ARGENTIJ1SCHE REPUBLIEK.
ZUID-AMERIIvA.
air-
KINDERSPEELGOED
BESCHIKBAAR:
Een Mrooie YorMire BEER,
laar Transvaal!
Apten KONING Co. Texel.
ATTENTIE S,
CACAO-LIKEUR,
Amerikaans cte
rnn.
Feuilleton.
V 00 RH AN DE N.
HOLLAND-AMERIKA.
Bianca de Zangeresse.
-s
.s
De Consul der Argeiitijnsclie Republiek te ROTTERDAMgeeft hierdoor kennis, dat
INLICHTINGEN OMTREKT LANDVERHUIZING naar bedoeld Rijk, kosteloos gegeven
worden aan het Bureau Tulpstraat No. 13 te Rotter da m (Nobriler-Eiland), dat
daartoe geopend zal zijn eiken werkdag- van 0 tot 5 uur.
Op schriftelijke verzoeken om inlichtingen of' aanvragen tot passage op crediet, in
verband met de voorschriften dienaangaande bestaande, wordt alleen dan acht geslagen
indien zij franco zijn gericht aan bovengenoemd Bureau,
De Consul voornoemd.
Het nieuwe Amerikaansche LOUISE SPEL.
BE VIER JAARGETIJ DEV.
ALLERLEI TIJDVERDRIJF.
LOTERIJ Ii\ 5 KLASSE.
VRAAG EN ANTWOORDEN* l»EL.
benevens vele andere nieuwe en meer bekende
soorten.
BURG-, Warmoesstraat. W. C. Reu.
Tot het leveren van
biedt zich beleefd aan
COCKSDORPWed. Jb. BRANS.
30 November '88.
bij W. BRANS.
DEKGELD f5.— Eierland.
DIRECT van AMSTERDAM naar PORT NATAL,
bij genoegzame deelneming met het le klasse
Nederlandsche Stoomschip JASON.
Hollandse he bemanning. Hollandsche voeding.
PASSAGE-PRIJS f 180,-.
Ontvangen
een nieuw overheerlijk likeur.
Voor Texel uitsluitend verkrijgbaar
bij T. M. ZIJM
den Burg. Molenstraat.
5
A S s.
*3
V
o
9
if
Lijn NOORD-AM E RI K A
eiken Zaterdag naar NEW-YORK.
Lijn Zl I D-AMERIKA,
eiken vijfden der Maand naar
Montevideo, Buenos-Ayres en Rosario,
(via Corunna, Lissabon en Madeira.)
ET voor
De gunstig bekende stoomschepen der
Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-
Maatschappij hebben uitstekende inrichtingen
5r
1% II en IIIe Klasse Passagiers.
Hoofdkantoor te Rotterdam, Noorder-Eiland
Passage,, te Amsterdam, 44 Prins Hen
drikkade, over het nieuwe Centraal-Station
Vlugste en goedkoopste aansluiting met
Curasao.
Distr.-Inspecteur J. E. KROES te Groningen.
v E. BOLS1US te Oistenoijk.
Agenten: Koning Go. Texel en
A. Dros Albz. De Cocksdorp.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
Deel I. Hoofdstuk XX.
XIX.
Ik dank u voor uw goed plan, mijnheer Charlery.
G-ij bezit geen groot fortuin en hebt zelfs aan uw
oom om geldelijke steun gevraagd.
Later hebt gij een betrekking gekregen aan een
van onze ministerie's, om uw huishouding te kunnen
onderhouden
Ja, dit is volkomen juist.
Heeft mijnheer de markies u niet met geheele
onterving gedreigd, om uwe echtverbintenis?
Dat is inderdaad zoo, mijne heeren.
Weet gij ook of hij reeds by testament over
zijn vermogen beschikt had.
Daar is mij niets van bekend.
Welnu ik voor my geloof dat, al mocht hy dan
geen werkelijk testament gemaakt hebben, hy toch
wel iets omtrent zijne laatste wil heeft opgeschreven,
dat als geldig kon worden beschouwd.
Gij gelooftriep Amaury zeer verwonderd
uit, en waarop is uw vermoeden gegrond?
En wat zou er dan van dat testament geworden
zyn
M. de markies had zijn laatste wil, ten minste
een plan daarvan, in dat boekje, hetgeen in desnip-
permand werd gevonden, opgeschreven, maar waaruit
de blaadjes waarop het stond, gescheurd zyn, waar
schijnlijk dezen nacht door zijn moordenaar
Door den moordenaar? herhaalde Amaury ver
baasd en hortend Maar welk belang kon deze
er by hebben, dat die laatste wil niet bekend werd?
Dat zal hopen wij later biyken. Zie hier staat
duidelijk: „Ik vermaak
Ja dat is wel zijn schrift maar myne
heeren mag ik opmerken dat mijn oom zelf dat stuk
er wel uitgescheurd kan hebben, want niets bewijst,
dat dit boekje in handen van den moordenaar is
geweest.
Deze opmerking bracht de rechters er toe het
bewuste voorwerp nog eens nauwkeurig te bezien.
Zij vonden inderdaad op een omslag afdrukken van
bloedige vingers. Nu was geen twijfel meer mogelijk
De blaadjes waren er door den moordenaar uitge.
scheurd. Daar Amaury op de laatste vraag of zyn
oom buiten hem nog bloedverwanten bezat, welke
van hem zouden kunnen erven, onkennend ant
woordde, sprak de rechter van instructie zijn gevoelen
uit, dat de schijn zoo zeer tegen Amaury was, zoo
dat deze verplicht was, te beloven op zyn woord van
eer de stad niet te verlaten en zich steeds gereed
te zullen houden om voor de rechtbank te verschynen.
