G. J. O. D. DIKKERS, j. a i, 14 i a.s. BIJ 21 Fetaari a.s. BIJ AFSLAG, Twee Huizen met Schuren J. H. Makelaar, te» imrstaai van fa Notaris G. J. 0. D. Bitters, Aan De» Bnrff Meters leïïaail op Uilenspiegel. tegen 4 a 5 Gulden per stuk. Donderdag 14 Februari 1889, op Vrijdag 15 Februari 1889, Feuilleton. Coninck Westenberg, publiek verkoopen: zal publiek verhuren: publiek verkoopen: JAN KUIPER Bianca de Zangeresse. Notaris te Texel, zal op des morgens 10V« ure, op het KLIF aan DEN HOORN op Texel, PUBLIEK YERKOOPEN: 155 I^MSCHAPEN. Mpjjji 40 ENTEULINGEN. en hetgeen verder gepresenteerd zal worden. zal op en op telkens des avonds ten 7 ure in het lokaal de Vergulde Kikkert a/d. BURG ten overstaan van den Notaris en 17 perceelen WEI, HOOI- en BOUWLAND, te zamen groot 21 heet. 29 aren, staande en gelegen in de polders Waal en BurgKoog en Waal. In perceelen en combinatie. Eigendom van J. Wz. ROEPER. Aanv. 20 MAART. Betaling 24 JUNI a. s. Het grootst gedeelte der kooppenningen kan op de perceelen gevestigd blijven. Verdere information verstrekken gemelden Makelaar en Notaiis. Notaris te Texel, des avonds ten 7 ure, in het logement de Vergulde Kikkert aan den BURG. Yoor den Heer JAN Adr. KIKKERT. 2 84 10 -- 91 - -- 89 30 -- 45 60 1 88 10 Boet en Boetstuk. Ruitersland. Hoogeweidje. Eetje. de Mars. zal Woensdag 20 Februari a. s. 's avonds 7 ure, in 't Café Parkzicht aan den Burg Voor den Heer Jb. Pz. KOK. I. 1 87 30 Immelandbij Bakkeweg K815. II. 1 35 20 Schetterioeidaan de Westen E 851. III. -78 80 Hooge Zaadland, aan de Westen E 836. IV. -09 10 Tonnekeaan de WestenK 799. Aanvaarding 20 Maart. Betaling 24 Juni a.s. Verlangde inlichtingen worden gegeven dooi den Eigenaar en ten kantore van voormelden Makelaar en Notaris. LEESGELD PER 12 NUMMERS 25 CENT. Adres: LANGE VELD DE ROOIJ. Koopt NUCHTEREN KALVEREN Vrij naar 't Fransch door A. B. Deel II. Hoofdstuk XXII. XXXIX. Neen, Martial, hernam de vreemdeling, neen, hjj is niet doodl Hjj is het wel, die gjj ver onderstelt, dat het is. Mynheer de burggraaf van Charlery riep de blinde uit, op zijn stoel neervallende en een wanhoopskreet uitende, die zoo snijdend was, dat de vreemdeling er van begon te sidderen. Ja, ik ben het, herhaalde deze, de banneling, Amaury van Charlery, welke als door een wonder in 't leven gebleven is, om hen te straffen, welke mij zoo onrechtvaardig hebben doen veroordeelen O, maar zeg mij toch waar is Yvonne? Wat is er van haar geworden? Yvonne, herhaalde de blinde, als uit een droom ontwakende, Yvonne, wie is dat? O, het is waar, ik vergis mij, gij hebt eenen anderen naam aan mijn kind gegeven Uw kind, mijnheer de burggraaf, uw kind her haalde de blinde in snikken uitbarstende, zjj is dood Dood, riep Amaury uit, ten prooi aan de leven digste smart, dood O, mjjn God, waarom hebt Gij mijn leven gespaard, toen Gij haar tot U opriep I Dat is te zeggen, hernam de blinde aarzelende, dat zij voor ons dood is - - - Wat wilt gij zeggen? vroeg de burggraaf ang stig. O, ik durf u niet alles bekennen, mijnheer Spreek, gij zijt het verplicht aan een vader, hoe vreeselijk de waarheid ook moge zijn. Martial vertelde het gebeurde van den tijd af, waarop zijn huis een prooi der vlammen was geworden hoe hij verplicht was geworden naar Parijs te gaan wonen en vervolgens de treurige geschiedenis van den val van zijn ongelukkig kind, zooals hij die uit den mond van Bernard had vernomen. Amaury was opgestaan. Hjj liep de kamer op en neer, weenende van woede en schaamte en bromde tusschen zijn tanden: Yan hare moeder heeft zij die bedorven natuur overgeërfdO, hemel, welk een terugkomst! Waarom hebben de Indianen mij maar niet geschalpeerd, of heeft de Oceaan mjj maar niet ver zwolgen in zijne peillooze diepte! Vervolgens, zich plotseling naar den blinde wen dende, zei hij Gij zegt vader Martial, dat uw zoon Jacob u voor 3 dagen verlaten heeft, om den schurk van een verleider van mijn kind op te zoeken en dat hij sedert nog niet is teruggekeerd Sedert drie dagen wacht ik doodeljjk ongerust op zijn terugkeer antwoordde de ex-boer en daar het noodlot mjj zoo hardnekkig schjjnt te vervolgen, begin ik reeds te vreezen, dat ik weer een nieuw ongeluk zal moeten betreuren Dood of levend, ik zal uw zoon weten terug te vinden, zei Amaury, en hem wreken evenals mijn arme Yvonne, hoe schuldig die ook kan zijn Gij zeidet immers ook nog, dat die Norrent een bloedverwant is van de oude meesteresse mijner dochter, gravin Mattioli en de jonge lieden elkander daar hebben leeren kennen. Dat heeft ten minste de bediende, welke ik gesproken heb, rnjj verteld. Het is goed, zei Amaury, en zonder de blinde eenigszins met zijn plan te hebben bekend gemaakt