P. Th. LUIJCKX, Hoofdgracht 80, Nieuwediep.
Meubelen, Spiegels en Schilderijen.
Opimii fan Strooiatstoelen van af f 10.
BBb Wel J. VISSER, Parkstraat, Barg, Teiel.
bezorit plfa HjptM, renten 4% 's jaars.
de nieuwe Regenmantels
tj en Tricot Jaquets.
Keizerstraat Nieuwediep.
A. BARNEVELD.
Parkstraat. Den Burg.
VF.llK lUIGBAAR
Heden ontvangen.
Feuilleton.
Zwart, Blaauw en Bruin Tricot per El.
Zie dus uw boeken na.
Wordt gevraagd
De Geheimzinnige.
GOEDKOOPST ADRES VOOR
De ondergeteekende bericht aan het publiek van
TEXEL, dat de Heer Jb. KIKKERT eeuig' agent is.
Waar alle teekeningen op aanvrage worden toege
zonden.
Reparation worden spoedig" en net afgeleverd.
franco Oudeschild.
TIJDSCHRIFTEN
Illustratiën, Stuiversmagazijnen enz. enz.
KERKBOEKEN:
voor alle gezindten, in alle formaten.
LEESBOEKEN
voor school en huis.
PRENTEBOEKEN:
alle soorten.
en verder allerlei BINDWERK wordt spoedig,
netjes en voor billijken prijs in orde gebracht
Verkade's prima Zaansclte bisschuit in bus
sen van 15 en 25 cents. Tevens versche
Jodenkoeken 5 voor 10 cents, Allerhande
35 cents per 5 ons.
De nieuwste Dames Regenmantels vanaf f 5,00
Zwarte gehaakte Wollen doeken vanaf f 3,00
Gekleurde Kinderdoeken (fijne wol) t 2,10
Roode SA fijne Hemdenbaai f 1,20
Grijze en bruine Bever vanaf f 1,25
Gekleurde Tricot voor rokken en lijfjes
Zwarte Tricot geheel wol 8A breed f 2,00
Wit- en geel Katoen 7 cent
Wachtende eene groote partij Wollen dekens,
welke tegen spotprijzen worden opgeruimd.
Bij Ph. VLESSLNG.
om dadelijk in dienst te treden.
Adres: Bureau van dit blad.
een geheim en ik geloof dus wel dat hjj u zal ont
vangen.
De onbekende bedankte met een hoofdknik en
vervolgde zjjn weg, toen hij nog door den portier
werd teruggeroepen, welke hem nog zei
Als gjj soms om werk mocht komen, behoeft
gij mjjnheer Van Holst niet lastig te vallen, dan
kunt gij u even zoo goed vervoegen bjj den Inspec
teur of wel
Ik wensch mijnheer Van Holst in persoon te
spreken.
O, dat is iets anders gaat dan maar bij hem
binnen. De onbekende haastte zich nu naar het
kantoor, waar de administratie der mjjn werd ge
houden. De zaal was door middel van schutten
verdeeld in verscheidene af deelingen, waarin ver
schillende klerken gewoonlijk bezig waren. Ook
thans bevonden zij zich daar, maar schenen de
aandacht niet bij het werk te kunnen houden. Zij
luisterden aandachtig naar een gesprek, dat aan het
einde der zaal werd gehouden, in de af deeling waar
zich gewoonlijk de directeur bevond. Dit gesprek
nu, boezemde hen zulk een belang in, dat zjj geen
van allen de nieuwaangekomene opmerkten. Deze
naderde een der klerken en vroeg naar mijnheer
Van Holst.
Mijnheer Van Holst heeft bezoek, wacht maar
kreeg hij een weinig ongeduldig ten antwoord.
Zonder zich over die minder aangename bejegening
boos te maken, ging de jonge man zitten op een rust
bank, die daar blijkbaar stond voor de bezoekers
welke eenigen tijd moesten wachten. Hij luisterde,
daar de deur der kamer van den directeur open
stond en men blijkbaar geen moeite deed, iets geheim
te houden, ook nu met aandacht naar het gesprokene
en sloeg meteen een blik in 't inwendige van het
vertrek.
Het kantoor van mijnheer Van Holst had geen
andere wandversiering, dan de talrijke kaarten en
plattegronden van de steenkolengravingen, teekenin
gen van machinerieën enz. Het meubelair bestond
uit dezelfde eenvoudige stoelen en tafel als in de
andere zaal van zijn klerken.
Hij beschouwde echter minder het ameublement
dan wei mijnheer Van Holst, den directeur zelf. Deze
zat op een leunstoel met leeren overtrek, achter een
groote lessenaar. Hij, het hoofd van zoovele honderden
werklieden, had niets edels in zijne houding; het
was een groote Vlaming van omstreeks 50-jarigen
leeftijd, eenvoudig in zijne manieren en gemeenzaam
in zjjn spreken. Mijnheer Van Holst was in één
woord een type van een industrieel van 't noorden en
als men hem zoo zag, zocht men als 't ware werk
tuigelijk reeds naar een pijp en een glas bier, beide
zoo noodzakelijk bij het welbekende type. Mijnheer
Van Holst had op dat oogenblik zijn pijp, waarin
zeker wel een handvol tabak kon, in de hand, terwijl
zijn glas bier benevens een nog half gevulde flesch
met datzelfde schuimende vocht, bij hem op een
tafeltje stonden.
De afgevaardigden der werklieden, wier zending
bij den patroon zulk een beroering te weeg bracht,
waren slechts 2 in getal.
Een forsche jongeling van ongeveer 25 jaren die zich
nog eenige moeite gegeven had voor zijn toilet.
Deze jonge man, Antoine Robin genaamd was een
der beste onderbazen der mijn.
