N°. 188.
Zondag 21 Juli.
A°. 1889.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgeoers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Het Hollandsclie Rundvee op de Internationale
Veetentoonstelling te Parijs.
Onder bovengenoemd opschrift vermeldt het
N. v. cl. D. een schrijven uit Parijs, hetwelk
zoo belangrijk is en zoo eervol voor ons land
en de betoonde energie, dat wij niet kunnen
nalaten, daaraan het een en ander te ontleenen
overtuigd dat met ons, allen die belang stellen
in de Nederlandsche veestapel, daarvan me
genoegen kennis zullen nemen.
Na eene beschrijving van de inrichting dei-
tentoonstelling te hebben opgegeven, zeg
de schrijver:
„Het Hollandsclie veeras was waardig en goec
vertegenwoordigd
In het geheel telt de catalogus 157 inzendin
gen van het Hollandsche veeras, waarvan slechts
enkele zijn weggebleven.
Van het Hollandsche veeras, in Frankrijk ge
boren en opgevoed, zijn 68 inzendingen in den
catalogus vermeld.
De overige inzendingen omvatten het Holland
sche vee, buiten Frankrijk geboren en opgevoed".
Na betoogd te hebben, dat de concurrentie
scherp was, vervolgt de schrijver:
„Zonder den krach tigen moreel en en flnanci-
eelen steun van het Nederlandsche Rundvee
stamboek zou wellicht geen enkel veehouder uit
Nederland er toe te krijgen zijn geweest om te
Parijs in te zenden.
Onder de leiding van den voorzitter, den heer
J. Breebaart Kz. te Winkel, en den heer Waldeck,
secretaris dier vereeniging, is echter eene collectie
van 21 stuks runderen daar, om den eer van
den Nederlandschen veestapel op te houden
Die inzending behaalde gisteren 6 prijzen, name
lijk een eersten prijs, gouden medaille en 500
francs, voor den jongsten stier van D. Huninga,
te Bedum, prov. Groningen; een derden prijs voor
den jarigen stier, van den heer J. L. T. Grone-
man, te Wieringerwaard, bestaande uit een bron
zen medaille en 300 francs; een eersten prijs,
gouden medaille en 300 francs, voor een vaars
van den heer Constant Philips, te Wouw, prov.
Noord-Braband; een tweeden prijs, zilveren medail
le en 300 francs, voor een vaars van den heer
H. Waiboer Az. te Winkel, prov. Noord-Holland;
een derden prijs, bronzen medaille en 150 francs,
voor een vaars, ingezonden door den heer H. F. Bult
man, te Haarlemmermeer, op naam van de maat
schappij: „het zuiddeel der Legmeerplassen" te
Nieuwer-Amstel, en een dei den prijs, een bronzen
medaille en 200 francs, voor een melkkoe van
7 jaren oud, van den heer F. Meijer, te Visvliet,
gem. Groningen."
Daarna vervolgt de schrijver onder dato
14 Juli:
„Het was heden voor alle Nederlanders, die
in den loop van den dag de tentoonstelling be
zochten, een waar feest, want, zoo als ik reeds
kortelljk vermeldde, het Hollandsche veeras heeft
een schoone overwinning behaald.
Een zesjarige Hollandsche melkkoe heelt, in
concurrentie met de fokdieren uit alle afdeelingen
en de prijswinners van alle rassen, de hoogste
onderscheiding behaald.
Die onderscheiding bestaat uit een eere-diploma
en 15000 francs.
Deze koe werd ingezonden door den heer Cor-
nelis Michiels, te Antwerpen, een in Nederland
welbekend Belgisch veehandelaar.
Zij werd niet lang geleden door hem gekocht
van den heer van der Lee, te Koudekerk.
Oorspronkelijk is de koe afkomstig van Cornelis
Beerepoot, te Westwoud, prov. Noord-Holland.
Nog andere exemplaren van het Noord-Hol-
landsclie veeslag, door Belgen ingezonden, doch
in Holland aangekocht, behaalden gouden en
zilveren medailles, met 1000 ol 700 francs.
Wij hebben zegt de schrijver de Engel-
schen geslagen, want met 16 tegen 10 stemmen,
die op een schoon exemplaar van het Durham-
ras waren uitgebracht, kende de jury aan de
vertegenwoordigster van het Hollandsche veeras
den eerediploma toe.
Wij zijn dus voor de smadelijke bejegening,
die wij van de zijde der Koninklijke Engelsche
Landbouwmaatschappij bij gelegenheid van de
tentoonstelling te Windsor hebben ondervonden,
schitterend gewroken.
Eene schoone verrassing wachtte de vertegen
woordigers van de vereeniging het Ned. Rund
vee.stamboek. Door de vereenigde jury werd
aan de inzending, door die vereeniging bijeenge
bracht, een eereprijs toegekend voor de schoonste
verzameling ruDdvee.
Voorwaar een welverdiende en eervolle onder
scheiding, waarop die vereeniging terecht trotsch
mag zijn.
Voor den met den eersten prijs bekroonden
jarigen stier is bereids 1000 francs geboden."
Aan het einde zegt de schrijver:
„Ik moet nog melding maken, van eene ver
zameling schapen, ingezonden door den heer
FI. F. Bultman te Haarlemmermeer, directeur
van de Zuiderlegmeerpolder te Nieuwer-Amstel,
die met een derden prijs, bronzen medaille en
200 francs zijn bekroond geworden.
