N°. 89. Donderdag 9 Augustus. A#. 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Mei in flen mi Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Bueg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Een woord aan onze hooibouioers. De heer A. F. Marlet schrijft onder bovenstaande titel o. m. liet volgende in de „Delftsche Courant" De Julimaand van 18S8 zal lang in het geheugen blijven van de landbouwers in 't algemeen en de hooibouwers in 't bijzonder. Een regenval, zooals wij in geen jaren gehad hebben, deed hen dui zenden en duizenden guldens verliezen. Maar mijn doel is niet in deze regelen te jammeren over al den tegenspoed, welke wij dit jaar bij het hooien ondervinden, veeleer wil ik wijzen op eene bewaringswijze van gras, welke onder zoo buitengewone omstandigheden als zich dit jaar voordoen, zeer hooge practische waarde verkrijgt. Zeker inkuilen, zal de een of de ander opmerken en er bijvoegen, maar dat deugt niet, vriend, dat geeft zuur, half rot spul, hetwelk de beesten niet graag vreten en, op het zuivel niet best werkt en bovendien is dat ook nogal omslachtig en kostbaar. Ik stem al die bezwaren voor een deel toe, maar kan niet toegeven, lo. dat het beginsel, waarop de inkuiling berust, valsch is, en 2o. dat er geene practische toepassing van te maken is. 't Is zeer te betreuren dat het nut dezer zaak indertijd zoo schromelijk overdreven is. Men heeft daardoor veel kwaad gesticht en van kalm verder onderzoeken afgeschrikt. Dwaasheid is het bijvoor beeld te beweren dat onder omstandigheden, welke het veroorloven goed hooi te winnen, voordeel zou geven in te kuilen, 't Woord „inkuilen" is reeds slecht gekozen't doet denken aan een kuil, gemetseld of niet, in den grond of hoogstens aan iets dergelijks boven den grond, bijv. door tusschen de roeien (stijlen) van een hooiberg geploegde planken te plaatsen en zoo een gesloten bak boven den grond te verkrijgen. Dadelijk stem ik toe dat zooveel omslag in onze streken niet te pas komt, omdat wij het in gewone jaren niet noodig hebben, ja, niet gebruiken mogen, als wij ons voordeel liefhebben. Die kuil of bak is in- tusschen het wezenlijke der zaak niet en kan zeer goed gemist worden. Het wezenlijke van deze bewaringswijze is gelegen in de samenpersing tengevolge waarvan de lucht voor een groot ge deelte uitgedreven wordt. Onder die omstandig heden ondergaat het gras een soort van broei, waardoor het zoodanig warm wordt, dat de lagere wezens, welke de rotting veroorzaken (rottings- bacterieën) gedood worden. Dit beginsel is in de laatste jaren 'op vrij groote schaal in Engeland, Duitschland en Frankrijk toegepast en de daarbij verkregen uitkomsten zijn van dien aard, dat ze de aandacht onzer landbouwers overwaard zijn. Bij deze bewaringswijze wordt het groene gras op stapels, myten, schelften gezet, op dezelfde wijze als we met hooi doen, dus in de open lucht en zoo dicht mogelyk bij te stallen. Boven en onder deze myten wordt eene losse zoldering van goedkoope planken aangebracht, en daarover op de bovenzijdeen daaronder langs de onderzijde een paar ^stevige balken, aan welker uiteinden ketens zijn aangebracht, aan de onderste balken ieder twee ketens, ter lengte van 1 a 1.20 meter, en eindigende in een haak en aan de bovenste balken ieder éen keten van zoodanige lengte, dat het uiteinde daarvan reiken kan tot aan de hoogte, waarop de ketens der onderste balken kunnen komen. De ketens worden aangetrokken met een toestel, welke veroorlooft groote kracht uit te oefenen en naarmate de massa meer samen pakt kan men den haak van een der onderste ketens in een hoogeren schakel der bovenste ketting pikken. Deze samenpersing moet iederen dag herhaald worden, zóo lang tot de massa niet meer slinkt en dus ook niet meer saamgeperst kan worden. Ik herhaal dat met deze bewaringswijze de beste uitkomsten verkregen zijn en raad dus ten sterkste proefnemingen aan. Gaarne wil ik aan ieder, die zulks verlangt, nadere inlichtingen geven, 't zij per brief, 't zij mondeling op mijn kantoor aan de Gist- en Spiritusfabriek. TEXEL, 8 Augustus 1888. Spraken wij in het Donderdagnummer van den vorigen week den wenscli uit,dat het spreek woord „na lijden komt verblijden" inzonderheid voor onze landbouwers en veehouders mocht worden waar gemaakt en gaven toen op dat de marktprijzen een onweerlegbaar bewijs van de vervulling er van leverden. Dien van Maan dag j.l. waren helaas weer lager in plaats van hooger. De markt was dan ook stug. Werd er de vorige week slechts weinig vee onver kocht weggevoerd, nu waren er veel boeren, die zeker gaarne voor de vroegere prijzen of nog iets minder hun vee hadden willen geven, maar verplicht waren het weer onverkocht