Buitenland.
De commissaris des Konings in Noord-
Brabant is door den Minister van Binnenl. Zaken
gemachtigd om voorwaardelijk en voor één maant
weder vergunning te verleenen tot invoer in
Nederland van wol en huiden, te Antwerpen
opgeslagen en uit landen buiten Europa.
„Buma-land" is de titel van een brochure,
waarin de heer Th. van der Loos zijn bezwaren
uiteenzet tegen de beraamde drooglegging van de
Zuiderzee. „Niettegenstaande anderen al hun
moeite aanwenden", zegt hij in een woord vooraf
„om te bewijzen, dat een drooglegging der Zuider
zee een werk is van groot belang, dat veel voor-
deelen zal afwerpen, hebben wij niet geschroomc
tegenover de licht- de schaduwzijde te stellen,
tegenover de voor- de nadeelen te doen uitkomen
en zijn daarbij meer bepaald van een practisch
standpunt uitgegaan."
De heer van der Loos ziet in het droogleggings
plan enkel schade voor den droogmaker, voor den
aanstaande Zuiderzee grondeigenaar en voor den
landbouwer, den aanstaanden Zuiderzee-polderboer.
Moet dan de Zuiderzee blijven, wat zij is?
Die vraag beantwoordt de schrijver ontkennend.
„Zeker", zegt hij, „moet die waterwolf gebreideld,
getemd, overwonnen worden, maar langs den
kalmen, geleidelijken, rustigen weg, gelijk ons de
vaderen zijn voorgegaan, o. a. door indijking van
het Oude en Nieuwe Bildt, Waard en Groet, den
Anna Paulowna-Polder enz. De Zuiderzee in den
loop der eeuwen weder te doen verdwijnen, zooals
zij in den loop der eeuwen ontstond en machtig werd
dat is de weg, dien men naar onze meening te dezen
opzichte moet trachten te bewandelen. Door telken
jare rustig voort te gaan en nu hier en dan daar
een gunstig gelegen en vruchtbaar gedeelte in te
dijken, zal men eindelijk zoo ver komen, dat het
oude meer Flevo weder tot zijn oorspronkelijke
beteekenis is teruggebracht en dat de gronden,
die liet water eenmaal aan onze verschillende
provinciën heeft ontnomen, daaraan weder onder
verbeterde omstandigheden en in vruchtbaarheid
vermeerderd, worden toegevoegd. Maar dan moet
men geduld hebben, met kalmte en overleg te
werk gaan en vooral er niet bijzonder op gesteld
zijn iets grootschiets indrukwekkendsiets
glorierijks tot stand te brengen. Geen roemzucht
noch effectbejag, maar nijverheid, geld verdienen
moet de leidende gedachte zijn."
Een onderscheid tusschen tijdelijke en zoo
genaamde vaste werklieden bij 's rijks werven,
is o. a. dat eerstbedoelde categorie verstoken is
var het genot van ziekengeld, behoud van dag
geld op feestdagen, enz. De N. Rott. Crt. verneemt
nu dat er eene bepaling in het leven zal worden
geroepen, volgens welke de genoemde voordeelen
ook kunnen worden toegekend aan zoodanige
werklieden, die vroeger als vast werkman bij de
werven waren geplaatst.
De voorloopige commissie der in Januari
opgerichte Heidemaatschappij heeft tegen Donder
dag 21 dezer eene algemeene vergadering der
leden uitgeschreven. Op deze vergadering, die
te Arnhem zal worden gehouden, zal men over
gaan tot het vaststellen der statuten en het be
noemen van een bestuur.
Zooals men weet, stelt zich de maatschappij
ten doel, op dezelfde wijze als hare zuster-maat-
schappijen in Duitschland en Denemarken nl.
zonder zelve ontginningen te ondernemen, het
in cultuur brengen van heiden en duinen te be
vorderen. In de circulaire der commissie wordt
gezegd
„Een groot aantal leden alleen, kan de jeugdige
maatschappij in staat stellen, direct krachtig op
te treden. Ieder die derhalve belang stelt in de
ontwikkeling van onzen bodem, wordt opgewekt
om als lid der Nedeil. Heidemaatschappij toe te
treden." De contributie bedraagt f 2,-.'
