Advertentiën
Igr
Marktberichten
AANBESTEDING.
ADVERTENTIËN.
a anbesteden:
voor VIER achtereenvolgende
plaatsingen in de Texelschc Courant
in eens opgegeven, Morden slechts DRIE-
niaal in rekening' gebracht.
Op den 4 den MEI hopen
mijne geliefde Ouders
JAN l)z. EE LMAN
EN j
HEADERIKJE KIKKERT
hun 45jarige Echtvereeniging te herdenken.
Dat de Heer hen spare tot in lengte
van dagen, is de wensch van hun
Zoon en kleinkinderen.
Namens allen
JAN EELMAN.
Waal op Texel.
Op den 7d0n Mei aanstaande
hopen mijn geliefde Broeder en Zuster IJ
A. W. KONING
en
P. Deekens
hunne 25jarige Echtvereeniging te her-
denken.
Hunne Zuster
Caïharina G. Deekens.
oorlogsschepen het kanaal kunnen passeeren. De
vaartuigen zullen door middel van locomotieven
worden gesleept, die op sporen langs het kanaal
loopen. Al naarmate de grootte van de vaartuigen,
is de duur der geheele vaart op 5 tot 10 dagen
geschat.
Een dienstmeisje te Berlijn, dat 's avonds op de
kinderen van haar meester paste, vertelde den
kleinen, terwijl zij in bed lagen, „griezelige" ge
schiedenissen. Daardoor werd een der kleine
jongens zoo opgewonden, dat hij, tegen 11 uur,
in halfslapenden toestan 1 zijn bed verliet en uit
het venster van de slaapkamer sprong. Gelukkig
kwam het kind neder op het veerkrachtige papieren
dak van eene overdekte werkplaats daaronder.
Het werd nagenoeg ongedeerd door de buren daar
van daan gehaald en weer naar boven gebracht.
DE SMOKKELAAR.
Een halve eeuw geleden woonde in een kleine hoeve
bij een zeestad, in het noorden van Schotland, een
man, met name Angus Mackenzie. Hij was sterk en
groot, van ruim 60-jarigen leeftijd en, zooals alle sterk
gespierde personen, goedig van aard.
Baas Angus, zooals men hem in het stadje gewoon
lijk noemde, was daar zeer geliefden geen wonder
want hij was het, die den liefhebbers whisky bezorgde
zonder belasting. Het was een publiek geheim, dat
Angus smokkelde, maar tot dusver had het geluk
hem gediend en was hy den beambten te vlug af
geweest. Hy behoorde niet tot de woestelingen in
het vak, van dolk of pistool maakte hij nooit gebruik
integendeel, hy was vroolyk van aard, slim en luimig.
Niemand kon beter een ui vertellen dan hy, en zijne
geslepenheid en scherts hielpen hem uitstekend, waar
krasser middelen wellicht zouden gefaald hebben.
Telkens deden de beambten al hun best hem te be
trappen, maar iedere maal was al hun moeite te
vergeefs.
Op zekeren dag kwam Angus er achter dat er weer
een lading aan was, op zekere plaats, ongeveer tien
mylen afstand van de stad. Laat in den avond gaat
hy met kar en paard op weg, een hoeveelheid turven
meenemende, om de vaatjes te bedekken. Op de
plaats, waar het schip lag, aangekomen, laadde hij
met behulp van een vriend zyn kar, legde de turven
er boven op en ging, na wat rust te hebben genomen,
naar de stad terug, waar hy de lading wilde afgeven
aan een goed bekende, daar hy zijne eigene woning
daarvoor minder geschikt achtte. Hy was op drie
mylen afstand van de stad genaderd, zyn paard bij
één langen teugel voortleidende, toen uit een droge
sloot aan den weg drie beambten te voorschijn kwa
men, die een paar maanden vroeger het huis van
den smokkelaar doorzocht hadden.
„Ha, ha, daar hebben we je eindelijk, baas Angus
riepen zij uit, en naar den achterkant van de kar
gaande, wierpen zy de turven op den straatweg,
zoodat de vaatjes bloot kwamen. Zy waren bij deze
ontdekking uitgelaten van vreugde. Eindelijk hadden
zy den man dan toch gesnapt, die hun zoo vaak te
slim was geweest; en dan zulk een g -/ie vangst!
„Dat zijn zeker melkvaatjes spotte Ier be
ambten.
Angus lachten, maar zeide niets.
„Komaan Angus, komaan! we zullen in do stad
wel zien, wat er in zit."
„Ja, Ja lieeren, het is duidelijk genoeg; 't is uw
werk te verhinderen, dat zulke vrachtjes u voorbij
snappen en 'tis myn werk net anders om te doen;
zoo heeft ieder z'n eigen baantje. Maar, heeren, alles
kan heel vreedzaam in zijn werk gaan, als gij het
goed vindt. Komt dus naast mij loopen dan kunnen
we samen nog wat praten."
