G. J. 0. D. DIKKERS,
op Woensdag 12 September 1888,
Manufacturen
melen, HÉraai Moeiel en Houtwaren,
G. J. O. D. DIKKERS,
publiek verkoopen:
Uit de Hand te Huur:
De hofstede „Joanneshoeve" met 39.74.00
Een 4-persoous en een 6-persoons
JACHTWAGEN.
Parapluies en En-tout-Oas.
H. Arys-depaepe, Aalst-Alost (België)
Charles Emden, te Parijs,
Ontvangen.
Heien ontvaiijen nit een plipiieeriMapzijn.
KONING C°.
ii o oi,
betalen hoogen prijs.
Feuilleton.
Eene aanzienlijke partij
en aanverwante artikelen,
Heden Ontvangen
t.x.l W. C. REU.
Texel
©I MILLION AIR,
Door Bret Harte.
Notaris te Texel, zal
's morgens 10 ure, voor het winkelhuis
vau de Hoeren Gebr. BROEKKAMP
aan den Burg op Texel
PUBLIEK VERKOOPEN:
alsmede
NOTARIS TE TEXEL,
zal op DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1888,
's avonds 7 ure, in het lokaal „I)E RIJZEN
DE MAAN" aan de AVAAL op Texel
1. 0.01.90 HUIS en ERVE op Molenbuurt.
2. 0.52.80 AVEILAND Lang elandu in polder
Opst erend.
8. 1.82.90 AVEILAND „Nessenkoog" inpolder
Oosterend.
4. 1.56.90 AVEILAND Langwaalb/d.AVaal.
Eigendom van den Heer C. D. Mant je.
Hectaren AVEI-, HOOI- en BOUWLAND; gunstig
staande en gelegen in den polder EI JE RL AND
op Texel.
Aanvaarding; 20 Maart 1880.
Nadere inlichtingen en conditiën worden
verstrekt dooi- den Administrateur H. FLENS,
te Burg op Texel.
[«sag»"*. TE KOOP VOOR, aveinig geld,
te bevragen bij Geert Kikkert:
ALSOOK EENE GROOTE PARTIJ
li 1 G E P R IJ 'L E
Burg. J. Sz. DEKKER.
Factoor in alle Zee- en Riviervisch.
Commissie en Consignatie.
Commissionair Halles-Centrales, kantoor,
16 Rue de la Cliapelle, en gros verkoop van
vcrsclic Zee- en Rivier Viseli en alle soorten van
Wild en Gevogelte.
UITMUNTENDE TOILET-ZEEP als: DUI
ZENDBLOEMENGEUR-, EAU DE COLOGNE-,
CARBOL-, COCOS-ROZEN-, AMANDEL-, TEER-,
GLYCERINE-, ROZENZEEP, enz. TEVENS
GROOTE STUKKEN WITTE ZEEP VOOR
HET WASSCIJEN ALAN WITTE GOEDEREN,
AVASCH-KRISTAL, enz.
Door eon zeer voordeelige inkoop levert de
ondergeteekende thans prachtige wollen dekens
voor spotprijzen) bij niemand zoo goedkoop.
Tevens ruim voorzien van Veereii- en Kapokken
BRDDIIX. Veeren bed, peluw, twee kussens
met fijne linnen tijken, dik gevuld voor f 35,00.
Kapokken bed, peluw, twee kussens vanaf f 12.
Achtend UEd. Dw. dienaar,
Ph. VL ESS ING.
Koopen groote en kleine partijen
VIII.
Het was eon gewone geelbruine enveloppe, welke
door ouderdom roeds sterk verkleurd was. Hij was
zwaarder dan andere brieven van dezelfde grootte
en dikte, hetgeen zonder twijfel veroorzaakt werd,
door eene losse stof, die er in zat. Don Qaosar was
er mede bekend, dat in dit land goud op deze manier
werd verzonden. Het adres, dat met potlood was
geschreven, kon hij moeielijk ontcijferen; alleen omdat
zijn geest bezig was met den jongen uitgever, las
hij er op„Mevrouw Mathilda Slinn."
