N°. 153. Donderdag 21 Maart. A0. 1889. Nieuws- en Advertentieblad. GFFICIEEL GEOEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag; der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOUParkstraatBurg op Texel. ZEE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente TEXEL, brengen ter kennisse van de lotelingen van de lichting 1889 dat zij, d.e bij de Zee Militie wenschen te dienen, uitgenoodigd worden zich daartoe voor den len April a. s. ter Secretarie moeten aanmelden. Texel den 5 Maart 1S89. Burgemeester en Wethouders voornoemd, CONINCK WESTENBERG L. B. De Secretaris, STIKKEL. Aan een ingezonden artikel in het Leidsch Dagblad ontleenen to ij het volgende VEEHANDEL OP ENGELAND. {Een Nationaal belang.) Verschillende couranten hebben onsdevoor den landbouw en de veefokkerij zoo^heuglijke tijding gebracht, dat onze handel in levend hoorn- en wolvee op Engeland, met ingang van 1 Juni a. s. weer vrij en onbelemmerd opengesteld is. Dat dit werkelijk eene ver blijdende tijding is, zal wel niemand ontken nen, die slechts eenigszins op de hopgte is van onzen belangrijken uitvoerhandel in deze landbouwproducten op Engeland. Voor wie daarvan niet op de hoogte is, wil ik alleen citeeren de cijfers van uitvoer voor het jaar 1887, welke mij op dit oogenblik alleen ten dienste staan. In 1887 werden uit ons land uitgevoerd: 144.989 stuks rundvee en 278,837 schapen; hiervan gingen naar Engeland: 43,433 stuks rundvee en 275,587 schapen. Hierbij moet in aanmerking genomen worden, dat het opgegeven getal aan uitgevoerde runderen voor meer dan 4/s betrekking heeft op kalve ren, terwijl het overige Vs bestaat uit runde ren, voor de slachtbank bestemd. De uitvoer handel in melkvee heeit van 1877 (d. i. het tijdstip der sluiting van Engeland voor levend Hollandsch vee) af, geheel stilgestaan. Speciaal voor dezen tak van handel ligt dus een nieuw tijdperk van bloei in het verschiet De uitvoer van schapen evenwel is, ondanks alle belemmerende bepalingen, nog van tame lijk groot belang gebleven. Kent men aan ieder schaap eene gemiddelde waarde toe van f 22, dan heeft de schapenhandel op Engeland in 1887 toch altijd nog opgeleverd de som van f 6,063,000 ongeveer. Hieraan moet evenwel nog toegevoegd worden de som van anderhalf millioen, zijnde dit de bij benadering bepaalde waarde der schapen, welke per jaar geslacht uitgevoerd worden, waarvan de verzending dus als vleesch plaats heeft. Eene gezamen lijke waarde alzoo van zeven en een half millioen per jaar. En dit cijfer kan en zal ongetwijfeld belangrijk vermeerderd worden, deels door grooten uitvoer, deels door stijging der prijzen. Het zal er nu evenwel maar op aankomen, de verkregen voordeelen te behouden. En dit kan, wanneer ieder in zijn kring maar doet wat zijne hand vindt om te doen. Ik doe hierbij een beroep op allen, die van vei re of nabij met landbouw en veefokkerij in betrek king staan. Slaat de handen inéén, om, als één man de verkregen voordeelen tegen alle mogelijke aanvallen te verdedigen„Eendracht maakt macht" was reeds vanouds de lijfspreuk der Hollanders; moge dit ook hierop van toe passing zijn! Want er is een vijand, die uit eigenbelang ons van de markt te Londen zoekt te verdringen, om aldaar de opperheerschappij te voeren. Voor de meeste besmettelijke veeziekten heeft het veeartsenijkundig staatstoezicht zich nu voldoende geïnteresseerd; bij eene goede naleving der wetten, hierop betrekking heb bende, is onze handel uit dat oogpunt voldoende gewaarborgd. Dat wij, met het oog op in- en doorvoer, ons verder vooral te richten hebben naar de wenschen van Engeland, spreekt vanzelf. Jammer, te betreuren is het, dat men ééne ziekte, welke nu vooral weer beteekenis zal gaan krijgen, niet de aandacht geschonken heeft, die ze, mijns inziens, ten volle verdient. Ik bedoel het kwaadaardig klauwzeer (rot- kreupel) der schapen. Veel kan men over en weer praten over de al of niet besmettelijk heid der ziekte; ieder, die in de gelegenheid is, de ziekte dagelijks na te gaan in hare wijze van optreden en uitbreiding, zal niet lang in twijfel staan, maar al spoedig moeten bekennen, dat hier aan niets anders kan wor