E De Holaris CONINCK WESTENBERG KAPITAAL DISPONIBEL Gasthuisstraat üf Gravenstraat GABRIELLE DE MEYRAN. aanbod Wil toeren toom tot 1 Juni a.s. a contant i beste BIGGEN LEG EL, BRUSSEL. Feuilleton. ENVELOPPEN bedrukt met éénregelig adres Parkstraat 291. Langeveld de Rooij. publiek te verkoopen jyil1 Wed. P. VISSER ayrJijy. presenteert op ZATERDAG 2(i MEI a.s. des voor middags 10 uren, op de hofstede Blamleufoer»' in den polder EIERLAND <55 Schapen, 43 Lammeren, <i stuks Iioevee, 1 zwart Ruinpaard (10 jaar,) 40 Kippen, 1 Boe renwagen, 1 Kapwanen, 1 driewielde Kar. VOORTS: BOEREN- en BOUWGEREED SCHAPPEN en hetgeen verder gepresenteerd zal worden. ZEGT HET VOORT. blijft zich voortdurend aanbevelen voor de LEVERING van BOEKEN. TE KOOP bij C. W. KONING. Bargen. voor langen termijn a 4% onder verband van le hypotheek onroerend goed. Conditiën bi 11 ij k. Onkosten gering. Adres franco brieven onder letter A. Bureau dezer Courant. "eden ontvangen een ruime sorteering kinderschoenen, vanaf de eenvoudig ste tot de netste soorten, tevens dames-, meisjes- en kinder-wandel- schoenen, dames bottines, alle soorten pantoffels, enz. ALLES UITMUNTENDE KWALITEIT tot Concurreerende prijzen. Maatwerk en re paratie wordt solide en net uitgevoerd. Aanbevelend, JOU. KIKKERT. FACTOOR IN ALLE VISCIISOORTEN, Medelezers gevraagd op bovengenoemd blad. Adres: LANGE VELD DE ROOIJ. VIII. Luclen wist niet, dat er gendarmen te Nointel waren en hij herkende dadelijk Timolion niet, die onder zijne bevelen had gestaan. Dit groote lichaam, gekleed in een uniform, welke hij moest vreezen, ziende en die lange armen, gereed om hem te grijpen, deed hij instinctmatig een stap achteruit en bracht de hand aan zijne sabel. Wel, ik ben het, luitenant, kent gij mij niet meer Timolion, zeide Lucien, vriendschappelijk de hand van den brigadier drukkende. Ik zelf, mijn luitenant. Gij en hier in dit land? Natuurlijk. En wat komt gij hier doen? zei Lucien, een weinig ongerust, want Timolion was gelaarsd en gespoord en zyn tenue wees aan dat hij op expedi tie was. Bah, zeide de brigadier, met een beweging van afkeer, een slecht zaakje. Ja, de gendarmerie is het regiment niet, maar men moet zijn plicht wel doen en gij weet luitenant, dat ik mij liever in vieren zou laten hakken, dan daarin te kort te schieten. Lucien kende inderdaad de nauwgezetheid van den soldaat, wat den dienst betrof. Als er nu nog gevaar was, mompelde Timolion, dan was het wat anders, maar een grijsaard en een meisje van negentien jaar, die zich niet kunnen ver dedigen. Lucien werd zoo wit als een doek. Timolion ging voortHet is waar, dat er nog een derde persoon is, die kordater zal zijn.' Lucien had een voorgevoel van een ongeluk, hij durfde Timolion echter niet ondervragen, de twijfel scheen verkieselijk boven zekerheid, want twijfel is nog hoop. De brigadier sprak niet meer. Hij had de verwarring van zijnen luitenant opge merkt en hij zocht er de oorzaak van. Eensklaps sloeg hij zich voor het hoofd als iemand, die zich iets, dat hy had vergeten, weder herinnert. Hij haalde uit zijn zak een papier en doorliep het haastig, ter sluiks vluchtige blikken op Lucien wer pende. Het was een signalement. Toen het onderzoek was afgeloopen, stak Timolion het papier ontmoedigd in den zak. Natuurlijk, zei hij half zacht, het is mijn luite nant, dien ik gevangen moet nemen, myn luitenant, die mij het leven gered heeft. Ach, duizend kara bijnen, het is om de laarzen met sporen naar den duivel te werpen. En de brigadier begon met zyn sabelscheede in het zand te roeren, terwijl hij zich het hoofd krabde. Klaarblijkelijk ging er in het hoofd van Timolion iets vreemds om. Hij riep een denkbeeld ter zijner hulp, maar het wilde niet komen. Voor ieder man van zaken zijn ENVELOPPEN bedrukt met zijn adres, O N MIS BA A R. Niet ieder heeft echter een even groote hoeveelheid daarvan noodig. G e woon f o rma a t (voor postpapier in 3en gevouwen.) 200 stuks 50, 60, 70, 80 ct. 500 f 1.-, 1.20, 1.40, 1.60 1000 f 1.60, 1.90, 2.25, 2.80 Groot lor m a a t (voor postpapier in 2en gevouwen.) 