Hij was de afgevaardigde van het kalme werkzame
deel der arbeiders.
Zjjn metgezel daarentegen, afgezant van het
driftig, onredelijk deel, had er zelfs niet aan gedacht
dat zijn waardigheid wel eenigszins eischte, zich
een weinig op te knappen voor deze gelegenheid.
Hij had dus zijn werkpak aangehouden, bestaande
uit een groflinnen kiel en broek een lederen riem
om den middel. Zijn leeren hoed, waarin de koker
voor de lamp. Alles dik bedekt met steenkoolstof.
Zijn handen en gelaat waren eveneens dik van stof.
Zijn uiterlijk zoowel als zijn ruwe harde stem ver
rieden in hem den dronkaard; op dit oogenblik was
hij zelfs half dronken.
Hij heette Leopold Bume, maar zijn medearbeiders
noemden hem Grand Leopold. In de mijnen was
hij boormeester.
Behalve mijnheer Van Holst en de afgevaardigden
bevond zich in het kabinet nog een vierde persoon,
welke men niet kon zien, zij bleef bewegenloos en
stil, zij scheen echter nog al eenige macht te be
zitten, want gedurig richtten de beide mijnwerkers
en mijnheer Van Holst een vragende blik naar haar
als vroegen zij hare toestemming.
Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD &DE ROOIJ Texel.
Vrij naar 't Fransch door A. B
Deel I Hoofdstuk I.
De Steenkolenmijn.
De reiziger welke zich van Frankrijk naar België
begeeft, moet onwillekeurig de vlakten opmerken,
welke zich tusschen Valenciennes en Mons en nog
verder uitstrekken. Om zjjn schilderachtige aanblik
is het niet waard bezien te worden. Het land is
nl. vlak en kaal. De hoogo wouden welke den grond
ten tijde der Romeinen bedekten zijn verdwenen.
Slechts hier en daar is een enkel beekje te ontdekken
waarvan door de industrie zorgvuldig gebruik wordt
gemaakt. Men zegt dat de grond er vruchtbaar is,
maar wij zien dat voorbij, bij de gedachte ons te
bovinden in hel midden van het kolenbekken van
Henegouwen een der rijkste der wereld. Hier op 3
d 4 honderd meters onder den grond werken nacht
en dag talrijke mijnwerkers. Alles in dit vreemd
land behoort bij de steenkool, dingen en menschen.
De dorpen worden bewoond door kolenwerkers te
midden waarvan slechts een zeer gering aantal
landbouwers zich bevinden. De kolosale gebouwen
de hooge schoorsteenen waarmee het land als 't ware
bezaaid is, de diep geladen vaartuigen op de kanalen,
de kleine spoorwegen alles behoort bjj de steenkool,
alles is zwart van steenkoolstof.
Daar in 't midden dier landstreek niet ver van
den Franschen grens bevindt zich de mjjn waar de
gebeurtenissen moeten plaats grjjpen, welke wjj
zullen verhalen.
De mjjn droeg de naam van Polignac naar het
dorpje, dat ongeveer 2 of 300 passen van den hoofdin
gang verwijderd was. Zjj was niet de voornaamste
van de streek, hoewel zjj een belangrijke oppervlakte
besloeg. Geen enkel bevaarbaar kanaal bevond zich
in do onmiddelyke nabijheid, hetgeen zeer nadeelig
was, daar nu de kosten van vervoer zeer hoog
werden-
Het is echter noch bjj het dorpje, noch bjj't gebrek
aan kanalen, dat wij onzen aandacht dienen te be
palen, maar laat ons ons begeven naar het groote
kantoor der mijn.
Er lieerschte buitengewone drukte onder de groepen
arbeiders welke zich in den omtrek bevinden. Men
fluisterde er levendig. Men liep van de eene groep naar
de andere en de blikken waren met groote nieuws
gierigheid naar het kantoor van den directeur gericht.
Het werk zou zeker geheel gestaakt zjjn, indien de
opzichters er niet voor gezorgd hadden, dat zjj bleven
doorwerken.
Een jonge man, welke aan den ingang van het
plein van het kantoor stond beschouwde dit schouw
spel, hetgeen zeker geheel nieuw voor hem was.
Hij was dan ook inderdaad vreemdeling in die
streek, hoewel|zijnjkleeding hem zou doen houden voor
een dier mijnwerkers, welke van mjjn tot mjjn gaan
om werk te vinden. Als men hem echter goed
beschouwde, ontdekte men iets in hem, dat men
niet kon noemen, maar dat hem van de andere
arbeiders onderscheidde.
Al zjjn kleederen waren nieuw, en hoewel vrjj
gespierd, droegen zjjn handen in 't geheel niet de
sporen van dageljjkschen arbeid met de houweel.
Zooals wjj gezegd hebben bleef hjj aan den ingang
van het plein staan. Eindelijk begaf hjj zich verder
naar het kantoor van den directeur. Op de vraag
van den portier in het Vlaamsch geuit, wat hjj wilde
gaf hjj geen antwoord. Hjj scheen die taal niet
te verstaan. De portier herhaalde zjjn vraag in 't
Fransch, waarop de onbekende hem vroeg of mijnheer
Van Holst de directeur der mjjn te spreken was.
Ja, ja, vriend, hernam de portier, welke blijkbaar
niet veel eerbied voor den onbekende had tengevolge
van diens eenvoudige kleeding, gjj zult hem daar
in zjjn kantoor vinden. Hjj heeft bezoek, de afge
vaardigden der mijnwerkers; maar wat zjj zeggen
voegde de grijsaard er droevig by, is voor niemand
Ontvangen
IsimaÉr KONING, Texel,
jL een flinke DIENSTBODE