N\ 147.
Donderdag 28 Februari.
A<>. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Landverhuizing naar Argentinië.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Bubo 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOT-T, ParkstraatBueg op Texel.
Wij achten het niet ondienstig door over
name in ons blad, ook onze lezers in kennis
te stellen met een in de St. Gt. opgenomen
bericht van den Nederlandschen consul te
Buenos-Aires, den heer L. van Riet, over de
Landverhuizing naar Argentinië.
„Het is den ondergeteekende gebleken, zegt
de consul daarin, dat een groot deel der in
den laatsten tijd alhier aangekomen Nederland-
sche immigranten de reis hadden aanvaard
met overdreven gunstige verwachtingen omtrent
de Ajrgentijnsche toestanden."
De reeds vroeger vermelde moeilijkheden
mogen vooral niet te licht geacht worden, en
„wel diene men te bedenken", zegt de heer
Yan Riet, „dat het doen der zeereis alleen
niet voldoende is om uit benarde toestanden
in de oude wereld te geraken in eene goede
positie alhier. Eeist wanneer men den Argen-
tijnschen bodem betreden heeft, begint de
strijd ter verbetering van het bestaan. Want
men komt hier aan in eene nieuwe wereld,
waar veel anders, is dan in het vaderland. Er
wordt hier eene voor ons vreemde taal gespro
ken, het Spaansch, en Nederlandsche immi
granten treffen hier slechts weinigen aan, met
wie zij zich meer of minder verstaanbaar
kunnen maken; enkele landgenooten, eenige
Belgen en een aantal Duitschers. Dit bezwaar
is natuurlijk voor hen het grootst, die geheel
en al zich zelf een weg moeten banen; zij,
die over eenige middelen beschikken, kunnen
eenige dagen op werk wachten, maar de andere
moeten zoo spoedig mogelijk een onderkomen
vinden. En men houde wel in het oog, dat
wanneer de Argentijnsche Regeering ook pas
sagebiljetten voor de zeereis voorschiet en aan
landverhuizers gedurende 5 dagen huisvesting
en woeding verstrekt in het immigrantenhuis
zij niet de verplichting heeft verder voor de
aangekomenen te zorgen,- eene taak, welke bij
de duizenden landverhuizers, die in dit land
immigreeren, ook niet wel te volvoeren zou
zijn. Nu is het waar, dat het immigratie-be
stuur den immigranten bij het vinden eener
plaatsing behulpzaam is, want het voldoet
jaarlijks aan duizenden aanvragen om werk
krachten.
„Ook de Yereeniging tot bescherming van
Germaansche immigranten staat de onzen met
raad en daad bij. Maar dit neemt niet weg,
dat het Engelsche gezegde „help yourself zoo
weinig mogelijk uit het oog mag worden ver
loren. Dit is vooral van toepassing, wanneer
de geïmmigreerde landbouwers op hunne be
stemming in het binnenland zijn aangekomen.
Zij treffen aldaar niet aan schoone landbouw-
hoeven met akkers en flinke huizen en schuren.
Maar meestal zijn het slechts gedeeltelijk in
cultuur gebraehte streken, waar zij zich hebben
te vestigen. Hun huis moet daar veelal nog
gebouwd "worden,-wanneer ook eene voorloopige
alhoewel zeer oorspronkelijke gelegenheid tot
onderkomen niet ontbreekt en het zachte
klimaat in het noorden des lands eene goede
woning minder noodzakelijk maakt. Het
voedsel bestaat er hoofdzakelijk uit vleesch-
spijzen. Melk, kaas en boter ontbreken veelal.
„Door deze mededeelingen wil ik echter
landbouwers niet afladen hierheen te komen,
want deze republiek biedt hun in het bijzonder
eene goede toekomst. Maar zijn zij geheel
onvermogend, dan behooren zij vooral er op
voorbereid te zijn, dat de eerste tijd van hun
verblijf alhier een harde tijd is. Hebben zij
eenige jaren flink gewerkt, dan zullen de
verkregen resultaten zeker tegen de ontbe
ringen van vroeger opwegen.
„Behalve vooi landbouwers is ook voor
handwerkslieden in deze Republiek goede ge
legenheid om vooruit te komen, want er wordt
wellicht in geen stad ter wereld zooveel gebouwd
als te Buenos-Aires, en ook op het platteland
en in belangrijke binnenlandsche steden als La
Plata, Rosario, Cordoba, Santa Fé, Parana enz.
is de bouwlust zeer opgewekt. Maar alleen
naar knappe handwerkslieden bestaat veel
vraag. Zij, die hun vak slechts half verstaan,
vinden ook hier niet zoo gemakkelijk voordee-
ligeplaatsing.
„De loonen voor handwerkslieden zijn in
deze hoofdstad, in Nederlandsch geld uitgere
kend, ongeveer als volgt:
Loon per dag voor een:
gewoon goed
werkman, werkman.
