Bij J. Sz. li finale H. M. P. DE TRIES, Horlogemaker Kli: VIT-EIEREN SLAG! NAAR AMERIKA. Behangselpapier en Randen; puike Poider-aai'dappeien Directe Wekelijksche si StooTOari-Iaatscliapii. y Feuilleton. te den Bury, Texel, WEGENS VEUTHKK Primo MEI te li I I' 1» DE SMOKKELAARS. yy vindt men de grootste keuze in steeds in voorraad ruim 300 der nieuwste soorten. PRIJZEN GOEDKOOP. Schilders en winke liers genieten de gewone provisie. Tevens 6/4 en 12/4 BEHANGLINNEN GRONDPAPIER enz. enz. bericht ondergeteekende dat hij vanaf heden houdt van de nog aanwezig zijnde Horloges, Pendules, Klokken, enz. Steeds aanbevelend, BURG-TEXEL. worden tot 5 MEI voor den hoogst mogelijken prijs door M. VLAS gekoclit, bij wien tevens zijn te bekomen a f 1.25 per zak. aangeboden een welbeklante op het marktplein aan den Burg te Texel, te bevragen in het Logement Lindeboombij J. SLI.JBOOM. op een der beste standen van den Burg een Woonhuis waarin sedert jaren een BAKKERIJ. Ook geschikt voor andere affaires. Adres P J KIKKERT, Weverstraat. van ITALIAANSCHE KIPPEN (zuiver ras.) Verkrijgbaar bij Koogerstraat. KoilIHtf1. w 2 ZZ. et> voor Passagiers Ie lie en Ille Klasse met de prachtige Stoomschepen der C ss? r Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor- dereilauiPassagekantoor te Am sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting met Curasao. Distriets-Inspecteurs: I.E. KroesGro ningen, E. Bolsius, Oosterwijk. Agenten Koning Co. Texel en A. Dros Albz. De Cocksdorp. "5 Zij die naar Amerika wenschen te vertrek ken en zich tot het verkrijgen van passage- biljetten bij ondergeteekende vervoegen, wor den door mij voorzien van spoorweg-biljetten tot Amsterdam of Rotterdam, waarvoor halve vracht betaald wordt, terwijl verder alle noodige informatien verstrekt worden, de Cocksdorp. A. Dros Albzn. Agent N.A.S.5I. 1^^*" Belanghebbenden kunnen zich ook vervoegen bvj den Heer H. DALMEIJER te BURG TEXEL. XII. (Slot.) Zonder twijfel gaf de vrees hem in, dat dat de oor zaak van zijn arrestatie was, want de wezentlyke aard der zaak was hem nooit meegedeeld. Laat dat echter zijn, zooals het wil. Er kon geen spoor van hem ontdekt worden en nu was het denkbeeld Broek man te redden niet slechts door mij, maar ook door de anderen, verworpen. Ik dacht dat het mijn plicht was hem daarvan te onderrichten. Hij ontving de tijding kalm, ik bad met hem. Ik diende hem de sacramenten toe en bracht, op zijn verzoek den geheelen Dinsdagnacht bij hem in zijn cel door. Van Mevr. Brockmans vertrek af sloot ik mij met hem op en hoewel die plicht pijnlijk was, waren er taliijke omstandigheden, die aan dien plicht zelfs een soort van aangenaam belang gaven. Het feit is, geloof ik, dat alle geweldige opwindingen, zoolang zij duren, behagelijk zijn. Ten laatste kreeg de vermoeide natuur de overhand. Na ons plechtig in de bescherming der Godheid te hebben aanbevolen gingen wy op een matras liggen, waaraan de cipier ons menschlievend had geholpen en ik was niet weinig verwonderd, maar tevens verheugd, te bemer ken dat voor ik mijne gedachten weer behoorlijk had verzameld, mijn metgezel reeds vast sliep. Ik volgde zijn voorbeeld en sliep ook spoedig in. Hoe lang we in dien staat van onbewustheid hebben gelegen, weet ik niet, maar de eerste stralen der morgenzon vielen juist dooi de traliën van onzen kerker, toen wij door het rammelen van kettingen en het verschuiven van bouten gewekt werden. Ik meen dat Brockmans hand beefde, toen hij haar mij toestak en ik kon een onwillekeurige samentrekking van de wenkbrauw opmerken, wTelke eene sterke in wendige worsteling van moed en natuurlijke zwak heid te kennen geeft. Hij hield den adem in, totdat de deur op hare hengsels kraakte, zonder twijfel verwachtende dat zij open zou gaan om den beul binnen te laten. Maar in plaats van den beul trad de sherif binnen en er lag een uitdrukking op zijn gelaat die men gewoon lijk niet bij den brenger van eene doodstijding vindt. Wij keken hem beiden in stilte aan. Jonge man, zeide hij naar Broekman toetredende het doet mij een oprecht genoegen u te berichten, dat het zijner majesteit behaagd heeft een uitstel in de uitvoering van uw vonnis te bevelen, totdat zekere zaken, welke met de misdaad waarvan gij zijt be schuldigd in betrekking staan, nauwkeuriger zullen worden onderzocht. Het bloed steeg eensklaps naar Brockmans wangen en vloeide dan weer terug. Hij liijgdo naar adem en als ik hem niet bij den arm had gehouden, was hij op den grond gevallen. Hoe komt dat riep ik uitermate verheugd uit. Welke gelukkige gelegenheid heeft dat tot stand gebracht. Zijt ge er in geslaagd den vluchteling te vatten, of wat hebt gij gedaan? Niets, antwoordde de sherif glimlachend, wij hebben overal in gefaaldmaar er is een Voorzienig heid die don onschuldige beschermt en die wonderlijk ten behoeve van dezen jongeling tusschen beide is gekomen. Nu ik zie, dat hy kalm is