E. J. 0. D. DIKKERS, Zilveren Medaille [Hoo&ste Mum LaMtionwtentoonstellini Znid-Laren UliWallgGn P. Th. LUIJCKX, Hoofdgracht 80, Nieuwediep. verpachten: op Maandag 9 September 1889, Heden Ontvangen. F euilleton. De landbouwvereeniging „LobitL" TT TO Ti mnw d(' nieuwe Regenmantels Vrijdag 6 September 1889 zal publiek verkoopen: Wij verklaren gaarne, dat de Moeder en Zoon. Verkrijgbaar op de „Ruitersplaals." Zwart, Blaauw en Bruin Tricot per El. De ONTVANGER DER RE- ||B GISTRATIE EN DOMEINEN te mS TEXEL zal op des middags om 12 uur, ten zijnen kantore publiek bij inschrijving het Noordzeestrand langs perc. 1 der Staats- duin- en mientgronden op Texel, voor zes jaren, ingaande 1 October 1889 en eindigende 20 Maart 1896. Nadere inlichtingen verstrekt genoemde Ontvanger. Notaris te Texel, 's avonds 7 uur, in het Café Parkzicht aan DEN BURG. 1. Vier pei-ceelen Weiland, gelegen bij den Burg op Texel genaamd Keesom sectieEnos.130,131,132,133 en 134 groot 2.49.50 HA. 2°. Een perceel Weiland, gelegen in den polder Noord-Haffel op Texel, genaamd „de Paar denkoog en" sectie E nos 181 en 182 groot 1.62.90 HA. 3°. Een Schuur met eenige perceelen Wei land, genaamd Venne" gelegen in den polder Noord-Haffel op Texel, aan den Hoornderweg sectie E nos 1124, 1125, 568 en 572 groot 7.27.80 HA. 4°. Een perceel Weiland, genaamd „de Grie gelegen in den polder de Grie op Texel, sectie F no 686 groot 2.13.80 HA. en 5°. Een perceel Weiland, genaamd Het Nieuioland" gelegen in het Burger Nieuw- land op Texel, sectie H no 513 groot 2.57.30 HA. Aanvaarding en betaling 20 MAART 1890. Eigendom van den WelEd.G. Heer D. M. LANGEVELD te GENEMUIDEN. ROKKENWOL (Alle kleuren 1 ons zwaar) 40 Ct per knot. Lain d' EspagDe voor kinderkousjes 8 lood 33 Ct. Een groote partij Baaijen, Bevers, Wollen dekens vanaf f4,00 per stuk. In 't laatst dezer week wachtende groote keuze in de Nieuwste Modellen Regen-Mantels en Kinder-Mantels, Tricc Tailles, gekl. en zwarte. Spotprijzen a contant. Bij Ph. VLESSING. De dag voor zijne terechtstelling bezocht ik hem zooals ik beloofd had. De cel was vol advocaten en pro cureurs en talrijke papieren lagen op de tafel. Eenklerk was juist begonnen met ze bijeen te doen in een groote portefeuille, toen ik binnentrad. Zij hadden hun laatste consult gehouden en lieten hun cliënt meer versuft dan ik hem in dagen gezien had, achter. Zeer veel moed was hem dan ook niet ingesproken Zy zouden hun uiterste best doen. Zij hadden hem ook verteld, dat zyn aanklager hem vervolgde als een bloedhond, dat hij een getuige had gevonden, welke sterk tegen Beauchamps zou getuigen. Verder was een der rechters er sterk voor een af schrikkend voorbeeld te stellen. Zonder twijfel zal ik ten onder gaan, evenals mijn fortuin is ten onder gegaan, zei Beauchamps met eenige trilling i zyn stem. Alles schijnt tegen mij samen te spannen. Als ik ter dood veroordeeld mocht worden, wat zal er dan van mijne moeder en Ellen worden k ben echter byna zeker, dat gy vry gesproken zult worden, zei ik, zonder juist te weten, wat te moeten antwoorden als hij mij vroeg waarom. Ik begin te hechten aan voorgevoelens en ik gevoel mij innig overtuigd, dat de groote slag weldra zal vallen. Maar, wat bedoelt gij, er is niets nieuws voor gevallen Wel dokter, ik gevoel dat ik moet sterven. Waarom? vroeg ik verwonderd. Wel, moet hy niet sterven, die in zijn hart een moordenaar is vroeg hij. Voorzeker. Welnu, ik ben dat. Mijn plan was Apsley te dooden. Ik bad G-od om kracht daartoe. Ik zou hebben willen schieten, al ware het borst tegen borst, maar ik wilde hem dooden en de aarde verlossen van zulk een booswicht als hjj. Ik schrikte van die bekentenis en zweeg. Ik ge voelde, dat ik van kleur veranderde. Schrikt gij, dokter? vroeg hy, terwijl hy my in mijn gelaat keek. Ik herhaal het, vervolgde hy, zyn vuist ballende, ik zou alles gedaan hebben om my te wreken. Gy zoudt dat ook gedaan hebben, als gy zooals ik geleden had. Hoe kunnen wy vergiffenis verwachten, als wy die zelf ook niet willen schenken vroeg ik. Begryp mij niet verkeerd, dokter, vervolgde hy, zonder op myn laatste vraag te letten. Het is den dood niet, welke ik vrees, maar slechts de wyze, waarop ik zal sterven. O, waarom moest ik ook vallen in de strikken welke mij gespannen werden. Op dat oogenblik kwam er een brief van Sir Edward Streighton. Toen hij de onderteekening zag, wierp hy den brief op den grond, uitroepende Daar, dat is nu de eerste keer, dat ik iets van hem hoor, nadat ik Apsley doodde. Hy nam den brief