Buitenland.
Tusschen de departementen van oorlog en
van waterstaat zal eerlang een overleg plaats
hebben omtient de maatregelen, welke van regee-
ringswege kunnen worden genomen, tot verbete
ring van het paardenras en ter bevordering van
de paardenfokkerij in het binnenland.
Daarbij zal worden overwogen, of subsidiën
kunnen worden verleend aan de verschillende
genootschappen, welke zich de bevordering der
paardenfokkerij ten doel stellen. Meer dan tot
nu toe bij de door het departement van oorlog
verleende ondersteuningen het geval is, zou daar
bij op den voorgrond moeten staan dat zoodanige
ondersteuningen slechts worden verstrekt, onder
voorwaarden, welke eene degelijke verbetering
van het paardenras voldoende waarborgen.
Uit verschillende plaatsen des lands komen
berichten omtrent schade of ongelukken door
do laatste onweders veroorzaakt.
Te Grouw (Fr.) is de bliksem geslagen in de
boerenplaats van den landbouwer V. d. Berg
te Friens in de boerderij van Meintema. Beide
woningen zijn in asch gelegd. Het was er
noodweer.
Te Gestel (N.B.) is een vijftienjarige jongen
door den bliksem gedood.
Nabij de Grebbe onder Wageningen sloeg de
bliksem in het achterhuis van de woning van
Gebroeders Bos, steenfabrikanten. Weldra stond
de woning in volle vlamdank zij der hulp van
een aantal steenovengasten, bleef het voorste
gedeelte behouden. Een drietal fraaie paarden
die in het achterhuis stonden, werd door den
bliksem gedood. Eene groote hoeveelheid hooi,
haver, enz, werd door het vuur vernield.
Het armenhuis te Schoonbeek (Drente) werd
getroffen en gedeeltelijk in asch gelegd. Een
boerenknecht is in de weide gedood.
Boven 'sHertogenbosch ontlastte zich eveneens
een buitengewoon hevig onweder, vergezeld van
hagelslag. De bliksem veroorzaakte brand in
een der gebouwen van het groot ziekengasthuis.
Gelukkig bevonden zich in dat gebouw geen
zieken. Met behulp der brandweer was men het
vuur betrekkelijk spoedig meester.
Door hagelslag is aan de veldvruchten onder
Rosmalen en Berlicum belangrijk nadeel toege
bracht.
Boven de gemeente Loosdrecht ontlastte zich
zulk eene hevige hagelbui, dat bijna alle tuin
vruchten en een groot gedeelte der in de
Loosdrechtsche Eng zoo mooi te veld staande
rogge en aardappelen werden vernield. Ook de
vruchtboomen en boekweit bekwamen veel schade.
Hagelsteenen, ter grootte van knikkers, behoorden
niet tot de zeldzaamheden.
Bij het hevige onweder, dat Zaterdag boven
Winterswijk woedde, sloeg de bliksem in een
nieuw gebouwd boerenhuis, tegenover de school
in Misba. Het pand brandde geheel uit, doch
de inboedel werd grootendeeis geborgen.
Uit Tie tjerk wordt van 25 Mei gemeld Heden
avond, omstreeks 5 uren, ontlastte zich over
dit dorp een hevig onweder, vergezeld van zware
regenbuien on sterkon hagelslag. De bliksem
sloeg in de woning van het hoofd der school
alhier, gelukkig zonder brand of noemenswaardige
schade te veroorzaken. Van den landbouwer
G. Van der Wielen werden twee schapen in de
weide gedood. Te Suawoude trof het hemelvuur
het hek voor de woning van den landbouwer
J. Bosmaook sloeg het in een boom, Bij
R. W. Bergsma, landbouwer onder Huizum, ont
stond een begin van brand in de schuur, welke
gedeeltelijk in de vlammen opging. Door spoedig
verleende hulp bleef het overige deel van het
gebouw bewaard.
