Buitenland.
De uitvoer van fokvee uit Friesland naar
het buitenland gaat onverminderd voort. Voor
namelijk zenden Duitschland en België hunne
opkoopers derwaarts. Vóór en na begint echter ook
Spanje zijne aandacht op het Friesche vee te
vestigen. Zoo bevonden zich nu weder gedurende
een tiental dagen, twee Madridsche kooplieden
te Leeuwarden, die dagelijks in de onderscheidene
streken der provincie aankoopen deden. Ctisteren
verzonden zij met een extra-trein niet minder
dan 100 stuks uitmuntende fraaie dieren naar
Arquilinis, vanwaar zij verder per extra-trein
naar Spanje zullen worden gezonden.
Men schrijft uit ter Apel aan de N. R. Ct
De veenwerkzaamheden vorderen maar niet; de
graaftijd is voorbij en de turf ligt op het veld,
maar ze wordt eer natter dan drooger: alles wijst
er op dat de vervener zich möet voorbereiden op
een tijdvak als sinds het jaar 1879 niet beleefd
is in het veen. De turfprijzen van dat jaar vor
men het toppunt van de gunstige richting in dit
artikel; na dat jaar zijn de prijzen afgetakeld,
totdat ze f8 a flO lager stonden dan toen.
De laatst gegraven turf is door den regen zóó
achteruit gezet, dat men er hoegenaamd geen
werk in doen kan. Er moet hard in de turf
gewerkt worden, en ze kan geen aanpakken lijden;
de arbeiders hebben dus al evenzeer reden tot
klagen.
De schipperij verdringt zich om de schaarsche
hoopen drooge turf, en ieder voor zich poogt het
meeste van den buit te bekomen tot „flinke prij
zen van wege de loonsverhooging" stond onlangs
in de bladen te lezen. De zaak is dat de prijs
afhangt van vraag en aanbod, en nademaal nu de
aanbieders nog altijd ongeveer niets hebben aan
te bieden en de vragers, de schippers, het veen
afdraven om een droog vrachtje turf, gaat de prijs
omhoog, doch de vervener wilde liever dat het
wat meer naar droegen geleek, al was de prijs
dan ook wat lager.
Betreffende de in de Haarlemmermeer ont
dekte bron, waarvan het water sterk ijzerhoudend
was, wordt nog medegedeeld dat de onderzoe
kingen van het laboratorium van den heer N.
Van der Sleen, te Haarlem, hebben aan het licht
gebracht dat dit water dat der Duitsche bronnen
in gehalte overtreft. Ook naar Amsterdam, Ut
recht en Groningen zijn hoeveelheden van dit
bronwater ter onderzoek opgezonden.
Scheen de hoeveelheid eenigen tijd geleden
te verminderen, thans heeft het water weder
zijn ouden loop aangenomen; de aandrang is
echter niet sterk genoeg om eene leiding naar
Haarlem (ruim 1 uur afstand) te maken.
Men schrijft uit Zevenwolden:
De aardappelziekte breidt zich in Frieslands
bouwhoek verbazend uit. Tal van akkers ziet
men thans waarin zwarte (plekken komen, en het
dorrende loof, verspreidt een minder aangenamen
reuk. Van de vroege soorten wordt de knol reeds
aangetast.
De levering van aardappelen is goed en de
qualiteit tamelijk wel.
Bij het graven voor het te bouwen stoom
gemaal van den polder Spangen, te Overschie,
is, ter diepte van 3 meter, opgegraven eene
zoetemelksche kaas in den gewonen vorm, welke
geheel versteend was. Eene inscriptie ontbrak.
Men schrijft uit Nieuw-Leuzen, dd. 28 Juli:
Gisteren had alhier een ongeluk plaats, hetwelk
grootere gevolgen had kunnen hebben. Een snoode
hand, zooals men vermoedt, had bij den beurt
schipper Kr. kruit in den kachel geworpen, hetwelk
bij het aanleggen van deze met een knal ont
brandde. De persoon die de kachel aanlei, kwam
er goed afhij ontving een paar onbeduidende
schrammen. Men had gelukkig vooraf een gedeelte
van het kruit verwijderd, in de meening dat het
zaad was, Naar men zegt kent men den ver
moede! ij ken dader.
Het „Utr. Dagblad" levert een pleidooi voor
de regeling van het zeevaartkundig onderwijs,
dat tot de volgende slotsom komt.
„Zonder krachtige geldelijke hulp van den Staat
komt men tot een gewenschte verbetering niet;
en hot groote belang, dat geheel het land bij de
zaak heeft, zou een offer van de schatkist vol
komen rechtvaardigen. Om een doelmatige re
geling van het zeevaartkundig onderwijs te ver
krijgen is het noodig, dat die regeling niet worde
overgelaten aan particulieren en gemeentebestu
ren, maar worde opgedragen aan den wetgever.
Tegelijkertijd behoort dan de wet de bevoegdheid
om als gezagvoeder of stuurman ter koopvaardij
te varen, afhankelijk te stellen van het bezit van
een bewijs van bekwaamheid, door de rijkscom
missie na voldoend afgelegd examen uitgereikt.