Terwijl in den catalogus vier inzendingen van
Texelsch ras vermeld zijn, is geen van die vier
opgekomen. Ik betreur dit ten zeerste, vooral
voor de schapenfokkerij op het eiland zelf.
Meer en meer wordt de waarde van het vol
bloed Texelsche schapenras gewaardeerd, en 't
is werkelijk teleurstellend, wanneer men een
van de voornaamste schapenrassen, die Nederland
oplevert, zooals het Texelsche ras gerust genoemd
mag worden, op eene wereldtentoonstelling ziet
schitteren door afwezigheid.
Als fokdier toch heeft het Texelsche schaap,
om met andere rassen, b. v. met Lincoln-, Cats-
wold- of Leicesterras te kruisen, hooge waarde.
Mij dunkt dat belanghebbenden bij de teelt
van volbloed Texelsche schapen dezen wenk wel
ter harte mogen nemen; niemand meer dan zij
hebben er het grootste belang bij, dat haar ras
meer en meer bekend wordt."
Hoe jammer, dachten wij by deze opmer
king, dat de hier bestaande afdeeling van
landbouw, haar oorspronkelijk voornemen om
iet Texelsch schapenras op de Parijsche ten
toonstelling te doen vertegenwoordigen, heeft
opgegeven, toen het bekend werd dat van uit
Leiden eene collectie Texelsche schapen ter
mededinging zou worden ingezonden, welke
collectie er nu echter niet schijnt te wezen.
Zoo ziet men: men wordt van niemand beter
dan van zichzelve bediend.
TEXEL, 21 Juli 1889.
Ds. P. S. Bakels heeft voor het op hem
uitgebracht beroep naar de Doopsgezinde ge
meente te Enkhuizen en Medemblik bedankt.
Een ongeluk overkwam Woensdag-mid
dag een zoon van den heer K. alhier. Te
paard rijdende struikelde of gleed het dier
uit op de steenenplaats, tengevolge waarvan
paard en ruiter aan den grond geraakten en
de laatste nog al belangrijke kneuzing aan
het been bekwam.
In een vorig nummer werd door
ons medegedeeld, dat door de feestcommissie,
van 12 Mei, te Oosterend, het restant harer
rekening aan de „Prins Hendrik stichting" te
Egmond aan zee was toegezonden.
Van den directeur dier inrichting ontving
de commissie een hoogst waardeerend schrij
ven, hetwelk wij, ten einde genoemde inrich
ting in de belangstelling van onze plaatsge-
nooten aan te bevelen, in zijn geheel overnemen.
Het luidt als volgt:
Recht verblijdend was het my, uit Uwe zeerge-
waardeerde letteren van den 10 Juli jl. opgevolgd
door den mede door U afgezonden postwissel groot
f 4.68, in goede orde ontvangen, te mogen vernemen
en te ondervinden, dat de belangen dezer stichting,
waarin oude behoeftige zeelieden, tegenwoordig ten
getal sterkte van 82 personen een minder zorgvollen
ouden dag genieten, ook by U op Texel weerklank
hebben gevonden; ook van Texel zijn 3 verpleegden
hier.
Niet ten onrechten, wyzen wy er gedurig op, dat
deze stichting eene nationale is en hare belangen
dus een algemeen belang zyn. Nederlanders uit
ieder oord des lands, onverschillig van welke gods
dienstige belydenis, vindon hier plaats zoo er plaats
is, die ontbreekt echter, om 34 candidaten te plaatsen
en geld om te bouwen is er niet in kas; wanneer
zich eens in iedere plaats van ons land eene commis
sie vestigde om byeen te brengen wat bfjeen te
brengen viel, ik geloof niet, dat ik nu in korten tyd
reeds 34 maal had moeten schryven, „het spfjt my
maar geen plaats" want dit is pynlyk voor mjj.
Dat Uwe schenking ons dus verblyd heeft, behoeft
wel geen betoog, hartelijk zy dan ook dank gebracht
aan de commissie voor de feestviering op 12 Mei
jl. a costi en verzoek U mynheer de Secretaris de
tolk te willen zyn onzer achting voor dit bewys
van sympathie voor deze stichting die ik in uwe
en al de heeren der commissie hunne genegenheid
blyf aanbevelen, enz.
Wij voegen hier aan toe de wensch dat
velen een offertje, al is het nog zoo klein,
voor deze echt Nederlandsche stichting moge
over hebben. Behalve landbouw is de zeevaart
lier nog al een voorname tak van werkzaam-
leid, en die omstandigheid zal er gewis toe
eiden, dat door sommigen eene kleinigheid
voor den ouden zeerob wordt afgezonderd.
Bij gebreke van eene commissie, zullen de
uitgevers der Tex. Courant zich gaarne met
de overmaking belasten en van de ingekomen
giften melding maken.
- Men schrijft uit Apeldoorn aan het
7. D., dat de gezondheidstoestand van Z. M.
den Koning bij voortduring gunstig is en in
geen opzicht te wenschen overlaat. Wel ge-
liet Z. M. de Koning hoogst zelden van de
luitenlucht doch is dit eenerzijds daaraan toe
schrijven, dat Z. M. het loopen eenigszins
moeilijk valt, anderzijds, en niet het minst,
is het meer ongunstige weder hiervan de
oorzaak. Om toch zonder hinder van de lucht
;e genieten, wordt thans een draagstoel ver
vaardigd, waarin Z. M. bij gunstig weder in
de buitenlucht door twee kamerdienaren gedra
gen zal kunnen worden.
TEXELSCHE COURANT.