Buitenland.
Marktberichten.
Op de proefvelden der Rijkslandbouwachool
worden dit jaar proeven met uit het buitenland
ingevoerde aardappelen op grootere schaal genomen
ten einde den belangstellenden in ruimer mate
monsters toe te kunnen zenden. Ook zijn weer
onderscheidene nieuwe soorten ter proefneming
gepoot, benevens eenige soorten uit Zuid-Amerika.
Haversoorten zijn er ongeveer 30 uitgezaaid
waarvan sommige bijzonder uitmunten door bui
tengewone dikte en zwaarte, enkele wogen het
vorige jaar 59 kilo per hectoliter. Verder zijn
eenige nieuwe soorten zomergerst uitgezaaid. De
stand der wintergewassen is goed.
Gerst staat zelfs uitmuntend, rogge eveneens
goed, terwijl de tarwesoorten (waarvan eenige
door muizen geledeu hebben) ook over het alge
meen goed staan.
Ook dit jaar worden de kruisingen van tarwe
en gerst voortgezet, waarvan sommige doen ver
wachten, dat er eene zeer goede variëteit door
zal ontstaan.
Over de Woensdag in hoofdtrekken mede
gedeelde gewijzigde schoolwet, door den Minister
van Binnenl. Zaken voorgesteld, laat De Stancl.
zich o. a. als volgt uit
Zijn eerste wetsvoorstel strekt tot beëindiging
van den schoolstrijd.
Tot beëindigingniet door den een aan den
ander op te offeren niet door den druk te ver
plaatsen niet door de tegenstanders van onze
Christelijke scholen te bemoeielijken of te ver
ongelijken. Integendeel. Zells aan door hen
geopperde bezwaren komt hij tegemoet. Zijn
streven is niet slechts het Christelijk, maar elk
onderwijs te verbeteren en meer algemeen te
makende finantieële lasten dragelijker te doen
zijn en meer gelijkelijk te verdeelenaan allen
meer vrijheid van beweging te verschaffen.
Niet alsof door dit wetvoorstel aan al onze
wenschen voldaan ware. Dat is onder onze
tegenwoordige grondwet onmogelijk,
Maar dit ontwerp brengt ons een grooten stap
vooruit, omdat het rechtsgelijkheid in beginsel
eerbiedigtomdat het de verplichting der ouders
om zelve in het onderwijs te voorzien op den
voorgrond steltomdat het de viijheid erkent
van de Regeering om goede scholen, al zijn ze
van eene godsdienstige richting, te steunen, om
dat het de ontwikkeling der vrije school voorbereidt
en bevordert.
Moge dit ontwerp het begin zijn van het einde;
edoch van het einde, niet van zijn (Mackay's)
bestuur maar van den schoolstrijd.
De Werkmansbode schrijft over de arbeidswet;
„De heeren hebben er trouw voor gezorgd,
dat het ontwerp, zooveel maar even mogelijk
was, aan bestaanden toestanden en vooral bij de
groot-industrie geldende gebruiken aansluit. De
fabrikanten en groote industrieelen behoeven
zich niet ongerust temaken. Zij zouden er nooit
beter hebben kunnen afkomen. Daarvoor heb
ben de antiliberalen, geholpen door enkele libera
len^), trouw gewaakt. Waarlijk, indien er nog
een bewijs noodig was, dat deze Vertegingwoor-
diging niet is wat zij behoort te zijn; een beel
tenis des volks, dan is het met de behandeling
van dit wetsontwerp geleverd."
Naar aanleiding der nieuwe arbeidswet
schrijft meester Constantijn in den Spectator:
„Wat baat een arbeidswet Zij kan den
armen lieden
„Het werken wel, maar 't hongren niet ver
bieden."
Men schrijft uit Zevenhuizen:
Het weder der laatste weken, dikke luchten
met nu en dan regen, is voor de weilanden zeer
voordeelig geweest, zoodat reeds enkele landbou
wers hun vee in de weide hebben gejaagd, wat
hun als het weder maar wat malscher werd,
zeker voordeelig zal zijn. De teelboeren hebben
echter door dit weder nog al schade, daar de
grond niet droogt en het hoog tijd is voor het
zaaien van het zomergraan, wat in een natten
grond niet gaat. Het winterkoren staat vrij goed
te velde.
Uit het Noorden meldt men aan de N. R. C
Nu de Duitsche grenswachters nauwlettend
toezicht houden op den invoer van koren uit
ons land, wordt het wel wat moeielijker de
zakken koren bij wagens vol over de grenzen
te brengen, doch de Westfaalsche boer weet raad,
en geeft op deze wijze tevens een doortastend
bewijs van geduld en volharding. Hij laat zijne
in Nederland, b.v. in Groningen, gekochte rogge
bij een bevriend landbouwer aan de grens op
Ned. gebied staan, van waar door vrouw en kin
deren zakjes inhoudende 3 K. G., waarvan de
invoer vrij is, van tijd tot tijd worden afgehaald
en „over den dijk" gebracht. Iedere 3 IC. G.
spaart 9 cent Steur uit, en menig Westfaalsch
landbouwer heeft 10 tot 15 zakken rogge op
Ned. grondgebied staan, die hem op gemelde,
wel langzame, maar zekere wijze eene aardige
winst opleveren.