200 stuks 60, 65, 70, 75 ct.l 500 f 1.20, 1.30, 1.40, 1.50 1000 1.75, 2.-, 2.20, 2.40 Naar buiten tegen toezending van postwissel met verhooging van 15 cent per 500 stuks en 20 cent per 1000 stuks voor franco toezending. Andere formaten en kwaliteiten naar evenredigheid. Aanbevelend, Lucien begreep van die pantomime niets. Ik moet evenwel aan het consigne gehoorzamen^ mompelde Timolion. Och. waarom heb ik geen kogel in het hoofd of een sabel in myn buik. Timolion had nauwelijks deze woorden gesproken, of hij uitte een kreet van vreugde, hij had gevonden wat hij wenschte. Op zyn' kreet vertoonden zich eenige gendarmen op de grens van het boschje. De brigadier gaf een teeken en de gendarmen verdwenen. Hoe vlug dit alles ook geschiedde, was het echter aan Lucien niet ontsnapt. Hij wilde er de verklaring van aan Timolion vragen, toen deze hem brutaalweg zeide Luitenant, gij zijt een schurk. Lucien was verstomd door dien uitroep. Hij geloofde dat Timolion gek geworden was. En waarom ben ik een schurk, vroeg hy glim lachende. Waarom? antwoordde de brigadier, zich weer het hoofd krabbende. Het gelaat van Timolion was zoo medelij wekkend, dat Lucien ondanks zyn neteligen toestand een hel dere schaterlach niet kon onderdrukken. Waarom? waarom? stamelde Timolion, naar een reden zoekende, die zich niet aan zijn geest voordeed- Ja, waarom? Omdat gij een schurk zijt, zei Timolion zege vierend en hij veegde zijn voorhoofd af, waarop het zweet met groote droppels parelde. Nooit had de verbeelding van den brigadier zich tot zulk een ruw werk geleend. Lucien begon ongeduldig te worden. Timolion, die hem begluurde, bemerkte het. Daar, zeide hij, zich met de hand aan het gevest van zyn sabel in positie stellende, en gij zult er my de reden van opgeven. Hoegij beleedigt my en gy eischt dat ik u de reden van uwe beleedigingen zal opgeven. Natuurlijk. Dan is het een Duitsche twist, die gij met mij zoekt. Mogelijk, zei de brigadier, zijn sabel trekkende. Maar, ongelukkige, gy dwingt my u er aan te herinneren; gij vergeet dat ik u het leven gered heb. Een traan hing aan de oogharen van Timolion en liep over zijne verweerde wang. De arme brigadier had ongehoorde pogingen gedaan die traan in te houden, maar het was hem niet gelukt. De traan rolde langzaam over zijn gelaat. Gy hebt my het leven gered, zeide Timolion op ruwen toon, dat is juist wat mij kwetst, het verveelt mij oude schulden in den zak te houden. Lucien was verstomd van verwondering. Hy kon niet raden, wat in de ziel van den brigadier omging en zijn gedrag scheen hem onuitlegbaar. En het is om uwe dankbaarheid te bewyzen, dat gij met mij wilt vechten. Natuurlijk. Lucien werd warm over zooveel koelbloedigheid. Maar ongelukkige, riep hij uit, gy zyt gek of dronken. Timolion antwoordde met een brutalen lach: Kom, burger luitenant, verdedig u, het wordt laat, en ik heb nog gevangennemingen te Nointel te doen, een oude met grijze haren en eene kleine blondine. Lucien werd rood en zijne oogen geraakten met bloed doorloopen. Hy kon niet aan zijn ongeluk twijfelen. Hij trok op zijn beurt de sabel om zich te verdedigen. De brigadier glimlachte van zelfvoldoening. Pas op, Timolion, en bedenk, dat ge het zelf hebt gewild. Hoofdst. IX. De wapens van Timolion en Lucien kruisten zich. De eerste had een niet te versmaden voordeel op den jongen officier. Zijn sabel was een voetlanger dan de infanterie-sabel van zyne tegenpartij. Hy viel evenwel niet aan, maar bepaalde er zich by de slagen af te weren. Lucien deed hetzelfde. Men zou gezegd hebben, dat ze bang waren, elkander te raken. Hm, dat zal zoo lang kunnen duren, mompelde Timolion, Van taktiek veranderende, drong hy levendig op Lucien in en, met zyn sabel een halve cirkel beschrij vende, deed hij de sabel van den luitenant op tien passen afstands springen. Wordt vervolgd) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel BURG Op TEXEL. NAAST DE VERG. KIKKERT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4