N#. 216. Zondag 27 October A0. 1889. Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. WAAR ZIJN! Dit blad verschijnt, Woensdag1- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor ben Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Boeg op Texil. „Onder de dingen," zegt Simon Gorter, „die ten monde uitgaan en den mensch veront reinigen, onder de boosdoeners der lippen be hoort ook het laffe woord„Ze zeggen, dat het waar is." Hebt ge het zelf gezien, gehoord, bij gewoond Neen, ze zeggen Wie zeggen? Nu, „ze," ik weet het niet. „men," de menschen natuurlijk. Goed, hebben die het zelvon gezien, gehoord, bijgewoond Wat dan? Weten „ze" het dan zeker? Kunnen ze man en paard noemen? Gij vraagt zooveel: weet ik alles? Of ze man en paard weten? Dat kan ik juist niet zeggen, maar Maar mensch, gij martelt mijMijne fortuin, mijn levensgeluk, mijn goede naam en mijneer staan op het spel Noem mij een bewijs, dat ik weerleggen, een getuige, dien ik tot verantwoording dwingen kan. Ik weet het niet, maar het moet toch waar wezen zeggen ze. O, wie verlost ons van dat laffe, van dat laaghartige woord? Het is heifst. Spoedig zal het winter zijn. Meer dan gedurende den zomer hebben we dan gelegenheid gezellig met vrienden en kennisseri samen te zijn. Nu, dat kan geen kwaad, als er maar stof is om het discours levendig te houden. Wie echter eenige levenservaring heeft opgedaan en in menig gezelschap een kijkje genomen heeft, hij weet het, dat zulke gezellige bijeen komsten maar al te vaak misbruikt worden om afwezige personen eens over den hekel te halen en te belasteren. Soms is het eigenbelang, haat of. nijd, die zoo doen spreken, maar in allen gevalle is het laf en karakterloos en getuigt het, dat we niet waar zijn. Wanneer we in an Ieren eigenschappen en hoedanigheden opmerken, welke onze goed keuring niet kunnen verwervenwanneer anderen het een of ander doen, dat strijdig is met eer en plicht, dan moesten we eigenlijk de roeping in ons voelen opkomen om hen- zelven daarover te onderhouden en te pogen hen op den goeden weg te doen terugkeeren. Maar daartoe behoort fiere moed, een moed, welken heel veel menschen missen. Niet dat dezen de leugen opzettelijk ver eeren, liefhebben en plaats geven in hun spreken en handelen, dat nietmaar waar z ij n, geheel en in alles waar z ij n, de leugen en den laster bestrijden, neen, dat durven ze toch in alle omstandigheden niet altijd. Of zouden ze zich daarvan willen afmaken of althans hun geweten geniststellen met de zelfzuchtige vraag Ben ik mijns broeders hoeder? Dat zouden ze voorzeker niet willen. Maar waarom dan wel uws broeders bediller? Indien we toch de waarheid beminnen, indien we niet maar in enkele zaken, doch in alles, in ieder opzicht waar willen zijn, dan verfooien we immers de laaghartige gewoon te, die nog al te veel aanbidders (en aanbidsters) telt, om anderen in hun afzijn te bebabbelen of over den hekel te halen. Waar zijn? Dat is intusschen eene moeilijker zaak dan men denkt. Die 't wil zijn, moet zich tot taak stellen duizendmaal voor zijn medemensch in de bres te springen tegen kwaadsprekers en lasteraars, op te komen tegen elke on waarheid, die er uitgesproken wordt. Die het wil zijn, moet bovendien niet lan ger heulen met karakterloosheid, met lafheid, niet bluffen op grootheid, die hij niet bezit, niet roemen op zijne knapheid, niet pochen op zijne kennis, ervaring en bekwaamheid. Want wie zichzelven niet kent, ondervindt later maar al te goed, in hoe menig opzicht hij nog te kort geschoten is. Niet alleen dus in de eigenschap om bij anderen leugen en laster te bestrijden is de fiere moed gelegen om w a a r te z ij n, maar tevens in het controleeren onzer eigene woorden en daden. In duizenderlei handelingen merken we, dat het waar z ij n nog niet algemeen ge huldigd wordt. We prijzen en laken veelal, we keuren goed en keuren af, omdat anderen dit ook doen, of