SCHOUW. telen HOO&E PRIJZEN a contant. KLAAS SLOT. W. P. SMIT is wachtende li UHRKOLEN. r Feuilleton. A. DROS Albzn. de Cocksdorp. Charles Emden, te Parijs, ■5* Di MÏLLIIONMEÏ. Haast JJ eer het telaat is Wild en Gevogelte H. Arys-depaepe, Aaist-Aiost (Beigi^ s*s Directe Wekelijksche MAILDIENST Ïanflmlïï S 2 5 Door Bret Harte. Aan de Ingelanden wordt kennis gegeven, dat ingevolge de Keuren, de SCHOUW op liet schoonhouden en zuiveren der Tog t sloot e n en Genen in het Waterschap de 30 Gem. Polders alhier is bepaald op ZATERDAG 0 OCTOBER 1S88, en op de Togtslooten in den polder Waal en Burg op DIASDAG den 9 OCTOBER 1888, De nalatigen verbeuren bij de eerste schouw eene boete van f 1 en bij de lierschouw 8 dagen later f 3, Texel, 23 September 1888. Namens de Besturen, Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. De ondergeteekende maakt aan de ingezetenen van Texel bekend dat hij ook alle soorten van AVIED kan plaatsen Zoolang de voorraad strekt Jaehtvcsten van f 1,25 Wollen Dekens 2 persoons 4,50 Roezelbont met rand, per El 15 cent. Graslinnen 11 cent. Jurkevoering 6 cent. Zwart Sajet, 10 lood 25 cent. Steeds ruim voorzien van Heeren- en Jongens- Winterjassen en Patent geoliede Regenjassen bij Ph. YLESSING, Waalder straat. eene lading Bestellingen worden aan huis aangenomen. koopt alle soorten Factoor in alle Zee- en Riviervisch. Commissie en Consignatie. Commissionair Halles-Centrales, kantoor, 16 Rue de la Chapelle, en gros verkoop van versche Zee- en Rivier Viscli en alle soorten van Wild en Gevogelte. w ?o ■a a voor Passagiers Ie lie en IHe Klasse mot de prachtige Stoomschepen der S a s» a Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor- dereiland. Passagekantoor te Am sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting met Curasao. Districts-InspecteursI.E. Kroes, Gro- ningenE. Bolsius, Oostenrijk. Agenten Koning Go. Texel en A. Dros Albz. De Cocksdorp. XIV. Hy keerde zyn oogen naar Mulrady, welke hem met eene uitdrukking van nieuwsgierigheid aanzag en zei bitter Gy beschouwt mij als gek. Ik weet het. Waar is de myn vroeg Mulrady achteloos. De oude man keek naar den grond zonder hem te antwoorden. Het is dus een geheim? Neen. Gy hebt er nog met niemand over gesproken? Neen. Ook niet met hem, die de mijn thans bezit? Neen. Waarom niet? Omdat ik het hem niet wil ontnemen. Waarom wilt gy dat niet? Omdat gy zelf die man zijt. Een oogenblik waren beiden stil, zoodat men den regen duidelijk op het dak kon hooren kletteren. Dus was alles in myn put en de ader, welke ik dacht te vinden, was de uwe, voor 3 jaren door u in uwe tunnel ontdekt. Wilt gij er dat mede zeggen Ja. Dan kan ik my niet begrypen, waarom gy haar niet wilt opeischen. Ik heb u reeds gezegd, waarom ik het voor myne kinderen niet noodig heb. Nu ga ik verder, Alvin Mulrady, en ik zeg nu, dat ik wenschte, dat uwe kinderen het zouden verkwisten, zooals zy tot heden deden. Het was niets dan een vloek voor mij en kon ook voor hen slechts een vloek zyn; maar ik dacht, dat gy gelukkig waart nu ge zaagt, dat het eigenliefde en ydelheid kweekte. Gy noemt my bitter en hard. Welnu, ik had u in uw dwaas paradys willen achterlaten, maar hedennacht zag ik dat uwe oogen evenals de myne geopend waren. Gy, de bezitter van myn schat, kunt u daarmede evenmin de liefde uwer kinderen koopen, als ik met mijne armoede. Gy waart dezen nacht evenals ik alleen en verlaten. Voor de eerste maal in ons leven waren wy gelyk. Als dat vervloekte goud niet tussclxen ons in stond, zouden wij elkander de hand kunnen reiken. Voor zoover ik zie, Slinn, zei hy ernstig, behoeft het verschil niet door onze kinderen uitgemaakt te worden, wy zyn daar zelf wys genoeg voor. De waarheid van uw verhaal is nog niet bewezen. Ga uw bewyzen maar eens na. Masters is niet hier en al ware hy hier, dan nog zou hy alleen kunnen verklaren, dat gy een teleurgesteld gouddelver waart, daar hy niets van uw vondst vernam; uwen brief, welke nooit ontvangen werd door haar aan wie gy schroeft, kunt gy niet toonen en dan zou het nog maar alleen uw eigen geschiedenis zonder bewys zijn. Er is geen vriend van u, die niet zou willen gelooven, dat gy krankzinnig waart en het droomde, geen mededinger, die zou zeggen, dat gy het ontdekt hadt. Slinn, ik ben een man van zaken, maar uw vriend, uw mededinger, maar ik denk niet, dat gij liegt of krankzinnig zijt en ik ben niet zeker of uw eisch niet goed is. Als gy er op rekent, dat ik u morgen reeds de myn zal overleveren, vervolgde hij na een oogenblik gezwegen te hebben, vergist gy u. Voor u zelf en voor myne vrouw en kinderen moet gy het