Voor het eerst is in Den Haag bij een aan
besteding in het bestek de bepaling opgenomen,
dat de aannemer verplicht is, al zijn werklieden
gedurende den geheelen duur van het werk tegen
ongelukken en invaliditeit te verzekeren. De
polis moet aan de directie worden overgelegd.
Ingeval van ongeluk moet bovendien een zeker
bedrag betaald worden boven de verzekerde som,
behalve wanneer het ongeval het gevolg is van
eigen opzet of nalatigheid van den werkman, ter
beoordeeling der directie.
Om het gebrek aan drinkwater voortaan te
verhoeden, wordt door de gemeente Monnikendam
een bak met een inhoud van 100,000 liter gemaakt.
Hij is bestemd het regenwater op te vangen,
dat van het dak der groote kerk zal stroomen.
Dat voorbeeld kon hier wel worden nagevolgd.
Men meldt uit YenlooAan het station
alhier, waar anders gemiddeld dagelijks 100
waggons met ijzererts uit Spanje aankwamen,
met bestemming naar Bochum en Hörde, is
sedert de laatste 51 dagen geen enkele zending
meer aangekomen. Dit wordt in verband gebracht i
met het steenkolengebrek in Pruisen.
Wegens te snelle groei der haver en tarwe
ziet men in de IJpolders de bovenste deelen
afslaan dat voorzeker een zeldzaam verschijnsel
mag genoemd worden. De beetwortelen dit jaar
zeer overvloedig in deze polders verbouwd, komen
over 't algemeen zeer mooi voor den dag.
In het heideveld te Buinen, gem. Borger,
is Dinsdag door de heeren dr. W. Plehte, conser
vator aan 's rijks museum van oudheden te
Leiden, en dr. W. K. F. Schoor leeraar aan 's rijks
hoogere burgerschool te Meppel, een onderzoek
ingesteld naar het al of niet aanwezig zijn van
een huunebed aldaar. Uit het onderzoek bleek
dat een zeer groote keisteen, door een arbeider
aldaar onlangs ontdekt, niet is een overblijfsel
of gedeelte van een hunnebed, doch dat stellig
daar ter plaatse is geweest eene oude begraafplaats,
hetgeen uit het vinden van vele urnen die in
scherven vielen, en van overblijfselen van been
deren, die volkomen tot phosphorzure kalk ware
overgegaan, is af te leiden.
De 9-jarige Petrus sollet, te Maastricht, die
den 10 Maart 11. door een dollen hond werd
gebeten en op kosten der Regeering onder behan
deling van Pasteur is geweest; is weder naar
Maastricht teruggekeerd. Hij is 16 malen ingeënt
en heeft tot heden niet de minste nadeelige ge
volgen van den beet ondervonden.
De wachters aan de brug van den Rijnspoor
weg over het Galgewater te Leiden hadden uit
een kraaiennest vier eieren genomen en vier
kippeneieren daarvoor in de plaats neergelegd.
Donderdag zagen zij tot hunne niet geringe vreug
de dat de kraaien de eieren hadden uitgebroeid
en ze waren op deze gemakkelijke wijze in het
bezit van vier prachtige kuiaentjes gekomen.
In de Woensdag jl. gehouden vergadering
van de Koninklijke Engelsche Maatschappij van
Landbouw werd door Sir Edward Birkbeek gezegd,
dat, indien er in de maanden Juli en Augustus
mond- en klauwzeer in Duitschland heerscht, het
bestuur dier landbouwmaatschappij de sterkst
mogelijke pressie op de Britsche Regeering moet
uitoefenen om te verkrijgen dat geen levend vee
vrij uit Nederland in Groot-Britannië worde
ingevoerd, tot dat Duitschland vrij verklaard is
van mond- en klaauwzeer. (N. v. d. D.)
Het centraal-Bestuur van het Algemeen
Nederlandsch Werkliedenverbond heeft aan deafdee-
lingen toegezonden het navolgend ontwerp-adres aan
Z. M. den Koning, vast te stellen door de algemee-
ne vergadering:
Aan Z. M. den Koning.
Sire
Onder de talrijke hervormingen, die hiertelande een
dringende eisch kunnen worden genoemd, neemt een
billijke regeling der belastingen eene eerste plaats in.