verliet hij de kamer. Wat was de reden, dat Amaury in zoo'n langen tijd niets van zich had doen hooren? Zooals wij weten was hjj bij zijn komst in Amerika in dienst gekomen bij een groot koopman. Spoedig had hij diens vertrouwen gewonnen, zoodat hem toen er een schip met kostbare koopwaren moest verzonden worden naar Sidney in Australië en er een vertrouwd persoon mee moest ter begeleiding, hem dien post werd opgedragen. Op deze reis nu had men met vele stormen te kampen en dicht bij de bestemmings plaats werd het schip door wind en stroom geslin gerd op de klippen bij een onbewoond eiland. Een deel der equipage en ook Amaury wisten zich te redden en het eiland te bereiken. Geruimen tijd bleven zjj daar zonder, dat zij er in slaagden een voorbij zeilend schip te praaien. Eerst na 8 maanden mocht het hen gelukken er door een opgemerkt te worden, welke ze naar een nabjjzjjnde haven meenam, vanwaar zij na eenige weken naar New-York terugkeerden. Dadelijk na zijn terugkeer, haastte Amaury zich zijn weder waardigheden aan den boer Martial te melden, maar deze brief was zeker verloren geraakt. Niet lang daarna scheepte hjj zich in naar Frankrijk en aldaar aangekomen, slaagde hij er met veel moeite in de nieuwe woning van boer Martial te vinden. Hoofdstuk XXIII. In de salon van het hotel graaf Mattioli, op de Orsay kade zijn op 't oogenblik twee personen met een ernstig uiterlijk te zamen, zacht sprekende. Het zijn 2 dokters, de voornaamste van geheel Parijs, welke Lorenzo heeft verzocht consult te houden over de ziekte van zijne vrouw. Zij komen uit de kamer van Bianca, welke deze reeds gedurende verscheidene weken niet heeft ver laten. Aan het geheele uiterlijk van Bianca is het te zien, dat het einde van het vergiftingsproces spoedig daar zal zjjn; de moordenaar voorziet dit. Om zich te overtuigen, dat de geneeskunde geen achterdocht omtrent de aard der ziekte van Bianca heeft, heeft hij de beroemste dokters van Parijs in consult ge vraagd. Deze zijn thans bezig om samen te bespreken welke middelen zij zullen aanwenden, om het slacht offer van Lorenzo nog eenige dagen of eenige uren in 't leven te houden. Het kwaad, dat deze vrouw verteert, zei een van hen, is al het zonderlingste wat mij ooit is is voorgekomen. Het is echter opmerkenswaardig, antwoordde de andere, |dat de patiënte te New-Orleans heeft gewoond, waar de gele koorts gewoonlijk heerscht. Misschien heeft zij daar de kiem dier ziekte opgedaan, welke zoo laat tot ontwikkeling komt. Zulke ge vallen komen somwijlen voor, De andere begon te glimlachen. Als gij van mijn gevoelen zijt, hernam de eerste stel ik u voor de ziekte, waaraan mevrouw de gravin lijdende is, als zoodanig te behandelen, hoewel gij evenmin als ik zeker veel hoop zult hebben op de goede uitwerking der middelen. Na weer naar Bianca te zijn teruggekeerd en een recept geschreven te hebben, verlieten zij te zamen het hotel in gezelschap van graaf Mattioli, welke met veel belangstelling naar den toestand zijner vrouw, de aard der ziekte informeerde en vragen deed, omtrent de behandeling der zieke en hoe de kans stond om te genezen. Uit hun antwoord begreep de moordenaar zeer goed, dat zij de ware oorzaak niet vermoedden en hij smaakte er een helsche vreugde over. De mannen der wetenschap en Mattioli waren ter nauwernood een half uur vertrokken toen een vreem deling verzocht den graaf Maltioli te spreken. Bij het Jvernemen dat deze niet thuis was, stond hjj er zoo dringend op aan dan bij mevrouw de gravin te mogen worden toegelaten, dat deze ondanks haar zwakte en ziekelijkheid er in toestemde den bezoeker te ontvangen, in wien wjj Amaury de Charlery herkennen welke inlichtingen kwam vragen omtrent Norrent by den zoogenaamden oom en tante van deze. Toen Amaury in de kamer van mevrouw Mattioli was binnengetreden werd hij zeer getroffen door het vreeselijk vervallen gelaat van deze, de gravin echter had ternauwernood een oog op den bezoeker geslagen, of zjj viel hevig ontsteld op haar stoel neer. Zij herkende haar ex-man, welke door deze kreet opmerkzaam gemaakt de gravin goed aankeek en zich de gelaatstrekken van deze zich zocht te her inneren, welke echter door de ziekte zoozeer veran derd waren, dat Bianca bijna onherkenbaar was. Maar eensklaps bracht hjj zjjn hand aan het hoofd on hjj zei, ondanks zich zelve op een toon niet in woorden weer te geven. Bianca. Amaury riep de ex-zangeresse bjjna op 't zelfde oogenblik uit. Er verliepen eenige oogenblikken, gedurende welke beiden elkaar bleven aanzien, zonder een woord te uiten. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel G. J. 0.1. dikkerC

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4