ATTlVTIlü leilip GraaiMta ea Mertisten. J. J. KUIJPER, Parkstraat. BESCHIKBAAR Janssens Pasteyns, te Leuven. 1. Be prijs iler aiverteatièa is zeer Billijk, Parkstraat B, 294 Lanieveli&ieEooij Ly. S. KEIJSER Jz. eikemmers. een beste tweejarige STIER, F euilleton. inschrijving verhuren Halsjukken. Factoor ter Yischmarkt. publiciteit voor Texel. ifaiigetitld de Een Familiegeheim. Het Bestuur van het Waterschap de 30 ge meenschappelijke polders op Texel, zal op DINSDAG den 21 MEI 1889, voormiddags 11 ure ten RAADHUIZE aan den Burg bij 1. P. M. 19 Heet. land, gelegen in den polder het Noorden, 3de blok annex den 3den dwarsweg. 2. P. M. 19 Heet. land, gelegen alsvoren langs de Hoofdweg. 3. P. M. 46 Heet. land, gelegen als voren annex den 2en dwarsweg. 4. 45 Heet. 26 A. land, gelegen alsvoren in het 4e blok belend de erven P. Kuiper. 5. 67 Heet. 11 A. 60 cA. land, gelegen alsvo ren tusschen het Zwin en de Waterboezem van Waal en Burg. 6. De gronden in het 7e blok vanaf de Togt- sloot tot aan het land afkomstig van W. Brans en W. Bakker. 7. 57 Heet. 43 A. 70 cA. land, vanaf den 2en dwarsweg tot aan de kavel thans nog het eigendom van W. Brans en W. Bakker. 8. 22 Heet. 52 A. 80 cA. land, zijnde de kavel afkomstig van W. Koning benevens de kade langs de Waterboezem van Waal en Burg. 9. De jacht op de onverkochte gronden van het Noorden groot 434 Heet. 06 A. 80 cA, De conditiën voor de verhuring zijn ter inzage ter Secretarie van genoemd Waterschap aan den Burg. Do inschrijvingsbiljetten moeten tendage voormeld, voor 11 uur ten Raadhuize aan den Burg worden ingeleverd. Het Bestunr voornoemd, J. J. ROEPER, Dijkgraaf. Sd. KEIJSERPz. Secretaris. Beleefd verzoek spoedige terugbezorging E L li K O M M E N. ELKZEEFTEN. jELKMATEN. BOTERKLEURSELS. KAASSTREMSEL. KAASKLEURSEL. THERMOMETERS. Laagste prijzen a contant, bij DEKGELD f 1- Bij C. M. VEEGER, Westermient. Dit blad voorziet in eene groote behoefte aan Door de lage abonnementsprijs komt het in aller handen. ^00 gij goede waar wilt koopen niet veel betalen wilt, Hven dan naai Vlessing loopen; gjoek'loos dan geen geld verspild. ftaat de Waalderstraat bezoeken: overhemden, Bout, Sajet, Bngelschleer voor zeemansbroeken, Oames-jachets, sterk en net, kinderpakjes kunt g' er koopen ©verlijfjes, dames, hoort! Ook nog Garen, Band en Knoopeu, peluws, Bedden en zoo voort. y 21. Vrij naar 't Fransch door A. D. Hoofdstuk XIII. Dat huwelijk zal geene plaats grijpen zeg ik u, herhaalde de markies met eene donderende stem Het is al te schrikkelijk, vervolgde hij, op een hollen akeligen ftoon, een huwelijk, waarin eene vrouw haren echtgenoot niet bemint dat maakt krank zinnig. De markiezin heeft my altyd bemind. Wat mij krankzinnig maakt is iets anders. Eene helsche vreugde blonk in de oogen der markiezin, want aan de hevigheid der woorden van den markies, en aan den schrik die in zjjn oog te lezen was, bespeurde zij, dat zijne ijlhoof digheid op het punt was, van terug te keeren. Dit contract, vervolgde de markies, en hy maakte zich gereed het te verscheuren. Driftig greep de markiezin het 'aan. Het lot van Marga- rethe scheen aan een zyden draad te hangen. Wat my ylhoofdig maakt, vervolgde de mar- kies is een gapend graf, een spook dat er uit o pryst dat my toeroept: Uw leven is in myne hand, fluisterde de Jmar- kiezin in zyn oor, de laatste woorden van Morlaix herhalende, ik kan het u ontnemen. Hoort gy, hoort gy riep de markies, hevig sidderend, terwyl hy trachtte op te staan, om de vlucht te nemen. Vader, vader, kom tot u zeiven. Hier is [geen graf, geen spook, geen schrikbeeld. Deze woorden zegt myne moeder Maar ik wil, dat gy leeft om my te vergeven, vervolgde deze aan zyn oor. Genade, genade, riep de markies, op zyn zetel achterover vallende, met ten berge ryzende haren en met een koud zweet op het voorhoofd* Vader, vader, riep Margarethe ontzet. Gy ziet immers wel, dat hy zinneloos is, zeide de markiezin zegevierende. Myn vader, herhaalde Margrethe, op een hart- verscheurenden toon. De markies scheen gevoelloos. Mynheer zeide de markiezin op eenen beve lenden toon. Hml wat is het? zeide de markies angstig. Vader, vader! help my, riep Margarethe, in doodsangst de handen wringende, help my, help my. Neem die pen op en teeken daar, zeide de mar kiezin, hem de pen in de hand gevende. Gy moet, ik wil het. Ik ben verlorenriep Margarethe, uitgeput door den stryd, en gevoelende, dat hare krachten haar begaven. Op het