mee te némen. Als oorzaak der daling van de marktprijzen hoorden wij aangeveven het gemis aan voldoen de warmte en het steeds regenachtige weer waardoor de lage landerijen onderwater geraken of te drassig worden om vee er op te laten loopen terwijl het hooi moeielijk droog binnen komt ja zelfs op de landerijen ligt te verrotten. De kooplieden schijnen om die reden in Leiden op de markt van Vïijdag j.l. ook minder goede zaken gemaakt te hebben, waardoor hun nu de lust tot het besteden van hooge prijzen geheel ontbrak. Wij maken onze lezers er op attent dat alhier behalve de gewone wekelijksche markt Maandag a.s. ook veulenmarkt zal gehouden worden. De diphtheritis, welke sedert eenigen tijd op ons eiland in een paar huisgezinnen aan de Koog voorkwam en aldaar reeds 1 slacht offer eischte, heeft naar wij vernemen thans ook haar zetel gevestigd in een huis te Oudeschild. De Cocksdorp 6 Augustus. Gisteravond om streeks zes uur, is schipper Dirk Lier voor den roggesloot, waarschijnlijk door den helm stok, over boord geslagen en verdronken. Door het ruwen weer waren de anderen bezig met het lichten van het anker, totdat- een jongen, die ook aan boord was riep „Dirk ligt over boord." Eer zij met den boot bij hem waren verdween hij in de diepte. Hij was 37 jaar oud en ongehuwd, zijn lijk is nog niet gevonden. Aan het programma van de algemeene tentoonstelling van 12 17 September a.s. te 's Gravenhage te houden is nog toegevoegd Onderafdeeling VI Wol vee. No. 44a. Springram, geboren in 1887 van zuiver Texelsch ras, gefokt en tot op den dag voor de verzending naar de tentoonstelling gehouden op het eiland Texel. Ie prijs. Gouden medaille. 2e prijs. Zilveren No. 46a. Twee melkgevende Ooien, van Texelsch ras, geboren in 1885, 1886 of 1887, gefokt en tot op den dag voor de verzending naar de tentoonstelling gehouden op het eiland Texel. Ie prijs. Verguld zilveren medaille en f10. 2e prijs. Zilveren medaille. Jammer, maar begrijpelijk, schrijft het Soc. Weekbl. boven het volgende: De heer Domela Nieuwenhuis schijnt de eerste der redevoeringen, die bij de behandeling der Bank-wet in de Tweede Kamer door hem zijn uitgesproken, zóó belangrijk te achten, dat hij haar als bijvoegsel van het door hem geredigeerde blad, heeft verspreid. Nu, misplaatst is de ver spreiding op die wijze niet inzóóver, als deze zijn redevoering gehouden was in denzelfden toon, welke zijn geschrijf steeds kenmerkt. Dat hij er niet tevens bijvoegde wat de heer Van Houten ter zijner bestrijding gesproken heeft is jammer, maar toch begrijpelijk. Immers, de kracht van een betoog blijkt nog 't best door de zwakheid van den bestrijder, en nietwaar? zóó jammerlijk zwak stond deze in dit geval op zijn beenen, dat bescheidenheid ter eene en mo delijden met zijn tegenstander ter andere zijde den heer Nieuwenhuis wel moesten nopen, zijn lezers slechts ten halve in te lichten. Ook jammer, maar toch ook begrijpelijk het volgende. Men weet, wat in de Kamer tusschen den heer Domela Nieuwenhuis en den heer Gleichman is voorgevallen. Eerstgenoemde had na de ont- lcentenis van den laatste, dat hij aandeelhouder was van de Nederlandsche Bank zich niet ontzien te zeggen: „Des te beter, dan blijft toch nog de mogelijkheid over, om aandeelen op anderen te laten overschrij ven." Des anderen daags echter „erkende hij, dat hij beter had gedaan" die woorden terug te houden, en „verklaarde hij, dat al; wat de heer Gleichman insinueerends daarin gevonden had, door hem zeer gaarne werd ingetrokken." Dat was schuld belijden en, voor zoover dit nog mogelijk was, goed maken een schadelijk vergrijp. Maar is het dan niet vreemddat de heer Nieuwen huis, zijn redevoering verspreidend, w 1 onder het volk brengt de beledigende woorden, die zijn aanhangers vermoedelijk heel flink en cordaat vinden (reeds werd li(j deswege door het Grom Weekbl. geprezen), maar niet aanteekent, dat hij ze den volgenden dag met een betuiging van leedwezen had herroepen? Zulk een aanteekëning zou een gewoon ster veling betamelijk en plichtmatig hebben gekeurd. Maar 't is waar, de mannen der sociaal-democratie willen alles veranderen, ook wat de menschen plichtmatig oordeelen en betamelijk Bij kon. besluit is bepaald dat bij vereeniging van de diensten der telegraafkantoren met die van de hulpkantoren der posterijen onder het beheer van één ambtenaar, de benoeming van dien ambtenaar in het vervolg door den Koning zal geschieden. Het traktement van genoemde ambtenaren zal bedragen van f 800 tot f 2000, terwijl hun vrije woning in de daarvoor bestemde lokalen of eene schadeloosstelling wegens huis- of lokaalhuur kan worden verleend. COURMT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1