Buitenland.
Het adres, dat door de plattelands-gemeente
besturen in Friesland, in zake verbetering der
gemeentelijke financien, aan Z. M. den Koning
zal worden opgezonden, eindigt, na omschrijving
van den ongunstigen toestand van vele gemeenten,
aldus
Bovenstaande beschouwingen dringen ons er
toe, eerbiedig aan Uwe Majesteit te verzoeken,
dat het haar moge behagen, Uwer Majesteits
Regeering te wijzen op den dringenden eisch des
tijds om den financieelen toestand der gemeenten
te verbeteren en het gemeentelijk belastingstelsel
te wijzigen en uit te breiden in dien zin
a. dat den gemeente worden ontlast van het ver
richten van die werkzaamhedeu en het dragen
van die lasten, welke meer eigenaardig door het
Ryk behooren te worden verricht en gedragen
b. dat aan de gemeenten door het Rijk worden
afgestaan de 21V» opcenten, die thans door hem
van de belasting op de ongebouwde eigendommen
worden geheven;
c. dat aan de gemeenten meerdere vrijheid
worde gelaten tot het heffen van een grooter
aantal opcenten op de belasting op de ongebouwde
eigendommen
d. dat buiten de gemeenten wonende eigenaren
van vaste goederen, inrichtingen en nijverheids-
ondernemingen, benevens zedelijke lichamen,
stichtingen, naamlooze vennootschappen en goe
deren in de doode hand in eene plaatselijke directe
belasting kunnen worden getroffen, naarmate het
belang, dat zij geacht kunnen worden bij die
gemeentehuishouding te hebben.
Uit Friesland schrijft men
De prachtige Meidagen, die de weiden zoo
ruim van gras voorzagen, hebben eene groote
rijzing van de veeprijzen ten gevolge gehad.
Dat de veekooplieden hiervan voordeel trekken
ligt voor de hand. In de Zevenwolden CFr.)
maakten 4 kooplieden met in- en verkoop van
3 tot en met 10 dezer een winst van bijna
1 3000. Soms bracht een koe f 60 meer op
dan waarvoor hij daags te voren gekocht was.
In onze omgeving zoo schrijft men uit
Tjalleberd staan de weilanden allergunstigt;
zoo meenden onze landbouwers, maar hier en
daar ontdekte men plekken, waar het gras
niet wou opschieten, ja een enkele plek ver
toonde bijna geen levend sprietje meer. Wat
was de oorzaak Verscheidene landen zitten vol
kleine, bruine rupsen, ter lengte van een hal ven
lucifer en ter dikte van een gewone penhouder.
Deze diertjes knagen de wortels der grasplanten
dooren dientengevolge sterft de plant, 's Avonds
ziet men ze bij honderden langs de voren
kruipen. Als oorzaak geeft men op de droge
oostewinden der vorige week, terwijl men ver
wacht dat bij zoel en nat weder deze landplaag
spoedig zal verdwijnen. Tusschen jJoure en
Langweer, in de zoogenaamde Woudfenne, heeft
zich hetzelfde verschijnsel voorgedaan.
Over het verwisselen der vlag op den toren
te 's-Hage leest men het volgende in de Haagsche
bladen
Te midden van het vroolijk feestgedruisch is
een schrille wanklank gehoord.
In den nacht ven Zaterdag op Zondag hebben
eenige sujetten, die in den toren van de Sint-
Jacobskerk alhier hadden weten te geraken, de
Oranjevlag, welke daar ter gelegenheid van 's Ko-
nings jubileum uitgestoken was, verwisseld voor
een roode vlag, waarop in zwarte letters te lezen
was„Weg met het KoningschapLeve de
RepubliekNa dit ellendige werk verricht te
hebben, zijn de kerels verdwenen, echter niet
voor dat zij de deuren, welke toegang tot den
toren geven, achter zich hadden dichtgeschroefd,
waarmede zij klaarblijkelijk het voornemen
hebben gehad, het verwijderen der roode vlag,
bp ontdekking, zooveel mogelijk te vertragen.
En hierin zyn zy volkomen geslaagd, want eerst
tegen 9 uur kon door de politie het roode doek
verwijderd en de Oranjevlag weder uitgestoken
worden.
Uit Enkhuizen^ordt gemeldAlle pogingen
der „Zuid-Hollandsche Berging Maatschappij", om
de „Friesland" te lichten, zyn mislukt. Men zal
het wrak nu met dynamiet uit elkaar laten
springen.
Wy lezen in de Landb. Crt.
