Buitenland. Als bewijs dat men zich te Wieringerwaard ook op het fokken van goede paarden toelegt, moge dienen, dat door den heer Schut, paarden handelaar te Antwerpen, van den heer V. Bakker, een driejarig vospaard is gekocht voor de som van f 800 Ten einde aan het Nederl. leger de mede werking te verzekeren van vrijwillige wielrijders, is door den minister van oorlog de bemiddeling van het bestuur van den „Alg. Ned. Wielrijders- bond" ingeroepen, dat met algemeens stemmen heeft besloten aan het verzoek te voldoen, terwijl het met den chef van den generalen staf in overleg is getreden omtrent de voorwaarden, welke aan eene aanstelling als militair wielrijder verbonden zouden moeten worden. Als gevolg van dat overleg is een ontwerp gemaakt, dat verschillende conceptvoorwaardon bevathet ontwerp is den minister van oorlog aangeboden, en het zal later, wanneer het door den minister is bekrachtigd, worden openbaar gemaakt. Als militair wielrijder zullen alleen worden toegelaten leden van den „Alg. Ned. Wielrijders- bond", die een zekeren graad van geoefendheid zullen verkregen, den ouderdom van 19 jaren bereikt hebben en in het bezit zijn vaneendoor het bondsbestuur goedgekeurd rijwiel. Om tot militair wielrijder benoemd te worden, moeten de leden zich eenige militaire kennis eigen maken, welke voor den van hen te vorderen dienst noodig wordt geacht. Daartoe zal men gratis kunnen deelnemen aan een curcus, te geven door officieren van het leger in verschillende garnizoensplaatsen, welke curcus ongeveer eene maand zal duren. Bepalingen betreffende de verpleging, de in kwartiering en den dienst der wielrijders bij de manoeuvers dienstdoende, zullen worden vast gesteld. Ook al waardevermindering Te Ierseke is een oesterput, steiger en loods, benevens pachtrecht van 3 zaaiperceelen, bij de oprichting f 25,000 gekost hebbende, thans verkocht voor de som van dertig gulden. De heer W. A. Scholten, te Groningen, die te Yierverlaten begonnen was met den bouw van eene fabriek voor f 700,000, heeft dat werk moeten staken, dewijl het gemeentebestuur geen verlof wilde verleenen tot uitloozing van het fabrieks water in het Hoofddiep. Uit Finsterwold wordt van 3 April gemeld: In de gezamelijke vergadering van het burgerlijk en kerkelijk armbestuur kwamen ongeveer 90 arbeiders vragen om ieder f 6 te mogen ontvangen voor den aankoop van zaden, pootaardappelen en pootboomen. Toen het bestuur meende aan dit verzoek niet te moeten voldoen, namen de arbeiders eene dreigende houding aan en kwamen zij de vergaderzaal binnen, den bestuursleden belettende te vertrekken alvorens aan den wensch dei- arbeiders was voldaan. Het bestnur aldus ge dwongen, bood eerst f 3, daarop f 5, doch de arbeiders bleven f 6 eischeu wat eindelijk werd toegestaan. In de heelkundige kliniek van het academisch ziekenhuis te Leiden is een man binnengebracht, die hevige pijnen leed. Acht dagen geleden was hem het voor een Leiden aar onovertrefbare geluk ten deel gevallen, zich naar hartelust te goed te kunnen doen aan een scliollenmaal, en hij had in een uiterst korten tijd eene verbazende hoeveelheid met vel en graat verzwolgen. Na dit feestmaal heeft hij evenwel geen rustig oogenblik gehad. De vischgraten in de maag pijnigden hem geducht; zoodat hij in uiterste nood de hulp der heelkundige wetenschap moest inroepen. Aan haar gelukte het, zij het niet zonder inspanning, een bal vischgraten, ter grootte van wel een vuist, langs den regelmatigen weg uit 's mans lichaam te verwijderen. Alle hoop bestaat nu, dat onze patient den slag weer te boven zal komen. De twee eerste artikelen van de te Amster dam opgerichte Oranjebond, Yereeniging tot af schaffing der conscriptie, waarvan de heer H. H. Werker, schrijvende onder den aangenomen naam van mr. Travailleur, voorzitter is, luiden als volgt: „De Bond draagt den naam van „Oranjebond", omdat een Yorst uit het Huis van Oranje de af-ch fflng der consciiptie heeft beloofd, en tevens omdat de leden alleen door geoorloofde en wet tige middelen dit doel willen trachten te bereiken. „Deze Bond is geheel nationaal. Elk rechtge aard Nederlander, hetzij man of vrouw, tot welken godsdienst ook behoorende, kan lid van dezen Bond worden, zoo hij meerderjarig is en trouw belooft aan het Oranje-Huis." Op eene den 28 jl. te Amsterdam gehouden vergadering is gebleken, dat uit 79 nederl. ge meenten bewyzen van instemming ontvangen werden en dat weldra afdeelingen opgericht zullen worden in Amersfoort, Eindhoven, 