Hij gevoelde eenige neiging den brief te openen,
maar zijn gevoel van eer hield hem terug. Neen,
hij zou naar Slinn gaan en deze zou in zijne tegen
woordigheid den brief openen.
Hij spoedde zich naar zijn paard en weldra was
hij op weg naar Slinn's woning. Spoedig was hij er
aangekomen. Hij bond zijn paard aan de schutting
en naderde toen haastig het huis.
Slechts weinige passen van de deur verwijderd,
werd deze gastvrij geopend en bevond hij zich voor
twee aardige jonge dames-
AVy zagen u komen, zeide de oudste. U is
Don Qaesar Alvarado. Mijn broeder heeft meermalen
over u gesproken.
Don Qassar geraakte geheel van streek door deze
onverwachte ontvangst. Na eenige oogenblikken
echter was hij in staat ze geluk te wenschen met
het herstellen van hun vader.
O, pa is veel gezonder en zelfs in een paar
dagen zoo opgehaald, dat hy nu kan rondloopen op
krukken, zei de oudste zuster weer. Het schijnt,
dat de lucht hier wonderbaarlijk goed voor hem is.
En, zeide de jongste, mij dunkt Esther, hy
begint boter op te letten, vooral als hij buiten is.
Hij kijkt rondom zich en zijne oogen schitteren,
alsof hij alles herkent en somtijds knipt hy met
zijne oogleden en kijkt naar beneden, als beproefde
Hij zich iets te herinneren.
Zo'oals gy weet, verklaarde Esther, schijnt al
wat er in de laatste drie a vier jaren gebeurd is,
weggevaagd uit zijn geheugen.
Somtijds is dat een geluk, Senora, zeide Don
Q'aesar met een diepe zucht, terwijl hy het gelaat
van de afwezige Marie zich voor den geest haalde.
Dat is lang geen compliment, zeide de jongste
lachend, want papa herkende ons niet, maar herin
nerde zich ons alleen als kleine meisjes.
Vashtiviel Esther haar berispende in de rede,
toen, zicli naar Don Qsesar wendende, voegde zij er
by, myn zuster Vashti meent, dat vader zicli meer
herinnert van hetgeen gebeurde voor hy in Californië
kwam, dan van het na dien tijd gebeurde. Dokter
Duchesne noemt het een zonderling geval. Hij ver
wacht dat hij, zooals het nu vooruitgaat, spoedig
zijne ledematen weer zal kunnen gebruiken, maar
dat zijn geheugen niet zal terugkomen.
Gij vergeet, wat de dokter ons heden morgen
gezegd heeft, viel Vashti haar in de rede.
Ik zou het juist zeggen, zei Esther een weinig
scherp. Het kan ook zyn, dat hy een andere kwaal
heeft en dan zal liij sterven of weer geheel herstellen.
Myn broeder is naar Red Dog gegaan, vervolgde zy,
en het zal hem recht spy ton nu niet thuis te zyn;
mevrouw Mulrady sprak met hem over u, gy schijnt
zeer goede vrienden te zijn. Ik vermoed, dat u ook
hare dochter Marie wel zult kennen, liet moet een
mooi meisje zyn.
Ofschoon Dun Ctcsar nu verzekerd was, dat de
Slinns niet wisten in welke nauwe betrekking hij
tot Marie stond, vond hij deze wending in het gesprek
toch verre van aangenaam.
Mejuffrouw Mulrady is zeer schoon, zeide hy
hoffelijk, een eigenschap van zijn ras. Zij vertrok
plotseling, voegde liij er kalm by.
Zij rekende er vast op langen tijd hier te blijven
zooals hare moeder zei, maar alles is eene week
geleden zoo maar vastgesteld. Ik weet wel, dat
myn broer zeer verwonderd was, te liooren van
mynheer Mulrady, dat indien hij dit huis wilde hebbey
hij dan dadelijk moest beslissen, omdat hij er over
dacht, zelf deze woning te betrekken als zij weg
waren.
