N\ 121. Donderdag 29 November, A\ 1888. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag-- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag: der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÈN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. KENNISGEVING De BURGEMEESTER der gemeente TEXEL, herinnert bij deze de ingezeten aan art8 der Algemeene Politieverordening dezer gemeente hetwelk aldus luidt: „Voor zoover daarin niet is voorzien bij het Koninklijk Besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad No 142), moet ingeval van verhuizing binnen de gemeente, daarvan binnen één maand kennis worden gegeven ter Secretarie der Gemeente op den voet als hierna is bepaald, te weten Voor een geheel gezin, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen, door het hoofd van het gezin. Voor afzonderlijk levende personen door hen zei ven. Tevens zal daarbij moeten worden opgegeven Wijk en nummer van het perceel hetwelk verlaten en betrokken wordt. Overtreding van deze bepaling wordt gestraft met geldboete tot een mpximum van f 3-" Texel den 23 November 1888. De Burgemeester voornoemd, D. C. LOMAN. TEXEL, 28 November 1888. Door Z. M. is benoemd tot heemraad van den polder Eierland de heer A. Koning Jz. De tegen gisterenavond aangekondigde dam- wedstrijd in het Café „Parkzicht", heeft geen voortgang gehad door te weinig deelname. Liefhebbers voor het damspel waren er blijkbaar genoeg, doch velen achtten zich zeker niet sterk genoeg voor een wedstrijd; althans zij stelden zich daartoe niet beschikbaar. Ook van het goede kan men te veel genieten en zoo is het niet onwaarschijnlijk dat de veelvuldige gelegenheden voor zulke wedstrij den ten vorige jare geboden, de liefhebberij wel wat heeft verzwakt. Naar men ons mededeelt is aan het strand achter de Koog een flesch gevonden, waarin een brief, met het adres: Jh. Wright, pilot Regentstr. 10 Hull en van den volgenden inhoud Hij die dezen brief vindt, wordt vriendelijk verzocht hem op te sturen naar mijne vrouw en kinderen. Ik bevind mij op de Italiaansche bark Amacia, wij drijven reeds naar de wal en wij verkeeren in eenen wanhopigen toestand. Ik zie reeds mijn graf in de donkere golven, vaarwel mijne vrouw, vaarwel mijne kinderen. Ik hoop, dat ik mijne vrouw in den hemel weer ontmoeten zal. 24 Nov. '88. De gunstige berichten omtrent den toestand van den Koning blijven voortduren. Gevoelde Z. M. zich tot vóór een paar dagen nog altijd genoodzaakt het grootste gedeelte van den dag in het daarvoor bestemde vertrek rust te nemen, thans wordt weder de geheele voormiddag in het werksalon aan den arbeid geweid en is de zwakte, welke het gevolg was van 's Konings jongsten ongesteldheid, blijkbaar geheel geweken. De Koningin en prinses "Wilhelmina maken, onverschillig welk weder, geregeld eiken dag een rijtoer, nu eens te zamen, dan weder elk afzonderlijk. Op den bodem van Texelstroom zoo meldt men, waar hier en daar meer dan 300 d. m. water staat, schijnen nog tal van boomstronken uit den grijzen voortijd te liggen. Nu en dan drijven de garnalenvisschers er aan vast. Op die wijze gaan bij herhaling netten verloren. Dezer dagen dreef een visscher met een nieuw net aan zulk een ouden boom vast. Het voor werp werd tot aan den zeespiegel omhoog geheschen. Toen bleek het, dat de boom bijna 2 voet in diameter was. Men moest het voorwerp laten slippen, doch de visschers rekenden zich nog gelukkig er met een gehavend net af te komen. De minister van binnenlandsche zaken is teruggekomen van zijn plan om terstond alle beurzen van de Rijkskweekscholen op te heffen. Hij handhaaft er voorloopig tien aan elke Rijks kweekschool, doch zal reeds het volgend jaar eene dier scholen opheffen. Eene subsidie aan de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, voor de door haar op te richten- zuivelschool, wordt door de Regeering voorloopig niet verleend, om dat der Regeering niet gebleken is, dat minstens de helft der kosten is verzekerd, en omdat de plannen haar niet zijn voorgelegd. Een wijziging der provinciale wet is in bewerking; omtrent een wijziging in de tabel der provincialen kiesdistricten, door den Minister van Binnenl. Zaken noodig geacht, kan nog geen tijdstip der indiening worden bepaald. De her ziening der geneeskundige wetten wordt niet uit het oog verloren; op de volgens den Min. rechtmatige klachten, betreffende de verplichte vaccinatie, zal daarbij worden gelet. Het hoofdbestuur der Maatschappij van Genees kunde heeft besloten, een oiiderzoek in te stellen omtTent het niet toelaten van geneeskundigen tot het lidmaatschap van den Gemeenteraad, op grond van art. 13 der gemeentewet. Het heeft daartoe de