J°. 122.
Zondag 2 December
A0. 1888.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Eene herinnering aan 1813.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag; der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
VAN EIGEN BODEM.
De gebeurtenissen welke voor 75 jaren
geleden in ons Vaderland plaats vonden, zijn
of worden op verschillende plaatsen herdacht;
nog dagelijks komen in de couranten berichten
over gehoudene, of te houden feesten ter
herinnering aan dien gedenkwaardigen tijd
voor, verschillend van datum, naar gelang
van een of ander belangrijk feit, waarin stad
of dorp uitmuntte.
Zoover ons bekend, zijn die gedenkdagen
op ons eiland zonder veel omslag voorbijgegaan,
en daarom doet het ons te meer genoegen,
door een vriendelijke hand in staat te zijn
gesteld, in onze colommen eene herinnering
van 1813 te kunnen geven, voor zooverre
die op ons eiland betrekking heeft.
Wij nemen daarom volgaarne het volgende op:
„Naar aanleiding van de ook voor ons eiland
gewichtige gebeurtenissen voor 75 jaren,
kwam het mij voor dat nevensgaande stuk
u niet dan een welkome plaats zou beslaan
in uw blad. Dit in 1813 geschreven, geeft
een juiste schets van hetgeen hier toen
plaats had.
In vele plaatsen van ons Vaderland herdacht
men dezer dagen de heugelijke gebeurtenissen
van toen, en juist Texel bleef in alles ten
achter.
De Texelsche Courant zal zich dus nu nog
eenigermate van een aangename plicht kunnen
kwijten, door althans de eerste dagen van
Dec. 1813 niet ongemerkt te laten voorbijgaan.
HET EIJLAM) TEXEL.
Oosterend den 7 December 1813.
Sedert den 5e December is alhier op dit
Eijland, door de burgers van het dorp Oosterend,
en het Nieuweschil eene omwenteling te weeg
gebragt. De Oosterenders door eenige dag
bladen, en andere publike in Amsterdam uijt-
gekomene geschriften met [afgrijzen vervuld
door het tirannijsch gedrag der fransche op
eenige plaatsen in ons vaderland, gehouden,
bezield met geestdrift en verknogtheijd aan
het Huijs van Orange, aan wiens Eersten
Willem ons vaderland de grootste dankbaar
heid verschuldigdt is, en opgewekt door het
voorbeeld welke andere vrijheijd en vaderland
livende braven, hebben getoondt, hebben ook
willen doen zien dat nog het oude bloed der
Nederlanden ook in hunne aderen vloeijden.
Op Zaturdag den 5 Deer wierdt er aan het
Nieuwe schild door eenige snaphaan schooten
een algemeene wapening aangekondingt, waar
op de Nieuweschiltsche burgers gewapend met
snaphanen, sabels, piken en ander geweer na
Oosterend trokken, en vereenigde zig aldaar
met de op den been gebragte Oosterendsche
burgers. Men zettede de Prinsche vlag op
den toorn, en toog, voorzien van den Holland-
schen standaard, onder aanvoering daartoe
benoemde officiers na het Oudeschil, van waar
zij onder de oude vreugde geroep Vivat Orange
boven, naar het lunet trokken in welke eene
besetting kustkanonniers zich bevond, het
welke bij capitulatie aan de burgers wiert
overgegeven. De bezetting voegde zich
dadelijk bij de verenigde burgers en rukte
toen onder het geluijd der trom naar het fort
Centraal welke eer bekend, met de naam
van Schans, hetwelk verdeedigd wiert, door
25 follegaars, en 40 kustkanonnier, gekom-
mandeerd door den commandant en eenige
fransche offisiers. Na het zelve opgeëijst
te hebben voor den Prins van Orange gaf de
commandant ten antwoord, veel eer zijn leven
te willen verliezen dan tot den overgaaf te
willen besluijten.
Hierop marscheerde men na den Hoofdplaats
den Burg, met oogmerk om de oude vader-
landsche vlag op den tooren te planten en
den vrijheijdsboom uijt den weg te ruijmen.
Op eene korte afstand van den Burg, kwamen
eenige leden van het Eij lands bestuur onder
gelijden van de vrederegter hun te gemoet
welke hun vroeg: wat hun oogmerk was?
waarop de capetijn der gewapende burgers
hem tot antwoord gaf: de zoo genoemde vrij
heijdsboom uijt den weg èn de Hollandsche
vlag, op den tooren. Hierop wilde zij hun
van hun doel afbrengen, dog de gewapende
menigte tot dus verre reeds gevorderd, wilde
zich in gene deele aan hun verzoek onder
werpen maar trokken in orde voor waars de
vrederegter verzettede zig hier tegen, wierp
zich voor hun neder, roepende: dat zij hem
veel liever moesten nederstooten, dan hun
plan in uijtvoer te brengen, dan de burgers
zich hier niet aan stoorende, marscheerde op
den Burg, alwaar bij hun aankomst de vlag
onmiddelijk, door de ingezetene wert opgezet.