Uit Waspik wordt over de remontemarkt
geschreven
Op de op 10 April alhier gehouden remonte-
markt werd door de commissie, van de pl. m.
70 aangevoerde paarden, één aangekocht, hetgeen
een erg verschijnsel is voor de verkoopers, die
hierover dan ook niet tevreden waren, zoodat zij
in 't vervolg volgens hun beweren we'.
geen deel meer zouden nemen aan remonte-
markten.
't Is dan ook opmerkelijk dat de paarden ui
deze streek steeds worden aangekocht voor
Duitsche troepen en voor de unze ongeschik
blijken te zijn, daar er alhier voor ongeveer
weken nog pl. m. 10 paarden ten behoeve van
het Duitsche leger werden aangekocht.
In de „Ned. Sport" leest men
Als een voorbeeld van liefhebberij voor water
sport verdient vermelding, dat een jeugdig lie
van de roei- en zeilvereeniging „De Maas" te
Rotterdam, de heer C. L. L. Beerstecher; zelf
een paar waterschoenen heeft gemaakt, waarmede
hij zich bij opening van het roeiseizoen op de
rivier vertoonde.
De waterschoenen („Eng" en „Chang") gedoopt"
en ruim 5 meter lang en 15 centimeter breed,
hebben een fraaien vorm, zijn keurig afgewerkt
en loopen goed. Zij zijn zoodanig ingericht, dat
zij zoowel door één als door twee personen
kunnen worden gebruikt. Voor het laatste
geval heeft de vervaardiger een dubbel stel
paddelstokken gemaakt.
De heer Beerstecher is voornemens zijne water
schoenen ook voor zeilen in te richten.
Uit Hasselt wordt aan de N. R. C. gemeld:
In den vroegen ochtendstond van den 14den dezer
gingen eenige ingezetenen dezer gemeente kievits
eieren zoeken. Bij de brug in den Stadsweg
komende, ontdekte zij een brandschuitje, en zagen
uit den schoorsteen van het kleine vooronder
rook en vonken komen. Bij onderzoek bleek
dat in dit vooronder zich bevonden twee lijken,
en wel van vader en zoon. Vermoedelijk waren
zij eerst gestikt, en na de bedwelming voor een
groot deel verbrand.
In het laatst der vorige week zijn in den
omtrek van Tiet jerk twee albatrossen gezien.
De albatros (Diomedea aquilus) is een vogel, die
zich doorgaans ten zuiden van de linie ophoudt.
Het mag derhalve eene groote merkwaardigheid
genoemd worden, dat een exemplaar op zoo
noordelijke breedte gezien wordt. Het is bekend
dat de albatros dikwijls groote tochten onderneemt,
maar dan altijd in meer zuidelijke streken. Jam
mer, dat men de vogels niet onder schot kon
krijgen; zulk wild toch ontmoet de jager niet
alle dagen. Hbl
In een uitdragerswinkel op den Voorburgwal
te Amsterdam kwam een jongmensch binnen-
loopen, die aan de vrouw des huizes, welke juist
alleen thuis was, vroeg om haar man te mogen
spreken. Toen zij hem antwoordde, dat deze
afwezig was, zeide hij dit reeds te weten, daar
hij hem zoo juist met een vrouw van verdacht
uiterlijk in een koffiehuis in de Warmoesstraat,
zeer vertrouwelijk had zien zitten praten. Meer
was er voor onze brave uitdraagster niet noodig
fluks had zij haar omslagdoek om, en zij was
reeds bij de deur, toen het haar in de gedachte
kwam, dat zij de zaak niet alleen kon laten.
„Dat was niets verzekerde de bereidvaardige
boodschapper als het niet te lang duurde,
dan zou hij wel even een oogje in 't zeil houden."
De juffrouw vertrok, doch vond haar man niet
aan het opgegeven adres, men had er zelfs niemand
die op de aanduiding geleek gezien, en toen zjj
weder thuis kwam, was ook de bode wien
het wachten blijkbaar te lang was gevallen
verdwenen en met hem eenige kleedingstukken
en andere voorwerpen. Men kan nagaan dat het
geheele opgedischte verhaal van de ontmoeting
in dat koffiehuis een praatje was, waardoor de
jaloersche echtgenoote er was in geloopen. Hier
had zooals trouwens zoo dikwijls de jaloezie
de voorzichtigheid bedrogen. (N. v. iV.)
Betreffende Curaqao en de omliggende eilan
den ontving De Tijd bedroevende tijdingen Een
hooggeplaatst geestelijke schreef: Wij gaan op
Curagoa een ellendig jaar te gemoet en nu reeds
bezwijken er mensclien van den honger! Geeft
de Voorzienigheid niet spoedig uitkomst of
buitengewone hulp, dan staat het ergste te vreezen.