kan ik de gelieele geschiedenis vertellen. Zijn onschuld is ten volle bewezen door de bekentenis van een zijner gezellen en hier is de koninklijke begenadiging, waarmee een expres juist is aangekomen. Ik wil niet pogen het tooneel, dat nu volgde te beschrijven, noch de gelukwenschingen, welke Will niet alleen van den sherif maar ook van my enden cipier moest aanhooren. Laat me liever mededeel en hoe zulk een onverwacht en blij voorval plaats kon hebben; en hiertoe zijn slechts weinig woorden noodig. Ik heb alreeds gezegd, dat ik vroeger eens schrikte van een zware zucht die uit een cel klonk naast die van den veroordeelde, die ik had bezocht en waar zooals de cipier mij vertelde, Eduard Petley was op gesloten. De ziekte, die de ongelukkige had greep hem in de gerechtszaal aan om hem nooit meer te verlaten. Het scheen, alsof de hand van zijn slacht offer, toen zij hem op den schouder gelegd werd, met doodelijk vergif was gevuld geweest, want het trillen dat hem toen beving, en waarvan het geheele hof ooggetuige was, had tot zijnen dood niet opgehouden zijn lichaam te schudden. Hij werd in een vreeselijke aanval van koorts naar de gevangenis teruggedragen en het werd spoedig duidelijk dat zijn leven in gevaar was. Eenige dagen verdroeg hij de ziekte in een volhar dend stilzwijgen, maar toen het gevaar vermeerderde, begon de wroeging aan zijn ziel te knagen en ont snapten vreemde uitdrukkingen zijne lippen. Het was op den morgen van Dinsdag, den dag, de terecht stelling voorafgaande, dat hij wenschte de geestelijke te spreken, een volle bekentenis van zjjn eigen schuld aflegde en een volledige verklaring van Wills onschuld. De geschiedenis, zooals Will die had verteld, bleek volkomen volgens de waarheid te zijn. Hij, de stervende, schoot de beambte, terwijl zijn broeder hem den hals afsneed, na Broekman, die poogde, hem het mes te ontnemen, in de hand te hebben gewond. Nog was dit niet het eenigste wat hij aan het licht bracht. Hij bracht een reeks van misdaden aan den dag, waaraan -Josef Sly een werkzaam deel had genomen en toen alles nauwkeurig was opgeschreven en hem voorgelezen, toekende hij het als zijn laatste verkla ring op zijn sterfbed. Bij zulke sterk sprekende bewijzen was het niet moeielijk geweest de koninklijke genade te verkrijgen, welke nu juist was aangekomen. Er blijft nu nog maar weinig over om bij te voegen. Broekman werd natuurlijk in vrijheid gesteld en daar zijn zedelijk lijden gedurende zijn gevangenschap, voornamelijk nadat de doodstraf was uitgesproken, als voldoende straf voor zijne overtreding tegen de wetten werd beschouwd, werd hij van alle rechts vervolging ontslagen. Voor zijne moeder werd echter het gevaar van zijne zaak zoo zorgvuldig mogelijk verborgen gehou den, zelfs weken na hunne terugkomst in het dorp. Eindelijk zag men in, dat het niets meer hielp, het geheim nog langer te bewaren, want de goede vrouw herstelde niet weer van den schok, dien zij in die verschrikkelijke weken van angst gekregen had. Zij leefde inderdaad om haren zoon niet alleen in in zijn vorigen levenstand hersteld te zien, maar ook om hem het bevel te zien voeren over het schip, dat hij reeds lang dacht te kommandeeren. Toen stierf zij, God voor zijne genade hier beneden dankende en nederig vertrouwende als deelhebber van zijne nog grootere genade hiernamaals te mogen worden opgenomen. Wat de Petley's betreft, de jongste blies weinig uren na zyne bekentenis den laatsten adem uit en werd op het kerkhof te Maidstone begraven. Zyne beenderen werden niet weggenomen, om het kerkhof van zyn eigen kerspel te bezoedelen en geen steen werd ter herdenking opgericht. Van de anderen is niets bekend. Zacharias onderging zijn vonnis en gaat thans waarschynlyk met even groote schel men om, als hy zelf is. Nog is ons iets officieels bekend omtrent Josef Sly. Zes maanden na deze voorvallen las ik in een der Londensche dagbladen, dat zekere Josuah Tarpus, alias Josef Sly, de dood straf had ondergaan, die toen op struikroovery stond, maar of die persoon mijn vorige reisgezel was, kan ik niet beoordeelen. Van Will Broekman hoorde ik sinds zyne invrij heidstelling niets dan gunstige berichten. Zijn han delsreizen tusschen Londen en Hamburg, staan hem niet toe dikwijls St. Alphage te bezoeken, maar wan neer hy komt brengt hij steeds kostbare en zeldzame geschenken voor mij en mijne huisgenooten mee. Natuurlijk is er altyd een plaats aan onze tafel voor hem open en het gebeurt dikwijls dat wij in onze gesprekken op vervlogen tyden terugkomen. Die voorvallen roert hij altijd met plechtigen ernst aan en dankt steeds God dat hij niet blootgesteld is aan de gevaren, die onveranderlijk verbonden zyn aan de loopbaan van den smokkelaar. J Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel. BJ JJ«8 Ct rt S3 O CJS gL i-s O 5S! rt O -V- 2 55 Ct et s S3 S3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4