De heer Arkes, directeur van den Paarden
tram Hoorn-Enkhuizen, heeft aan den gemeente
raad van Schagen een schrijven gericht, waarin
hij onder dankbetuiging aan den Raad voor het
gunstig besluit in zake zijne onderneming paar
dentram Hoorn-Schagen, mededeelt, dat bij gelijke
gunstige beschikking door de gemeenten Wognum
en Opmeer, door hem spoedig of ftcieele concessie
zal worden aangevraagd.
Uit Eibergen wordt gemeld
De verhoogde graanrechten in Duitschland
hebben hier langs de grenzen een soort van
smokkelhandel in het leven geroepen, op dezelfde
wijze als het bekende kannetjes dragen in sommige
Groninger grensdorpen met gedistilleerd.
Het invoeren van grootere hoeveelheden graan
is met zooveel bezwaar verbonden, datdeWest-
phaalsche boeren tegenwoordig hunne in Holland
gekochte rogge en meel bij eenen bekende aan
de grens neerzetten, van waar later door vrouwen
en kinderen zakjes met 3 kilo worden afgehaald
en vrij binnengebracht.
Bij sommige goedhartige boertjes op de Hol-
landsche grens staan somtijds wel van tien
Pruisen zakken, die op deze wijze worden afge
haald. Behalve den lust al dat goed te borgen,
moeten de menschen ook nog zorgen, dat de
kinderen niet uit den verkeerden zak scheppen
en vooral niet meer meenemen dan de geoor
loofde 3 kilo, daar anders de ambtenaren er
spoedig bij zijn.
Iedere gang spaart negen cent inkomend recht
uit, zoodat te begrijpen is, dat er niet veel koren
bij het ambt aangegeven wordt.
Naar aanleiding van het verliezen van
het proces tegen Berend Hoitzema Enuma, door
de „Vereeniging tegen de Kwakzalverij", acht
het bestuur het waarschuwen door middel van
het maandblad verder onmogelijk vol te houden,
en heeft het besloten vanwege het bestuur het
voorstel te doen de Vereeniging op te heffen.
Het bestuur doet dit niet om het gering
finantiëele verlies, door het proces geleden, noch
omdat de Vereeniging innerlijk verzwakt is, niet
omdat zij niet nog zeer nuttig zou kunnen werken,
maar alleen omdat de wet, of de uitlegging door
eene rechtbank aan de wet gegeven, haar ver
hindert met haren nuttigen arbeid voort te gaan.
Men schrijft uit Harlingen, 6 Juni:
In Engeland schijnt groote behoefte aan stroo te
bestaan. Dezen morgen lag de Noorderhaven vol
tjalken met stroo geladen, en gisteren namiddag
arriveerde de Hullsche boot „Swanland", die een
buitendienst deed, enkel om eene lading stroo, in
balen geperst, in te nemen. De volgende week
moet dezelfde boot een buitendienst naar Amster
dam doen, insgelijks om stoo te laden. Nog
komen tal van schuiten en wagens van alle kanten
om stroo binnen de gemeente te brengen. Som
migen meer bedaagden herinneren zich, dat in
1855, bij den Krim-oorlog het transport van stroo
insgelijks zoo druk was.
In de vorige week werd door een duiker
een onderzoek ingesteld naar den toestand van
het te Terschelling gezonken stoomschip „Tyne-
mouth." Plet bleek betrekkelijk vrij van zand
te zijn, doch bij de vorige berging is er veel be
dorven door het schieten. De duiker heeft een
pak katoen, waaruit de lading bestaat, mede naar
boven genomen.