De beambten wisten, dat Angus een meester was
in 't vertellen van grappen en anecdoten, en toch reeds
in een goede luim zijnde, voldeden zy gaarne aan zijn
verzoek, en wandelden, op weg naar de stad, ieder
aan een zijde, naast den smokkelaar voort.
Angus, die den langen teugel in de op zijn rug
rustende handen hield, liet de lijn langzaam schieten
totdat paard en kar op ongeveer twintig voet achter
hen warende beambten luisterden echter met zoo
veel aandacht naar zijne vertellingen, dat zij op wat
hy deed geen acht sloegen. Toen men dicht by de
stad kwam, haalde Angus langzamerhand den teugel
weer in, totdat de kop van het paard vlak achter
hem was.
Zoodra de kleine stoet zich langs de hoofdstraat
naar het stadhuis begaf, verspreidde zich als een
loopend vuurtje het nieuws: baas Angus is door de
speurders gesnapt! en weldra werd het drietal door
eene groote menigte gevolgd. De beambten hieven
het hoofd fier ophet was voor hen vandaag een
streepje aan den balk. Toen men voor het stadhuis
was aangekomen, begaven zich de beambten met zege
vierenden blik en met een gewichtig gezicht naar het
achtergedeelte van de kar. Doch nauwelijks hadden
zij er een blik op geslagen, of zij waren aan de grootste
verbazing ten prooi. De vaatjes waren verdwenen
en in de kar lagen alleen nog enkele turven. Hoe
was 'tin de wereld mogelyk! dachten de verstomde
beambten, terwijl de omstanders een luid gelach aan
hieven.
De verblufte heeren sprongen op het voertuig en
haalden al de turven er af, maar er was geen enkel
vaatje te bekennen.
Woedend van spyt, dat de prooi hun ontglipt was
juist op het oogenblik., dat zy dachten te triumfeeren,
sprongen zy weer op de straat en wilden zich in het
stadhuis aan de spottende aanmerkingen der omstan
ders onttrekken, toon Angus zeide: „Neem me niet
kwalijk, heeren, gy hebt goed gevonden op drie mijl
afstand van hier een gedeelte mijner turven op den
weg te gooien en nu werpt gij de rest de straat op.
Ik heb niets gedaan om zoo behandeld te worden;
wees dus zoo goed deze turven er weer op te laden
en wees dankbaar, dat ik niet van u verlang, drie
mijlen te loopen om hetzelfde te doen.
De menigte, die in den verlegen toestand der be
ambten zeer veel schik had, viel den slimmen smok
kelaar dadelijk bij en drong op de ambtenaren aan,
die van twee kwaden het beste kozen en de turven
in de kar wierpen.
Toen zy met dezen arbeid gereed waren, zeide Angus
met een schalksclien glimlach: „Nu, heeren, dat heb
je er heel goed afgebracht, me dunkt, nu moest ge
de rest ook maar weer mee gaan opladen."
De beambten slopen, zonder te antweorden, het
stadhuis binnen en baas Angus keerde, onder luid
gejuich van het volk, terug, om zijn turven te halen.
Gedurende verscheidene dagen werd bijna over niets
gesproken, dan over de mislukte vangst en over de
slimheid van Angus, die de beambten op zulk een
slimme manier had beet gehad. Eerst langzamerhand
echter kwam het fijne van de zaak aan het licht en
de gespeelde poets was zoo flink, dat niemand het
verzwijgen kon.
Toen de ambtenaren het vaatje ontdekt hadden, had
Angus begrepen, dat hij er ditmaal bij zou zijn, wan
neer het hem niet gelukte, de heeren naast hem vóór
de kar te krijgen.
Zoodra zy naast hem voortwandelden, had hij den
teugel zoo ver mogelijk laten glippen en terwijl hij
de aandacht der beide beambten volkomen geboeid
hield, zorgde hij, dat zyne vrienden, die in de nabij
heid op den loer hadden gelegen, en ongetwijfeld
alles gezien hadden, ongestoord hun slag konden slaan.
De wegen waren in dien tijd nog vrij slecht en hob
belig, zoodat een kar als die van Angus bij 't rijden
een geweldig leven maakte. Drie zijner makkers,
die inderdaad al het gebeurde hadden opgemerkt,
naderden, terwyl zy langzaam voortging, behoedzaam
de kar en een hunner, die er op gesprongen was,
rolde de vaatjes een voor een er af. Zoodra het
laatste gelost was, werden de vaatjes snel geborgen
en de turven weer in de kar gelegd. Een dier drie
vrienden vervoerde het geheime vrachtje nu naar de
stad en laadde het af aan de bewuste woning, kort,
nadat baas Angus zich van het stadhuis op den
terugreis had begeven. (Hand.)
