Buitenland.
Klaagt men op vele plaatsen over gebrek
aan gras en weide voor het vee, te Peize zijn er
die er zoo ruim mede bedeeld zijn, dat ze er
hooi van winnen in plaats van het als stalvoeder
te gebruikendoor de tegenwoordige droogte wordt
dit hooi heerlijk gewonnen. Overigens staan de
hooilanden op vele plaatsen tot nu toe niet zeer
voordeelig. In sommige stukken treft men veel
zuur en ratel aan, naar men denkt een gevolg
van langdurige koude in dit voorjaar.
Aangaande het ongeluk, hetwelk het stoom
schip „Prins Frederik" van de maatschappij
„Nederladd" 29 Mei j.l. nabij Gibraltar is overkomen,
wordt aan een particulier schrijven het volgende
ontleend:
,,'t Ongeluk is zóó aangekomen: Zondagavond
vertrokken we van Marseille, waar het grootste
gedeelte van de passagiers van boord ging, en
zouden Woensdagmorgen straat Gibraltar passee-
ren. Dinsdagmorgen hing er een zware mist,
die ons belette de kust te zien, en om acht uur
's morgens was de mist zoo dik, dat men op
geen 10 passen van 't schip de zee kon zien.
Er werd dadelijk gestopt en aldoor liet de misthoorn
zich hooren,
„Ik wil u wel zeggen, dat wij allen ons angstig
beklemd gevoelden, toen wij daar zoo stillagen,
zoo 'n gevoel als van een blinde die in gevaar
verkeert.
„Plotseling zagen we in een schuitje een paar
Spaansche visschers opdagen, die door gillen en
gebaren ons zagen te beduiden dat wij een andere
koers uit moesten en bijna op 't zelfde oogenblik
begrepen we waarom, want vlak voor het schip,
op misschien geen drie ellen afstand, zagen we,
toen de mist een weinig optrok, rotsen.
„De schrik zal ik nooit vergeten; we begrepen
oogenblikkelijk het gevaar. Er werd met kracht
achteruit gestoomd en wat we tot nu toe niet
gezien hadden, ontdekten we toen het laat was,
namelijk: hemelhooge rotsen, ook aan den achter
kant: wij waren in een kleine baai, door de stroom
gevoerd en door de zware mist waren de rotsen
voor ons verborgen gebleven. Er werd met volle
kracht weer vooruit gestoomd, maar helaas! te
laat, want met kracht stootte het achterschip tegen
de rotsen en op 't zelfde oogenblik klaarde de mist
op. Was het twee minuten vroeger licht gewor
den, dan was het ongeluk niet gebeurd,
„Een gekraak, alsof 't schip aan splinters zou
vliegen, volgde op den stoot, en toen dreef de
boot langzaam van de rots af. De schroef was
gebroken en de geheele machine onbruikbaar
geworden.
„In een oogenblik waren de sloepen buiten
boord en stonden wij klaar om er af te gaan:
maar het was God dank! niet noodig, want de
boot heeft niet het kleinste lek gekregen.
„Daar dreven we dan hulpeloos heen enweêr,
maar gelukkig gebeurde het ongeval vlak bij den
vuurtoren van Centa op de kust van Afrika, zoo
dat we tegen den middag hierheen konden gesleept
worden.
Uit latere berichten blijkt, dat het stoomschip
„Utrecht", kapitein de Goede, van Java naar
Rotterdam, 9 dezer te Gibraltar arriveerde en
dienzelfde dag de reis heeft voortgezet, na aldaar
de passagiers en Zr. troepen van de „Prins
Frederik" geëmbarqueerd te hebben.
Met het stoomschip „Mars" van de Kon.
Ned. Stoombootmaatschappij zouden deze week
uit Amsterdam naar Hamburg vertrekken een
driehonderdtal grondwerkers, een gedeelte van
de meer dan duizend Hollandsche „polderjongens"
die aangenomen zijn om te arbeiden aan het ont
worpen kanaal, dat Kiel met de Noordzee zal
verbinden.