Verleden jaar heeft een doctor in de wis- en
natuurkunde te Amsterdam in Felix" een hoogst
belangrijke, maar voor gewone stervelingen zwaar
te verteren lezing gehouden, waarin hij betoogde
dat herziening van den kalender noodig was.
Thans wordt medegedeeld, dat daar ter stede
lijsten zullen worden ter teekening gelegd, waarin
bedoelde doe,tor zal worden verzocht de herziening
van den kalender ter hand te nemen, daar het
meer en meer blijkt dat zomer en winter tegen
woordig op treurige wijze door elkaar zijn gehaspeld.
Wie zou niet gaarne tot de mede-onderteekenaars
behooren als de geleerde heer ons maar verbe
tering wist te brengen.
Een koopman te Harlingen, wiens naam in den
laatsten tijd nog al eens is genoemd, heeft het
volgende zonderling geval gehad. Eene nog al
belangrijke commissie in manufacturen door eene
fabriek in Tilburg wordt geëffectueerd, de baal
goederen gereed gemaakt en de factuur afgezon
den. Al spoedig hierop komt van Harlingen aan de
Tilburgsche firma het bericht, dat de baal manu
facturen goed geconditioneerd is overgekomen,
maar dat van no. zus zooveel meter te weinig
is en no. zoo niet aan het staal voldoet, zoodat
de ontvanger van het goed zoo vrij zal zijn een
bedrag van zooveel te korten. Is de fabrikant
daarmede tevreden dan kan hij den wissel maar
tot het gestelde bedrag afgeven, zoo niet dan
komt de baal terug. De fabrikant verwonderde
zich over twee zaken: over de reclame en over
de expedite aankomst derzelve. Hij schrijft een
telegrammetje naar het noorden langs de .lijn
en achterhaalt daarmede de baal nog te
Zwolle, geeft last tot aanhouding en retour en
informeert nu zijn braven klant, dat hij in den
voorslag genoegen neemt en dus op den bepaalden
tijd den wissel tot het genoemde bedrag zal afgeven.
Wie nu bedrogen uitkwam en in de pijn zat,
laat zich denken. De brief doet nog nut.
Duitsche Noordzeevisschers klagen, dat
met de toename der Engelsche visschers in de
oostelijke Noordzee, ook het getal der onbruikbare,
gedeeltelijk in staat van ontbinding verkeerende,
kleine schol, buitensporig toeneemt. Dit schrij
ven zij toe aan de gewoonte der Britten, om het
sleepnet een vol getij, dus bijna 6 uur, in elk
geval veel langer aan den grond te laten dan
de Duitsche visschers, die het net zelden langer
.dan 2 uur aan den grond laten.
Door deze gewoonte der Britten moet de kleine
schol zoo sterk tegen de mazen van het net worden
gedrukt, dat hun vel geheel afgeschaafd, en de
visch daardoor onverkoopbaar en weggeworpen
wordt. Natuurlijkerwijze moet zulk eene verdel
ging nadeelig op de aanvulling werken. In welk
een omvang zij plaats heeft, valt moeilijk te
beoordeelen; doch is de vraag, op welke wijze
kan hierin verbetering gebracht worden?
Het Tuberculose-congres te Parijs heeft met
bijna algemeene stemmen het volgende besluit
genomen
„Daar het overbrengen van besmetting op
menschen door het gebruik van vleesch en melk
onloochenbaar is bewezen, zal het congresbestuur
trachten de overheden te bewegen op de slacht
plaatsen het vleesch van alle dieren, welke maar
eenigszins door longziekte aangetast zijn, in be
slag te nemen."
Te Parits trokken Zaterdag eenige benden
werkstakende arbeiders, met knuppels gewapend,
langs die plaatsen in de stad, waar gebouwd
wordt, om hunne daar werkende kameraden te
dwingen den arbeid te staken. Toen zij bijna
overal 't hoofd slieten, dreigden zij in grootere
getale terug te zullen komen. Het getal werk
stakers bedroeg nagenoeg 6000.
Ook te St.-Étienne hebben nagenoeg duizend
bergwerkers den arbeid gestaakt en men vreest
dat de werkstaking zich zal uitbreiden door het
geheele departement der Loire.
Ook een aantal werklieden, aan den arbeid voor
de wereldtentoonstelling, is eveneens tot werk
staking overgegaan. De heer Manoury, een der
aannemers van die werkzaamheden, wiens arbei
ders voor tweederden den arbeidstaakten, wapende
de gewilligen met revolvers.
Het aantal werkstakers bedroeg Maandag bijna
10,000. Te Villette kwam het tot een botsing
tusschen de politie en 800 aard werkers, waarvan
velen verwond en gearresteerd werden.
De maatregelen, voor eenige jaren door de
Pruisische regeering genomen tegen den invoer
van aardappelen, tot wering van den Colorado
kever, worden thans bij vernieuwing met streng
heid gehandhaafd. Bi] elke zending aardappelen
uit Nederland naar Duitschland moet een certi
ficaat gevoegd zijn, dat afgegeven is door den
Burgemeester der gemeente, waar de aardappelen
geteeld zijn, met vermelding, dat zij vanNederl.
oorsprong en niet uit Amerika afkomstig zijn.
