N». 139. Donderdag 31 Januari. A«. 1889.
Advertentieblad.
Nieuws- en
Binnenland.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag; der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
G-roote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOTJ, Parkstraat, Burg op Texel.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Otuen abonnés buiten den Bui g
fgf woonachtig, welke ons het abon-
nementsbedrag van liet 1 Jan.
j. 1. afgeloopen kwartaal nog niet overmaakten,
verzoeken wij beleefd ons dit alsnog voor
5 Februari a. s. te doen toekomen.
De Uitgevers.
TEXEL 30 Januari 1889.
In eene vergadering van leden van het
hier bestaande ziekenfonds, Maandag-avond
gehouden, welke vergadering door ongeveer
80 personen werd bijgewoond, werd besloten
tot oprichting van een fonds tot uitkeering
bij overlijden (doojenfonds noemden het sommi
gen) waartoe kunnen toetreden de leden van
het ziekenfonds, voor hen zeiven, tegen beta
ling eener wekelijksche contributie van 3 cents
voor eene uitkeering van f 40. De kas
van het ziekenfonds strekt tot waarborg
kapitaal van het nieuwe fonds, dat voorloopig
voor één jaar wordt opgericht. Staande de
vergadering traden 32 personen als lid toe.
Wanneer wij volgen onze gewoonte om
uitsluitend een resumé te geven van hetgeen
op eene vergadering wordt behandeld dan
zouden wij met bovenstaande mededeeling
zeer goed kunnen volstaan.
Wij gevoelen echter behoefte, in dit geval
hierop eene uitzondering te maken, omdat wij
meenen dat deze zaak, welke ontegenzeggelijk
van zoo groot belang mag worden geacht,
wel waardig is nader te worden besproken;
vertrouwende dat onze opmerkingen in deze
niet als kleingeestige kritiek, doch als eene
welgemeende vingerwijzing zullen worden
beschouwd.
Het pleit zeker meer voor den goeden wil
van bestuurderen dan wel voor een ernstig
nadenken, dat door hen reeds zoo spoedig
gevolg kan worden gegeven aan de wensch
in eene vorige vergadering geuit tot oprichting
van een fonds bij overlijden; zoo althans kwam
het ons voor, toen ons bekend werd de bijeen
roeping tot deze vergadering.
Men moest toch wel een buitengewone ijver
aan den dag'hebben gelegd, om nu reeds gereed
te zijn met alle voorbereidende werkzaamhe
den, welke verbonden zijn aan een op goede
grondslagen steunende vereeniging, als werd
gewenscht.
Verwonderen doet het ons dan ook niet,
dat in de gehouden vergadering, het bestuur
met geen, ot beter gezegd met zulk een
bekrompen en onvolledig uitgewerkt voorstel
voor den dag kwam; en wij betreuren dat,
omdat, zoo ergens, hier de noodige bouwstof
fen aanwezig zijn, om een fonds als bedoeld
wordt te kunnen oprichten.
Letten wij er slechts op dat nagenoeg alle
leden van het ziekenfonds, ook leden zijn van
begrafenisfondsen, dat nu al reeds de kosten
bij begrafenissen worden verlicht door onder
ling dienstbetoon, dat het ziekenfonds een
aardig sommetje bezit om als waarborgkapitaal
te dienen en eindelijk de administratie weinig
of geen kosten na zich behoeft te slepen, dan
ligt het voor de hand dat onder zulke gunstige
omstandigheden de daarstelling van een flink
fonds tot uitkeering bij overlijden, dat in de
behoeften zou blijken te voorzien, waarlijk
geen onmogelijke zaak is. Zooals het thans
in werking zal treden is het of overdaad öf
half werk.
Wat wij hadden gewenscht?
1°. Dat de vergadering door den President
of een ander der bestuurders was geopend
met een gepast woord, waarin het doel dei-
bijeenkomst duidelijk werd uiteengezet, en
overigens de vergadering behoorlijk was geleid.
2°. Dat het bestuur met duidelijke voor
stellen was voor den dag gekomen, en een
fonds had voorgesteld niet alleen voor de leden
maar ook voor hunne vrouwen en kinderen,
waardoor het lidmaatschap van andere derge.
lijke fondsen zou kunnen worden opgegeven-
3°. Dat het bestuur bij goedkeuring van
het voorstel tot oprichting van een fonds met
een zekere som uit de kas van het ziekenfonds
als waarborg, een reglement en verdere
bepalingen had ter tafel gebracht, en daarna
door hen die zich als deelhebbers aangaven
een bestuur ware gekozen, om dit fonds
geheel afgescheiden van het ziekenfonds (zooals
toch het plan schijnt) te besturen en te admi-
nistreeren, waarna door belanghebbenden ver
der die bepalingen konden worden gemaakt
welke zij gewenscht achten.