Metselaarf 4.30 f 5.20
Opperman of sjouwerman
bij 't werk2.80 3.00
Timmerman5.00 5.60
Kap werker5.60 7.00
Smid4.80 5.40
Gevel-cementwerker 6.00 8.00
Stukadoor5.20 6.00
Draaier6.00 8.00
Glazenmaker5.20 6.00
Lood- of zinkwerker5.20 6.40
„Tegenover deze loonen staan echter hooge
kosten voor levensonderhoud, want woningen
zijn in deze hoofdstad zeer duur. Yoor ééne
eenvoudige kamer in de buitenwijken wordt
f 20 per maand huur betaald, welke hooge
huur uit den aard der zaak vooral hem treft,
die met een groot huisgezin hierheen is geko
men en niet spoedig plaatsing heeft gevonden.
Is zoo iemand van alle middelen ontbloot, dan
komt hij soms in groote ongelegenheid. Ik
raad dan ook geen handwerksman aan met
een gezin, waartoe kleine kinderen behooren,
hierheen te komen zonder over minstens f 200
te beschikken. Kan het zijn, dat het gezin
in Nederland voorloopig verblijft, dan is dit
steeds het beste. Later, wanneer iemand hiqr
eenige maanden heeft vertoefd en eene goede
positie verkregen, kan hij de zijnen gemakke
lijk laten nakomen, waardoor de hooge onkosten
van het eerste verblijf vermeden worden. Ook
geef ik aan den handwerksman den raad,
zich naar eene binnenlandsche stad te begeven,
wanneer hij te Buenos-Aires niet onmiddellijk
na aankomst mocht slagen. Een langer ver
blijf alhier veroorzaakt dikwijls slechts verlies
van tijd en geld, en beneemt de gelegenheid
op staatskosten naar het binnenland te reizen.
Ook neme men in aanmerking, dat deze
hoofdstad het punt van aankomst van alle
immigranten is, en dus ook de stad, waarde
meeste werkkrachten zich aanbieden.
Hebben hier knappe handwerkslieden en
landbouwers op den duur eene goede toekomst,
minder is dit in den laatsten tijd het geval
met werklieden die geen bijzonder vak ver
staan. Zij kunnen hier wel hun brood ver
dienen, maar ook niet veel meer, want zij
vooral hebben te kampen met hun gebrek aan
kennis der Spaansche taal en in het bijzonder
met de groote mededinging der Italiaansche
arbeiders, die hier bij duizenden aankomen, en
veel goedkooper kunnen werken dan de onzen,
omdat zij geringer behoeften hebben.
„Bovenstaande mededeelingen hebben niet
ten deel tegen emigratie naar hier af te
schrikken, maar wel zijn zij bestemd om te
leurstellingen voor hen te voorkomen, die zich
de toestanden alhier schooner denken dan
zij zijn."
TEXEL, 27 Februari 1889.
Men deelt ons mede dat Zaterdag jl. het
moedig gedrag van een jongeling, een zeker
groot onheil voorkwam. Toen dien middag
vele kinderen op straat spelende waren, kwa
men uit de Waalderstraat 2 paarden gespan
nen voor een driewielde kar, over de Steenen
plaats aanhollen. Vlug snelde Willem Koning,
zoon van den deurwaarder Koning, op de
hollende paarden toe en wist ze, na een
eindwegs te zijn meegesleept, tot staan te
brengen. De voerman moet hebben getuigd
dat indien de paarden niet bijtijds gegrepen
ware, hij er slecht zou zijn afgekomen.
Van den Hoorn wordt ons gemeld, dat
36 mannelijke personen naar het Horntje zijn
vertrokken voor het haringtrekken.
Het officieel bulletin van Maandag om
trent den toestand des Konings, luidt aldus:
De toestand des Konings blijft minder gun
stig en verandert weinig, de krachten komen
niet bij.
Aan het N. v. cl. D. meldde men uit
Apeldoorn
De toestand des Konings was Zondag weder
minder gunstig. De voedselopneming geschiedde
zeer moeielijk en was daardoor gering. Slechts
door de bekende kunstmatige middelen was
de Patiënt tot rust en in slaap te brengen.
Overigens verkeerde hij in opgewonden toe
stand.
De krachten werden minder, hetgeen aan
leiding geeft tot groote bezorgdheid.
De atgeloopen nacht was vrij rustig.
Een bericht van gisteren luidde als volgt:
De toestand des Konings blijft dezelfde.
De nanacht was vrij rustig.
In de laatste week heeft Z. M. geen zake]:
behandeld.
Dr. Vinkhuijzen vertoeft sedert gisteren op
het Loo. Prof. Rosenstein kwam heden.
TEXELSCHE COURANT.