G. J. O. D. DIKKERS,
Op MAANDAG 18 MAART 1889,
b. Dp DINSDAG 10 MAART 1880,
Bij 8e verïoopii tan YEE
Publieke Yerkooping-
Voor een billijken prijs te huur
een ruim PAKHUIS
POM,
m.
Feuilleton.
zal publiek verkoopen:
G. DIKKERS
KONING.
Een Familiegeheim.
LijnNoord-Amerika,
LijnZuid-Amerika,
Notaris te Texel,
's morgens 10 ure, bij het woonhuis van
den Heer W. SPIGT aan den HOORN op Texel.
CO LAMSCIIAPEN.
20 ENTERL1NGEN.
2 RAMMEN.
4 PAARDEN, (oud en jong'.)
3 KALFKOEIJEN.
1 tweejarige OS.
1 eenjarig* KOESCIIET.
KIPPEN.
UOOI.
Jachtwagen, Tüburry en Boerenwag'en.
BOEREN- en MELKGEREEDSCHAPPEN.
's morgens 10 ure
bij de boet van KOSMOS bij den BURG op Texel.
100 LAMSCIIAPEN
1 Tcxelsche RAM.
en hetgeen verder gepresenteerd zal worden.
1 Gekruiste RAM.
op DINSDAG 19 MAART 1889
bij de boet van Kosmos bij den Burg, zullen
nog worden verkocht:
60 LAMSCIIAPEN.
1 RAM
4 ENTER LING EN.
JACHTWAGEN.
KIPPEN.
Behoorende aan den Heer S. P. KONING
en anderen.
Bij deze verkooping bestaat gelegenheid tot
inbreng van vee etc.
Notaris.
van een belangrijke partij afbraak bij de
oude schuur van BREMER te Oude Schild.
als:
Ongeveer 15000 STEENEN.
3000 PANNEN.
Een partij KALKPUIN.
Een partij BRIK.
BALKEN, SPARREN en hetgeen verder gepre
senteerd zal worden en zulks op Woensdag-
20 Maart aanstaande des morgens 10 Va uur.
Betaling contant na afloop verkoop
bij KOPPE.
Deurwaarder
bij P. KIND.
Heden ontvangen de nieuwste modellen
Tevens opgemaakte HOEDEN verkrijgbaar.
Minzaam aanbevelend,
Steenenplaats. G. ROEPER.
Vrij naar 't Fransch cloor A. D.
Hoofdstuk III.
elke week naar NEW-YORK.
elke maand naar
MONTEVIDEO en BUENOS-AYRES.
Men vervoege zich aan de Kantoren der
N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam,
en bij de Agenten, of bij
Inspecteur J. E. KROES, Groningen.
E. BOLS1US, O is ter wijk.
Op dat oogenblik deed zich een nieuwe losbranding
hooren, maar de beide schepen waren thans zoo
nabij gekomen, dat al de kogels door de takelage
van de Indiana vlogen. Een paar lichte strengen
vielen naar omlaag, en men hoorde het gekerm van
eenige [gekwetsten. De kapitein had op dat oogen
blik de oogen op zyne gevangene gevestigd, een
kogel vloog over zyn hoofd in den bazaansmast,
waartegen hij leunde, en deed dien waggelen. Hy
bleef echter in dezelfde kalme en rustige houding
staan, zonder de oogen van het Engelsche schip af
te wenden. Dit oogenblik was voor den kapitein, die
zelf wist wat moed was, genoeg om te weten wat
slag van een man hy voor zich had.