Toen hij dit beloofd had, werd den burggraaf toe
gestaan zich te verwijderen.
Hoofdstuk XXI.
Twee dagen gingen er voorby zonder dat er iets
naders omtrent den moord bekend werd. Den derden
dag, omstreeks 2 uur 's namiddags, toen Charlery
weer van zijn gewone bezigheden naar huis terug
kwam, ontmoette hij in de vestebule van zijne woning
een troepje agenten.
Een dier agenten kwam naar hem toe, en zei:
dat de rechter van instructie hem wachtte.
Amaury haastte zich om aan die uitnoodiging
gehoor te geven, en vond in de salon twee van de
rechters, welke hem reeds vroeger ondervraagd
hadden, bevens nog een derde, allen met eene pen
in de hand en wit papier voor zich; aan alle deuren
waren agenten geplaatst.
Dit ziende trilde Amaury al was hy ook geheel
onschuldig aan de vnisdaUd.
Voor de rechter lag een vrij groot pak, met een
doek bedekt.
De blikken van Amaury vielen er dadelijk op en
hij vroeg zich af, wat dat kon zijn.
Mijnheer Charlery, zei de rechter van instructie
langzaam, nadat hy Amaury uitgenoodigd had te
gaan zitten, wij hebben het noodig geoordeeld bij
u eene huiszoeking te doen
Hierbij keek de rechter den burggraaf goed in het
gelaat, om te zien, of hij er niet door veranderde.
Vervolgens hernam hy.
Ziehier de vrucht van ons zoeken. In een der
kelders, in die waarvan het kelderraam op straat
uitkomt, hebben wij onder een steen dit pak kleeren
gevonden, een jas en een broek.
Het pak dat voor hem lag ontblootende vervolgde
hij
Erkent gij, dat deze kleeren aan u toebehooren?
M. een griffier schrijf!
Die kleeren iu mijn kelder! riep Amaury uit.
Maar dat is onmogelijkDie kunnen
niet van my zijn.
Welnu beschouw ze op uw gemak.
De burggraaf nam de jas en ging er mee naar
het raam.
Eensklaps wierp hy geheel ontdaan van afgryzen
het kleed van zich af en riep met trillende stem
uit:
BloedbloedEr is bloed aan dit
kleed
De rechter raapte het op.
Wilt gij, vroeg hy, mij antwoorden op de reeds
door mij gedane vraag, of dit kleed u toebehoort?
Mijne heeren, zei Amaury, geheel ten prooi
aan de hevigste aandoening, ik weet niet welke ge
volgen het antwoord dat ik u geef voor my zullen
hebben, maar al ware het ten koste van mijn leven
toch wil ik mijn geweten niet met een leugen be
zwaren Ja, zij behooren my toe.
Kunt gy ons nu ook nog zeggen hoe ze in die
kelder komen en van waar die bloedsporen zyn die
zooals gij ziet nog versch zijn.
Dat is my geheel onmogelyk, antwoordde Amau
ry rillende, ik kan niet anders gelooven dan aan
een helsche samenspanning Vraag my niet
meer mynheer, want ik zal u toch niets kunnen
antwoorden.
Mynheer, zei de rechter van instructie hierop,
na al hetgeen reeds door ons werd vernomen en na
uwe bekentenis dat het bewuste kleed uw eigendom
is, zijn wy verplicht u gevangen te nemen
Amaury viel geheel verplet in zyne stoel neer,
zonder zich eenigszins te verzetten, liet hy zich
door 2 agenten het salon uitvoeren naar het buiten
wachtende rijtuig.
Al zijne krachten schenen in hem verlamd
Hoofdstuk XXII.
Amaury werd voorloopig gevangen gezet en na
verder onderzoek gevonnisd.
Gedurende de langdurige gerechtszitting was een
man, nog jong van uiterlyk, maar blykbaar met
veel ondervinding in strafzaken, steeds een der
toehoorders geweest.
Hij bleef bij alles uiterlyk kalm en koud, geen
spier van zijn gelaat vertrok zich, terwjjl alle
overigen ten zeerste getroffen waren.
Die man was Lorenzo Mattioli, de moordenaar van
den markies de Sassenage.
Nadat het vonnis was uitgesproken, verliet hy
dadelyk de zaal en nauwlyks buiten gekomen, gaf
hy zyn hart lucht in een helsche lach.
Met verhaaste tred doorliep hy verschillende straten,
als iemand die zich van een zware last bevryd ziet.
Na den dag van den moord had Lorenzo volgens
afspraak Bianca niet weergezien, om daardoor geen
achterdocht op te wekken.
Hy was in de dagbladen den geheelen loop van
het proces gevolgd en lachtte in zijn binnenste over
de wreede dwaling der justitie.
Eens was hy eenigszins ontsteld, toen hy las, dat
ook de burggravin in voorarrest was gezet. Als
dat bericht waar was, vreesde hy er voor, dat Bianca
alles zou bekennen en hy had zyne maatregelen reeds
genomen om te vluchten.
Eerst na drie dagen las hy het voor hem gerust
stellende bericht, dat de burggravin vry van alle
verdenking was.
Geheel gerust was hij echter niet voor hy met
eigen ooren het doodvonnis had hooren uitspreken
van Amaury.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOU Texel
S3
sa
S!
-
I,
S3
9t
S»
ét
a
o
S3
O
C3
o
fcc
c*
.*3'
O
CS
CS
H