Marie Mulrady had hier niet veel, dat haar
vasthield, daar zij rijk is en er zeer goed uitziet,
denk ik, zei Vashti. Zij is er liet meisje niet naar,
zich hier in de wildernis te begraven, wanneer zij
elders naar hartelust kan genieten. Het verwondert
mij, dat zij nog teruggekomen is van Sacramento.
Zij spraken er van, dat papa Mulrady dringende
zaken in San-Francisco had en dat zij zich daarom
haastten. Reken er evenwel maar op, dat deze
zaken Marie zelf betroffen. Haar wenscli is voor
hen een bevel. Als zij nog wat had willen blijven
en een afscheidspartij geven, zou mijnheer Mulrady
geen dringende zaken gehad hebben.
Zijt gij niet een weinig hard in uw oordeel over
Marie, zeide Esther, die het gelaat van don jongen
man aandachtig beschouwd had, wij kennen haar
niet en hebben nog minder het recht van vrienden
om te critiseeren.
Ik noem het niet hard, antwoordde Vashti,
want als ik in hare schoenen stond, deed ik hetzelfde.
Don Caesar stond haastig op. Hy verzocht ze
hun vader van hem te groeten, terwijl hij tevens
te kennen gaf, dat hij zou trachten hun broeder te
Red Dog op te sporen.
De meisjes vergezelden hem evenwel in den tuin
en Esther zei ten laatste:
Och, als U nu toch al heen moet, wees dan
s. v. p. "zoo vriendelijk uw weg eens door den
tuin te nemen, dat is voor u geen omweg en zie dan
eens rond naar vader. Hy moet ergens bij hot boscli
zyn en wij houden er niet van, dat hij lang alleen
is. Als U hem even gezelschap wildet houden.
Vashti en ik hebben nog zoo veel te doen; maar
als er iets verkeerds gebeurt, kunt U ons roepen.
Don Qaesar stond op 't punt van zich te veront
schuldigen; maar hy hield zich in en sloeg den aan
gewezen weg in. De meisjes keken hem zoo lang
mogelijk na.
Nu, zei Vashti, als daar niets bestaat tusschen
hem en Marie, weet ik het niet.
Welnu, dat moge zoo zijn, maar gy had hom
dat nog zoo niet behoeven te laten blijken, zoodat
elk bewys van vriendelijkheid onzerzijds nu den
schijn kan geven, of wij wenschen te profiteeren
van hare afwezigheid, antwoordde Esther, terwyl
zij het huis binnentraden.
Middelerwijl was Don C as sar den tuin doorge
wandeld zonder eenig teeken van den ongelukkige
te vinden.
Hij keek overal rond, maar zonder resultaat. Er
was daar een nauw pad, dat naar het bosch geleiden
en waarschynlyk ook naar het pad, dat Marie en
hy gevolgd waren. Als de oude man dit pad was
gevolgd, had liy misschien zijne krachten wel over
schat. Alweer dus een reden te meer om zyn zoeken
verder voort te zetten en zoo noodig nog eenige
hulp te verleenen. Ook nog oene andere gedachte
hield hem bezig. Het was deze, dat dit pad voerde
naar den bekenden boomstam en dat de oude Slinn
iets kon weten van den brief. Zijn schreden ver
haastende, kwam hij weldra aan een open plek in
liet bosch, waar het pad zich in tweeën splitste.
Het eene pad leidde naar den hollen boom, terwyl
het andere in lijnrechte richting voerde naar den
steen aan den hoogen weg, waar hy Marie eens
met Slinn had aangetroffen. Als hy zich niet ver
gist, bevindt zich daar nu ook iemand; het was een
man en naar zyn gebogen houding te oordeelen
moest hij het voorwerp van zoeken zijn.
AVeldra had hy den hoogen weg bereikt en naderde
hij den vreomdeling. Deze zat met de handen op
de knieën en staarde voor zich uit naar den heuvel.
Hij zag op, toen Don Ca?sar voor hem ging staan.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel.