Buitenland.
Het „Haagsche Dagblad" meldt nog omtrent
den gezondheidstoestand van den Koning, dat
Z. M. tlians geheel vrij van koorts is en nu nog
slechts door enkele hoestbuien wordt geplaagd.
Bij koninklijk besluit, is bepaald dat de
in- en doorvoer van buitenlands, van varkens,
van versch en gezouten varkensvleesch en van
ongesmolten vet, klauwen, mest en verderen
afval van varkens, zijn verboden. Wanneer bij
zondere redenen eene afwijking van dit verbod
noodzakelijk maken kan de minister van binnen-
landsche zaken, met medowerking van den minis
ter van financiën, zoodanige afwijking toestaan,
onder de noodige voorzorgen tegen overbrenging
van besmetting.
Door de postadministratie zijn de met
October in te voeren nieuwe briefkaarten met
den naam p o s t b 1 a d gedoopt.
De Ministers van Oorlog en van Marine
hebben vergunning gegeven, dat een paar honderd
manschappen te paard in oud-historische wapen
rusting (uit de dagen der Nassaus) aan den op
tocht te Amsterdam op den Prinsessendag deel
nemen. De zorg voor kleederdracht en harnache-
ment is door de commissie voor den optocht
opdragen aan den heer Mulder, firma Kreukniet,
te Amsterdam.
De afdeeling Haarlemmermeer der Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw heeft beslo
ten bij het Hoofdbestuur aan te dringen een
adres te zenden aan de regeering, waarin wordt
aangedrongen op verbetering van de wet op de
besmettelijke varkensziekte.
Het Leger des Heils tracht zich ook te
Alkmaar te versterken. Het heeft een lokaal
gehuurd in de Langstraat tot het houden van zijn
vergaderingen.
Vrijdagmorgen werd, ten aanschouwe van
eene Yan alle kanten saamgestroomde menigte,
te Akersloot door de pontonniers een schipbrug
over het Groot Noordhollandsch Kanaal geslagen.
Ruim IV, uur waren daartoe noodig, waarbij in
aanmerking dient genomen te worden, dat de
troepen door de voorafgaande drukke dagen min
of meer afgemat waren.
Onzen bloemisten hangt een zwaard boven
het hoofd, nl. het heffen van invoerrechten op
hun producten aan d6 Duitsche grenzen. Duitsche
bloemisten, boomkweekers enz. hebben hun regee
ring in overweging gegeven, hooge invoerrechten
te heffen op die artikelen.
Het „Venl. Weekblad" vreest dat het weldra
met onzen invoer van planten, groenten enz. in
Duitschland gedaan zal zijn, en de tuiniers der
Hollandsche grenzen met hun producten, hoe
voortreffelijk ook zullen zitten te kijken.
Een tweede bezending koeien en stieren
is voor rekening van den heer Ubaldino Lafranconi,
voor Buenos Aires bestemd, te Amsterdam in
gescheept.
Het zijn runderen van de puikste soort uit
Noordholland afkomstig daaronder prachtige bees
ten, die op de laatste Landbouw-tentoonstelling
bekroond zijn, en alle dieren, welke in het rund
veestamboek zijn ingeschreven.
Uit Westernieland schrijft men aan de N. R.
Ct. van 22 Aug.:
Toen de robbenvanger J. Visser zich gister
op de Wadden bevond, bemerkte hij een troep
vogels, waarvan hij een 40-tal bemachtigde. Zij
konden niet vliegen wijl ze ruiden. Zij hebben
uiterlijk veel van eenden, zijn iets kleiner en
zwart van kleur; de vrouwelijke dieren zijn iets
grijzer. Op den snavel, bij de neusgaten, is een
geele streep. Nu en dan komen zij op de Wadden
voor in zulk eene menigte, dat zij als 't ware
de zon verduisteren. Zij komen uit het Noorden,
waar zij ook nestelen. Des winters zijn ze
hier niet. Ze zijn rijk aan dons.
In zake den Doesburgschen diefstal verneemt
de „Arnh. Ct. dat, niettegenstaande het meest
uitgebreide onderzoek door de politie, nog altijd
niets van de brandkast of haren inhoud is ont
dekt geworden. Men vermoedt dat de kast, na
geopend te zijn, in een der wateren van Doesburg
gestort is geworden. Intusschen zyn twee
personen, wegens hunne zeer verdachte gedra
gingen na de ontdekkingen, gevankelijk naar
Arnhem overgebracht.
Te Jutfaas brandde een korenmolen af door
het hoetloopen van de as.
Twee er naast staande schuren, eigendom van
den heer Schaly, brandden mede af.
Ten gevolge van hooibroeien is de arbeiders
woning van J. v. d. Wielen te Lithooien afgebrand,
benevens eene partij hooi. Het huis was verzekerd,
de inboedel en het hooi niet. Van den inboedel
is een deel gered.
Te Wamel is de arbeiderswoning van Aart
Van Zuidam afgebrand. De oorzaak is onbekend
alles was tegen brandschade verzekerd.