In de vorige week heeft boven Brussel een
kort, maar hevig onweder gewoed. De bliksem
sloeg in het wereldberoemde stadhuis, en reeds
kort na den slag zag men eene rookwolk uit
het dak opstijgen. Maar slechts weinige oogen-
blikken daarna was de brandweer der hoofdwacht
reeds boven in het gebouw, en in minder dan
een kwartier tijds was elk gevaar voor het prach
tige gebouw geweken.
De veroorzaakte schade is gering, maar groot
is de teleurstelling, dat zelfs het stadhuis, dat
behalve op zijn toren, op het dak met bliksem
afleiders als bedekt is, toch tegen vernieling van
het hemelvuur niet beveiligd blijkt.
Aan een particuliere correspontentie uit
Mexico i. d. 26 Juni is het volgende ontleend;
Sedert negen dagen hebben wij geene brieven
ontvangen en gedurende drie daarvan was ook de
telegrafische gemeenschap verbroken. Hevige over
stroomingen in het noorden en stormen op de
kust waren hiervan schuld. De stormen op de
kust waren van korten duur en deden weinig
schade; maar de overstroomingen des te meer.
Op 'toogenblik wordt de schade begroot op milli-
oenen dollars en honderden menschenlevens zijn
te betreuren.
Alleen in Leon zijn 2223 huizen ingevallen en
daar deze bijna alïen bewoond werden door de
mindere klassen, waarvan drie of vier huishoudens
in ééne woning samen zijn, schat men dat 10,000
gezinnen zonder dak zijn. Tot dusverre heeft
men 250 lijken gevonden, doch te oordeelen naar
de lucht, die uit de ingestorte huizen opstijgt,
liggen daar nog honderden onder begraven en
schat men het aantal slachtoffers op 700 in Leon
alleen.
Een door het Congres te New-York bevolen on
derzoek naar de immigratie trekt zeer de aandacht.
Het bewijs is geleverd, dat de landverhuizing uit
Europa op kunstmatige wijze door de stoomvaart
maatschappijen wordt aangemoedigd. Buitenland-
sche agenten zijn in Amerika verspreid, die voor
hoog commissieloon vooruitbetaalde plaatskaarten
verkoopen, welke bij duizenden naar Europa worden
gezonden. Sommige maatschappijen nemen geen
bijzondere maatregelen om ongewenschte land
verhuizers te weren; velen die te New-York aan
komen, blijven daar. Een maatschappij, die
voornamelijk in de landen aan de Middellandsehe
zee werkt, heeft daar niet minder dan 3000 agent
schappen, behalve nog vele andere in het overige
Europa. De ontzaggelijke immigratie, vooral van
Italianen, is voornamelijk aan de bemoeiingen
dezer agenten toe te schrijven. Een derde gedeelte
dier Italianen waren met vooruitbetaalde plaats-
kaarten gekomen. De agent van de Noordduitsche
Lloyd verklaarde dat 40 pc. van de door deze
maatschappij vervoerde landverhuizers op dezelfde
wijze de reis deden, o. a. tal van Hongaren op
kaarten overgezonden uit de Pennsylvaansche
mijnstreken. De meesten van deze hielden zich
te New-York niet op.
„Havas" verneemt uit Petersburg, dat men
daar weinig gesticht was over de vloot van 10
schepen, die den Duitschen Keizer vergezelde.
Men vond dat een beetje parvenu-achtig, en de
Czaar in het bijzonder was verbaasd over dat
gemis aan tact. Ook wordt gezegd dat de geest
drift te Kronstad en te Peteriiof slechts flauw
was; eerst na. de hymne voor den Czaar barstten
overal de toejuichingen los. De politie moest
het uitsteken der vlaggen voorschrijven, maar
naast de Russische vlag werd geen enkele Duitsche
uitgestoken.
Twee zeelieden van de bark Henry James",
van Nieuw Zuid Wales naar San Francisco, die
in de Stille Zuidzee verging, kwamen maandag
te Liverpool aan. Nadat het schip gezonken was
redden de bemanning en 6 passagiers zich op
het onbewoonde eiland Palmyras. De stuurman
en 4 anderen boden aan in de opene boot naar
Samoa (een afstand van 1300 mijlen) te gaan.
Dit eiland bereikten zij na groote ellende te hebben
doorstaan en daarop werd van Samoa hulp ge
zonden. De schipbreukelingen leefden op Palmy
ras 6 weken van wilde vogels en eieren.
Een correspondent van de „Standart" meldt
Vrijdagavond wachtte ik aan het station Willesden
Juction op den trein van kwart over tien, toen
deze plotseling kwam aanstoomen. Een vrouw
sprong of viel op de rails, terwijl de trein nog
slechts weinige meters van haar was verwijderd,
toen een naast mij staande man in minder tijds
dan ik noodig heb om het neer te schrijven, van
het perron sprong, zich tusschen de rails wierp,
de vrouw naar zich toe trok en de trein over
hen beiden liet gaan. De vrouw en haar edele
redder bekwamen niet het minste letsel.