den gedacht dan aan eene specifieke, besmet telijke oorzaak. En of de ziekte ook schade kan veroorzaken, vraag dat maar eens aan de groote schapenhouders in den omtrek van Leiden, of aan de schapenfokkers op het eiland Texel De dieren kunnen er ontzettend aan lijden, en zeer vermageren door het ontstekings proces in den klauw, waardoor soms van meerdere klauwen de geheele hoornige beklee ding (schoen) verloren gaat. Dit is dus de eerste schade voor den landbouw. Maar er staat nog eene niet minder groote schade te wachten. Het is toch eene uitgemaakte zaak dat de Engelschen aan rotkreupel lijdende schapen van hunne markten weren. En daar hebben zij volkomen gelijk aan; mocht dit voorbeeld overal maar trouwe navolging vinden. Welk gevaar zit daar evenwel voor ons in? Dat de Engelsche ambtenaren om enkele kreupele schapen eene geheele lading afkeuren zooals dit vroeger wel meer geschied is. En wil men weten hoe groot dan de schade kan zijn, welke op het hoofd der schapenhandelaars terechtkomt? Eene lading schapen kan bestaan uit ongeveer 1600 a 2000 stuks, en men berekent de schade bij afkeuring op f 4 per stuk gemiddeld. Door eene enkele afkeuring kan dus aan de handelaars eene schade berok kend worden van f 8000. En als die afkeu ringen dikwijls moeten plaats hebben, geeft men zich ook weer te veel bloot tegenover de concurrenten. Dezen zullen het aantal gevallen in hun eigen voordeel nog eerder trachten te vermeerderen dan te verminderen, zoodat men ten slotte opnieuw eene herhaling van hetgeen in 1887 is geschied, zou kunnen krijgen. Om dit nu te voorkomen, moeten de handen ineengeslagen worden. „Ja maar," zullen som migen zeggen, „het vee wordt toch vóór de inscheping te Amsterdam, Rotterdam, Harlin- gen enz. gevisiteerd door daartoe aangestelde ambtenaren, ingevolge Kon. besluit van 28 Mei 1871 gewijzigd 18 Maart 1878!" Volkomen waar, en uitmuntend goed; dit is een maatregel, waarvan in geen geval mag afgeweken worden maar dit neemt niet weg, dat er oneindig veel meer kan gedaan worden De visitatie van 2000 schapen op kreupelheid, onmiddelijk voor de inscheping, door één of twee ambtenaren, is geen kinderspel! Als er op zulk een tijd een schaap, lijdende aan rot kreupel, doorglipt, is het waarlijk niet te ver wonderen. Wie daarnaar over de bevoegdheid of toe wijding der keurmeesters een oordeel zou willen vellen, toont al zeer weinig kennis van zaken te bezitten. Maar die taak is op vele wijzen te vergemakkelijken. Het zijn voornamelijk Noord- en Zuid-Holland, waarop ik doel. In deze districten zouden ten eerste de schapenhouders en -fokkers zich in hun eigen belang al kunnen verbinden om geene schapen, lijdende aan rotkreupel, meer te verkoopen of te vervoeren. Ten tweede zouden de stedelijke regeeringen, zoo niet de provinciale, wetten in het leven kunnen roe pen, waardoor de aanvoer van dergelijke schapen op de groote markten verhinderd werd. Ten derde zouden ook de handelaars een bond kunnen formeeren, welke ten doel had, alle schapen, lijdende aan rotkreupel, streng te weren. Zij zouden zelfs met de maatschappijen contracten dienaangaande kun nen sluiten, en dezen kunnen verplichten, geene andere schapen op te nemen, dan die vergezeld waren van een gezondheids-certifi caat, afgegeven op de plaats van aankoop. Daarmede zouden zij zooveel mogelijk afkeu ringen in Engeland en daarmede gepaard gaande groote verliezen kunnen coupeeren. TEXEL, 20 Maart 1889. Wij herinneren, dat na 15 Maart jl. weder iederen Maandag markt wordt gehouden. Zondagavond jl. gaf de Gymnastiekver- eeniging „Texel" nogmaals eene uitvoering in het lokaal „de Vergulde Kikkert." 'tLigt voor de hand dat van deze uitvoe ring niet veel valt te vermelden. Twee zoo spoedig elkander opvolgende uitvoeringen door dezelfde Vereeniging, konden uit den aard der zaak niet zoo groote verscheidenheid aanbie den. Terecht werd daarop door den Directeur bij de opening gewezen, toen door hem werd uiteengezet deredenen, welke tot deze uit voering hadden aanleiding gegeven. Men beschouwe het dus niet als een bewys TEXELSCHE COURANT. JU VH'WW.*. tlMWWWWWI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 1