Buitenland. Een telegrafisch bericht bracht alhier de tijding dat aan de van hier op de tentoon stelling te Brussel ingezonden Texelsche scha pen, de eerste prijs is toegekend. Het is ons aangenaam dit te vermelden, want moge nu ook al die uitkomst geen buidels vol geld op het eiland brengen, de naam dat op ITexel zulk uitmuntend wolvee wordt geproduceerd is verre van verwerpelijk. Een goede naam is ook iets waard en om die te verkrijgen dient men toch zelve wel de eerste stappen te doen. Gaarne brengen wij een woord van lof aan de heeren Koning en Bremer, door wien het vee werd ingezonden, voor het door hen genomen initiatief, alsmede aan de afd. Texel der H. M. v. L. die door het besluit in hare laatste vergadering deze inzending zeker heeft bevorderd. Zoo gaan wij op den goeden weg. De inzending bestond uit 3 Texelsche scha pen en een Texelsche ram, door de H.H. Sd. Koning en P. Bremer te Oosterend ingezonden. Zooals wij boven melden werd al het inge- zondene bekroond. De ram was afkomstig uit de boerderij van den heer Bremer zelve; de schapen uit de boerderijen van de heeren Koning, Bremer en H. Dijt. De prijs voor den Texelschen ram was 200 francs, die voor de Texelsche schapen 100 francs. Een dertiental burgemeesters uit ver schillende plaatsen van Noord-Holland, brachten heden een bezoek aan ons eiland. Begeleid dooi den heer Loman, die hen aan de haven ontving, maakten zij, na den Burg gedeeltelijk te hebben bezichtigd, een rijtoer naar Eijerland. Oudeschild, 10 Juli. Zaterdag geraakte in de dijksloot een zeer jeugdig kind te water. Toen het door de moeder opgemerkt werd, was het kindje spoedig op het drooge gehaald, doch verkeerde schijnbaar in levenloozen toe stand. Op de hulpkreten der moeder snelden twee mannen toe, n. 1. de gemeente-veld wachter T. de Wijn en de winkelier P. P. Bruin, die terstond pogingen in het werk stelden om de levensgeesten bij het kind weer op te wekken. Dank zij hun volhardend streven en de doel matige wijze van werken, begon de kleine al spoedig weer teeken van leven te geven. De blijdschap der moeder, die in angstige spanning het liefdewerk gadesloeg en haar lieveling reeds dood waande, is gemakkelijk te begrijpen. Het „Leidscli Dagblad" ontving het vol gende particulier telegram: Batavia, 10 Juli. Er is oproer uitgebroken in de residentie Bantam. De muitelingen hebben Tjelegon afgeloopen. Twee Europeanen (een controleur en een pakhuismeester) benevens eenige inlandsche hoofden zijn vermooid. De troepen zijn slaags. Door den minister van binnenlandsche zaken is aan de commissarissen des Ivonings in de pro vinciën de volgende circulaire gezonden: „Het is mij gebleken dat de nakoming der wet van 20 Juli Ï870 (Staatsblad No. 13), voor zoover zij betreft de bestrijding van de besmettelijke vlekziekte en de besmettelijke borstziekte dei- varkens, nog te wenschen overlaat. Ik heb de eer UHEd. daarom te verzoeken, den burgemeesters in uwe provincie op te dragen, scherp toe te zien op de nakoming van de des betreffende bepalingen in genoemde wet en in het kon. besluit van 27 Maart 1888 (Staatsblad No. 67). UHEd. gelieve tevens door tussclienkomst der burgemeesters^ jle houders van varkens te doen wijzen op het hoog belang van de bestrijding dei- genoemde ziekte, welke ook hier te lande reeds vooral in den zomertijd, groote verliezen hebben berokkend. Drie personen, die zoowel ervaren scheeps timmerlieden als ketelscheepmakers zijn, kunnen ter beschikking van den Gouverneur Generaal van Ned.-Indie worden gesteld om te worden be noemd tot vice-commandeurs voor het vak van scheepsbouw bij het marine etablissement te Soe- rabaya. Zij, die voor die betrekking in aaumer- king wenschen te komen, behooren zich binnen eene maand na de dagteekening van deze bekend making bij gezegeld request te wenden tot het departement van Koloniën. Zie verder de St. Ct. Aan berichten uit Oost-Indië tot 1 Juni is het volgende ontleend In hot overzicht van het B. Hclbl. leest men: Uit eene zeer goede bron word ons dezer dagen bericht, dat er bij de Indische Regeering geen spraak is van het verlaten onzer vestiging in Atjeli. Wij deden reeds vroeger