Het zeldzame geval heeft zich bij den land
bouwer J. te IJlst voorgedaan, dat eene koe, drie
kalveren heeft geworpen.
In eenige streken van Groningen is men
begonnen met de teelt van witte suikerbieten.
O. a. hebben te Noordbroek vele landbouwers
hunne gronden, dit jaar voor 't eerst, daarmede
beteeld.
Uit Solo schrijft men aan de Locomotief
„De nieuwe Minister van Oorlog, kolonel Ber-
gansius, dien ik als luitenant heb gekend, had
reeds als jong artillerie-officier iets ernstigs over
zich en stond toen reeds bij zijn collega's bekend
als een degelijk onderlegd officier.
„Voor onze Indische jongens zoowel als voor
het leger is het te hopen, dat onze militaire doc
toren den Minister eens zullen ontmoeten en ik
ben er zeker van, dat er dan niet zoovelen zullen
afgekeurd worden, want deze Minister is een
sprekend bewijs, dat een klein mankement, b.v.
aan de oogen, niet hindert om een degelijk mi
litair, tot zelfs Minister van Oorlog te worden,"
De gras verpachtingen in het noorden van
ons land brengen 20 a 30 pCt. meer op dan het
vorige jaar. De veehouders zijn genoodzaakt lioo-
gere prijzen te besteden, in weerwil dat de gras-
oogst volstrekt niet overvloedig schijnt te zullen
worden. De hooischuren zijn ledig gemaakt wat
bij sommige landbouwers bijna nooit voorkomt.
De tuingewassen hebben in de laatste dagen
veel van de vorst geleden. Het honiggewin neemt
bij den dag toe, nu het koolzaad en de paarde
bloemen in vollen bloei staan.
In sommigen streken van Overijsel dreigt de
hooioogst te mislukken. Er staat zeer weinig in
de weiden door het nog steeds heerschende schrale
weder. De grasverpachtingen nemen reeds een
aanvang en de tijd van maaien is zeer nabij.
Een spoedige warme regen kan nog veel goed
maken. (Gooi- en Eemlander.)
De reizigers van den trein No. 218 Ooster-
spoor werden gistermorgen tusschen de stations
Amersfoort en Barneveld verschrikt door het hevig
remmen en spoedig stilstaan van den trein. De
oorzaak hiervan bleek te zijn dat vóór de machine
op een afstand van twee wagens lengte, eene
vrouw, als dame gekleed, op de rails lag. De
machinist had haar uit de struiken zien komen
en zich op de rails zien neerleggen. Door zijne op
lettendheid en het snel en spoedig werken van
den Westingiiouse-rem bleef de ongelukkige voor
een wissen dood gespaard. Naar men nader ver
neemt, was de jonge dame wegens zwakke geest
vermogens tijdelijk te Barneveld ter verzorging
geplaatst, en heeft zij van een onbewaakt oogen
blik gebruikt gemaakt om zich te vei wijderen en
haar vreeselijk plan uit te voeren.
Men seint aan het „Hbl," hedenochtend uit
Harderwijk: De luchtreizigers Julhes, I/Hosteen
Henri Wolff, die gistermiddag met den luchtballon
„Kopenhagen" uit den tuin van „Café Maas" te
Amsterdam opstegen, hebben een vreeselijken
storm en onweder op de Zuiderzee doorstaan. Zij
zijn door schipper De Jong uit Bloten gered.
Over de oorzaken van het bederf van vleesch.