De lasten, welke het rijk van de ingezetenen vor
dert, zijn in het algemeen niet gelegd op hen, die
ze het gemakkelijkst kunnen dragen, maar op het
deel der burgerij dat in de bronnen van handel en
nijverheid zijn bestaan moet vinden, terwijl het ande
re deel, dat in bezit of vermogen of in vrucht van
vermogen en in vaste bezoldiging zijn inkomen vindt,
naar evenredigheid véél te weinig in 's rijks schat
kist bijdraagt.
Het gebrek, dat bovendien al onze belastingen
hebben, is, dat zy niet geheven worden naar ver
houding de draagkracht het grootst is, en derhalve
de last gemakkelijker en lichter wordt.
Het gevolg van een en ander is, dat de werkende
en lagere klasse des volks 4 a 10 pet. en de onder
nemende klasse op het gebied van nijverheid en
handel, van 10 tot 20 pet. en zelfs meer van het
inkomen in de rijks- en gemeente-belastingen heeft
te betalen, percentage van de meer- en meestver-
mogende klassen op verre na niet wordt gevorderd.
Tot de lasten, die de nijvre, handeldrijvende en
landbouwende burgers schier uitsluitend drukken,
behooren die op het bedrijf (recht van patent), van
zegel en registratie.
Tot de lasten die gelijkmatig drukken, waarbij
volstrekt geen rekening gehouden wordt met de
draagkracht van klassen nog personen, maar waarin
ieder bijdraagt naar de mate hij verbruikt, behooren
de accijnzen. En vooral zijn het die accijnzen welke
geheven worden van de eerste levensbehoeften: van
zulke behoeften, die niemand, hoe arm hij ook zijn
moge, ontberen kan: zout, zeep, suiker en azijn.
Het besef van dezen ten eenenmale onhoudbaren
toestand op het gebied van belastingheffing is genoeg
zaam doorgedrongen in alle kringen des volks, dank
zij vooral de voorlichting van zoovele mannen van
naam en talent, op het gebied van staat- en staat
huishoudkunde, die nimmer hebben verzuimd daarop
te wijzen en het meermalen als een eisoh van
voorzichtig staatsbeleid hebben verdedigd, dat in
dien toestand ten spoedigste verandering worde
gebracht.
Men weet thans algemeen hoe onrechtvaardig ons
stelseloos belastingwezen, is en de ontevredenheid
die daarvan het gevolg is, is verbazend groot.
Van die ontevredenheid is vooral te vorigen jare
in het openbaar by de stembus getuigd. Niet van
eene enkele party of van enkele partyen, maar van
alle, zonder onderscheid, is de dringende wensch
naar belastinghervorming gehoord; daarop zyn, onder
anderen, de candidaten voor de Tweede Kamer ge
kozen; belastinghervorming met kracht te bevorderen
is hun, als het ware by lastgeving, ernstig aanbevolen.
Waar dit het geval is, bevreemdt het in hooge
mate, dat uwer Majesteits regeering, naar de meer
derheid der Tweede Kamer gewijzigd, voor die zoo
dringend gevorderde hervorming volstrekt niets
schijnt te gevoelen, getuigen de onder allerlei vormen
gedane ontwijkende verklaringen en antwoorden van
Z. E. den Minister van financiën, in de beide takken
der volksvertegenwoordiging.
Het is om deze reden dat het Alg. Ned. Werkl-
verbond tot Uwe Majesteit, met de aan haar ver-
schuldigden eerbied, het verzoek richt, zoodanige
maatregelen te nemen als haar passelijk schynen,
dat binnen korten tyd in ieder geval nog vóór
het aanstaande belastingjaar van regeeringswege
stappen worde gedaan tot versterkende hervorming
van het belastingwezen, aanvangende met het af
schaffen van het recht van patent, der mutatierech
ten en der accijnzen op het zout, de zeep, de suiker
en de azjjn, benevens tot het invoeren eener belasting
naar het inkomen der burgers en het in- of opvoeren
van andere belastingen met opklimmende heffing,
zoo na mogelyk overeenkomende met ieders draag
vermogen.
