N#. 90. Zondag 12 Augustus. A\ 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Dienstregelingen. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag'- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. WAGENDIENSTEN: Van Oosterend naar Oudeschildvia de Waal en Burg. Dagelijks behalve Zondags 's middags 1.15 Terug van Oudeschild naar Oosterend dezelfde dagen, na aankomst der laatste boot. Van den Burg naar Oudeschild. Dagelijks: 's morg.' 3.30, 7 u., 's midd. 2 uur. Van Oudeschild naar den Burg. Na aankomst van iedere boot. STOOMBOOTDIENST „Ada van Holland." Van Texel 's morg. 4.30, 8 uur, en 's nam. 3 uur. Helder 6,30, 10 4.30. SPOORWEGDIENST, richting Amsterdam. Van Helder 's morg. 6, 9.15, nam. 1.12, 4.05, 7,30. Aank. 9.09, 11.52, 3.55, 7.14,11,35. STOOMBOOTDIENST Gebr. Zur Mühlen. Helder Amsterdam en omgekeerd. Vertrek Helder 's morgens 7 en 's avonds 11 uur. Aankomst Helder middags 4 en 's avonds 11 uur. Het POST- en TELEGRAAFKANTOOR aan den Burg is geopend: Op werkdagen van 8—12, 1—3 en van 5.30—7.30. Op Zon- en feestdagen van 8—9 en 1—3. Voor postwissels en kwitantiën alleen op werk dagen van 9 tot 12 en van 1 tot 3 uur. Buslichtingen. Voor Eierlandde Cocksdorp, Vlieland en Ter schelling 's morgens 7.45. Voor Oudeschild, den Hoorn, Helder en verder ge legen plaatsen nam. 2 uur en 's avonds 11 uur. Voor de Waal 's morgens 7.45 en namidd. 5.30. Voor Oosterend namidd. 5.30 en 's avonds 11 uur. De buslichting 5.30 vervalt op Zon- en Feestdagen, Geopend de Kantoren: van den Gemeente-Ontvanger MaandagDinsdag Woensdag en Donderdag van 9 tot 2 uur. van den Rijks-Ontvanger Maandag, Dinsdag, Woens dag en Donderdag van 9 tot 2 uur. Gesloten de eerste en laatste van iedere maand. TEXEL, 11 Augustus 1888. Wat gunstiger weder. De laatste dagen kenmerkten zich eindelijk door wat gunstiger weder, en gelukkig, want de veelvuldige regen welke sinds eenigen tijd nederplaste, zou, hoe zegenrijk ook voor het weiland, voor den bouwboer een zeer nadeelig slot kunnen op leveren. Of door wat meer waimte en droogte nog veel zal terechtkomen, zullen wij niet beslissen, wel ligt het voor de hand dat daardoor erger toestanden zullen worden voorkomen. Ds. J. W. Unger, pred. te Katwijk a/d. Rijn, heeft voor het op hem uitgebracht beroep naar den Hoorn op Texel bedankt. Naar wij vernemen zal binnenkort een aanvang worden gemaakt met de telefoonver binding van den Burg naar Oosterend. Ook schijnt er sprake te zijn om een telefoonver binding te maken van Oudeschild naar het Horntje vooral voor de wintermaanden wordt die verbinding zeer wenschelijk geacht. Tot burgemeester der gemeente Helder, is benoemd de Heer C. A. Beukenkamp aldaar, laatstelijk waarnemend burgemeester dier ge meente. Aan het Eierlandsche strand is in 't begin dezer week eene flesch aangespoeld, waarin op eeD stukje papier geschreven stond „Sunday I have given up alle hope dear mother. Teelcorx." Aan de keerzijde van het papier stond „Mr. Harford." Voorts zat in de flesch een 3e klasse spoor kaartje waarop o.a. „London" voorkomt en ge stempeld „Jun 7." Het stoomschip „Amsterdam," van de Kon.- Ned.-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, aan boord hebbende, behalve eenige andere passagiers genoemde leden van „The Holland Society of New-York," die een bezoek komen brengen aan het land hunner voorvaderen, vertrok den 28sten Juli jl. van Nieuw-York en kwam Donderdagmiddag te Rotterdam aan. De reis was aangenaameen opgewekte en vriendschappelijke toon heerschte onder het gezel schap de verstandhouding met den gezagvoerder en de scheepsofficieren was volmaaktover de voortreffelijkheid der verpleging, der tafel, der bediening en der inrichting van het schip hoorde men maar één stem. Ook was de over tocht voorspoedig;, reeds Woensdag zou men Nederlands wal betreden hebben, indien niet een dikke mist de boot genoodzaakt had eenige uren stil te liggen. Bij het openbaar lager onderwijs voor Euro peanen in Nederlandsch-Indië kunnen worden geplaatst lo. eenige onderwijzers derde klasse, bij voor keur ongehuwd, in het bezit van eene der akten van bekwaamheid, bedoeld in artikel 56 a en ft der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad No. 127), of van daarmede gelijkstaande abten en voorzien van speciale akten of aanteekeningen voor eenige andere vakken van onderwijs, bij voorkeur voor de Fransche taal. Zij, die de akte a of eene daarmede gelijkstaande akte bezitten, kunnen slechts voor plaatsing in aanmerking komen, wanneer zij nog geen dertig jaar, en zij die de akte ft of eene daarmede ge lijkstaande akte bezitten, slechts wanneer zij nog geen vier-en-twintig jaar oud zijn 2o. eenige hulponderwyzeressen, beneden den leeftijd van