Door veeartsen en industTeelen, die zich met
het conserveeren van vleesch bezig houden, is
herhaaldelijk gewezen op de nadeelige uitwerking,
welke het te zwaar vermoeien van het vee op
de qualiteit van het vleesch uitoefent. Het vleesch
van het dier, dat, ofschoon overigens gezond, in
zwaar vermoeiden toestand geslacht wordt, wordt
zeer spoedig slap en vochtig en verkrijgt een
zuurachtigen, duffen reuk. Men kan het onmo
gelijk langen tijd bewaren en, hoewel het zeer
malsch is, is het gevaarlijk zulk vleesch te eten,
wanneer het tevens niet zeer versch is. Tiphus-
epidemiën zijn volgens mededeelingen van den
Franschen geleerde F. Lagrange, in zijn werk
„Physiologie des exercices du corps", ontstaan
door het gebruik van vleesch, afkomstig van vee
dat op lange marschen het leger moest volgen
en afgemat door den langen tocht werd geslacht.
In de vergadering der Maatschappij ter bevor
dering der geneeskunst, die op 2 en 3 Juli e. k.
te Nijmegen wordt gehouden, zal de afd. Limburg
voorstellen, zich te wenden tot de Hooge Regee
ring, om te verkrijgen, dat bij de wet de gemeen
ten worden verplicht, het slachtvee vóór en na
het slachten aan eene keuring te onderwerpen,
dat de gemeenten van een bepaald getal inwoners
worden verplicht, een gemeenschappelijk slacht
huis op te richten, waarin uitsluitend alle soort
van vee zal worden gekeurd en geslacht, en dat
het van buiten ingevoerde vleesch slechts na
de keuring te hebben ondergaan, zal mogen wor
den verkocht of gebruikt.
De commissie voor de ziekenverpleging van het
Roode Kruis brengt ter kennis, dat op 1 October a.s.
gelegenheid bestaat tot plaatsing van ongehuwde
vrouwen, als inwonende leerling-pleegzusters, van
het Roode Kruis, in het ziekenhuis aan de koolsingel
te Rotterdam onder de volgende voorwaarden:
De leerling-pleegzusters genieten, voor Rekening
van het Roode Kruis, huisvesting, voeding, verpleging
en onderwijs gedurende twee jaren, ten ware zy
zich door ongeschiktheid voor de betrekking van
pleegzuster een verder verblyf in het ziekenhuis on
waardig toonen.
Alleen zjj worden aangenomen die
1°. van 20—30 jaren oud zijn;
2°. behoorlijk lager onderwijs met vrucht genoten
hebben
3°. niet lijden aan een voor de uitoefening van het
beroep als pleegzusters hinderlijk lichaamsgebrek en
in het algemeen een goede gezondheid genieten;
4°. van onbesproken zedelijk gedrag zijn, volgens
verklaring van den burgemeester harer woonplaats,
en zoo noodig de toestemming der ouders of voogden
overleggen
5°. met goed gevolg eens of meer dan eens de koe
pokinenting hebben ondergaan.
De opleiding der leerling-pleegzusters is eene the
oretische en practisclie.
Na twee leerjaren stelt de commissie een onderzoek
in naar haar gedrag, bekwaamheid en geschiktheid
voor de taak en verleent haar, bp gunstigen uitslag,
het diploma als pleegzuster van het Roode Kruis.
De pleegzuster onderteekent dan de verklaring, dat
zij als zoodanig den dienst zal verrichten, waar zij
door het hoofdcomité van het R.K. geplaatst wordt.
In tijd van vrede bekomen de gediplomeerde pleeg
zusters kosteloos huisvesting, voeding, verpleging
en een werkkring in een der voor dat doel beschikbare
inrichtingen voor ziekenverpleging in Nederland. Zij
zijn daar voor de verpleging bij particulieren beschik
baar, op den voet van de andere verpleegsters dier
inrichtingen.
Zij dragen het herkenningsteeken van het Roode
Kruis.
Aan de pleegzusters kan op 50 jarigen leeftijd of
tengevolge van gebreken in en door den dienst van
het Roode Kruis verkregen, een pensioen uit de kas
van het hoofd-comité van f200 's jaars worden toe
gekend.
Belanghebbenden worden uitgenoodigd zich schrif
telijk te wenden tot de commissie voornoemd, Lange
Voorhout n°. 6, te 's Gravenhage.
Voorzitter dezer commissie is de heer K. J. G.
baron Van Hardenbroek van Bergambacht; secretaris
de heer dr B. Carsten.
De Keizer van Duitscliland is Vrijdagmorgen
te 11 ure overleden.
De bekendmaking van het staatsministerie is
van den volgenden inhoud
„Het leven van den Koninklijken lijder is ge
ëindigd. Naar Gods raadsbesluit is dè Keizer na
een lang en zwaar lijden, gedragen met bewon
derenswaardige standvastigheid en berusting in
den Goddelijken wil, heden kort na elf uren de
eeuwige rust ingegaan. Diep betreurt het Kei
zerlijk Huis en ons, in zoo korten tijd ten tweeden
male zwaar getroffen volk, het al te vroege heen
gaan van den veelgeliefden beheerscher."
Dr. Tanner, de bekende hongerspecialiteit,
gaat nu zijn „systeem" op anderen toepassen;
hij heeft een „Baly-farm" in Nieuw-Mexico, opge
richt, waar hij door de verpleging van zuigelingen,
het bewijs wil leveren dat de menschen te veel
eten en één maaltijd, uit plantaardig voedsel be
staande, per dag voldoende is, terwijl hij toonen
wil dat de vleeschspijzen slechts kwade lusten
verwekken. Hij werft op 't oogenblik in Indiania
40 kindertjes voor zijn hygiënisch établissement
aan.
Men vreest dat het Duitsche stoomschip
„Pemptos", van Singapore naar Jeddah gaande,
met 1200 Mahomedaansche pelgrims, is veron
gelukt
Koning Christiaan van Denemarken heeft
met het oog op de minder gunstige tijdsomstan
digheden, bedank voor het geschenk, dat de Denen
hem (in den vorm van een landgoed in Jutland)
ter gelegenheid van zijn regeerings-jubile op 15
Nov. e.k. wilden aanbieden. De geopende in
schrijving is nu gestaakt.
In het Terkamerenbosch bij Brussel wilde
zich een man aan een boom opknoopen, maar
de tak brak en de zelfmoordenaar viel op den
grond, waar voorbijgangers hem des anderen
daags met den strop aan den hals in diepen
slaap vonden liggen.
De stad Browntown, in den staat Texas,
is door een cycloon bijna geheel verwoest. Al
de kerken en vele huizen zijn ingestort. Een
huis twee verdiepingen hoog, is geheel uit zijne
fondamenten gelicht en een eind verder op de
spoorrails geworpen. Men telt verscheidene doo-
den en zwaar gewonden. Ook andere steden in
de omgeving zijn zwaar geteisterd.
Te Mandalay is de cholera uitgebroken.
In Cashmere 367 gevallen, 187 met doodelyken
afloop, in 3 dagen.
Op verzoek van den gemeenteraad heeft de
politie te parijs de bedelaars geteld. Er zijn niet
minder dan 4500 tot 5000. Het merkwaardigste
van de zaak is dat een belangrijk aantal
in de rijke gedeelten der stad, bij het Palais
Royal, in de Champs Elysées wonen. Intusschen
zijn de eigenlijke bedelaarskwartieren in de bui
tenwijken.
Zoo leven in Cité Gounet, een deel van de
voorstad St.-Antoine, 172 families van het bedelen.
Daar leven, volgens den commissaris van politie,
Lejain, bedelaars uit alle werelddeelen; zelfs negers
ontbreken er niet. Een vroegere notaris, die
wegens bedelen was opgepakt, beantwoordde
alle vragen, welke hem gedaan werden hardnekkig
in het Latijn en veroorzaakte dus niet weinig
verlegenheid. Naar het oordeel der Fransche
bladen, neemt de bedelarij op straat steeds toe.
Een Russisch blad deelt het ongelooflijke
verhaal meê, dat op de kust van Rusland, in de
Oost- of Baltische zee, zeeroovers bestaan. Het
I
i