N°. 185. Donderdag 11 Juli. A0. 1889. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Bubg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOLJ, ParkstraatBurg op Texel. IJK FA HERIJK DER MATE.V F\ GEWICHTEN. De BURGEMEESTER van TEXEL brengt ter kennisse van belanghebbenden, dat de IJk en Herijk der maten en gewigten in deze gemeente zal plaats hebben als volgt, te weten te Oude- schild op Haandag 15 Juli 18S9 ten huize van W. Bijl van des namiddags 12 tot 3 uur; aan den Riu'g op Dinsdag* 16 Juli in het logement „de Lindeboom" van des voormiddags 8 tot des namiddags 4 uur en op Woensdag 17 Juli van des voormiddags 8 tot 12 uur, alsmede voor de bewoners der dorpen Koog en Hoorn; te Ooster end op Donderdag 18 Juli ten huize van W. Kop pen IJz. van des voormiddags 8 tot 12 uur, als mede voor het dorp de Waal; te De Cocksdorp op Donderdag 18 Juli ten huize van Jb. Buijs van des namiddags 3'/s tot 5 Va uur. Texel den 9 Juli 1889. De Burgemeester voornoemd, CONINCK WESTENBERG, L. B. TEXEL, 10 Juli 1889. Op het tweetal als pred. bij de Doopsgez. gem. te Koog-Zaandijk, komen voor P. S. Bakels te Burg op Texel en C. N. Wijbrands te Enschedé. Het is ons een genoegen te kunnen mede- deelen dat de jongeling D. de Ruijter, uit het Alg. Weeshuis alhier, met goed gevolg examen heeft afgelegd om als leerling aan de Kweek school voor Zeevaart te Amsterdam te worden opgenomen, en hij mitsdien spoedig daar zal worden geplaatst. Deze omstandigheid komt ons niet ongeschikt voor om jongelingen, met lust voor de zeevaart, en die niet al te hokvast zijn, gehecht aan „de plaats waar", in letterlijken zin opgevat „eens hun wieg op stond", zoomede ouders of voogden op dergelijke gelegenheid opmerkzaam te maken. „Het doel dezer instelling is", zooiezen wij in de bepalingen voor de aanneming, jongelingen op te leiden tot stuurlieden en gezagvoerders voor de zeil- en stoomvaart ter Nederlandsche Koopvaardij." Ingevolge overeenkomst met den Minister van Koloniën stelt zij zich tevens beschikbaar voor de opleiding van stuurlieden bij de Gou vernementsmarine in Nederlands-Indië, enz." Dat om als leerling te worden aangenomen eenige kundigheden worden vereischt, zal ieder een duidelijk zijn, doch die kennis kan aan de hier bestaande school voor u. 1. o. voldoende worden opgedaan, en financieel gaat de plaat sing aan genoemde inrichting, zeker niet boven de krachten van een gewoon burger. Bij de zoo schaarsche gelegenheid alhier, om jongelieden in eenig vak op te leiden en te bekwamen vinden wij het van Heeren Bestuurders van het Alg. Weeshuis een ge lukkig besluit, dat zij, rekening houdende met capaciteiten en aanleg, hunne pupillen in de gelegenheid stellen, zich op deze wijze te vor men tot nuttige leden der Maatschappij. Dat van hier reeds meerdere jongelieden aan bovengenoemde inrichtingzijn geplaatst is ons' niet bekend, doch dat dit geval niet eenig zal blijven, maar door velen zal worden nagevolgd, wenschen wij van harte. Behalve deze inrichting, bestaat ook te Leiden eene inrichting tot opleiding voor de zeevaart, waarvoor de plaatsing niet zulke hooge eischen worden gesteld. Verschillende jongelieden van hier vonden daar reeds plaat sing en 't is dus zeker onnoodig daarover verder uit te weiden. Wij willen er dan ook slechts aan herinne ren, overtuigd als wij zijn dat dergelijke gele genheden een betere leerschool zijn tot vorming van den toekomstigen mensch, dan de publieke straat, die, bij gebreke van geschikte gelegen heid tot leering en bekwaming in eenig vak, vaak als leerschool voor het aankomende ge slacht dienst doet. Dat jongelieden, ouders en voogden, met deze opmerking hun voordeel zullen doen, ook in het belang der maatschappij, is een zeker wel gerechtvaardigde wensch. Dat een ongeluk op een klein plaatsje ligt, is een zeer bekend spreekwoord, doch dat dit spreekwoord veel waars bevat, onder vonden Zondagavond twee onzer plaatsgenooten. Ter hoogte van „de Zwaan" met elkander voortwandelende, kwam een wagen aanrijden, waarvan de voerman niet zeer geschikt scheen te rijden in een straat waar zich voetgangers bewegen. Hoewel de straat toch van genoegzame breedte was, en de bovenbedoelde voetgangers, in plaats van neven elkander, achter elkander gingen loopen, geraakten zij door de wonder lijke draai welke paard en wagen scheen noodig te hebben, beklemd tusschen het rijtuig en den muur, met het gevolg dat beide personen van de been geraakten, de een zooals men zegt bewusteloos werd en de ander het rijtuig over zijn voet kreeg. Bleek al spoedig dat de eerste persoon er met de schrik was afgekomen, de tweede was minder gelukkig maar bekwam een nog al belangrijke kwetsuur aan den voet. Een huivering overvalt ons bij de gedachte wat het gevolg had kunnen z\jn indien in plaats van een paar stevige mannen zich daar ter plaatse kinderen hadden bevonden. Ietwat meer voorzichtigheid en oplettendheid bij be stuurders van voertuigen, meenen wij voor het wandelend publiek wel te mogen eischen. 