Waarna men in geschikte orde, zonder dat de
ingezetene van den Burg redenen van klagen
hadden, maar in teegendeel, ten uijtersten
voldaan, over hun braaf gedrag, de straten van
den Burg door trokken, de vrijheijdsboom om
ver hakten en wederom naar Oosterend te
rug keerden, waarna men uijt elkander ging
ider na zijn wooning.
Wordt vervolgd.)
TEXEL, 1 December 1888.
St. Nicolaasavond. Als het volgende nummer
van ons blad verschijnt is het St. Nicolaas
avond. Bij de eigenaardige wijze waarop hier
dat feest wordt gevierd, wagen wij het te
herinneren aan eene opmerking van het vorige
jaar, dat het wenschelijk is dat vele personen
bij maskerade zich vereenigen opdat daardoor
aan het vermaak het nut worde gepaard. Wij
herinneren daartoe aan het St. Nic. feest van
1880. enz. Wat dit jaar ons zal geven is
ons onbekend, doch indachtig dat ten vorige
jare in de kleeding en vertooning der gemas-
kerden reeds veel verfijning was optemerken,
wenschen wij en zeker velen met ons dat
ergerlijke of minder doelmatige vertooningen
achterwege mogen blijven.
In de zitting van de Tweede kamer is
Donderdag door den heer Schepel verlof gevraagd
en verkregen om de Regeering te interpellee-
ren over het verbod van den invoer van rundvee
in Duitschland.
Bij de voortzetting van het debat over de
Indische begrooting verdedigde de Minister zijn
bekende godsdienstige gevoelens, sprak van
de Nederl. Herv. kerk als bestuurd zonder
belijdenis en beval de waarheden der heilige
alliantie aan. De heeren Yan der Kaay en
Schaepman protesteerden tegen dergelijke uit
latingen, terwijl de heer Schaepman ook het
recht der Catholieken als een deel der natie
volhielt.
De heer Lohman zag in de woorden van den
Minister niets kwetsends. Deze laatste vroeg
verschooning. Het was 's Ministers bedoeling
niet geweest iemand te kwetsen. Aan de
Catholieken bracht hij hulde voor hun gods
dienstzin, zoowel hier als in Indië.
Voorloopig is door de Regeering ingetrokken
het voorstel tot het voteeren van f 12000 voor
docenten in de klassieke talo te Batavia.
Bij koninklijk besluit van 20 dezer, opge
nomen in de Staatscourant van 28 dezer, wordt
op de voordracht van den minister van waterstaat,
handel en nijverheid bepaald dat voorfrankeering
van brieven en andere stukken postzegels zullen
worden ingevoerd, onderscheidenlijk ter waarde
van 77s, 22V3 en 100 cents. Zij zullen, te rekenen
van 15 Dec. a. s., voor het publiek verkrijgbaar
zijn. De bepalingen van het koninklijk besluit
van 12 Nov. 1851 (Staatsblad nr. 148) zijn mede
op deze zegels van toepassing.
Het bestuur der Zuiderzee-vereeniging heeft
zich tot de Tweede Kamer gewend met het verzoek,
op de staatsbegrooting voor 1889 eene som van
f 10,000 te brengen, als eerste termijn van een
over drie jaren te verdeelen subsidie van f 30,000
voor het door de Vereeniging in te stellen
onderzoek. De aanvankelijke begrooting der
kosten van dit onderzoek gaf een bedrag aan
van 125,000, doch verschillende omstandigheden
hebben het bestuur in staat gesteld dit bedrag
tot 100.000 te verminderen zonder in het minst
van het oorspronkelijk gestelde doel, het instellen
van een volledig onderzoek, at te wijken. De mid
delen der Vereeniging wijzen tot het einde van
1891 een bedrag aan van ongeveer f 75,000
zoodat dei Vereeniging een bedrag van f 80.000
ontbreekt, om het door haar bedoelde onderzoek
te doen instellen. Wanneer die subsidie aan de
Vereeniging van Rijkswege toegewezen is de
overige f 75,000 zijn door provinciën, gemeenten,
waterschappen particulieren bijeengebracht zijn
derhalve de middelen verzekerd om het voorge
steld onderzoek ten einde te kunnen brengen.
In eene vergadering der vereeniging voor
volksvermaken werd op de vraag van een der
leden: of er ook iets bekend was omtrent de
oprichting van een standbeeld voor J. Pz. Coen,
door den Voorzitter medegedeeld, dat in eene
vergadering der Coen-commissie te Haarlem
gehouden, tot de oprichting van dat standbeeld
besloten was.
Het zal te Hoorn worden geplaatst, uit metaal
gegoten worden, 3 M. hoog zijn, en staan op een
voetstuk van 2 M.
Verder mocht nog niets daaromtrent bekend
gemaakt worden.
1