Lauimerenvervoer. a. s. DONDERDAG 30 MEI's morgens acht uur te vertrekken naar LEIDEN. Tot tot letemii ra J. J. KUIJPER, Parkstraat. 8 ekendiiiakin g. Aanbesteding. s.v.p.-^i J. J. KUIJPER, Parkstraat. aanbesteden: verhoopten: H. Arys-depaepe, Aalst-Alost (België. Feuilleton. Informatiën bij C. KUIJPER Cz. aanbesteden: Een Familiegeheim. liggen ter lading* gereed, om BuckeyeMAAIMACHINES. „Ransomes" HOOIHARKEN. Boby'sHOOISCHUDDERS. Losse deelen voor Machines, beveel ik mij minzaam aan, vraag s. v. p. prijzen. Ontvangen puike Machineolie, 4-5 cent per liter, de 5 liter f 2.10. Het Bestuur van den polder EIJERLAND, zal op V R IJ D A G 7 J U N IJ e. k. des avonds ten zes ure ten huize van J. DE GRAAF te de Cocksdorp publiek De leverantie van 100 M3 Grint en 150 M3 Schelpen. Het transport per as daarvan langs den weg; Het maaijen en uitkroozen van het Kanaal, de JPostsloot en Hoogezandskil en liet teercn der polder-eigendommen, Het Grasgewas op de wegen. Nadere informatiën verstrekt de opzichter te de Cocksdorp, bij wien van af den 3en Junij de conditiën ter inzage zullen liggen. Het Bestuur van het Waterschap de 30 Ge- meenscli. Polders op Texel, zal op DINSDAG 11 JUNI 18S9, 's morgens 9 ure ten raadliuize aan den BURG op TEXEL, bij enkele inschrijving 1. Het leveren van 150 Lasten Kopzuilen Hazalt Zetsteen le soort lang 40/50 cM. en dik 25/35 cM. over kruis, franco in de haven van Texel. 2. Idem van 200 Sterre ondcrhoudsgrint franco op de wal of wagen in de haven van Texel. Inlichtingen zijn te bekomen bij Jb. HILLE- NIUS te OUDESCHILD. Inschrijvingsbiljetten moeten op den dag der aanbesteding voor 's morgens 9 uur ten RAADHUIZE van Texel worden ingeleverd. Het Bestuur voornoemd J. J. ROEPER, Dijkgraaf. Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. Texel, 23 Mei 1S89. Factoor in alle Zee- en Rivierviscli. Commissie en Consignatie. De Maai- eu nooimachiiics door den Heer L. J. v. d. Berge te Waal, voor veel vermin derde prijzen aangeboden, kunnen ook voor dezelfde prijzen geleverd worden door Vrij naar 't Fransch door A. D. Hoofdstuk XYI 25. Die zich minzaam daartoe aanbeveelt, verzoekende spoedig order s. v. p. En moet ik, op dat gevaar af, teekenen Teeken, zeide de markiezin. Maar vervolgde Margarethe, hare bevende hand op het contract leggende, als mijn echtgenoot eens het bestaan van myn kind verneemt; dan myn geliefde rekenschap vraagt van de smet, zijn geslacht en zyne eer aangedaan als hij in een tweege vecht zonder getuigen den minnaar doode en als mijn echtgenoot, door zijn geweten geplaagd altijd eene stem uit een graf meende te hooren en zijn verstand verloor Zwijg, zeide de markiezin ontzet, schoon niet wetende, of het toeval of eenige inlichtingen haar deze woorden deden spreken, zwijg 1 Wilt gij dan, vervolgde Margarethe, die te veel gezegd had, om niet voort te gaan, wilt gij dan dat ik, om mijnen naam en dien mijner kinderen vlek keloos te houden, mij met een krankzinnige opsluit wilt gij dan, dat ik elk levend wezen van hem en van mij verwijder dat mijn hart verstaald zy, opdat ik niet meer weene, dat ik het rouwgewaad aan trek als eene weduwe, voordat mijn echtgenoot gestorven is Wilt gij dan dat mijne haren twintig jaren voor den tyd vergrijzen? Zwijg, zwijg, zeide de markiezin, met eene stem in welke de vrees de overhand kreeg, zwijg z®ë ik u. Wilt gij dan, riep Margarethe, door hare drift weggesleept, dat ik ten einde dit^ntzettend geheim met hen die het weten sterve, v^n hun doodsbed, geneesheer en priester verwijderd houde dat ik van het eene sterfbed naar het andere ga, om den stervende niet de oogen maar den mond te sluiten Zwijg, zwijg, rieP de markiezin, de handen wringende, in 's hemels naam, zwijg. Welaan vervolgde Margarethe, beveel my nog maals te teekenen, en dan zal dat plaats grijpen. En dan zal de wraak des hemels voleindigd zyn, en de misslagen der ouders! zullen op de kinderen bezocht worden, tot in het derde en vierde geslacht. O, mijn Q-od! riep de markiezin snikkende, ben ik niet genoeg vernederd? ben ik genoeg gestraft? Vergiffenis, vergiffenis 1 riep Margarethe uit, door de eerste tranen harer moeder tot zichzelve gebracht, en op de knieën vallende, vergiffenis, vergiffenis 1 Ja, vraag vergiffenis, ontaarde dochter, zeide de markiezin, opstaande, gij, die de wraakroede des hemels in de hand neemt en uwe moeder in het aangezicht slaat. Vergiffenis, vergiffenis, riep Margarethe, ik wist niet wat ik zeide. Gy hebt my myn verstand doen verliezen. Ik was krankzinnig. O myn God, riep de markiezin, de beide handen opheffende, gy hebt de woorden gehoord van myn kind. Van uwe goedertierenheid durf ik niet ver wachten, dat Gy die zult vergeten. Maar als Gy haar straft, myn God, zoo bedenk dat ik haar niet gevloekt heb. Zy ging naar de deur, hare