N°. 86. Zondag 29 Juli. A0. 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blail verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 80 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag' der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. LANDHEER EN PACHTER. II. Voor al deze verbeteringen kan een pachter in Engeland vergoeding vragen, onder bepaalde omstandigheden en voorschriften volgens de zoogenaamde „Agricultural Holdings Act." Ongetwijfeld heeft een dergelijk ingrijpen van den Staat in de verhouding van landheer en pachter vele eigenaardige bezwaren en terwijl de wet daarenboven het bedrag niet voorschrijft der vergoeding in de verschillende gevallen welke bij de toepassing voorkomen, zoo worden, bij verschil van inzichten tusschen landheer en pachter, de deskundige schatters dikwijls belast met een niet gemakkelijke taak. Hoe deze wordt opgevat kan blijken uit de volgende schaal van toelagen, aangenomen dooi de „landagents" (vertegenwoordigers der eige naars) en de schatters in Lincolnshire, in overleg mot de daar bestaande „Kamer van Landbouw," als een goede en billijke vergoeding bij de 8 tijdelijke verbeteringen. 1. Va der kosten voor lijnkoek, katoenzaad- koek, raapkoek en moutmeel en V8 der kosten voor maiskoeken of andere voedermiddelen van gelijke mestwaarde, welke gedurende het laatste huurjaar op de boerderij verbruikt zijn en 'A der kosten voor eerstgenoemde met Via dei- kosten voor laatstgenoemde voedermiddelen, op de plaats verbruikt gedurende het voor laatste huurjaar. 2. Voor droog beendermeel, dienende tot bemesting voor voedergewassen die verbruikt worden op de boerderij, worden alle onkosten voor aankoop en vracht vergoed, indien deze meststof gedurende het laatste huurjaar is aangevoerd en de helft van hetgeen daaraan in het voorlaatste huurjaar is ten koste gelegd. 3. Het volle bedrag wordt vergoed voor kunstmeststoffen van erkende mestwaarde, aangevoerd in het laatste huurjaar ter bemesting van voedergewassen jdie op de boerderij worden verbruikt. Met dien verstande dat de vergoeding, bedoeld onder punten 2 en 3 voor aankoop van beendermeel en kunstmeststoffen, niet hooger zij dan het bedrag gedurende twee vorige jaren daarvoor uitgegeven. 4. De onkosten eener kalkbemesting, met inbegrip der kosten van transport en het uit-, spreiden, worden verdeeld over 7 jaren d. w. z. de uittekeeren vergoeding wordt jaarlijks met V: verminderd tot de 7 jaren om zijn. 5. De onkosten eener bemesting met klei, mergel of krijt worden over 12 jaren verdeeld, doch is de vergoeding voor het volle bedrag dier kosten aangenomen gedurende de eerste 4 jaren, waarna in de overige 8 jaren ieder jaar 7« vervalt. 6. Voor eene bemesting van het weiland dei- boerderij met beenderen wordt de vergoeding gesteld als volgt voor droog beendermeel te vervallen in 10 jaren, voor opgeloste beenderen te vervallen in 5 jaren. 7. Voor andere aangekochte meststoffen ge bruikt op het weiland der boerderij gedurende het laatste huurjaar, wordt der waarde ver goed en Va voor zulke meststoffen wanneer ze in het voorlaatste huurjaar zijn aangewend. Terwijl eindelijk door dezelfde deskundigen, omtrent een billijke vergoeding voor het droog leggen der landerijen met aarden buizen werd bepaald, dat die in 10 jaren zou vervallen indien de landheer de buizen betaalt en de pachter den arbeid en in 15 jaren, ingeval de pachter ook voor de levering der buizen zorgt. Het bovenstaande is voldoende om een al gemeen inzicht te verschaffen in de bedoelingen van den wetgever, doch begrijpt men tevens dat een aantal nadere omschrijvingen en be palingen de wet tot een volledig geheel maken. Deze zijn echter uit den aard der zaak meest van zuiver juridischen oorspong en vallen dus geheel buiten het bestek van dit opstel. De vraag ot zoodanige wet toegepast op Nederlandsche toestanden, ook in ons land recht van bestaan heeft, moet mijns inziens toestem mend worden beantwoord, al kan niet worden ontkent, dat vooralsnog bij velen onzer land bouwers de toepassing onmogelijk zou wezen, omdat zij de gegevens zonden missen die bij het vaststellen der vergoeding noodig zijn. Stel bijv. dat een boer, bij het eindigen zijner huurjaren, vergoeding vraagt voor de tijdelijke verbetering onder No. 22 vermeld n.l. voor bemesting met kunstmest of andere aange kochte meststoffen. Dan zou die vergoeding ongetwijfeld worden toegekend, mits het bedrag daarvan niet hooger zij, dan wat gedurende de twee voorgaande