duidelijker bewyzen, dan gy gedaan hebt, maar ik beloofu, dat ik vanaf heden tyd noch geld zal sparen om u hierin bij te staan. Ik heb de waarde van de myn meer dan verdubbold sedert den tyd, waarop gy het hos pitaal verliet. Wanneer gy my bewijst, dat uw verhaal waar is, en wij zullen het bewys vinden, als het waar is, zal dat bedrag dadelijk het uwe zyn, zonder dat gy er rechters of advokaten bi noodig zult hebben. Als gy dit zwart op wit wil hebben, kom dan morgen op mijn kantoor. En gy meent, dat ik het zou aannemen zei de oude man opgewonden. Denkt gij dat uwe weldaad mij myn overleden vrouw, de 3 verloren jaren van myn leven en de liefde mijner kinderen zou terug geven Of denkt gy, dat uw eigen vrouw en kinderen, die. u in uw rijkdom verlieten, wedei terug zullen komen, als gij arm zyt? Neen, laat de myn met haar vloek maar blyven. Ik wil er niets van hebben. Wees gerust, oude, zeide Mulrady kalm, terwjj hij zijne jas aantrok. Gy zult de myn nemen, als het de uwe is en zoo niet, dan behoud ik haar, Als het de uwe is, kunt gy uwe kinderen in de gelegenheid stellen, te toonen wat zy voor u ovei hebben, als gij ryk zyt en ik de mijne om te doen zien, hoe zy zich in hunne achteruitgang kunnen schikken. Als ik mij niet vergis, zal dat met hen zeer goed gaan. Hy keerde zich om en opende de deur. Eensklaps greep Slinn met zyn beide handen de hand van Mulrady en bracht haar aan zijne lippen, Mulrady glimlachte en zei, terwijl hy de deur uitgingWeei kalm, oude man, houd u kalm! en vertrok. Een zware last scheen hem van de schouders ts zijn genomen. Hy dacht over zyn vrouw en dochter En op hetzelfde oogenblik dachten deze aan hem en bespraken de mogelijkheid van een huwelijk tusschen Marie en Prince Rosso el Negro en o mijnheer Mulrady twee honderd en vyftig duizenc dollars zou willen betalen, teneinde de speelschuli te kunnen voldoen van dien ongelukkigen edelman, die evenwel van zeer oude adel was. Hoofdst. VI. Toen Alvin Mulrady weer zyn eigen huis binnen trad, gevoelde hij zich niet meer zoo alleen. Of de gebeurtenissen der laatste uren die gedachten ui zyn geest hadden verdreven, of dat hy in gedachte zyn familie onder vroolyke omstandigheden rondon zich zag, zou moeielyk te bepalen zyn. Daar hij van plan was, geheel volgens zyn geweten te handelen was hy bereid, zoo noodig, afstand te doen. Toen hy eenige aanteekeningen bij zijn lessenaar gemaakt had in het schemerlicht van den morgen begaf hy zich weer naar het kamertje, dat al d( voorwerpen bevatte, herinnerende aan zyn vroeger leven. Bij het beschouwen daarvan, begon hy te rillen. Hy kwam tot het bewustzijn, dat zyn vrouw en kinderen nimmer zouden kunnen terugkeeren tot die vroegere toestanden. Zij zouden van daar gaan ver van daar. Marie, zyn Marie zou nimmer willen ruilen met de dochters van Slinn. En waarom ook? Om de half ziekelijke, half gekke droomen van een oude, wraakgierige man. Hy hield eensklaps op. Hy stootte met zyn voet tegen het oude houweel dat hy in de schacht gevonden en gedurende een jaar zorgvuldig bewaard had en toen vergeten Waarom had hy daar niet eerder aan gedacht? Hy keerde terug, toen hy eensklaps schrikte. Deze keer was het door een stem van beneden, die hem riep; het was de stem van Slinn. Hoe kwam de kreupele man hier zoo spoedig en wal wilde hy Hy legde haastig het houweel weg, dat hij zijne eerste opwelling had meegenomen en ging naai beneden. De oude man wachtte hem aan de deur van zyn kantoor. Toen Mulrady aankwam, beefde hij hevig en moest zich aan de deurpost vasthouden om niet te vallen Ik kom tot u, Mulrady, zeide hy met geschokte stem, ik kon niet langer in huis blyven. Ik kom u smeeken, alles te willen vergeten, wat ik gezegc heb en wat er dezen nacht tusschen ons voorviel Ik kom u verzoeken, met my te zweren, dat geen van ons er ooit meer over zal spreken. Het is niel zooveel waard als al het geluk, dat ik gehad heb gedurende het laatste halfjaar van uwe vriendschap in vergelyking met de wroeging, welke ik gevoe sedert een half uur dat ik haar verloren heb. Mulrady greep zijne uitgestrekte handen. Misschien, zeide hy, is er niets van noodig als gy my maar kunt antwoorden. Kom maar mee Ik zal u wel helpen, vervolgde hy, toen hy zag dat Slinn moeielyk voortging. Met zeer veel moeite bracht hy de half verlamde man naar boven en opende het kamertje op de vliering Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGE VELD DEROOIJ Texd< ft ft ft 9 o 1 <T> JJ; W A 2" O Si ft> a p. ?s SS >1 P P (I© es -a M ■t— Sh "S u fee 2 es 2 rs u B n-3 Sn QJ cfi ft ft \i«a\

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4