opmerken, dat zulk eene handeling zoowel door een wijze staatkunde als om finantiëele redenen ten zeerste moest worden afgekeurd. Na de plaats gehad hebbende concentratie is het ons gelukt, onze troepen zóó te legeren, dat aan de Atjehers de gelegenheid benomen is voordeelen van belang te behalen. In weerwil van het woeden der beri-beri is onze stelling in Atjch ongerept gebleven nooit heeft de vijand met zijne aanvallen eenig wezentlijk succes kunnen behalen. Op grond hiervan blijven wij het hoogst on raadzaam achten, onze stelling voor eene ook maar eenigszins meer beperkten prijs te geven. Vuurspuwing te Demak. Niet slechts de kraters van bergen, maar ook de begane grond gaat vuurspuwen. Dat bijzonder geval doet zich thans voor te Djebor, bij Demak, waar men bezig was grondboringen te maken, om te onderzoeken welke grond er is, en in hoeverre die vertrouw baar is om er sluizen in te bouwen. Op 20 meter diepte van den beganen grond werd de boorpijp plotseling gevuld met vuur en spuwt sedert onbluschbare vlammen. Volgens onze informatie, is het geval zeldzaam maar heeft zich toch meer voorgedaan, o. a. wij meencn in het Rembangsche. Het verschijnsel ontstaat door ontbrandbare gassen, welke, eenmaal ontbrand, onbluschbaar zijn. Reeds lang meende men dat in Demak eene natuurlijke gasbron bestond, en dit schijnt zich thans te bevestigen. (Loc.) Eene zware kalikoe is door den veehande laar Voorspuy van Groot Ammers voor f450 ver kocht aan een veehandelaar te Mechelen. Het fraaie dier zal op de tentoonstelling te Brussel te bewonderen zijn. In den omtrek van Enkhuizen vertoeven sedert eenige dagen 2 Oostenrijksche veekoopers, die door tussclienkomst van den heer K. Tensen Pz te Schellinkhout stieren wenschen aan te koopen. Een stier van Goverts uit de Schermer en een van Hoogedoorn uit de Beemster zijn reeds voor hooge prijzen door hen aangekocht. In de afgeloopen week zijn de vier laatste der 52 watermolens, die eertijds de Beemster droog hielden, voor afbraak verkocht. Zij brachten t 2410 op. De zware stortregens, welke ook Zaterdag nacht te Scheveningen vielen, hebben veel onge rief en schade teweeggebracht. Sommige buurten liepen letterlijk onder, zoodat het water de huizen binnendrong en zelfs vertrekken onderzette. Men schrijft van Terschelling, dd. 6 Juli: De stoomschelpenzuiger „De Friesland" was heden weder boven de „Lutine" werkzaam, toen de groote zuigbuis door midden brak en eene belangrijke averij ontstond. De boot gaat nog hedennacht naar de werf aan den Kinderdijk om te repareeren- De schade is nogal aanzienlijk. De opbrengst van het kuilzuigen is van zeer geringe beteekenis; slechts nu en dan wordt eene enkele Spaansche mat opgehaald. Men schrijft aan het „Leidsch Dagblad:" Gelukkig klaart eindelijk de lucht wat op en rijst de barometer. De boeren hebben groote behoefte aan droog weer, want honderden bun ders gras ligt gemaaid en het was in de laatste dagen meer geneigd tot rotten dan tot droogen. Aangezien de hoeveelheid niet zeer groot is, wordt het nog erger, als ook de qualiteit zooveel vermindert. Wanneer het weder eenige weken gunstig blijft, dan komt alles nog zoo wat in orde. Bij den landbouwer begint ook de drukte te komen. Hier en daar is men reeds begonnen met het snijden van de karwij, welk product in Haarlemmermeer bijna even veelvuldig wordt verbouwd als vroeger het vlas. Ook de suiker bieten nemen een belangrijk deel van dien polder in beslag. Beide producten waren er in de laatste jaren een gewenschte steun voor vele boerderijen. De wintergranen beloven dit jaar geen ruimen oogst; met de zomergewassen staat het hier en daar wat beter, maar toch is het vooruitzicht minder goed dan een jaar geleden. Op het weiland heeft de overvloedige regen gunstig gewerkt; als er nu maar wat warmte komt, dan is alles in orde. Maar misschien klagen de menschen dan weer over wat anders! De tuinvruchten zijn wat achterlijker dan an ders, maar toch valt de opbrengst van vele groenten zeer mee. Vooral voor de ontwikkeling van de kool is dit weer uitmuntend. De leden derJlolland Society" te Nieuw- York, die eon bezoek zullen brengen aan Nederland zijn