dochter trachtte haar te weerhouden, maar de markiezin keerde zich om, met eene zoo schrikwekkende uitdrukking op haar gelaat, dat Margarethe, zonder dat het haar met woorden gelast was, het kleed van hare moeder losliet, en zwijgend en sprakeloos staan bleef, tot dat hare moeder vertrokken was, waarna zy met een smartelyken gil achterover nederzeeg. Hoofdstuk VII. Men zal zich misschien verwonderen dat na de ruwe wyze, waarop Paul den vorigen dag den ba ron Lectoure beleedigd had, het tweegevecht niet des morgens reeds bepaald was, maar de luitenant Walter had in last alle voorwaarden aan te nemen op deze na. Paul wilde eerst tegen den avond vechten. De jonge zeeman begreep, dat hy zyn leven niet mocht wagen, voordat hy dit treurige drama, waarin hy eerst als vreemdeling, en daarna als lid van het geslacht gewikkeld was geworden, ten einde had gebracht. Lectoure, die de reden van dit uitstel weinig bevroedde, had dit voorstel aangenomen, en Paul besloot van zyn tyd party te trekken. Toen hy bet uur dus geschikt achtte om zich by den markiezin te begeven, wandelde hy naar het kasteel. De gebeurtenissen aldaar hadden er zooveel verwarring te weeg gebracht, dat hy geen bediende aantrof, om hem aan te die nen; hij sloeg den hem reeds bekenden weg in, en aan de zaal gekomen zag Ry Margarethe in flauwte op den grond liggen. Toen hy het contract ineen gekreukt en zyne zuster in eene flauwte zag, begreep Paul lichtelyk, ;dat er weder een tooneel, en nog yreeselyker dan de vorige tusschen moeder en dochter had plaats gegrepen. Hy nam zyne zuster op en opende het venster, om haar versche lucht te verschaffen. Weldra kwam Margarethe weder tot zichzelve, en alstoen verhaalde zy, hoe hare moeder haar tot de teekening van het huwelyks- contract had willen dwingen, ten einde haar met haren broeder te verwyderen; en hoe zy. door de smart en haren toestand weggesleept, haar had laten blyken dat zy alles wist. Paul begreep, wat er op dit uur in het hart der markiezin moest om gaan, die na twintig jaren van zwygen, eenzaamheid en angst, op eene voor haar onbegrypelyke wyze het geheim bekend zag aan een der tweepersonen' voor wien zy het meest belang had het te verbergen. Hy gevoelde medelyden met de kwellingen zyner moeder en besloot die zoo spoedig mogelyk te doen eindigen. Margarethe, die naar de vergiffenis van hare moeder haakte, nam op zich haar te verwittigen, dat de jonge zeeman hare bevelen verwachtte. Paul was alleen gebleven en stond peinzende tegen den schoorsteen geleund, toen de zydeur openging, en Emanuel met een kistje met pistolen in de hand binnentrad. Paul, die hem gewaar werd groette hem met een kalm gelaat op eene gulhartige en minzame wyze. Emanuel daarentegen schoon de welvoegelykheid hem dezen groet deed beantwoorden, gaf door zyn gelaat te kennen, de vyandige gezindheid, die de tegenwoordigheid van den man, dien hy als zyn gezworen vyand beschouwde, by hem verwekte. Ik wilde u gaan opzoeken, mynheer! zeide Emanuel, de pistolen op de tafel leggende, zonder te weten waar u te vinden, want gy schynt even als de booze geesten in onze legende, overal en nergens te zyn. Een bediende heeft my gezegd, dat gy het kasteel waart binnengegaan. Ik dank u, dat gy my zyt voorgekomen. Ik ben gelukkig, dat myn besluit, ofschoon door andere redenen veroorzaakt, met uwe wenschen overeenkomt, antwoordde Paul. Hier ben ik; wat wilt gy van my, mynheer? Begrypt gy het niet? vroeg Emanuel met klimmende drift. Alsdan kent gy weinig de plichten van een officier, een edelman, en het is eene nieuwe beleediging, die gy my aandoet. Geloof my, Emanuel! zeide Paul op kalmen toon. Gisteren heette ik Graaf, heden markies d'Auray, viel Emanuel hem met een verachtend en fier ge baar in de rede, vergeet dat niet, mynheer Een flauwe glimlach vloog over Pauls lippen. Ik wilde zeggen, dat gy weinig de plichten van eenen officier en edelman kent, vervolgde Emanuel, als gy kondt gelooven dat ik toeliet, {dat een ander den twist beslechtte, dien gy met my hier zyt komen zoeken. Ja, mynheer, gy zyt my in den weg getreden en ik u niet. Mynheer de markies d'Auray vergeet zyn bezoek aan de Indiana, zeide Paul glimlachende. Geene haarkloveryen, mynheer, ter zake. Gis teren toen ik u aangeboden heb wat ieder edelman en officier niet alleen, maar ieder, wien het hart op de rechte plaats zit, dadeiyk zonder aarzelen aanneemt, hebt gy geweigerd, mynheer! en de uitdaging over eenen anderen boeg wendende, zyt gy een tegenstander achter my gaan opzoeken, die wel niet geheel vreemd aan den twist was, maar wien de welvoegelykheid verbood zich er in [te mengen. (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD& DE ROOIJ - Texel De ratooien ra ion leer P. F. HOLTZAPFFEL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4