dertig jaren, in het bezit van de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56ft der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad No. 127), en van eene speciale akte of aanteekening voor de Fransche taal. De verdere voorwaarden en bepalingen der plaatsing zijn vermeld in de „Staats Ct." van 7 Augustus. Aan de „Fr. Ct." wordt als iets bijzonders op het gebied van den veehandel uit Sneek mede gedeeld dat een handelaar in geslacht vee op Londen tot heden iedere week te Harlingen kal ve- veren en schapen laat slachten en dit vleesch in kisten derwaarts zendt. Niets is nog bedorven aangekomen en dit vleesch brengt evenwel soms meer op, dan levend aangevoerd en aldaar geslacht vee. Behalve voordeel van de vellen, behoeft op die wijze van vervoer nog niet eens de helft der vracht van levend vee betaald te worden. Door de Holl.-en Rijnspoorweg-maatschappijen zijn aan de Regeering voorstellen gedaan om bij wijze van proef gedurende de maanden Decem ber, Januari en Februari a.s. op de Zondagen aan het personeel meer rust te verschaffen door op die dagen sommige treinen niet te doen loopen. De verveners in het district Schoterland hebben uit Schoterland opnieuw een schrijven aan den heer Domela Nieuwenhuis gezonden, waarin zij constateeren dat deze niet wil voldoen aan de tot hem gerichte uitnoodiging om in een vergadering zijn beweringen omtrent de inkom sten der verveners met bewijzen te staven. Zij blijven op hun standpunt staan en verlangen dat de heer D. N. de juistheid van de door hem gegeven becijfering zal bewijzen Het slot van den brief luidt: „Zijt gij tot dat bewijs niet in staat, dan ware het meer eervol voor u, dit openlijk te erkennen, dan u van den op u rustenden bewijslast af te maken, door te trachten de boeken van elk onzer tot een voorwerp van beoordeeling eener commissie te maken. „Wij herhalen alzoo nogmaals onze uitnoodiging en indien gij volhoudt bij uwe aanvankelijke weigering om daaraan gevolg te geven, dan sluiten wij van onze zijde de correspondentie over dit onderwerp met u, in het vertrouwen, dat daaruit voldoende is gebleken uwe onmacht om te be wijzen, dat de door u in de Tweede Kamer ge geven cijfers aan de werkelijkheid zijn ontleend, waaruit volgt, dat de door u uit de cijfers gemaakte gevolgtrekkingen alle waarde missen." Van alle kanten, zegt de „Hg. Crt.", leest en hoort men van den hoogen waterstand en zal het den Hollander, die gewoon is zich Drente voor te stellen als een land van hooge heide, vreemd in de ooren klinken als hij hoort dat men van Dwingeloo tot Beilen over het weiland kan varen; dat te Gees het water eene el hoog op het land staat; dat te Alteveer de aardappels een palm onder water staandat boven het Holland- scheveld een dijk is doorgebroken en eene geheele veenderij met een meter water is bedekt; dat het schut bij Nieuweroord groot gevaar heeft ge- loopen van te bezwijken door den aandrang van het kanaalwater. In 't kort: het is il water wat men hoort of ziet. Tot heden vernamen wij slechts van geringe vangsten tegenover eene langdurige visscherij eene gelukkige uitzondering daarop maakte do logger Noordster, schipper A. van Hoogteijlingen, die maandag te Vlaardingen arriveerde met 224 ton Pekelharing. Dit is een belangrijke vangst met 't oog op den korten duur zijner visscherij, daar de reis uit en thuis in slechts 17 dagen ge schiedde, terwijl velen na 7 en 8 weken slechts met half zooveel, ja met een derde van genoemde vangst binnenkwamenook had hij geen schade aan de vleet beloopen, dat dezen zomer bij me nigeen wel het geval was, alleen de steng van den mast was door den kracht van den wind op de thuisreis gebroken, die er dan ook zeer pot sierlijk bijstond. (VI. Ct.) Maandag j.l. was de Scheveningsche schipper Arie Haring bezig met het overnemen der lading van de Bom SCH. 210, van de Maatschappij „Holland." De vleet welke altijd naar Scheveilin gen gevoerd wordt, was reeds in de schuit, zoomede een twintigtal kantjes pekelharing, voorts lag de overige lading geheel boven op de luiken; door te veel opperlast kantelde de schuit eenigszins en geraakten eenige tonnen haring te water vervolgens viel de schuit weder over de andere zijde scheef en begon water in te nemen. Ware het piet dat door spoedig aangebrachte hulp van de bom een takel op de schuit was aangebracht, voorzeker zou zij geheel geheel gezonken zijn. Nu echter bepaalde zich het zinken tot even be neden de oppervlakte van het water; dit verhin derde evenwel niet dat al de boven op liggende tonnen gezamenlijk in de haven rolden. De vleet werd door eene andere schuit over genomen, om naar Scheveningen te vervoeren. COURANT,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1