Braaf, mynheer 1 zeide hy, blyf waar gy zjjt, en
als wy gaan enteren en het u verveelt daar zoo
ledig te blyven staan, neem dan eene sabel of een
by], en help ons een handje. Verschoon mij ik heb
meer te doen. Vuur, konstapels, vuurl
Op hetzelfde oogenblik deed eene geweldige los
barsting het geheele Iregat trillen, en het gevecht
werd eenigen tyd met moed van weerszyde voort
gezet. Plotseling echter ontdekte de scherpe blik
van den kapitein, dat er op het vyandeiyke schip
eenige zware beschadiging aan de takelage had
plaats gegrepen; het vuur verflauwde en zweeg
eenige oogenblikken. Oogenblikkelyk gaf hy last
om te enteren. Het Engelsche trachtte door eene
wending het aanklampen van de Indiana te beletten
maar op hetzelfde oogenblik viel zyn groote mast
naar beneden en bedekte het dek met de zeilen en
het want. Kapitein Paul begreep, dat hun schip
veroverd was.
Wy hebben hem! riep hy. Aan boord, aan
boord
Nogmaals gaf de Indiana eene volle laag, en een
oogenblik later regende het handgranaten aan boord
van de Drake. Het gebulder van het geschut werd
door klein geweervuur vervangen. Te midden van
al dit helsch rumoer hoorde men echter boven allen
uit de stem van den kapitein, die zyne bevelen gaf
en zyn volk aanmoedigde. Endelyk waren de schepen
aan elkander gehecht, en nadat de kapitein het
laatste bevel gegeven had, om over te gaan, wierp
hij zynen roeper op het dek, nam de sabel tusschen
de tanden en sprong op het vyandeiyke schip over.
Hoe bliksemsnel dit alles ook geschiedde, was hy
door een man voorgekomen; de eerste, die het vy
andeiyke dek betrad, was de jonge gevangene, die
zyn rok uitgeworpen en eene byl gegrepen had, en
allo anderen ter dood of overwinning voorging.
Op datzelfde oogenblik stortte langs touwen en
van den boegspriet de geheele bemanning van de
Indiana op het dek der Engelschen, gelyk rype
vruchten van den boom vallen, als de takken he
vig geschud worden. De Engelschen die naar voren
teruggetrokken waren, ontmaskerden thans eene
caronade, die zy omgekeerd hadden. Eene gewel
dige losbranding van schroot deed een vierde ge
deelte der aanvallers nederstorten. Maar boven het
gehuil en gegil der gekwetsten en het gejuich der
Engelschen, hoorde men een stem roepenAlles
wat nog leeft, vooruit I
Het tooneel, dat thans volgde, was afgryselyk
Het gedonder van het geschut, het klein geweer
vuur had thans opgehouden en plaats gemaakt
voor de sabels, bylen, pieken en messen, het ge-
liefdkoosd wapen der matrozen, die zonder gedruisch
het bloedig werk verrichtten. Nu en dan slechts
hoorde men een enkel pistoolschot. Dit verschrik
kelijk rumoer duurde eenigen tyd, toen werd de
vlag van de Drake gestrekende Engelsche matro
zen vluchtten naar omlaag, en er bleef niemand
meer op het dek dan de overwinnaars, de dooden
en gekwetsten, en in het midden van allen de ka
pitein van de Indiana, omringd door zyne lieden
aan zyne rechterzyde zyn luitenant Walter, aan dé
andere zijde nevens hem zyn jonge gevangene, wiens
met bloed bevlekte kleeding het aandeel bewees,
dat hy aan de overwinning had.
Alles is thans afgedaanzeide Paul, de hand
uitstrekkende, die nog een houw doet, heeft met
my te doenl
Vervolgens keerde hy zich tot zyn gevangene.
Mynheer I zeide hy, gy zult nyj heden avond
uwe geschiedenis mededeelen, niet waar? Daar
moet eenig laaghartig verraad achter schuilen. Men
vervoert alleen schurken naar Cayenne, en gij, die
zoo dapper zyt, kunt geen schurk zyn.
Hoofdstuk IV.
Zes maanden na de gebeurtenissen, die wy hier
voor verhaald hebben, en dus in het begin der
lente van 1778, zag men eene postchais, wier met
slyk en stof bedekte wielen en bak bewezen, dat
zy een langen weg had afgelegd, langzaam voort
gaan op den weg van Vannes naar Auray. De
reiziger die er inzat en thans op een slechten zy-
weg vreeselyk geschokt werd, was onze oude be
kende; den jongen graaf d'Auray, met wien wy op
de landtong van Port Louis kennis gemaakt hebben.
