. Niet schuldig aan moord 1 hoort gy dat, mijnheer Myn jongen is niet schuldig- O! laat hem gaan, laat hem gaan. Niet het minste geluid werd er in de zaal gohoord, behalve de stem van de spreekster en zoo volmaakt schenen allen verstomd door de toon, waarop dit gezegd werd, dat niemand trachtte haar in de rede te vallen. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel Houtwaren, Mkl en Teer, CD to rr «9 cd S O (KJ O ft 6S O O O Cf Ct 1 ►t - to ct

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4