De boerderij van den landbouwer Van Ginkel
nabij Amersfoort buiten de Mampoort gelegen, is
door eene onbekende oorzaak afgebrand. Bijna
niets is gered. De dienstbode is met moeite uit
het brandende huis gehaald en bekwam daarbij
eenige ernstige brandwonden.
Eene koe van den heer P. Dam, te Assen,
heeft een kalf geworpen, dat, behalve 2 pooten
voor, 1 voor- en 1 achterpoot achter aan het
lichaam heeft. Het dier heeft geene oogen en
geen neus, daar de kop van voren geheel open
is. Overigens is de kop in vorm gelijk aan een
olifantskop. De staart is buitengewoon langde
tong is tweemaal zoo lang als de tong van een
gewoon kalf.
Woensdag j.l. reed een inwoner van Sneek
met zijn rijwiel over den weg tusschen Sneek en
Bolsward, toen hij op eenigen afstand een hollend
paard, voor eene sjees gespannen, naar zich toe
zag komen. Dadelijk springt hij van zijntwee-
wieler, zet dien dwars over den weg en neemt
zoo, op zijn snellooper leunende, „eene afwachtende
houding" aan. Weinige seconden daarna, en de
viervoeter, wien de sprong over de hindernis wat
te kras was, stond plotseling stil, zoodat de hol-
partij zonder ongelukken afliep.
Met het oog op de thans reeds in de gemeente
Ferwerderadeel bestaande werkloosheid onder de
arbeidersklasse en daar het zich laat aanzien dat
hierin in den eersten tijd geen verbetering is te
verwachten, maar veeleer verergering, heeft het
algemeen armbestuur in die gemeente besloten
om, ter voorziening in de behoeften der arbeiders
klasse, vlas op stam tot een bedrag van ten
hoogste f8000 aan te koopen, om dit door de
werkloozen in de gemeente te doen verwerken
en daartoe aan te gaan eene geldleening van ten
hoogste f 8000, tegen eene rente van ten hoogste
5 pCt., aflossing en de rente te kwijten uit de
gewone inkomsten van het armbestuur, zoo mo
gelijk van dit jaar.
Op de lijn Deventer Wierden, van de
Koninkl. Nedeil. locaalspoorweg-maatsehappij, in
de buurtschap de Huurne, gem. Wierden, worden
telkens groote keien op de rails gevonden, door
baldadige handen aldaar neergelegd. Reeds is
door den burgemeester der gemeente Wierden
eene belooning van 10 gulden uitgeloofd aan hem
die eenige aanwijzing in dezen kan doen.
Te Arnhem is een proefrit gehouden met
het stoomrijtuig Noviomagum, vervaardigd door
den heer P. van Rijn te Nijmegen.
Loopende met eene drukking van 7 atmosteeren
legde het rijtuig ongeveer 250 meter per minuut
af, gedreven door een dubbele stoommachine.
Het rijtuig draait, gestuurd door een stuurrad,
als bij een gewoon voertuig, gemakkelijk op zijn
as, en verbruikt 190 liter water en een half mud
cokes per rit van 3 uren.
Te Yianen zijn ook valsche gouden tientjes
in omloop gebracht. Dezer dagen deed zich hier
mede een eigenaardig geval voor.
Een heer had een zijner arbeiders zulk een
gouden tientje, niet wetende dat 't valsch was,
in betaling gegeven. Deze begaf er zich mede
naar een winkelier, deed er eenige inkoopen en
gaf het geldstuk daar ter inwisseling; toevallig
kwam eenige oogenblikken later de meid van
bovengenoemden heer om een bankbiljet van f 25
te wisselen. De winkelier gaf onder meer ook
het bewuste gouden tientje in betaling. Toen de
meid daarmede thuis kwam, bemerkte de heer
eerst dat het valsch was en stuurde oogenblik-
kelijk de meid er mede naar den winkelier terug;
deze liet het op zijne beurt naar den arbeider
brengen, die het, tot niet geringe verbazing van
onzen heer, aan den eersten eigenaar weer ter
hand stelde. En zoo kwam het kalf weer bij
zyn grootje, zegt de „Arnh. Crt."
Figaro deelt mede, dat cardinaal Lavigerie,
aartsbisschop van Algerie, van wiens kruistocht
tegen den slavenhandel in Centraal-Afrika reeds
herhaaldelijk melding werd gemaakt, dezer dagen
van de Nederlandsche katholieken een bijdrage
van 520,000 irancs ontving, ter ondersteuning
van zijn streven.
De heer de Brazza, gouverneur van den
Fransclien Congostaat, heeft aan een verslaggever
van de „New-York Herald" verklaard, dat de mede-
deelingen van kardinaal Lavigérie betreffende den
slavenhandel in de Congolanden slechts al te waar
zijn, maar dat men der Belgische regeering daarvan
geen verwijt kan maken, aangezien een handvol
Europeanen in een onbeschaafd land, ongeveer
twintig malen zoo groot als Frankrijk, niet in
staat is in eenige jaren al de Barbaarsche gebrui
ken, die er in den tijd van eeuwen gegroeid zijn,
uit te roeien.