weer op, en las het volgende. Waarde Broeder in het bloedhond. Myn wel te vertrouwen en ook hooggeachte raadsman, ook de uwe - Hiller en ik zelf zyn van plan ons morgen-ochtend achter u te plaatsen in de getuigenbank. Laat je niet terneerslaan ons uitstekend voldaan hebben en volgens het proefstation zelfs ruim 2 7s% vet meer bevatten, dan de garantie luidt. Geen jury in Engeland zal ons kunnen schaden zelfs niet de oude rechter, welke het zal trachten te doen. Wy hebben (voor eene belangryke ver goeding natuurlyk) iemand gevonden, die zal zweren er bij tegenwoordig te zyn geweest en dat wy u op 40 passen afstands plaatsten, dat gy Apsley nog hebt aangeboden het met elkaar te schikken Een kleine leugenWat denk je er van Beau Voor altyd de uwe Edward Streighton. P. S. Ik wou dat Apsley voor te sterven my eerst de ellendige honderd pond of 2 had terug gegeven. Maar hy ging dan ook zoo haastig heen. - Daar, daar dokter, riep Beauchamps uit, terwyi hy den brief op den grond wierp en er op trapte» O, als gy de geschiedenis kendet van de laatste zes maanden, vervolgde hy bitter, zoudt gy u scha men by my in dezelfde kamer te zitten. Denkt gy dat ook niet? - Kom, kom, mynheer Beauchamps, gy yither nam ik, terwyl ik hem de hand gaf, en myne oogen half verblind waren door de tranen. - Welnu dan, vervolgde hy my vast aanziende. Ik zal nu doen, wat ik al dikwyis van plan was te doen. Gij hebt een goed hart en ik stel vertrouwen in u. De laatste week heb ik gebruikt om myne levensgeschiedenis te beschryven. Dikwyis heb ik onder 't schryven luid geweend, maar het h eftmy toch goed gedaan. Eén ding zult gy zonder twyfel er duidelyk uit kunnen opmaken dat ik nl. het slachtoffer ben van eene samenzwering: De twee schelmen welke morgen by my zullen staan voor 't gerecht en die welke ik gedood heb, zyn de uit voerders. Ik ben zeker dat er iets zal gebeuren, dat de waarheid dezer woorden zal bevestigen. Geef my het terug, zei hy terwyl hy een pakje met zwart lak verzegeld van zyn schryftafel nam, als ik soms mocht worden vrygesprokenopdat ik het dan zal kunnen verbranden, maar moet ik sterven, dan moogt er mee doen wat gy wilt. Al weten alle menschen het, dat kan my in 't graf geene schade doen en misschien houd het nog een enkele terug van Hazard en Rouge et Noir. Ik ontving het pakje en beloofde hem te zullen doen zooals hy wenschte. - Hoe zal myne moeder, hoe zal Ellen de dag van morgen ombrengenMyn hart bloed, als ik daaraan denk. Ik zal dan de bezoedelde lucht moeten inademen, moeten staan op de plaats waar slechts de slechtste menschen staan. Alle oogen zullen op my gevestigd zijn, sommige met afschuw, andere met medelyden. Ik zal moeten staan tusschen een tweetal, die ik niet anders kan beschouwen als duivels in menschengedaanteMyne houding en bewegingen, ja zelfs de trekken van myn gelaat zullen vermeld worden over het geheele koninkryk. Goede God, hoe zal ik dat kunnen dragen? - Zyt gy met uwe verdedediging gereed, mynheer Beauchamps vroeg ik. Hij wees op verscheidene vellen beschreven papier en zei met een zucht. - Ik vrees dat het alles vergeefsche moeite is. Ik kan weinig of niets zeggen. Liegen wil ik niet, zelfs niet om myn leven te redden! Ik ben nog niet geheel gereed met myne verdediging. - Laat my u dan niet ophouden! Moge God u zegenen en u morgen doen vryspreken. Wat zal ik uwe moeder, wat mejuffrouw Beauchamps zeggen, als ik ze van avond spreek Zyn oogen schoten vol tranen, hy trilde, schudde met het hoofd en mompelde - Och, wat kan hen gezegd worden? Ik drukte hem innig de hand. Toen ik de deur greep om hem te verlaten, riep hy my nog even terug en zei met bevende stem - Dokter, morgen-ochtend om 5 uur is er een terechtstelling. Vyf mannen zullen op een pas of 10 van myn raam opgehangen worden. Van dezen nacht zal ik moeten hooren dat men het schavot voor hen opslaat. De gedenkwaardige morgen, want dat was het zelfs voor my, brak eindelyk aan. De geheele dag was het regenachtig, koud en mistig. Na haastig ontbeten te hebben, vertrok ik naar het gerechtshof, nadat ik eerst nog eenige oogenblikken by mevrouw Beauchamps had doorgebracht, zooals ik haar beloofd had. Arme mevrouw, ze had den geheelen nacht geen half uur geslapen en toen ik de kamer binnen trad, lag zy te bed, haar handen waren gevouwen en hare oogen gesloten. Zy bad. Ik ging stil naast haar bed zitten en toen haar gebed geëindigd was, haalde ik het gordyn een weinig weg om haar beter te kunnen zien. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4