Dat het opstuwen van stroom- of rivierwater,
ten einde daarmede het groenland tot eene ver
beterde opbrengst te bewegen, niet altijd gewenscht
is, zooals vele Drentsche landbouwers meenen,
blijkt te Zweeloo. Daar heeft men in denDros-
tendiep, niet ver van de Klenko, voor een paar
jaren een schutsluis gebouwd, waarvan het gevolg
is, dat er veel meer hooi wordt geoogst, doch
tevens heeft er zich de ruigbol zoo sterk ont
wikkeld, dat de qualiteit van het hooi tot op
de helft is verminderd.
De ruigbol is een plant, die hare wortels zeer
diep in den grond heeft, in zware zand- of klei
lagen. Bij sterke droogte komen de kiemen niet
tot ontwikkeling, doch, eenmaal opgeschoten
zijnde, kan deze schadelijke plant veel beter
droogte en koude verdragen dan andere grasplanten.
De ruigbol brengt aan het hooi eene fraaie kleur,
doch eenen zeer slechten reuk, zoodat koeien het
niet willen eten en 't alleen aan paarden en
schapen kan worden toegediend. De laatsten
weten de goede planten er voorzichtig uit te halen
en laten den ruigbol geheel onaangeroerd.
Men schrijft uit Warga, 5 Juni:
Evenals alle jaren om dezen tijd werd ook dit
jaar gisteren en heden op deze plaatsen in het
naburig Wartena eene aanzienlijke partij wei-en
hooiland publiek ter verhuring aangeboden. Was
de opbrengst in 1887, bij de onmiddellijk vooraf
gaande jaren vergeleken, reeds vooruitgaande, nu
hepen de prijzen weer belangrijk hooger, zoodat
de verschillende perceelen van 10 tot 50% meer
hebben opgebracht dan het vorige jaar.
De oorzaken hiervan zijn niet ver te zoeken.
Het hooi van 1887 is in den omtrek overal totaal
verbruikt, terwijl ook het buitenland hooi vraagt.
Reeds moeten aanzienlijke bestellingen van hooi
aan de kooplieden in deze provincie gedaan zijn.
Zoowel in de hooge als lage venen van Fries
and maken reeds arbeiders aanstalten om te ver
rekken naar „Westert", ten einde de veenspade
met de zeis te verwisselen. Het gras is in den
aatsten tijd, vooral op de lage landen, snel ge
groeid.
Een zonderling verschijnsel deed zich voor
aan den commandant van de „Celestial. Naar
Java stoomende zag hij vier mijlen van den wal
een schip dat hij meende voor anker te liggen.
Hij veranderde daarom daarom zijn koers, toen
het plotseling verdween en in de plaats kwam een
pirimidaalvormig eiland, dat rookwolken uitblies.
Nu begreep hij er niets meer van, maar ziende naar
zijn schoorsteen, aanschouwde hij, dat ook daaruit
veel rook kwam. Hij geraakte tot de conclusie
dat het verschijnsel eene weerkaatsing was van
zijn vaartuig tegen zware mistbanken.
(Soerab. Hdbl.)
Met schrijft uit Maasland dato 8 JuniBij
de verpachting van verschillende perceelen vliet-
lund onder deze gemeente, werden dit jaar bij
zonder hooge prijzen besteed hetzelfde verschijn
sel deed zich voor bij de gewone jaarlijksche ver
huring van het grasgewas langs de wegen.
Daar de prijzen van boter en kaas niet hoog
zijn te noemen, moet de oorzaak zeker gezocht
worden in de slechte vooruitzichten op een ruimen
hooioogst en de ledige hooibergen.
Een niet alledaagsche begrafenisstoet trok
verleden week door Hoofddorp in de Haarlemmer
meer. De lijkkist was niet, zooals gewoonlijk,
met een zwart kleed overdekt, maar gehuld in
onze nationale kleuren, (rood, wit, blauw). Ver
scheidene menschen staarden met verwondering
die ongewone vertooning aan, totdat door den
gemeenteveldwachter de stoet staande gehouden
en als strijding met de verordening, tegen de
begravers proces-verbaal opgemaakt werd.