De heer de Brazza had eens een veertigtal
slaven gekocht, eenige maanden onder voortdurend
toezicht gehouden en hun daarna hutten en wapens
verschaft om op een aangewezen stuk grond
voortaan vrij te leven. Maar de mannen liepen
bij de eerste de beste gelegenheid terug naar de
streken waar zij vroeger slaven geweest waren
en waar zij dan ook weder onmiddellijk bij hunne
aankomst door slavenhandelaars gevangen werden.
Een andere proef slaagde beter. De heer de
Brazza liet 300 man een paar jaren lang onder
de beschaafde kustbewoners werken en bracht ze
vervolgens naar hun volk terug. Het gevolg was,
dat de slavernij onder dien volksstam geheel is
verdwenende negers zagen in, dat men meer
verdienen kon met het vervoeren en verkoopen
van de voortbrengselen van hun land, dan door
elkaar te verschaggelen. Daardoor ontstond han
del het beste middel voor beschaving, zeide de
heer de Brazza.
Een hevige brand heeft Zondagnacht te
Hamburg zeven groote houten loodsen geheel
vernield, met daarin geborgen aanzienlijke hoeveel
heden katoen, suiker, rijst, zout, salpeter, wijn
en vele andere waren.
Zes personen zijn om het leven gekomen. Twee
vond men geheel verbrand liggenéén stierf,
terwijl men hem naar het gasthuis bracht, en 3
liggen onder het puin bedolven. Voorts werden
nog twee menschen vermist en in het Gasthuis
liggen nog eenige, die zwaar gewond werden.
De gezamenlijke schade wordt geraamd op
verscheidene millioenen.
Volgens bericht uit Orenburg (Rusland)
zijn aldaar meer dan duizend huizen, grootendeels
door handwerkslieden en arbeiders bewoond, door
brand vernield en zijn ongeveer 10,000 personen
van dak beroofd.
Volgens officiëele opgaaf zijn verleden jaar
in Britsch-Indië gedood: 245 tijgers, 640 luipaarden
en panters, 600 wolven, 170 beren en meer dan
31.000 slangen. Aan den anderen kant zijn
11,983 menschen door wilde dieren en vooral
door slangen omgebracht.
Het Poolsche stadje Ratzki is de vorige
week grootendeels in asch gelegd: 400, meest
Israëlietische, gezinnen hebben alles verloren,
3500 menschen zijn zonder dak en 4 personen
kwamen in de vlammen om. De brand kwam
door de onvoorzichtigheid van eene dienstbode,
die met eene brandende kaars in hand eene kan
petroleum ging tappen uit een in den kelder
liggend vat. De vlam kwam te dicht bij de
opening van het vat; dit ontplofte en in een
oogenblik stond de heele keidei in vlammen,
welke zich zóó snel verspreidden, dat alle pogingen
tot blusschen ijdel bleken.
Een nieuwe zeerampDe „Oceanic," van
Hong-Kong, is bij het binnenloopen van de haven
van San Francisco tegen den kustvaarder „City
of Chester" aangeloopen. Een dichte mist hing
over het water, en laastgenoemd schip werd letter
lijk in tweeën gespleten, waarna het binnen vijf
minuten tijds in de diepte verdween. Minstens
34 personen, waaronder slechts drie lieden van
de bemanning, vonden den dood in de golven,
50 a 60 werden door de „Oceanic opgevischt.
Onlangs werd medegedeeld, dat een Engelsch
geleerde de oorzaak van het aanhoudend regen
water zocht in de aanwezigheid van een buiten
gewoon groote massa ijs in de Noordelijke zeeën,
welke ons klimaat beheerschen. Een Engelsch
zeevaarder, pas uit het hooge Noorden terugge
keerd, weet nu mede te deelen, dat de ijsmassa
bestaat in een ijsveld, zoo groot als het koninkrijk
Groot-Brittannië en Ierland, (ongeveer tien maal
zoo groot als geheel Nederland) dat langzaam naar
de Europeesche kusten drijft.
Te Osnabrück heerscht eene oogziekte, welke
besmettelijk is. Bijna geen huis is er, waarin
niet één of meer personen lydende zijn aan de
oogen. Op last der Regeering zijn alle scholen
voor weken gesloten.
Door den minister van oorlog in België is
de volgende, niet alledaagsche, dienstorder uitge
vaardigd
„Het is ter mijner kennis gekomen dat her
haaldelijk diefstal gepleegd wordt in het ministerie
van oorlog,en dat men, ondanks het scherpste toe
zicht, er niet in slaagt de schuldigen te ontdekken.
„Om een einde te maken aan dezen staat van
zaken, heb ik de eer den heeren chefs der ver
schillende directiën te verzoeken, aan de onder
hunne bevelen staande lagere beambten te doen
weten dat het ten strengste verboden is, het