's-Hertogen- bosch, Schiedam en Rotterdam. De luchtreizigers Grais, die te Amsterdam met het valscherm zou nederdalen, is Zaterdag middag niet opgegaan. Als reden gat hij op, dat hij niet genoeg gas in den ballon kon krijgen, daar de toevoer te gering was. Van de andere zijde bleek het, dat de vulling te laat was begonnen. Indien daarmede twee uren vroeger ware aange vangen, zou de ballon op tijd gevuld hebban kunnen zijn. In ieder geval was er geen gas genoeg en had Grais, met het oog op de invallende duisternis, het was intusschen zes uur geworden, geen tijd om te wachten. Twee keer beproefde hij het, maar het bleek, dat de ballon, zoo hij al had kunnen stijgen, geene kracht zou gehad hebben den luchtreiziger, die intusschen reeds zijn valscherm had gereed gemaakt, zóó hoog op te voeren, dat de val met een valscherm mogelijk zou geweest zijn. Dat was eene groote teleurstelling voor het publiek, in welks midden zich het gerucht ver spreidde, dat het met de zaak niet zuiver was. Vooral een zeker deel van het publiek, dat ge woonlijk niet het geduldigste is, was zeer boos en nog ontevredener gestemd door het lange wachten. Men wilde de personen, die deze ge mankeerde luchtreis hadden geëxploiteerd, te lijf en de politie had heel wat moeite om erger te voorkomen. Intusschen was reeds aangekondigd, dat indien Grais nu niet opsteeg, de genomen kaarten goed zouden zijn voor Maandag. Ook kregen enkele personen hun geld terug. Eenige arbeiders, werkzaam bij het onder graven der gestrande stoomboot „Goldsbro", heb ben dien arbeid gestaakt en het weik verlaten. Zij beweren dat door het ondergraven het gevaarte eensklaps op zij kan schieten en dan onvermijde lijk tal van werklieden zal verpletteren. Of dat beweren al dan niet schijnbaar is, zou vermoe delijk uit een onderzoek van overheidswege kunnen blijken. Zulk een onderzoek is in elk geval zeer gewenscht, opdat men niet den put zal behoeven te dempen, als het kalf verdronken is. Aan een schrijven uit Den Haag ontleent de „Zw. Ct." het volgende „Hoe het met het regentschap zal gaan, is nog eene open vraag. Men was voorbarig met te beweren, dat de bezwaren der Koningin waren opgeheven. Wel is hare groote reden tot weige ring verzwakt, daar zij voor de verpleging op 't Loo niet meer volstrekt noodig is. Toch ziet de Koningin op tegen 't verlaten van de plaats, waar zij als echtgenoote behoort. Dus een regent nog zeer wel mogelijk. Maar wie? De heer Yan Reenen ziet er. zeer tegen op. De heer Heemskerk zou 't Vermoedelijk niet weigeren. Beide zijn 70ers, maar mr. Heemskerk is krasser dan de vice-president. Het geheel is echter nog een raadsel." Blijkens bericht van den consul-generaal te Christiania, is het verbod van vee-invoer uit Ne derland in Noorwegen opgeheven. (Sts. Ct.) Te Enkhuizen arriveerde Vrijdag per stoom boot uit Friesland ongeveer 140 landverhuizers voor Amerika, welke van daar per spoor naar Amsterdam reisden. De turfgraverij in de venen te Stadskanaal is aangevangen en regelmatig zoeken ook de thans van buitenaf komende arbeiders het werk op. Alles geschiedt in de beste orde. In de vorige week trokken ze daar met troepen voorbij, meest naar de Weerdinger- en CompascunerveLen. Den grooten trek verwacht men evenwel eerst in het laatst van deze en het begin der volgende week. Volgens matige berekening zullen er alsdan 5 a 6000 man in de Groninger en Drentsche venen aan den arbeid zijn. De klopgeesten te Sijbecarspel zjjn op aan doenlijke wijze werkzaam geweest. Men oordeele Het hoofd der school en de onderwijzeres ge raakten in de school met elkander in strjjd over het gebruik van een bankje en stoel, welke strijd zoo hoog liep, dat de onderwijzeres een slag op haar hals en het hoofd der school een krab op zijn hand ontving. Beide strijdlustige personen zijn erkende voorstanders van het spiritisme, dat zeker zeer ten nadeele van het onderwijs de klopgeesten heeft opgeroepen. JEnkh. Crt. Dezer dagen zag iemand te Breda, in het zoogenaamd klein kanaaltje bij het exercitieveld, eenige centen liggen. Hij greep er naar en had een hand voltoen ging hij met een emmer aan net scheppen, Dit voorbeeld werd spoedig gevolgd, en binnen eenige tijd had men ruim zestien gulden enkel aan centen opgehaald. Hoe al die munten daarin zijn gekomen, is nog een raadsel. Volgens later bericht isde centen-vischvangst te Breda opgehelderd, Eene oude bedelares, die in een gesticht zou worden opgenomen, had het bedrag van den verkoop van haar schamel