L. D.
Dezer dagen kwam bij de Fransche Kamer
een verzoekschrift in, geteekend door een groot
aantal fabrikanten van gruyérekaas. Onder
voorwendsel dat de handel kwijnt, vragen die
heeren, dat men in het leger, eens in de week,
het rantsoen vleesch door 200 grammen kaas
vervange. Daar Frankrijk 400.000 soldaten onder
de wapens heeft, zou dat een verbruik van 80,000
kilo kaas 's weeks veroorzaken en in een jaar
zouden die fabrikanten aldus 4,160,000 kilo kaas
meer verkoopen. Wat zullen de slagers zeggen?
Zoolang men door een omweg te nemen uit
Frankrijk in Duitschland kan komen zonder aan
de lastige pas-voorschriften onderworpen te zijn
zullen de meeste reizigers aan den omweg de
voorkeur geven. De schade draagt Duitschland.
„De beide sneltreinen Parijs-Bazel", zoo wordt 4
Juni uit Altmünsterol geschreven, „liepen heden
voor het eerst over Delle. De schade voor de
Duitsche lijn beloopt dagelijks minstens 1000
Mark. Ook het goederenvervoer zal een anderen
weg nemen. Op de laatste markt in Dammerkirch
ontbraken de Fransche koopors. Het grensverkeer
is zeer gering geworden. Er heerscht groote
ontevredenheid en de Elzassers, die tot nu toe
gunstig voor Duitschland waren gestemd, zijn het
niet meer. Vele kleine neringdoenden zullen een
ander bestaan moeten zoeken".
In de corcettenfabriek der Gebr. Warner te
Bridgepost in Noord-Amerika zijn 1100 werksters,
meest allen jonge meisjes. De eigenaars hebben
een ^gebouw bij hun fabriek doen zetten, dat
f 125.000 heeft gekost. Daarin bevindt zich een
bibliotheek van 3000 deelen, een muziekzaal, een
restauratie en eenige slaapkamers. Elke week
is er één avond aan uitspanning gewijd. Gele
genheid tot onderwijs is er mede, ook vooral in
onderscheiden handenarbeid, terwijl ook anderen
als de fabrieksmeisjes daar gebruik van mogen
maken. Aan de fabriek is een eigen spaarbank
verbonden. De echtgenoote van den president
der Vereenigde Staten, mevrouw Cleveland, heeft
de opening der merkwaardige inrichting met hare
tegenwoordigheid vereerd.
In de salie Leé vis te Parijs werd een meeting
van Bonapartisten gehouden, ter eere van den
Corsikaan Lèandri. Deze deelde o. a. mede, dat
hij Prins Victor te Brussel had bezocht en dat
deze zich bereid had verklaard zich aan het hoofd
der beweging te stellen, zoodra het land een hoofd
noodig had. Robert Mitchelle zeide, dat de Bona-
oartistische party misschien binnenkort een krach
tige hulp zou kunnen verleenen aan hen die eene
joging wagen de Republiek omver te werpen, en
dat zij Boulanger moest steunen. Men ging uit
een, onder de kreten van: „Leve de Keizer! Leve
Prins Victor! Leve Boulanger!"
Te Brussel is dezer dage een brochure ver
schenen van een onbekende schrijver, getiteld
„1' Alliance Hollando-Belge." De schrijver begint
met te wijzen op de gevaren, welke België bij
een eventueelen oorlog tusschen Duitschland en
Frankrijk bedreigenmaar naar zijn meening is
ons land evenzeer bedreigd als België.
Als een uitgemaakte zaak wordt het beschouwd,
dat België dan het tooneel van den strijd zal zijn.
De versterkingen aan de Maas zijn nog niet ge
reed en evenmin als Frankrijk, zal Duitschland
Belgiës onzijdigheid eerbiedigen. Immers het