N°. 69.
Donderdag 31
A0. 1888.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
De drooglegging der Zuiderzee.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van TEXEL brengt ter
algemeene kennis, dat het Kohier van den Hoof-
delijken Omslag dezer gemeente van af heden
gedurende vijf maanden ter Secretarie voor een
ieder ter inzage is nedergelegd.
Texel, den 29 Mei 1888.
De Burgemeester voornoemd,
Bij afwezen
De .Wethouder,
CONINCK WESTENBERG.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL
brengt, ter voorkoming van ongelukken, ter algemeene
kennis, dat, volgens ontvangen mededeeling van
den Heer Kolonel, Commandant van het 4e regiment
Vesting Artillerie te den Helder, weder schietoefe
ningen zullen plaats hebben, en wel van 5 Juni tot
15 Augustus e.k., en dat deze oefeningen zullen
bestaan in het schieten:
1°. Met springgranaten uit de batterij Kaaplioofd
op de plaat Onrust;
2°. Uit het fort Erfprins op eene sleepschijf, op
gelijke wyze als zulks vroeger is geschied;
3"." Uit het fort Oostoever met granaat kwitetsen
in de richting Oost ten Zuiden op het Balgsand;
4°. Uit het fort de Harssens op een nader aan
te geven datum.
Dat de onveiligheid op de schietdagen op de
gebruikelijke wijze zal worden aangegeven door het
plaatsen van roode vlaggen op de batterijen, waaruit
gevuurd wordt, terwijl by het vuren met springgra
naten up de Onrust, bovendien eene roode vlag van
de Reddingskaap aldaar zal waaien.
De vletterman Kennink is weder als voorheen
uitsluitend belast met het weghalen van het materieel
en de projectielen van de plaat Onrust.
Dat ter voorkoming van ongelukken gewezen
wordt op het gevaar, dat gelegen is in het aanraken
of opnemen van projectielen, die op de Onrust onge-
sprongen blijven liggen, en het den visschers wordt
aangeraden om, by het vuren van het fort Erfprins
(kenbaar aan eene roode vlag van de batterij) niet
tegen wind en stroom in het Noordergat voor anker
te komen.
Texel den 29 Mei 1888.
De Burgemeester voornoemd,
Bij afwezen
De Wethouder,
CONINCK WESTENBERG.
Over dit onderwerp hield de heer C. Lely,
ingenieur, chef van het technisch onderzoek der
Zuiderzee-Vereeniging, in de Zaterdagnamiddag
in eene der zalen van „Krasnapolsky", te Amster
dam, gehouden algemeene vergadering van ge
noemde vereeniging eene voordracht, welke van
algemeen belang genoeg kan geacht worden, om
er meer uitvoerig de aandacht op te vestigen,
waaraan wij het volgende uittreksel ontleenen
De heer C. Lely lichtte zijne voordracht door
tal van kaarten toe. Hij wenschte daarbij twee
vragen te beantwoorden, namelijklo. Waarom
is een nieuw onderzoek noodig? 2o. Wat is er
te onderzoeken
Ter beantwoording der eerste vraag ging spr.
de geschiedenis der verschillende ontwerpen na
en behandelde uitvoerig de geschiedenis van het
ontwerp, behoorende bij het wetsvoorstel van 1877
van den minister Heemskerk.
Spreker achtte een meer uitgebreide oplossing
mogelijk; doch, mocht het onderzoek het tegendeel
aantoonen, dan hoopte hij dat ook de leden der
„Zuiderzee-Vereeniging" hunne krachten zullen
aanwenden om het vroegere ontwerp, wellicht
eenigszins gewijzigd, tot uitvoering te doen brengen.
De Noordelijke Provinciën wenschten een meer
noordelijke afsluiting.
Was zulk eene afsluiting technisch en finantiëel
mogelijk En hoe zou die moeten geschieden
Ziedaar vragen, welke men nimmer voldoende
heeft kunnen beantwoorden, omdat nooit een
ernstig onderzoek omtrent een noordelijke afslui
ting heeft plaats gehad.
De hoofdgedachte van het vroegere ontwerp is
steeds geweest: landaanwinning op de meest
voordeelige wijze.
De afsluitdijk en de overige werken, welke
daartoe noodig waren, hadden steeds tot eenig
doel die landaanwinning zonder benadeeling van
bestaande belangen mogelijk te maken.
Wanneer evenwel een werk van zulk een groot-
schen omvang ondernomen wordt, had daarbij
in een land als het onze, waar voortdurend strijd
tegen het water te voeren is, tevens de vraag
gesteld moet worden: hoe kan zulk een groot
werk dienstbaar worden gemaakt aan blijvende
verbetering van den waterstaatkundigen toestand
van het land
En daar op dien grondslag nooit een ontwerp
is opgemaakt, is een nieuw onderzoek noodig.
Met een kaart voor oogen zou eene afsluiting
van Den Helder over de eilanden naar de Groning-
sche kust zeker het eenvoudigste schijnen.
Let men echter op de diepte der zeegaten, dan
is dit geenszins het geval; want in het Texelsche
zeegat staat ongeveer 40 M. en in het Vliegat
20 tot 30 M. water. Eene afsluiting van die zee
gaten acht spreker onraadzaam.
De eilanden Texel en Vlieland moeten dus
buiten de afsluiting blijven; de waardgronaen
langs deze eilanden zouden afzonderlijk kunnen
ingedijkt worden, wanneer dit wensclielijk mocht
zijn.