inboe- deltje en een potje met bedelcenten in het water geworpen, wijl zij het gesticht die penningen niet gunde. Men mag hieruit afleiden, dat hare opneming aldaar harerzijds niet vurig verlangd werd. Het laatste nummer der „Nouvelle Revue" behelst een artikel van den heer De Nimal, een Belg, ter aanprijzing van een herstel der ver- eeniging van België en Nederland, zoowel in het belang der ontwikkeling als voor de veiligheid der twee landen, die elkander, betoogt hij, bewon derenswaardig aanvullen. De vereeniging zou moeten zijn van denzelfden aard dan als die van Oostenrijk-Hongarije, die twee onderscheidene Staten vormen met eigen souvereiniteit, Consti tutie en wetten, Vertegenwoordiging en Ministerie. Alleen ten aanzien van de buitenlandsclie betrek kingen, en uit een militair en commerciëel oogpunt zijn zij één, met Delegatiën, die de gemeene belangen bestieren onder den Keizer- Koning en met een bijzonder ministerie. Niets zou gemakkelijker wezen dan tot eene dergelijke voor België en Nederland te komen. Prins Bouwdewijn en Prinses Wilhelmina zijn voor elkander geschapengeen enkele hinderpaal (van het verschil van godsdienst rept den schrijver niet zou zich tegen hun huwelijk verzetten. De éèn zou de Koning van België, de andere Koningin van Nederland blijven, bij gemeen overleg de gemeenschappelijke ministers, den opperbevel hebber der afzonderlijke legers, den Gouverneur- Generaal dei koloniën benoemen enz' De heer De Nimal eindigt met de verklaring, dat hij sedert jaren de zaak overwogen heeft en volstrekt niet lichtzinnig schrijft. De hereeniging is on vermijdelijk oordeelt hij la reunion s'impose. - Eene beraadslaging kon het niet heeten, wat in de vorige week in de Kamer van Afgevaaidigden in Frankrijk voorviel. Het was eene aanhoudende uitstorting van smadelijke woorden, van beleedi- gingen, waarbij de hartstochten teugelloos woed den. Op het heftige woord van den een volgde een nog heftiger van den ander. Een chaos van geluiden, daarbij woeste gebaren. Het had iets van een heksensabbath. De voorzitter opende de vergadering met de mededeeling, dat hij van den Minister van Justitie eene aanvrage had ontvangen ter vervolging van Boulanger, uit krachte der artikelen 87, 88 en 89 van het strafwetboek (aanslag tegen de veilig heid des Staats). Bandry d'Asson, de bekende rumoermaker, bleef in zijn rol, en werd door den voorzitter tot de orde geroepen, hetgeen hem niet verhinderde voort te gaan, terwijl hij er bijvoegde, „dat hij zich om dat tot de orde roepen van den voorzitter niet bekreunde." Toen de voorzitter hem daarop dreigde met de censuur, gaf hij te kennen, „dat het een schande is tot eene Kamer als deze te behooren. Hij achtte het eene eer door de Kamers gecensuteerd te worden. Hij is er aan gewoon." De censuur werd nu over hem uitgesproken. Nu deed Laur zich hooren. „De minister van Justitie," sprak hij, „vraagt de vervolging van Boulanger. Spreker en vrienden zijn alle mede verantwoordelijk voor de daden van den generaal, Zij allen spannen met het algemeen stemrecht samen tegen de parlementaristen. Zij hebben in dat opzicht even zooveel gedaan als de generaal meer zelfs. En zij zullen voortgaan. Zij eischen voor zich het recht in dezelfde vervolging begrepen te worden, overtuigd als zij zijn dat het hun recht is en hun tot eer strekt," Toen Laur de tribune verliet, riep hij „Leve de Republiek 1 Leve Boulanger!" De verslaggever van een der Parijsche bladen zegt van deze Kamerzitting: „De overspannen hartstochten stegen tot een zoo ongekende hoogte, dat men er den burgeroorlog in herkende. De afgevaardigden waren niet meer advocaten, die elkaar voor de balie aanvliegen, maar elkaar een oogenblik later onder collega's weer de hand geven, neen, zij waren nu verbitterde vijanden, die vast besloten waren morgen den strijd te hernieuwen. Het was haat, onverzoen lijke vijandschap, een oorlog op leven en dood. Inderdaad, een prachtige inleiding tot het eeuwfeest der revolutie en de groote tentoonstelling." - Uit Nieuw-York meldt men: Eene sensa tietijding over eene zeer brutale oplichting komt uit Denver. De kassier der First National-Bank vertelt, dat een elegant gekleed man Vrijdag op het kantoor der Bank verscheen en op beleefde wijze vroeg, of hij den heer Moffat, den president der Bank, die tevens president der Riu Grande- spoorwegmaatschappij is, kon spreken. Het on derhoud werd terstond toegestaan, en toen de man

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 2