N°. 184.
Zondag 7 Juli.
A#. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOLJ, ParkstraatBurg op Texel.
TEXEL, 6 Juli 1889.
Ter voorziening in de periodieke aftreding
van vier leden van den gemeenteraad, zal
Dinsdag 16 Juli eene verkiezing daarvoor
plaats hebben.
Aftredende leden zijn de heeren T. Zijm Mz.
W. Bakker Kz. C, Zijm Tz. Jb. Roeper Jbz.
Tevens zal alsdan de verkiezing plaats
hebben van één lid van den gemeenteraad
ter vervanging van den heer D. C. Loman,
die als lid van den gemeenteraad heeft be
dankt, en waardoor alzoo eene vacature is
ontstaan.
De zoo gevreesde varkensziekte, welke
elders zooveel verwoesting aanricht is ook helaas
op ons eiland uitgebroken.
Zulk een geval deed zich in vrij hevige
mate voor bij een varken van den heer J. Helm
onder Hoogeberg. Door den heer van Oyen
plaatsvervangend district veearts, werd besmet
telijke ziekte geconstateerd, en daarop volgens
wettelijke voorschriften het vleesch vernietigd
en verdere voorzorgs-maatregelen toegepast.
De Held. Ct. berichtte dezer dagen dat
door de Regeering, voor de havenverbetering
alhier eene subsidie van f17000 is toegezegd,
op voorwaarde, dat door de provincie een
gelijk bedrag worde toegestaan.
Wij hebben omtrent dat bericht, alhier nog
geene zekerheid kunnen verkrijgen, doch mocht
het waarheid bevatten, dan zou daardoor de
havenkwestie eene groote schrede zijn gevor
derd tot eene gunstige oplossing.
Herinneren wij de loop dezer zaak dan
blijkt ons, dat het plan zooals het aanvankelijk
door de Waterstaat werd voorgesteld, was als
volgt„het maken van eene bijhaven en
verlenging van den dam met 45 M., waarvoor
de kosten werden geraamd op f41,000.
De regeering verklaarde zich bereid hiertoe
hoogstens f 14,000 bij te dragen, indien de
gemeente het werk voor hare rekening wilde
nemen. Mocht van de provincie op gelijke
bijdrage in de kosten worden gerekend, dan
zou van de gemeente alzoo voor dit werk nog
eene uitgave van pl. m. f14,000 worden ge
vorderd.
Na verschillende besprekingen en besluiten
in den gemeenteraad, omtrent de uitvoering
van het geheele werk of een gedeelte daarvan,
ook met het oog op de financieele draagkracht
der gemeente, werd in de vergadering van
den Raad van 15 Nov. des vorigen jaars be
sloten: om het D. B. te machtigen zich te
wenden tot de Reg. en de Prov. Staten, ten
einde te bewerken, dat bij uitvoering van het
geheele werk, door Reg. en Prov., ieder een
subsidie zou worden verstrekt van Via in de
kosten, zijnde ruim f17,000 voor ieder, waar
door de gemeente Va, pl. m. f7000 voor hare
rekening zoude krijgen.
Bevat het bovenstaande bericht alsnu zeker
heid dan is het niet onwaarschijnlijk dat ook
van de Prov. Staten, alwaar een voorstel tot
subsidie thans aanhangig is, een gunstige
beschikking kan worden verwacht, en zou
alzoo, aan het verzoek dezer zijds voldaan
zijnde, geen verder beletsel de uitvoering van
het werk in den weg staan.
Met belangstelling zien wij de uitslag in
deze tegemoet.
Oudeschild, 6 Juli. Door een onzer ingeze
tenen werd heden uit Haarlem een telegram
ontvangen, waarbij gemeld werd, dat het sub
sidie voor de verbetering en vergrooting der
Texelsche haven door de Prov. Staren was
toegestaan. Men hoopt dus, dat dit werk in
1890 zal worden uitgevoerd.
(Zie verder tweede pagina.)
Sedert eenige dagen wordt uit de wier
waarden nieuw gemaaid zeegras aangevoerd,
hetwelk van uitstekende kwaliteit moet zijn.
Meermalen is opgemerkt, dat in zomers, als
de hooioogst voordeelig is, ook het zeegras
flink tot ontwikkeling komt. Op de gronden
nabij den Prins-Hendrik polder is dit ook weer
het geval.
Oosterend, 5 Juli. Een wagen op veeren
is geliefkoosd speeltuig voor kindereu. Dit
ondervond gisteren de heer B., wiens wagen
bij den schuur stond, tot zijne schade.
Een viertal meisjes hadden weldra in den
wagen plaats genomen en werden voor en
achteruit gereden door eenige jongensdoch
nauwlijks was men met dit spelletje begonnen,
of meisjes en wagen lagen in de sloot, die
aan den weg grenst. De kinderen kregen
gelukkig geen letsel, doch van den wagen
was een en ander gebroken.
Gisteren speelden twee kinderen aan den
kant eener sloot. Het eene, een meisje van
den heer Plaatsman, werd al stoeiende door
het andere van den wal geholpen, met het
ongelukkig gevolg, dat het door den val een
armpje brak. De geneesheer van der Yegt,
die dadelijk ontboden werd, verleende heel
kundige hulp.