oogenblik echter, dat de markies ging teekenen en de markiezin zich reeds met het wel slagen harer plannen geluk wenschte, deed een onverwacht voorval eensklaps alles veranderen. De deur van het kabinet werd geopend, en Paul, die onzichtbaar dit geheele tooneel had bygewoond, trad plotseling te voorschyn. Mevrouw de markies d'Auray I een woord, voordat het contract geteekend wordt, riep hy. Wie roept my zeide de markiezin, terwyl zy trachtte te zien, wie in de verte en dus in de dui sternis het woord tot haar richtte. Ik ken die stem, riep de markies opspringende alsof hy oen gloeiend yzer gevoeld had. Paul deed eenige schreden voort en trad in het heldere licht der lusters. Is dat een geest riep thans de markiezin, getroffen over de gelykenis met haren voormaligen geliefde. Ik ken dat gelaat, mompelde de markies, die den man voor zich meende te zien, dien hy gedood had. O God, bescherm my, stamelde Margrethe, op de knieën vallende. Morlaix, Morlaix! zeide de markies opstaande en naar Paul gaande, Morlaix, Morlaix! vergeef my. Hy viel rechtuit als een steen buiten kennis op den grond. Myn vadergilde Margrethe, zich op hem werpende. Op dit oogenblik trad ylings een dienstbode binnen. Mevrouwzeide ny, Achard vraagt om den biechtvader en den doctor van het kasteel. Hy ligt op sterven. Zeg hem, antwoordde de markiezin, op haren gemaal wyzende, dien Margrethe vruchteloos trachtte te doen bykomen, zeg hem dat beiden by den markies noodig zyn. Hoofdstuk XIY. Gelyk wy hiervoor reeds zeiden, werden twee lieden te gelyk opgeroepen, om hunne aardsche loopbaan te verlaten, de hooggeboren markies d'Auray en de arme Achard. Wy hebben geaien, hoe de eerste op het zien van Paul, die het levend afbeeldsel zyns|vaders was, bewusteloos voor de voeten van den jongen man nederstortte, die zelf verbaasd stond over den indruk, dien zyne verschyning gemaakt had. Wat Achard betreft, de omstandigheden, die zyn einde verhaast hadden, kwamen uit dezelfde bron voort, schoon zy van verschillenden aard waren. Het gezicht van Paul had by den een door over maat van schrik, by den ander door overmaat van vreugde den dood veroorzaakt. Den geheelen vorigen dag had Achard zich zwakker dan gewoonlyk gevoeld. Niettemin was hy dien avond uitgegaan, om volgens zyne gewoonte op het graf zyns meesters te gaan bid. den; daar had hy gevoeld, hoe zyne krachten te gelyk met de laatste stralen der zon hem bega ven, zoodat, toen de dienstbode van het kasteel hem volgens gewoonte des avonds bezocht, deze hem niet in zyne kamer vond, en by nazoeking op zyne gewone wandelplaats, hem onder den grooten eik buiten kennis had vinden liggen. Als- toen had de dienstbode hem naar huis gebracht, en verschrikt over dat onverwacht voorval was zy by de markiezin de hulp van den geneesheer en den priester gaan vragen, welke deze geweigerd had onder voorwendsel dat zy op dat oogenblik voor den markies even noodzakelyk waren als voor den ouden dienaar, en dat het onderscheid van rang, zelfs in het aangezicht des doods, haren gemaal den voorrang gaf. Maar deze tyding, ontvangen op een oogenblik, dat alle hartstochten ten hoogste gespannen waren, was door Paul gehoord. Daar hy het teekenen van het contract in den toestand, waarin de markies zich bevond, onmogelyk achtte, had hy slechts even zich den tyd gegund, om Margarethe te herinneren, dat zy hem by Achard vinden zou, als zy hem noo dig mocht hebben. Hierna spoedde hy zich het park in, en zich weldra verzekerende waar hy was, met de bekwaamheid des zeemans, gewoon aan den hemel zyn weg te zoeken, had hy het huis des grysaards gevonden, was hygend het vertrek binnen getreden, op het oogenblik, dat deze tot zichzelven kwam, en had zich in zyne armen geworpen. De vreugde gaf aan den ouden dienaar althans eenige krachten terug. Zyt gy het? zyt gy het? riep de grysaard uit, ik had niet gehoopt u weder te zien. Kondt gy denken, dat ik vernomen zou hebben hoe uw toestand was, en dat ik niet dadelyk naar u toegevlogen zou zyn. Maar ik wist niet waar ik u zoeken zou, en ik wilde u voor mynen dood gaarne nog eens spreken. Ik was op het kasteel, vader 1 ik heb alles gehoord en ben hierheen gevlogen. En hoe waart gy op het kasteel gekomen? vroeg de grysaard verbaasd. Paul verhaalde hem alles. (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGE VELD DE ROOIJ Texel. O g w w CQ W H H W £5 Ph CU 3 H-I I PQ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4