leden der Maatschappij uitgenoodigd, alle ieiten, hun daaromtrent bekend, aan het hoofdbestuur mede te deelen, opdat het blijke, hoe in verschillende streken van ons land in dat opzicht gehandeld wordt. Ged. Staten van Friesland hebben hunne goedkeuring onthouden aan het besluit van den gemeenteraad van Doniawerstal, waarbij de onder wijzersjaar wedden van f600 tot f400 zijn verlaagd. Hoewel in 1886 door de Tweede Kamer der Staten-Generaal een wetsvoorstel verworpen werd, om de bijzondere strafgevangenis voor meisjes niet te Amersfoort, maar te Montfoort te vestigen, heeft de Minister van justitie zich ver plicht geacht opnieuw hetzelfde voorstel aanhangig te maken, omdat een persoonlijk bezoek te Montfoort op den 20 September jl. hem heeft overtuigd dat met het oog op het zeer klein getal veroordeelde meisjes op 20 September bedroeg dit 8 het stichten van eene strafge vangenis te Amersfoort uit een geldelijk oogpunt niet te verdedigen zou zijn. Terwijl toch de kosten van den bouw eener strafgevangenis te Amersfoort op meer dan f 20.000 zijn begroot, is het rijksopvoedingsgesticht te Montfoort zonder belangrijke verandering als strafgevangenis voor meisjes in dienst te nemen. Hierbij komt nog, dat wanneer eene vijfde bewaarster bij het rijksopvoedingsgesticht wordt aangesteld waarvoor bij de begrooting voor 1889 gelden zijn aangevraagd het personeel der beambten bij dat gesticht, om de veroordeelde meisjes streng afgezonderd te kunnen verzorgen en onderwijzen, geene uitbreiding zal behoeven, terwijl bij de vestiging van een strafgevan genis te Amersfoort minstens eene directrice, een geneesheer, een protestantsche godsdienst leeraar, een R. K. geestelijke, een schrijver, een portier en een misschien wel 2 bewaarsters zullen moeten worden benoemd. Derhalve meent de Min. van justitie dat een wijziging der wet van 3 Januari 1884 Staatsblad no. 3) overeenkomstig het thans ingediend ontwerp eene belangrijke besparing van uitgaven ten gevolge zal hebben. De Pruisische Regeering heeft den invoer van vee uit Nederland verboden, doordien te Ochtrup onder uit Holland aangevoerd vee besmettelijke veeziekte is uitgebroken. Volgens de „Haagsche Crt." is de eer van Scheveningen in gevaar. De openbare meening, - niet ééne stem, maar ieder, die men hoort, - is verontwaardigd over de onbeholpenheid en de ernstige gebreken, welke bij de redding van de schipbreukelingen van de „Ango" zijn gebleken. Terecht of ten onrechte? Het blad zal het niet beslissen. Maar tegenover de publieke opinie is een ernstig onderzoek noodig. Want de beschul digingen zijn zwaar. Intusschen bevat het „Vad."reeds een kort antwoord van den heer A. Hoogenraad te Scheve ningen. Hij verklaart nu het volgende: lo. De redding der schipbreukelingen was onmogelijk; de sterke branding, vooral zware „Zooper," beletten dat de reddingboot ooit in zee zou komen, waar zij ook zee ging, ook niet als die voor den vuurtoren zee had gekozen; zij had dan steeds langs den wal geslingerd geworden. 2o. Er stonden ongeveer 30 bommen aan wal met hun kabels vooruit; daartegen had de redding boot, bij zuidelijk zeegaan, kans gehad van omslaan en meer menschenlevens waren te betreuren geweest. 3o. Had de boot kans gehad om buiten de branding te komen, dan is de nadering van een schip, dat door lekkage, (er was reeds vóór de stranding ruim een meter water in), direct in den grond welt, ondoenlijk en alle redders waren zeker verloren geweest. 4o. Afstanden schatten schijnen de klagers in 't geheel niet te kunnen; zij spreken van 200 meter, terwijl men veilig kan aannemen, dat de afstand, gerekent naar den waterstand op het oogenblik der stranding, wel 400 meter was. 5o. Omdat de vuurpylrichtef beter afstand kon schatten, is hfj met zijn toestel zoo laag mogelijk gaan staan, omdat iedere meter er een gewonnen is om het doel te bereiken. 6o. De vuurpijlen konden het schip niet be reiken, daar de peilen geen 400 meter bereiken, onder zeer gunstige omstandigheden slechts 300 meter. Het hoofdbestuur te Amsterdam heeft kosten nog moeite gespaard in de laatste jaren, om steeds nieuwe en betere pijlen te doen aanmakeD, maar tot heden is men wel vooruit gegaan, maar kan men nog niet op vierhonderd meter de lijn brengen. Het vaartuig dat tusschen Schokland en Urk gezonken is, wordt vermoed te zyn dat van J. Kistjes, gedomicilieerd te Zuidwolde (Dr.) aangezien men weet, dat hij met eene lading schelpen naar Zwartsluis afgevaren is, zonder aldaar te zijn aangekomen. Ook is geen bericht ontvangen, dat hij elders is aangekomen. Aan boord bevond zich de 70-jarige schipper en eveneens bejaarde knecht. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1