jaren voor hetzelfde doel is uitgegeven. Zeer terecht heeft men door deze bepaling willen voorkomen, dat een pachter gedurende zijn laatste huurjaar een onevenredig groot be drag aan kunstmest zou uitgeven, met de zeker heid dit te zullen terug ontvangen, neen, hij moet ook de beide vorige jaren het land behoorlijk met aangekochte mest hebben gesteund, terwijl, wat meer is, van al die verrichtingen ook gedurende de voorgaande jaren behoorlijk moet zijn boek gehouden en alle overige bewijzen als kwitanties, vrachtbrieven enz. moeten voorhanden zijn, zonder welke deugdelijke bewijzen van het toekennen eener vergoeding natuurlijk geen sprake is. Deze laatste noodzakelijkheid, hoe bezwarend ook in het eerst, zou van lieverlede toch worden ingezien en overwonnen, wat de verstandelijke ontwikkeling van den belanghebbende onge twijfeld zou bevorderen, en een ruimer inzicht geven zou in vele, hem nu nog vrij wel duistere zaken. Wat den landheer betreft, het kan niet anders of de meerdere ontwikkeling van den pachter moet ook hem en zijn bezitting ten goede komen, terwijl de billijke regeling van wederzijdsche belangen door eiken weldenkende zal worden goedgekeurd. TEXEL, 28 Juli 1888. Veeverkoopingen. Hoewel wij niet tot regel nemen om de uitslag van gehoudenveeverkoopin- gen medetedeelen, willen wij daarop thans een uitzondering maken, en daartoe in staat gesteld, mededeelen de prijzen, welke in de afgeloopen week op publieke verkoopingen werden besteed Woensdag. Schapen per koppel f 25 tot f 28 Enterlingen Lammeren 29 „19 tot f 25 Koeien f 116.60, f 96, f 56, f 51 Kalveren f 19 per stuk 1 Paard f 69 Vrijdag Schapen per koppel f 24 tot 34 Enterlingen f 30.80 tot 34.90 Lammeren f 14.30 tot 18.70 Gelde Koe f 126.50, jarig Schet (Os) f 53.35, 2-jarig Paard f 172.70, 1-jarig Paard f 100. Onder bovenstaande prijzen zijn de 10% verkoopkosten tevens begrepen. Klaagt men terecht over de lage koopprijzen welke tegenwoordig hier voor woningen worden besteed, dat het elders niet veel beter is, blijkt uit het feit, dat in de vorige week te Schagen een net burgerhuisje dat in 1873 nieuw gebouwd werd, verkocht is voor de som van f 42.—. De kooper moet dit perceel in vruchtgebruik afstaan aan een ruim 70-jarig man, welk bezwaar dus na een niet al te lang tijdsverloop vervalt. Bij diezelfde verkooping werd nog verkocht een aan deel in het lokaal Ceres" groot f 100 voor de som van6 gulden Bij de te Nieuwediep gehouden schietoefenin gen van zeemiliciens heeft een ongeluk plaats gehad. Een slecht gerichte kogel vloog over de schijf heen en trof een voorbij varenden vletterman in het been, na eerst zijn bootje te hebben door boord. De man begaf zich naar de „Evertsen," waar hem heelkundige hulp werd verleend. Naar de „N. R. Ct." verneemt, zal binnen kort bij het departement van Waterstaat, Han del en Nijverheid eene reorganisatie plaats hebben waardoor een deel van het tijdelijk personeel, dat thans nog bij de spoorweg afdeeling werk zaam is buiten dienst of op wachtgeld zal kunnen worden gesteld. Het is niet ondienstig, het publiek te waar schuwen tegen zekere personen, die bijwijze van abuis een 5 lire-stuk (waarde f 1.50) in betaling geven in plaats van een rijksdaalder. (N.R.C.) Onder den weinig opwekkenden titel „Das Ende der Hollandischen Kolonialmacht", komt in de Neue Bayerisclie Landeszeitung een artikel voor, waarin dat einde als zeer aanstaande voor gesteld wordt, op grond van onze moeilijkheden met Atjeh. De schrijver zegt, dat aan de Kamer voorgesteld is Atjeh te ontruimen en voorziet, als dat gebeurt, dat gansch Sumatra in opstand komt, en niet lang daarna zullen ook Java, Borneo en Celebes het juk der indringers afwerpen. Nederland is, volgens den schrijver, onmachtig om die heerlijke koloniën naar eisch te besturen. Ze moesten aan eene Europeesche groote mogend heid behooren, die in staat is dit uitgestrekt koloniale rijk, „zoo groot en even bevolkt als Duitschland", met krachtige hand te kunnen aan vatten en besturen. De schrijver zegt beschei- denlijk, dat eerst de naaste toekomst zal leeren voor welke groote mogendheid deze parelen van den Indischen Archipel bestemd zullen zijn, maar niet zonder bedoeling zeker is zijne mededeeling dat de Javaan nu reeds met grooten eerbied spreekt van den „Radja dari orang dutsch" (den Duitschen Keizer) en dat de kanselier de „Toean pinter skali" (de buitengewoon slimme heer) genoemd wordt. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1