't Mocht eens nog ernstiger afloopen. Vermeldden wij in een vorig nummei, een geval van besmettelijke ziekte bij een varken alhier, niet ondienstig is het zeker, voor eventueel meer voorkomende gevallen, belanghebbenden te herinneren aan de Wet van 12 Mei 1889, waar wij o. m. lezen: „Indien een aan eene besmettelijke ziekte lijdend stuk vee is gestorven, is de houder of hoeder ver plicht daarvan onmiddelijk kennis te geven aan den burgemeester der gemeente waar het gestorven dier zich bevindt. Vee en overblijfselen van vee, dat aan eene be smettelijke ziekte lijdende is gestorven, moeten door de zorg en behoudens het bepaalde in het derde lid van dit artikel op kosten van den eigenaar, zoo spoedig mogelijk na de in het vorig lid bedoelde kennisgeving binnen een door den burgemeester te bepalen termijn worden verbrand, begraven of op andere wyze door den districts-veearts of districts- veearts-plaatsvervanger te bepalen, onschadelijk ge maakt. De brandstoffen en andere benoodigdheden voor het verbranden te bezigen, de bij het begraven te gebruiken ontsmettingsmiddelen benevens - voor zooveel noodig is - hulp en opzicht by het verbran den of begraven, worden den eigenaar op Rijkskos ten verstrekt. Schadeloosstelling voor het gestorven dier of de overblijfselen daarvan wordt niet gegeven, behoudens: a. dat in de gevallen en naar den maatstaf, door den Minister van Binnenlandsche Zaken te bepalen, door den burgemeester op Rijkskosten eene gedeel telijke schadeloosstelling wordt gegeven voor de huid van het dier; b. dat de Minister van Binnenlandsche Zaken in bijzondere gevallen eene door hem te bepalen schade loosstelling uit 's Rijks kas kan toekennen aan den eigenaar van een dier, dat is ingeënt en binnen een door den Minister gestelden tyd is gestorven, volgens de verklaring van eenen geëxamineerden veearts lydende aan de ziekte waartegen het was ingeënt." „Zieke of verdachte dieren, die na het onderzoek geslacht worden, mogen niet in consumtie gebracht worden, dan voor zoover daartegen volgens het advies, ter voldoening aan genoemd wetsartikel door den districts-veearts of die hem vervangt, uitgebracht, geen bezwaar bestond. Eigenaars van zieke of verdachte dieren mogen deze echter slachten ook vóór het bovenbedoeld onderzoek, mits vóór of onmiddelyk na het slachten hiervan kennis gevende aan den burgemeester. Alsdan mogen de dieren niet vervoerd noch in consumtie gebracht worden dan voor zoover z\j voor consumtie geschikt geoordeeld zyn, hetzy door den districts veearts of, indien nog deze noch een zyner plaats vervangers spoedig ter plaatse aanwezig kan zyn, door eenen geëxamineerden veearts, hetzy door een ander deskundige by eene eveneens door de zorg van den burgemeester zoo spoedig mogelyk te ver richten keuring. De twee-en-vijftigste Algemeene Verga dering der Maatschappij van Landbouw zal gehouden worden op Donderdag 12 September 1889 des voormiddags ten half elf uur precies, te Haarlem. De onderwerpen, op die vergadering te behandelen zijn o. a.: Rekening van het vorige en begrooting voor het volgende jaar (art. 28 en 36.) „De Afdeeling Dordrecht en Omstreken stelt voor dat de algemeene vergadering het Hoofd bestuur uitnoodige, zich te wenden tot de provinciale regeering van Noord- en Zuid- Holland, ter verkrijging van een provinciale keuring van dekhengsten. De afdeeling Hoorn en Omstreken heeft de eer voor te stellen, aan het Hoofdbestuur op te dragen in het belang van den landbouw bij Regeering en volksvertegenwoordiging te steunen den meer en meer zich openbarenden volkswensch, tot afschaffing van den zoutaccijns. De Afdeeling Overflakkee en Goedereede stelt voor, dat de Algemeene Vergadering dei- Maatschappij in 1889 te Haarlem te houden, besluite een Brand-Assurantie op te richten, uitsluitend ten doel hebbende de roerende en onroerende goederen van hare leden tegen brandschade te verzekeren, waardoor zij ver meent, dat de belangen van de landbouwers in het algemeen zullen worden behartigd en de Maatschappij er krachtdadig door gesteund worden. i TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 1