Dat op die wijze een goed en degelijk fonds
tot stand kan worden gebracht, achten wij
buiten twijfel; 't zou een fonds kunnen zijn,
dat bij minimum van contributie eene behoor
lijke uitkeering zou verzekeren bij overlijden
van mannen, vrouwen en kinderen, 't zou een
fonds zijn, zooals wij meenden, dat door de
leden werd gewenscht, en dat alle overige
fondsen overboJig maakte.
Wij achtten iiet ons plicht hierop alsnog
indachtig te maken, opdat bij het verder
verloop dezer zaak da. medp rekening kan
worden gehouden.
Men duidde ons de gedane opmerkingen
niet ten kwade.
Het minder gunstige weder was oorzaak
dat gisteren aan berging van de lading der
Benbrackniets kon worden gedaan. Het
schip is hooger op strand gekomen en moet
zich nog goed houden. Men verzekert dat
er niet zooveel water in is, als aanvankelijk
werd beweerd. Heden zouden de pogingen
tot berging der lading worden voortgezet.
Oudeschild. 29 Jan. Na een langen tijd van
rust, werd Zaterdag en Zondag door de Re
derijkerskamer „Heije" alhier, eene welge
slaagde uitvoering gegeven.
De stukken„de Twee Ringen," „Eene
nieuwe meid" en „Koekoek" werden zoo goed
gespeeld als dat van liefhebbers verwacht
mag worden,
't Viertal jonge dames, dat voor de eerste
maal de planken betrad, deed goed haar best
en speelde over 't geheel niet onverdienstelijk.
Na afloop der voorstelling brachten de dans-
lustigen nog gezellig een paar uurtjes door.
Het (Zondag-)voormiddag op het Loo
uitgegeven bulletin omtrent den toestand des
Konings luidt aldus „De toestand van Z. M.
den Koning mag voor het oogenblik bevredigend
genoemd worden. De laatste 24 uren hebben
een gunstig verloop gehad."
Het officiëele bulletin van Maandagochtend
luidt als volgt„Z. M. de Koning bracht
gisteren een goeden dag en heden een rustigen
nacht door. De toestand blijft bevredigend."
Voorloopig zullen er op het Loo geen bulletins
meer worden uitgegeven.
De Staatscourant bevat het volgende
bericht omtrent den toestand van Z. M. den
Koning
Zijne Majesteit de Koning heeft de laatste
nachten goed doorgebracht; volgens verklaring
van professor Rosenstein en van de genees-
heeren des Konings is de toestand der krach
ten van Zijne Majesteit bevredigend. De ge
ringe verschijnselen van hartzwakte, die zich
verleden week voordeden, zijn gelukkig weder
geweken. Indien zich geene ongunstige ver
schijnselen voordoen, zal het eerstvolgende
bulletin in de Staatscourant van 5 Februari
1889 geplaatst worden.
De ziekte des Konings aldus leest men
in de Haagsche kroniek van de N. Gr on. Ct.
heeft het gewone verloop. Tot nog toe nemen
de krachten minder snel af dan men aanvankelijk
vreesde, maar, al moge de Staats-Courant
schier ellcen avond de natie in schijn gerust
stellen door de vermelding van de kalmte en
rust van den Hoogen Lijder, ik meen wél te
doen met mijnerzijds tegen illusiën te waar
schuwen. De phase van apathie, die reeds voor
een dag of vier scheen te naderen, is nu
werkelijk ingetreden. Z. M. slaapt veel, niet
enkel 's nachts, maar ook bij dag; 't is de
slaap der uitputting, niet de verkwikkende
sluimering van den zieke die, ontwakend, zich
versterkt gevoelt. De eetlust blijft ook zeer
gering en wat de officiëele bulletins niet
vermelden is de hoofdzaak, de polsslag
wordt allengs minder krachtig en de geest ver
zwakt voortdurend. Nu en dan is de Koning
in de laatste dagen nog eens opgestaan, maar
alleen voor weinige oogenblikkenhij teekent
nog alle stukken, maar werkt overigens niet
meer in den eigenlijken zin des woords. De
geneesheeren ontveinzen zich geen oogenblik
het blijvend gevaar en het vermoedelijk spoedig
einde, dat wel in een zacht inslapen zal zijn
gelegen. Het is waar, dat prof. Rosenstein de
mogelijkheid van een zeer langdurig ziekte proces
heeft toegegeven, maar niet onvoorwaardelijk
hij moet H. M. de Koningin, die hem n;p rzijn
laatste consult ontving, onbewimpeld ïiebben
verklaard, dat, zoodra er in den toestand van
opgewondenheid, waarin Z, M. in de vorige week
verkeerde, een wending kwam, de afloop spoediger
zou zijn dan op dat oogenblik was te wachten.
En de wending ze is helaas sedert Woensdag
avond gekomen. Van toen af heeft de onrust
des lijders voor een onheilspellende kalmte plaats
gemaakt.
TEXELSCHE C0URA1ÏT.