Alkmaar, 30 Apr. Aangevoerd 6 koeien
f ISO a 225; 231 vette kalveren f 35 a 95 29
nucht. kalveren f4.— a 14 Schapen f a
153 vette Varkens 34 a 44 ct. per KG.;
30 magere dito f 13 a 17.
Purmereml, 1 Mei. Aangevoerd 302 vette
kalveren 60 a 80 ct. per kg.; 273 nucht. Kalv
f4 a 12; 109 vette Varkens 38 a 46 ct. per KG
115 magere Varkens f 12 a 28; 353 Biggenf4a
f 8; 2484 Schapen, 332 Runderen en 6 Stieren.
kip-Eieren f 2,50 a 3,— per 100 stuks. Vette
koeijen weinig aanvoer, hooger in prijs, handel
vlug. Geldekoeijen prijshoudend, vlugge handel.
Vette schapen hooger in prijs, handel vlug. Over-
houders prijshoudend, handel traag.
Amsterdam, 30 Apr. Aangevoerd 719 Run
deren, le kwal. 65 ets., 2de kwal. 58 ets., 3de
kwal. 50 ct. per kG.; Melk- en kalfkoeien f
a f Graskalveren f a 138 nucht. dito
f4 a 9; 12 Schapen en Lammeren f a
493 vette Varkens 34 a 41 ets. per KG.
Londen, 30 Apr. Aangevoerd 2400 Runderen
13000 Schapen en Lammeren, 150 Kalveren en
30 Varkens. Men noteertbeste Runderen 35 a
75 ct., Schapen en Lammeren 475 a 85 ct., Kal
veren 45 a 80 ct., varkens 35 a 60 ct.
Harlingen. 30 Apr. De aanvoer van zeevisch
bedroeg van 23 tot 30 April 480,000 stuks Haring
30 stuks Rog, 2 Zalmen, 1 Steur, 15 stuks Elften
75 stuks Schelvisch, 3900 pond kleine Schol, 100
pond Scharren, 5 manden Garnalen, 1170 balen
Mosselen, 78 balen Cockels en 516 balen Alikrui
ken. Behalve kleine partijtjes, die versch werden
verzonden, kwam de Haring aan de rookerijen,
de Rog en Steur naar België, de Mosselen, Coc
kels, Alikruiken en Garnalen naar Londen en
Huil, de overige visch aan de publieke afslag en
aan vensters.
Burgerlijke Stand der Gemeente Texel.
Van 25 April 1 Mei.
ONDERTROUWD Gerhardus Menses en Helena
Johanna Duinker.
GETROUWD: Bernardus Beumkes en AntjeHil-
lenius. Johannis Boogaaid en Gerdina Mulder.
Jan Koning en Neeltje Bruin. Pieter Willem
Jan Logman en Jannetje Kiljan.
GEBORENJannetje, dochter van Jan Vlas en
Hiltje Bakker. Antje, dochter van Simon Zijm
Jnz. en Naantje Maas.
OVERLEDEN Trijntje Brouwer, 63 jaar gehuwd
met Jan Plaatsman Paulszoon.
Na eene korte ongesteldheid van slechts
twee dagen, overleed Maandagavond ten
10 uur, te Twiskonze geliefde Vader en
Behuwdvader
CORNELIS ROGGEVEEN,
in den ouderdom van 71 jaren.
N. DE ROOIJ Roggeveen.
A. DE ROOIJ.
Texel, 2 Mei 1888.
Ondergeteekende bericht dat
VERHUISD is van de Warmoi
straat naar de Weverstraatin het hl
vroeger bewoond door mej. de wed. A. Keijs*
BURG. I. MOATÉ.
Kleedermaker.
Het Bestuur van het Waterschap de 30
gemeenschappelijke polders op TEXEL, zal op
MAANDAG 14 MEI 1888, 's middags 12 uur,
ten Raadhuize aldaar, bij enkele inschrijving
Het leveren van:
1. 260 Lasten Zuilen bazalt Zetsteen, lengte
30 45 cM., «likte 20 a 30 cM. over kruis.
2. 50 a 60 Lasten Bazalt Stortsteen, zwaar
van 200 tot 400 kilo.
3. 300 Stere Middelsoort onderhoud Grind.
Be 260 Lasten Zuilenbazalt te leveren
franco in de haven van Texel op de aan
te wijzen plaats.
Be 50 d 60 Lasten Stortsteen franco
voor de wal op de aantewijzen plaats.
Be 300 Stere Grind franco op de wal
of wagens in de haven van Texel.
InlLntingen zijn te bekomen bij Jb. Hillenius,
opzichter te Oudesclield op Texel.
Texel, 24 April 1888.
Het Bestuur voornoemd,
J. J. ROEPER, Bijkgraaf.
Sd. KEIJSER Pz., Secretaris.