Hy kwam tin alleryl van Parys en begaf zich naar
het stamgoed van zijne familie, over welke wy
thans eenigszins uitvoeriger moeten zyn.
De graaf Emanuel d'Auray behoorde tot een der
oudste geslachten van Bretagne. Zyn vader, de
markies d'Aury, genoot aan het hof van Lodewyk
XV het hoogste aanzien, waartoe zoowel-zyne ge
boorte, zyne fortuin, als zyne persoonlyke verdien
sten hem aanspraak gaven. Deze stelling was nog
versterkt door zijn huwelyk met de freule Sablé
wier geslacht en invloed niet voor het zyne onder-'
deed, zoodat zich voor de jonge echtelingen het
schitterendst verschiet opende. Nadat zy vyf jaren
gehuwd waren geweest, vernam men eensklaps
dat de markies d'Auray plotseling krankzinnig was'
geworden, terwyl hy een reisje naar zyne goederen
deed. Lang weigerde men hieraan geloof te slaan
maar de winter kwam en noch hy, noch zyne'
gemalin verschenen te Versailles. Een jaar bleef
zyn post onbezet, daar de koning nog steeds zyne
herstelling hoopte en hem niet wilde begerendoch
het tweede jaar kwam zelfs de markiezin niet eens
hare opwachting by de koningin maken. In Frankryk
vergeet men spoedigde af wezigheid doet zelfs de
beroemdste namen op den achtergrond geraken. Men
had echter de geboorte van een zoon en later van
eene dochter opgeteekend, zoodat de naam van
d'Auray onder den Franschen adel bleef bestaan,
zonder dat deze echter aan het hof verder genoemd
werd. Tweemaal slechts was de oude naaip van
het geslacht d'Auray aldaar uitgesproken; eerst
toen de jonge graaf in 1769 onder de pages van
Lodewyk XV was opgenomen en de tweede maal,
toen de graaf van de pages onder de moiisquetaires
van den jongen koning Lodewyk XVI was over
gegaan. Hy was in kennis geraakt met een baron
de Lectoure, die eenigermate aan den minister van
oorlog verwant was, en door wien hy aan dezen
minister was voorgesteld, op wien de baron vry
wat invloed had. De minister, die toevallig ver
nam, dat de jonge d'Auray eene zuster had, liet
eens een paar woorden zich ontvallen, dat dit eene
geschikte party voor den baron de Lectoure kon
zyn. De jonge, eerzuchtige Emanuel, die van ver.
langen brandde uit zyne verborgenheid in luister-
ryker werkkring te geraken, zag in dit huwelyk
een middel, aan het hof de plaats in te nemen, die
zyn vader er weleer bekleed had, en had dit voor
stel met graagte aangenomen. De baron de Lectoure
van zynen kant verklaarde gaarne den vriendschaps
band tusschen hem en Emanuel nader toe te willen
halen door eene verzwagering en zyne ingenomenheid
met deze vereeniging was voor den jongen graaf te
vleiender, daar de man, die de hand zyner zuster
vroeg, haar zelve nimmer gezien had. De markiezin
d Auray had met genoegen het voorstel aangenomen,'
dat haren zoon de gunst des hofs scheen te ver
zekeren, zoodat het huwelyk, wel niet tusschen de
jonge lieden, maar tusschen de wederzydsche fami-
liën bepaald was, en Emanuel, die den bruidegom
drie of vier dagen vooruitging, kwam zyne moeder
berichten, dat alles naar haren wensch afgeloopen
was. Wat Margarethe, de aanstaande bruid, betreft
men had zich vergenoegd met haar het genomen be
sluit mede te deelen, zonder haar hare toe
stemming te vragen, en ongeveer op gelyke wyze
als men een beschuldigde zyn vonnis mededeelt.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOIJ - Texel.