Voorts is de af te sluiten oppervlakte van de
Zuiderzee en de Wadden nog in twee deelen te
splitsen, namelijk dat ten zuiden van de lijn
Noord-Holland Wieringen Friesland en het
overige gedeelte, bestaande uit de Eriesche, Gro
ninger en Uithuizer Wadden.
In dit laatste gedeelte komen groote oppervlak
ten voor, welke thans bij laag water droogvallen
en dus na indijking waarschijnlijk geene bemaling
zouden behoeven.
De waarde der gronden is echter onbekend.
Alleen van het Wad ten zuiden van Ameland is
bekend dat het voor een groot deel uit goeden
grond bestaat.
Van het gedeelte ten zuiden van de lijn Noord-
Holland Wieringen Friesland is meer bekend.
Daarin komen overgroote oppervlakten uitmun
tende kleigronden voor, zooals bijv. in het geheele
Zuidelijke gedeelte. Verder achter Schokland en
eindelijk ten zuiden van Wieringen. Dit is gebleken
uit de talrijk gedane grondboringen, waarbij de
grond door den hoogleeraar Van Bemmelen nauw
keurig is onderzocht.
Volgens een voorloopige verkenningstocht ge
looft spreker dat er ook nog kleigronden voorko
men in den noordoostelijken hoek der Zuiderzee,
tusschen Lemmer, Urk en den Ketel. Vermoe
delijk bestaat het overige gedeelte langs de Friesche
kust ten Westen van Lemmer uit zandgrond.
Op de vraag„Wat is er te onderzoeken
moet dus het antwoord in de eerste plaats luiden:
de bodem van dat gedeelte der Zuiderzee en der
Wadden, waar nog geen bodemonderzoek heeft
plaats gehad. Voorts zijn nog technische vraag
punten te onderzoeken, waaronder echter een der
voornaamste is de vraaghoe bij insluiting van
den IJsel de waterloozing zal zijn?
De finantiëele uitvoerbaarheid van eene droog
making hangt, behalve van de qualiteit van den
grond, af van de kosten der droogmaking per H.A.
verkoopbaar land en van de verkoopbaarheid zelve.
Wanneer men van het regeeringsontwerp van
1877 uitsluit de kosten der dichting van het Eier-
landsche gat, en aanneemt dat de noodige gelden
tegen 4 pet. rente voor een koers van 98 pet.
geleend kunnen worden, dan zou de H. A. ver
koopbaar land met inbegrip van rente op rente,
op het oogenblik, dat de geheele droogmaking
voltooid is, f1150 gekost hebben.
Wegens de groote indirecte voordeelen, welke
de Staat bij aanwinning van land geniet, is deze
prijs voor uitmuntend land niet te hoog.
De vraag is echter, of de groote oppervlakte
van 137.280 H.A. niet een bezwaar voor de ver
koopbaarheid zal zijn.
Spreker gelooft dit niet, doch met het oog
daarop zou eene verdeeling in bijv. twee op zich
zelf staande indijkingen, een oostelijken en een
westelijken, de voorkeur verdienen. Alsdan wor
den de kosten aanmerkelijk hooger.
Volgens eene gemaakte berekening komen van
de f 1150 per H.A. f420 voor den zeedijk, f160
voor bijkomende werken ten behoeve dei aanlig
gende landen en f570 voor de droogmaking en
het in cultuur brengen der gronden.
Bij eene verdeeling in twee gedeelten zouden
de beide laatste kosten weinig verandering onder
gaan. Die van den zeedijk zouden echter, wegens
de kleinere oppervlakte per H.A., meer dan ver
dubbelen en dus den prijs van het drooggemaakt
land belangrijk vermeerderen.
Kleinere droogmakingen dan die van het geheele
zuidelijke gedeelte ineens, zouden echter veel
beter finantiëel uitvoerbaar worden, wanneer eerst
de Zuiderzee van de Noordzee ware afgesloten.
Spreker beschouwde verder verschillende lijnen
van afsluiting. Wordt met het oog op het alge
meen belang de afsluiting van rijkswege tot stand
gebracht, dan kunnen eenige droogmakingen uit
gevoerd worden. Voor elk ontwerp tot droogma
king der Zuiderzee dient men als eisch te stellen,
dat de scheepvaart onbelemmerd moet blijven,
zoowel gedurende als na de uitvoering.
TEXEL, 30 Mei 1888.
Een groote hoeveelheid lammeren was
Maandag j.l. ter markt aangevoerd. Over 't
algemeen was de qualiteit goed. De handel
was nog al vlug, hoewel de prijzen weinig
verschilden bij die der vorige week. Het
grootste gedeelte werd voor f7.— tot f8.50
van de hand gedaan. De hoogste prijs was
f 10,50, de laagste prijs f6,25, terwijl een
enkel minder goed exemplaar nog voor lager
prijs moest worden afgezet. Nagenoeg alles
werd verkocht.
Aangevoerd werden 3760 lammeren, 42
schapen; 16 koeien, 21 varkens en 20 biggen.
In koeien en schapen ging weinig om;
biggen waren hoog in prijs.
De afscheping der lammeren, Donderdag
morgen, zal aan de haven veel vertier geven
en, bij goed weder, wellicht menigeen tot
eene wandeling daarheen uitlokken.
TEXELSCHE COURANT