Het heugeiyk feest der 40-jarige regeering
van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning heeft,
zooals te verwachten was, vele bevorderingen
of benoemingen in de orde van den Nederland-
schen Leeuw uitgelokt. Van de zyde van den
landbouw is het ridderkruis dier orde daarbij
ten deel gevallen aan de heeren Fontein de Jong
en Merkelbach, resp. voorzitters der Friesche en
der Limburgsche Maatschappy van landbouw,
Wy wenschen de benoemden geluk met die
onderscheiding. Ook by deze benoemingen deed
zich echter het gewone feit voor, dat het leeuwen
aandeel der onderscheidingen bestemd is voor
ambtenaren en officieren. Al laat zich dit ge-
reedelyk verklaren uit menschelyke zwakheden,
toch achten wy het geen gelukkig verschynsel,
dat meer het ambt dan de persoon hierby in
aanmerking wordt genomen. De jacht naar
ambten wordt op deze wyze gevoed en de moed
om voedsel te zoeken buiten de staatsruif niet
aangewakkerd. De bronaderen van 's lands
welvaart, landbouw, handel en ny verheid, maken
een ongelukkig figuur in ;de lange lijst der gedane
benoemingen. Voor het derde deel der bevolking
dat rechtstreeks in den landbouw een bestaan
vindt, slechts twee onderscheidingenWat is
de landbouw in Nederland weinig waard
De Winsch. Ct. zegt
Als een bewijs, dat het Yorks-hire-varken bij
goed mesten een groot gewicht kan verkrijgen,
kunnen we berichten, dat we Maandag-middag
een varken van zuiver Yorks-hire-ras per spoor
zagen afleveren, dat het enorme gewicht had
van 750 halve kilo's. Dit monstervarken was
afkomstig uit de export-slachterij van de firma
Tompson Co. te Assen, en gemest door de
heeren gebr. Schott alhier, 't Dier was inge
schreven in het Drentsche varkensstamboek,
onder den naam van „Cork". Men had het plan te
probeeren of het dier niet 1000 pond zwaar
zou kunnen worden, maar liet het wegens het
warme weer, varen.
De Indische Regeering heeft voor den dienst
van 1890 de uitzending uit Nederland verzocht
van 20 Ambtenaren voor den burgerlyken dienst.
Omtrent de vijandelykheden in het landschap
Edi, ter Oostkust van Atjeh (vermeld in de
Staatscourant van 10 dezer), is den 14den dezer
het volgende telegram van den gouverneur-gene
raal van Nederlandsch-Indië bij het departement
van koloniën ontvangen:
„In Edi zijn op 8 dezer de troepen tegen den
vyand opgerukt. Na hardnekkigen tegenstand
werd de vijand geslagen met groot verlies zijner
zijds, dat geschat wordt op honderd dooden.
Onzerzijds zijn gesneuveld de 1ste luit. der infan
terie J. J. A. Gaade en vier minderen militairen;
gewond zeventien mindere militairen." (Sts. Ct).
Uit Winterswijk komt het bericht, dat daar
gebrek aan steenkolen begint te heerschen.
Ook te Amsterdam is men bevreesd, dat enkele
fabrieken weldra de gevolgen van het gemis aan
brandstof zullen gevoelen. Noch Rijn-nog Ooster-
spoor voeren thans meer steenkolen aan; het
aantal waggons, dat anders daar ter stede eiken
dag aankwam, wordt op ten minste 400, elk van
10.000 K.G., geschat.
Te Leende (N.-B.) heeft het zoo gehageld
dat ongeveer de helft der te veld staande rogge
vernield isook hebben het gras en de klaver,
alsmede de vruchtboomen veel geleden. De schade
wordt begroot op minstens f 40.000.
De stand der gewassen in den Haarlem
mermeerpolder is op 't oogenblik uitstekend,
uitgezonderd het grootste gedeelte der karwy-
landen. Reeds nu ziet men vele akkers in vollen
bloei, by een laag, weinig ontwikkeld gewas.
Yan meer dan één zijde is reeds de opmerking
gehoord, dat het wel een beetje te hard vooruit
ging, zoodat, als 't prachtig weer eens omsloeg
van verscheidene akkers niet veel zou terecht
komen.
De heer Hielke Crugts te Haarlem, die on
langs, naar wij vermelden, zijn honderdsten
verjaardag vierden, is Zaterdag in den namiddag
kalm en zacht ontslapen.
De warmoezier H. Glimmerveen, aan het
Zwaanhals te Rotterdam, heeft de eerste nieuwe
aardappelen van den kouden grond |aan Z. M. den
Koning gezonden.
Door een looper van de ontvang- en betaalkas
te Amsterdam was in bankpapier verloren een
som van f 3100.
Een oud vrouwtje vond het geld en bracht het
uit eigen beweging, naar het kantoor, waar zy
hoorde, dat de som vermist was. Voor haar
eerlijkheid werd zy met tweehonderd gulden
beloond.
Een vreeseiyke dondeibui ontlastte zich in
de vorige week tusschen twee en drie uren boven
Noordbroek. Een yzingwekkend tooneel had er
plaats in de atdeeling der kleinste kinderen van
de Noorder school. By een knetterenden donder
slag stond de onderwyzer op eenmaal als het
ware in 't vuur. Men kan denken wat onstelte-
nis onder de kleinenZe buitelden letteriyk van
angst en schrik dooreen. Gelukkig en men mag
zeggen wonderbaarlyk is er echter geen onheil
aangericht en kwamen onderwijzer (de heer
G. Buist) en kindei en er met den schrik af.
Men schryft: het is voor den Nederland3chen
tuinbouw zeker van belang te vernemen, dat de
pogingen die in Duitschland van zekere zyde
reeds sedert geruimen tyd worden aangewend om
beschermende invoerrechten te verkrijgen op
tuinbouwvoortbrengselen geene kans van slagen
hebben. Die pogingen waren behalve tegen den
invoer van afgesneden bloemen uit Italië, vooral
ook gericht tegen den invoer van afgesneden
bloemen, bindgroen en boomen en heesters uit
Nederland. Het bestuur van het „Verband der
Handelsgürtner Deutschlands" ontving indertyd
van eene in 1887 te Hamburg gehouden vergade
ring het mandaat om wegens verkrijging van
beschermende rechten te petitioneeren. Namens
den Rijks kanselier werd daarop den llden April
11. geantwoord, dat de Bondsraad in zyne zitting
van 14 Maart 11. besloten heeft aan het verzoek
tot invoering van inkomend recht op afgesneden
bloemen, bindgroen, planten, groenten enz. geen
gevolg te geven.
-- Bijna alle werklieden in de mijnen van het
district Essen hebben den arbeid gestaakt- Het
aantal der werkstakers bedraagt nu 90,000. De
orde en de rust is in het district Dortmund sedert
Zaterdag nergens gestoord. De berichten, welke
dit meldden, zijn geheel onjuist.
Het gerucht, dat de soldaten bij Aplerbeck
slaags raakten met mijnwerkers, waarbij velen
werden gedood en gewond, bepaalde zich hiertoe,
dat Zondagavond een paar jonge mannen op de
soldaten schoten. Dientengevolge werden twee
knapen in hechtenis genomen.
Aan de deputatie der werkstakers, welke
bij den keizer weid toegelaten, antwoordde deze
dat hij aan de zaaa de grootste belangstelling
wijdde en zijner regeering had opgedragen haar
nauwgezet te onderzoeken. Hij, van zijn kant,
eischte van de werkstakers, dat zij zich binnen
de wettelijke perken zouden houden; dat zij alle
staatkundig partijdrijven zouden vermijden en
zich vooral verre zouden houden van de sociaal
democraten. Deden zij dit niet, dan zou hij hun
zijne macht toonen, en die macht was groot.
Bij het minste verzet tegen de wet, zou hij de
militairen macht ontbieden en van de vuurwa
penen gebruik laten maken.
Hij had een willig oor voor zynen onderdanen;
vóór alles echter moesten de arbeiders inzien
dat eene contractbreuk was begaan en dat het
verkeerd was, hen, die den arbeid wilden hervatten
daarvan terug te houden.
In zijne waarschuwing tegen den sociaal-demo
craten zeide de keizer nog, dat hij welwillend
gezind was jegens de arbeiders, evenals jegens
al zijne onderdanen, maar dat ieder sociaal
democraat voor hem gelijk stond met een vyand
van het Rijk, van het vaderland. Ten slotte
zeide hij„Keert huiswaarts en overweegt wat
ik u gezegd heb; tracht uwe makkers over te
halen het werk te hervatten. Maar in geen geval
mogen zij, die weder aan het werk willen gaan,
daarvan door hunne makkers worden terug
gehouden."
De steenkolennood is, naar uit Duisburg
gemeld wordt, byna ten toppunt gestegen. De
fabrieken in den omtrek doen de uiterste moeite
om het werk aan den gang te houden en betalen
voor steenkool fabelachtige prijzen, als 200 tot
210 mark per dbb. wagen. De uitvoer, die op
27 April nog 10,000 wagens kolen en cokes per
dag bedroeg, vermindert dan ook dagelijks.
Woensdag van de vorige week bedroeg hij 4324
wagens. Vrydag 2225 wagens en Zaterdag nog
slechts 1798 uit het geheele Dortmunder gewest.
De handelaars, die in het bezit van een grooten
voorraad waren, hebben goede zaken gemaakt.
De fabriek van Krupp gebruikt dageiyks 280 dbb
wagens steenkool en laat nu 200 dbb. wagens
uit Opper-Silezië en 70 tot 80 uit Engeland komen.
Naar men zegt, betaalt Krupp 300 M. per dbb,
wagen, die anders 70 Mark kost. Onrustwekkend
is het dat nu ook uit Opper-Silezië berichten van
werkstakingen komen
Ook de gasfabrieken van Parijs zijn in verlegen
heid, daar zy voor hunne gaskolen reeds jaren
een contract met Gelsenkirchen hebben loopen,
In geheel Duitschland wordt jaarlyks
60,000,000 ton steenkolen gegraven, en daarvan
leveren de provinciën Amsberg en Dusseldorf
alleen 28,000,000 ton. Bijna de helft van alle
mijnwerkers in Duitschland vinden in Dortmund
bezigheid, want in gewone omstandigheden be
draagt het aantal mijnwerkers alleen in dit dis
trict 217,357. Ongeveer een negende der daar
gegraven kolen worden naar België, Holland en
de Noordzeehavens uitgevoerd. Silezië levert een
vierde van de kolen, welke Duitschland noodig