In de Staatscourant van 3 Juli is opgeno
men de overeenkomst, op 2 Juni 1887 te Washing
ton tusschen Nederland en de Yereenigde Staten
van Amerika guMiten, tot regeling der wederkee-
rige uitlevering van misdadigers.
Op initiatief van de Amsterdamsche timmer
lieden zal te Amsterdam een arbeiders-enquête
gehouden worden, Het comité voor de enquête
is benoemd in eene vergadering door de tim
merlieden vereeniging gehouden met de besturen
van 25 andere werkliedenvereenigingen.
De eerste vergadering van het comité zal
gehouden worden op Woensdag 17 Juli a,s. in
de Jonge Roelensteeg, café Stadhuis.
De redenen van dit optreden zijn, volgens
het Radicaal Weekblad in het kort deze, dat
sinds lang onder de arbeideis de wenschelijkheid
was uitgesproken, dat de talrijke grieven die
voor de werklieden bestaan, zooals onvoldoend
loon, te lange werktijd, slechte inrichting van
werkplaatsen en fabrieken, misbruiken door
tariefwerk, uitbestedingen, kinder- en jongmaat
jes-arbeid enz. enz. na een nauwkeurig onderzoek,
zouden worden aan het licht gebracht, wat
strekken zou en om de arbeiders meer tot elkander
te brengen en daardoor hun strijd te vergemak
kelijken, èn om de welgezinden onder de meer-
gegoede standen om van de Regeering niet
te spreken de overtuiging te schenken, dat
de grieven der arbeiders gegrond zijn en dat die
grieven bij goeden wil kunnen worden weg
genomen.
Ter voorziening in den kwijnenden toestand
van sommige takken van landbouw heeft de
heer Bahlman een voorstel van wet ingediend.
Art. 1 strekt om bij invoer de volgende rechten
te heffen, als van tarwe f 1.20, rogge f 0.60,
gerst f 0.60, boekweit f 0.30, haver f 0.30, mais
f 0.30, spelt, gepeld f 0.60, idem, ongepeld f 0.30,
gepelde of gebroken graan, grutten enz., niet
afzonderlijk belast, f 0.60, brood, beschuit en meel
van graan f 2.40, boonen en wikken f 0.30,
erwten f 0.60, stijfsel van alle soorten f 4, gist
f 20 en mout f 1.07, alles per 100 KG.
Art. 2 kent op den uitvoer van buitenlandsch
graan vervaardigde fabrikaten vergoedingen voor
inkomend recht toe, te weten:
voor binnenlandsch gedistilleerd uit graan per
100 liter ged stilleerd van 50 percent f 1.50;
voor meel, brood en beschuit, gerekend dat
75 KG. vertegenwoordigd worden door 100 KG.
tarwe of rogge;
voor stijfsel, gerekend dat 50 KG. vertegen
woordigd worden door 100 KG. tarwe of mais.
Art. 3. Aan fabrikanten van in art. 2 op ge
noemde goederen, bestemd voor den buitenland-
schen handel, welke granen als grondstoffen
bezigen, zal boven en behalve derzelver bevoegd
heid tot het genot van entrepót, een krediet
voor de rechten van drie maanden na den inslag
van elke partij verleend kunnen worden, onder
behoorlijke borgstelling.
Het bedrag der vergoedingen voor uitvoer zal
hierop, en wel door afschrijving op den eerst-
vervallenden termijn, worden gekort, en het
resteerende ten vervaldage in contante gelden
moeten aangezuiverd worden.
De verdere bepalingen omtrent de wijze, waarop
deze vergoedingen worden toegekend, worden
door ons bij algemeenen maatregel van bestuur
vastgesteld.
Art. 4. Het invoerrecht op gedistilleerd en alle
daaronder begrepen vloeistoffen, bepaald by art.
9 der wet van 1 Mei 1863 (Staatsblad No. 47),
wordt verhoogd van f 3.50 tot f 7.
Art. 5. De woorden Drie en-een-halve cent
voorkomende in litera b eerste en tweede lid
van art. 2 der wet van 25 Juli 1871 houdende
bepalingen omtrent den accijns op bier en azijn
(Staatsblad No. 92) worden veranderd in: „twee-
en-drie-kwart cent."
In eene uitvoerige beschouwing geeft de heer
Bahlmann zijne opinie omtrent de landbonwtoe-
standen elders en hier te lande.
Op vele plaatsen in de Zevenwolde (Fries
land) worden de koeien in de weide met hooi
gevoerd wegens volslagen gebrek aan gras in
de weilanden door de aanhoudende droogte.
Men schrijft: Einde Maait wendde zich het
hoofdbestuur der Schippersvereeniging „Schut-
tevaêr" tot de Regeering, verzoekende opruiming
van de in de Zuiderzee gezonken veerboot
„Friesland." Sedert zijn herhaalde en krachtige
pogingen aangewend om die boot te lichten.
De Bergings-Maatschappy heeft de zaak moeten
opgeven en is met materieel en al vertrokken.
Later is aan die Maatschappij een ultimatum
gesteld, dat, wanneer het wrak op 26 Mei niet
was opgeruimd, de opruiming door het Rijk zou
geschieden. Nu, ruim eene maand later, hoort
men van de zaak niets meer. In het belang
der veilige scheepvaart is het te wenschen, dat
de betrokken minister spoedig besluite, het wrak
eenvoudig door dynamiet te verwijderen.
TEXELSCHE COURANT.