De mannen verlaten reeds het eiland (op de
andere eilanden is de toestand dezelfde), en de
kinderen blijven weg van de school en uit de
kerk. Hongersnood voor de deur, zoo de goede
God geen regen geeft.
Een hoogbejaard missionaris, die reeds twee
keeren op Curagoa hongersnood bijwoonde, schreef;
nu is er compleet niets; geen voedsel en op
sommige plaatsen geen drinken, voor menschen
noch voor beesten, en geen werk. De runderen
loopen als geraamten, de ezels in denzelfden staat,
en er zijn reeds velen bezweken. In de omstre
ken van St.-Rosa vindt men herten of reeën
dood liggen op de bergen. Waar moet het met
ons heen? Nu is het nog eerst Maart; hoe lang
nog eer het October is, wanneer de regentijd
gewoonlijk begint! En dan geen zaad om te
planten! Als de goede God geen regen geeft,
sterven bijna alle runderen, alle ezels en alle
schapen; de geiten alleen kunnen in het leven
blijven; doch de weinigen die er zijn werden
geslacht, om de menschen voor hongerdood te
bewaren. Dit echter zal spoedig gedaan zijn,
en danIk heb binnen veertien dagen vijf men
schen bediend en een van hen, een vrouw met
vier kinderen, licht al op het kerkhof. Zij is
gestorven van zwakte, dat is van honger. De
ziekte der anderen is ook geen andere dan zwakte
ten gevolge van honger
De stoomboot Alameda", uit Samoa, heeft
te San-Francisco 36 zeelieden en 10 adelborsten
van de verongelukte Ameiikaansche schepen
gebracht.
Te Sydney heeft de „Lübeck" bericht dat, toen
zij Apia op 2 April verliet, de 'Amerikaansche
boot „Nipsic", die van het strand gehaald was,
ernstig was beschadigd en waarschijnlijk niet
naar Amerika kon terugkeeren. Een groot aantal
lijken is gevonden en begraven. Het geheele
aantal personen, dat bij de ramp omkwam, is
143. De „Lübeck" had 'den kapitein, 2 of ficieren
en 30 man van de kanonneerboot „Adler" en de
overlevende officieren der „Eber" aan boord, die
op 24 dezer naar Duitschland zullen terugkeeren.
Omtrent de passagiers en bemanning van
het schip „Danmark" (op weg naar New-York
onklaar geworden en verlaten, in zinkenden staat
op zee gezien), is te New-York nog geen bericht
ontvangen
Men denkt nog altijd, dat de schipbreukelingen
721 personen door een of ander aan boord
zijn genomen, b. v. door de stoomschepen „Helve
tia" of „Queen", welker aankomst vertraagd is.
naar men hoopt, door het opnemen van deze
talrijke pasagiers.
Onder de redmiddelen, welke Boulanger
voor Frankrijk aanbeveelt, is ook het „referendum"
dat is onderwerping van wetten of regeerings-
besluiten aan eene volksstemming. Nu hebben
in een paar kleine steden de gemeenteraden een
proef met deze raadpleging des volks genomen.
Een gemeenteraad bijv. vroeg zijnen kiezers, of
zij het aanleggen van eene nieuwe waterleiding
wenschen en elders liet men de burgers er over
stemmen, of zij geld wilden besteden voor het
bouwen eener kazerne, waarvan het blijven van
het garnizoen was afhankelijk gemaakt.
Deze handelwijze is door den Minister van
Binnenlandsche Zaken onwettig verklaard en de
prefecten hebben bevel ontvangen, de op die
wijze tot stand gekomen besluiten te vernietigen.
Te Saint-Denis woonde in een erbarmelijk
hol van eene kamer een man van een zestig jaren,
die er uitzag als tachtig, in de grootste armoede.
Dezer dagen is de ongelukkige plotseling gestorven
en in oude kisten, onder een hoop vodden, vond
men effecten ter waarde van 200,000 fr., benevens
een onberispelijk testament, waarbij de rente
van dit kapitaal bestemd werd voor zes grijsaards
van des erflaters leeftijd in het gesticht van
Pierrefitte, die daarvoor een ijzeren hek om zijn
graf moesten onderhouden met een steeds fris-
schen krans.
De Eiffeltoren levert dagelijks nieuwe stof
tot bespreking. Het laatste nieuwtje is de opstel
ling van twee kleine kanonnen op de tweede
verdieping van den modernen toren van Babel.
Zij zullen eiken morgen en eiken avond worden
afgevuurd om de opening en sluiting der tentoon
stelling te verkondigen.
Scliagen, 18 April Aangevoerd 6 Paarden f 40
a 200 veulens f a Ossen f a2 Stieren
f90 a 130, 120 magere Geldekoeien/"130 a 210, 20
vette dito fllO a 200. 90 Kalf koeien f 160 a 240
vaarzen dito f 60 a 90, 90nucht. Kalveren
3,— a 12.— Graskalveren f a
15 Varkens f.— 13 a 16.— Biggen ƒ6.- a 9.
vette Schapen f a f magere dito
f af, 657 Overhouders f18.—a f30.
Kipeieren f 2.50 a f 3. per 100 stuks.