om hun, aan wien we ons verplicht gevoelen, genoegen te geven. We nemen soms niet eens de moeite om een onderzoek in te stellen naar de gronden van ons onbedacht oordeel. Maar zoo'n onbedachtzaamheid wreekt zich in hare gevolgen. Daardoor toch is heel wat voorspoed en geluk vernietigd, heel wat liefde en eensge zindheid verstoord. En hoeveel levensgeluk, hoeveel reine vreugde is er niet verwoest door opzettelijke schandelijke aantijgingen In dit geval zijn het veelal haat, nijd en afgunst, welke op zedelijk gebied zulke ram pen veroorzaken in andere, meer onschuldige gevallen is het meer de vrees, dat deze of geene ons gedrag, onze houding, onze over tuiging zou afkeuren. Is dat waar z ij n Indien we er eens toe overgingen om in elk opzicht der waarheid hulde te doen, haar gezag alleen te eerbiedigen, zonder daarbij eenige, ook niet de geringste menschenvrees aan den dag te leggen, o, wat zouden we gemakkelijk, prettig en gelukkig leven Wat zouden we in een jaar tijds, hoe snel zoo'n tijdperk ook vervliegt, veel vorderen, veel goeds tot stand brengen 1 Waar z ij n Die het wil, heeft natuurlijk s t r ij d te voeren. S t r ij d tegen leugen en laster, tegen lafheid en karakterloosheid, tegen hoogmoed en inbeelding, tegen eerzucht en betweterij. Hee beter en moediger we ons in dien strijd toonen, des te meer overwinningen zullen we behalen, des te meer volgers zullen we krijgen. Waar z ij n Welaan, bannen we uit hoofd, hart, huis en samenleving alles, wat daarmee in strijd is Zegeviere ook door ons toedoen de waarheid telkens meer over leugen en laster Waar z ij n blijve het parool. (L. D.) TEXEL, 26 October 1889, De commissie, w elke zich in het najaar van 1887, opwierp, om te trachten eenige finan- cieele steun te verleenen aan de wed. H. die door het plotseling overlijden van haren man, en door andere oorzaken destijds in moeielijke omstandigheden verkeerdemag met tevredenheid op haar werkzaamheid van twee jaren terugzien; door de bijdragen van vele plaatsgenooten, was het haar mogelijk, gedurende dien tijd aan de behoeftige eene wekelijksche toelage van f 4.00 of f 3.5^ te verstrekken. Ofschoon de bijdragen wel iets minder ruim vloeien, vleit de commissie zich evenwel dat zij nog eenigen tijd haar goed werk zal kunnen bestendigen. In een dezer dagen gehouden vergadering werd beslo ten de wekelijksche toelage thans op f 3.50 te bepalen. Verblijdend is zulk een verschijnsel, als men bedenkt dat de bijdragen worden verkregen door enkele centen, welke vaak door behoef- tigen worden afgezonderd. 't Is een wenk dat ook op dit gebied samen werking veel leeds verzacht. In de Dinsdag gehouden zitting der Eerste Kamer werd aangenomen met 36 tegen 6 stem men het ontwerp-bouw pantserdekschip en met algemeene stemmen de instelling van een Consu laat-generaal te Theran; de bepalingen omtrent visscherij door vreemdelingen in de territorale wateren; de wijziging der artsenwet; de supple toirs begrooting van binnenl. zaken; de verbete ring der rivier De Waal: de uitbreiding der marechaussee; de nadere regeling van den dienst der locaal-spoorwegen en de instelling van een rijkslandbouwproefstation in Indië. - De afdeelingen der Eerste Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de onderwijswet de heeren Kappeijne (voorzitter), De Yos van Steenwyk, Rengers, Six en Alberda van Ekenstien. - Voortaan kunnen in het internationaal verkeer stukken, door de schrijfmachine ver menigvuldigd, niet meer als drukwerk verzonden worden. Volgens de „Alkmaarsche courant" van 20 dezer heeft de kamer van koophandel en fabrieken aldaar in hare jongste vergadering besloten, den gemeenteraad in overweging te geven, gunstig te beschikken op aanvrage van den heer WH. Arkes voor een subsidie, gedurende vijf jaren, van f 600 's jaars, ten dienste van een tramomnibusdienst tusschen Alkmaar en Hoorn. TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 1