voornemens 28 dezer per stoomschip „Am sterdam" van Nieuw-York naar Rotterdam te vertrekken. Naar men verneemt, zal zich te Amsterdam eene commissie vormen met het dotd aan de Amerikaansche stamverwanten eene waardige ontvangst te bereiden. Een gruwelijk feit had vrijdagavond in het Langroen te 's-Gravenhage plaats. Twee kinderen het oudste nog geen 12 jaar, werden door de ouders vermist, en toen men ging zoeken, hoorde men de meisjes schreien in de woning van een schoenmaker in die straat, die de kleinen binnen gelokt had. De mishandelde kinderen werden kermende door de politie in een rijtuig naar het ziekenhuis gebracht. Dat een sterke politiemacht noodig was, om aan de verontwaardigde menigte die zich voor het huis van den ellendigen misdadiger verzameld had, te beletten, het verachtelijk sujet op staanden voet onder handen te nemen, zal men willen ge- looven. Het individu moest voorloopig in zijn woning opgesloten en bewaakt worden. (LI. Ct.) Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat bij Jacob Kool, te Oosterland op Wieringen, een kat een jong heeft geworpen, half kat en half konijn, prachtig gekleurd. Tusschen den directeur eener kleine mena gerie en zijne vrouw, ontstond dezer dagen op een der jongste kermissen in ons land, een hevige twist. Al spoedig ontaarde het gekijf in eene vechtpartij. Woedend beet de „baas van 't spul" zijn tweede ik in de wang. Op haar hevig gegil kwamen andere kermisklanten toe schieten. Een der nomaden vroeg haar deel nemend: „Heeft de aap je gebeten, juffrouw?" „Ja, maar die groote," schreide de gebetene op haren man wijzende. „Goede vrouw, hoe duur zijn je eieren?" vroeg een oudachtig heer met een vriéndelijk voorkomen aan een vrouw, die met eieren op de markt was. „Dertien stuivers het dozijn, geen duit minder mijnheer: zie eens, hoe groot ze zijn", gaf de koopvrouw ten antwoord. Ze dacht een „chef de cuisine van deze of gene rijke familie voor zich te hebben en overvroeg daarom een stuiver. „Dat is niet duur, moedertje", hernam de oude heer glimlachend, „maai alvorens te koopen, wil ik mij overtuigen of ze versch zijn. Ik zal er een paar stuk slaan, die ik natuurlijk zal betalen." „Ga uw gang, zei de vronw, breek en onder zoek zooveel u wilt." De gewaande kok brak een ei en haalde er een zilveren geldstuk uit te voorschijn; uit het tweede vielen er twee zilverstukken; het derde, wonder boven wonder, leverde een louis d'or op. De vrouw, die dit met open mond had aangezien, riep nu uit. „Zoo is het genoeg! Laat mijn eieren liggen. Ik wil ze niet verkoopen. Ga maar heen mijnheer, u zult mijn eieren niet meer aanraken." De oude heer, die niemand anders was dan Weiss, een bekend goochelaar, ging zijns weege terwijl de vrouw in koortsaclitigen haast het eene ei brak na het andere, maar zonder ooit iets an ders te vinden dan dooier en eiwit. Donkere wolken pakken zich samen boven den Zuid-Afrikaanschen hemel. De Engelschen hebben op nieuw een „klein oorlogje" op de horens genomen. In allerijl zijn de te Kaapstad beschik bare troepen met eenige artillerie naar Durban gezonden. In deze stad worden nog meer strijd krachten verzameld om onder luitenant-generaal Smyth een veldtocht tegen Zoeloeland te openen. Onder de reeks van onweders, welke zich in de laatste dagen boven een groot gedeelte van Europa ontlastten, was zeker wel het hevigst een dat te Nimes woedde. Van 's middags half een tot 's avonds 10 uren hield het niet op met don deren, bliksemen, regenen en hagelen. Op een uitgestrektheid van 2 vierkante mijlen is de blik sem op ruim 100 plaatsen ingeslagen. Niemand had daar nog ooit zulk een onweder bijgewoond. Een Japanner heeft een nieuw moordtuig uitgevonden, nl. een electrisch zwaard. Wanneer iemand daardoor slechts wordt aangeraakt, is hij een kind des doods of althans voor eenige uren buiten gevecht gesteld. Het is een gewone mili taire sabel, maar langs de geheele lengte loopt een fijne platinadiaad, die aan de punt eindigt. Bij het gevest bevindt zich eene kleine maar zware electrische batterij, die door andere draden met de hoofddraad is verbonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 2