Hetwelk doendd enz.
Het Algemeen Nederlandsch
Werkliedenverbond,
Namens hetzelve,
Uwer Majesteits onderdanige dienaren, enz.
In West-Pruisen loopt het verblijdende
gerucht dat de vrede tusschen mijnwerkers
en arbeidgevers als verzekerd kan worden be
schouwd. Men grondt deze bewering op eene
verklaring van het bestuur der Vereeniging voor
mijnbouwbelangen in Dortmund, die, volgens de
Rhein. Westf. Ztg., aldus luidt:
„tiet is den vijanden van eensgezindheid tus
schen arbeiders en werkgevers helaas gelukt,
den moeilijk verkregen vrede, welke van alle
zijden met vreugde werd begroet, weder te doen
wankelen. Den mijnbesturen wordt verweten,
hun woord te hebben gebroken, zonder dat, afgezien
aan enkele alleenstaande gevallen, die nog ophel
dering behoefden of reeds weerlegd waren, gezegd
werd, op welke mijnwerken en in welke opzich
ten de op 13 dezer te Essen aangenomen over
eenkomst niet was nagekomen. Daarentegen
hebben mijnwerkers in verscheidene groeven den
arbeid weder neergelegd, met den eisch, dat in
den werkdag van 8 uren ook het in- en uitgaan
zou worden begrepen. Deze onmogelijk in te
willigen eisch is geheel in tegenspraak met de
duidelijke bepaling der op 18 dezer te Essen
uitgesproken verklaring, welke door de vergade
ring van mijnwerkers-afgevaardigden van 19 dezer
te Bocnum onvoorwaardelijk werd goedgekeurd.
„In het belang van den vrede en het welzijn
van allen en indachtig aan de vermaningen van
Z. M. den Keizer verzoeken wij den nog werk-
loozen mijnarbeiders dringend het werk te hervat
ten. Wat de weder aan het werk getogen mijn
werkers betreft, koesteren wij het vaste vertrouwen
dat zij zich door niets van den weg van vrede
en .trouwe plichtsvervulling zullen laten terug
houden.
Omtrent de werkstakingen in de kolendis-
tricten wordt het volgende gezegd: De hoop op
beëindiging van de strike op Dinsdag jl. heeft
zich, helaas, niet bewaarheid; integendeel is de
toestand sodert verergerd en wordt op ditoogen
blik de arbeid in alle voorname mijnen gestaakt.
In de mijnen bij Gelsenkirchen was de arbeid
eenige dagen geleden hervat, maar voor slechts
éèn a twee dagen. Nu is er het werk weer
gestaakt. In Herve zyn de arbeiders nog niet
tot den arbeid teruggekeerd.
De nieuwste berichten uit Westfalen luiden
zeer treurig. Het geheele kolendistrict zal, naar
men hoort, in staat van beleg worden verklaard
en één der hoofden van de werkstakers moet
in verzekerde bewaring zijn. Het schijnt, dat
de beweging nu toch een sociaal-democratisch
karakter aanneemt en daardoor de regeering tot
strenge en ernstige maatregelen zijne toevlucht
nemen zal.
In eene mijnwerkers vergadering te Bochum
is het zeer onstuimig toegegaan. De voorzitter,
zekere Weber, voer in vollen socialistisclien geest
heftig uit over de mijnbesturen en dr. Hammacher.
Hy veroorloofde zich daarbij zulke ruwe uitvallen
tegen der keizer, dat hij wegens majesteitsschennis
werd gevangengenomen. Zondag nacht is de
geheele commissie, die de werkstaking geleid
heeft (omstreeks veertig personen) in hechtenis
genomen en beslag gelegd op alle papieren.
Het fransche Zoölogisch genootschap heeft
de regeering gewaarschuwd, dat haar een groot
ornithologisch gevaar boven het hoofd hangt.
De zwaluwen schijnen er ernstig aan te denken,