Buitenland.
In tegenwoordigheid van den generaal-majoor
inspecteur der genie, zijn op het fort Vossegat
proeven genomen om fortgrachten stormvrij te
maken, door daarop petroleum te doen bianden.
De petroleum werd aangevoerd door eene metalen
buis, die onder de borstwering lag en in de gracht,
even beneden den waterspiegel, nitmondde. Bij
de genomen proef was een groot houten raam
gemaakt, waarbinnen men de petroleum liet
stroomen, ten einde te voorkomen, dat de een
maal brandende vloeistof zich over de geheele
gracht zou verspreiden en allicht schade berok
kenen aan de bruggen. Het aansteken geachiedde
door middel van brandende bossen stroo. Ver
moedelijk zal men dit in oorlogstijd beter moeten
verzekeren, indien men daar werkelijk nut van
hoopt te trekken; bij de proef ten minste ging
het niet gemakkelijk; wellicht ware met vrucht
gebruik te maken van chloorcalcium.
Tegelijk met de petroleum-proef werd op een
ander gedeelte der gracht getracht om met ruwe
materieelen, die men te velde zal kunnen bemach
tigen, zooals rondhout, ledige petroleumvaten en
dergelijke, een vlot te maken: planken of bezaagd
hout mochten daaraan niet worden gebruikt.
De tonnen werden twee aan twee stevig aan
elkander vastgebonden en nadat de spongaten
door flinke proppen waren gedicht, te water
gelaten, waarna al de gemaakte stellen door
kolders werden vereenigd tot een groot lichaam;
het dek bestond geheel nit knuppelhouten, die
door een daarover gelegen spar op het raamwerk
worden vastgeknepen. Na het gereed komen van
het vlot, dat met het oog op het vele werk in
zeer korten tijd geschiedde, bleek het, dat veer
tig manschappen gevoegelijk daarmede vervoerd
konden worden; desnoods kon een vijftigtal zonder
gevaar daarop plaats nemen; alleen dompelden
de tonnen dan zoover onder, dat de beweging
van het vlot aanmerkelijk minder snel kon ge
schieden, Voor het beproefde vlot waren onge
veer 50 tonnen gebruikt. (U. D.)
Terwijl in Nederland alle lichamelijke straffen
op school verboden zijn, is het interessant te
vernemen hoe in onzen tijd van volksbeschaving
en volksveredeling in het naburige Pruisen nog
steeds geprügelt wordt.
En de onderwijzer behoeft het zoo nauw niet te
nemen, volgens het jongste decreet van het
Pruisische Oberverwaltungsgericht, dat handelt
over het tuchtigingsrecht der onderwijzers. Dat
decreet luidt: De onderwijzer mag eene flinke
lichamelijke straf toepassen. Mishandeling is
verboden. Onder mishandeling- wordt verstaan
het veroorzaken van wonden, waardoor de gezond
heid of het leven der kinderen bedreigd worden.
Het veroorzaken van bloedingen blauwe vlekken
en striemen wordt niet als mishandeling
beschouwd. Ook buiten de school mag de onder
wijzer den leerling straffen. De godsdienstleeraren
hebben hetzelfde recht als de onderwijzers in het
toedienen van straffen.
Het genootschap Oeconomia Enchusana te
Enkhuizen heeft een premie van f 50 uitgeloofd
aan den kooper van het grootst aantal runderen
op de najaarsveemarkt, welke den 8 Nov. gehouden
wordtdie premie wordt alleen dan uitgereikt,
wanneer dat aantal runderen minstens vijf en
twintig bedraagt.
Men schrijft uit Leeuwarden;
Het hoofdbestuur der Friesche Maatschappij van
Landbouw heeft besloten eene pachtcommissie in
het leven te roepen, die, waar zulks verlangd
wordt, zal optreden om door bevoegde deskundigen
de waarde der landerijen van een boerenplaats
te doen taxeeren, en daarvan een beredeneerd
verslag uit te brengen, hetwelk zal kunnen
strekken tot grondslag voor de te bepalen
huursom.
Men schrijft uit Yeendam omtrent de machi
nale manier van aardappelrooien:
Tal van malen zijn hier proeven genomen met
aardappelrooimachines, waarvan niet één met
succès. 't Was dan ook niet te verwonderen
dat Zaterdag middag op het land van den heer
B. Krans de beproeving eener zoodanige machine
van de firma Boeke en Huidekoper met nieuws
gierigheid gevolgd werd. De uitslag is door
deskundigen zeer geroemd.
De machine werkt als volgt:
Een vlak puntig mes komt onder de knolle,
die door een krans van gaffels zijwaarts uit den
grond worden geworpen, evenwel zóó dat ze niet
hoog of ver vliegen, maar op zij van de geploegde
opening vallen. Niet één aardappel blijft in den
grond, want men kan dit mes naar willekeur diep
zetten. Ook blijven alle aardappels gaaf. Als
de machine goed aan den loop is, is er voor
minstens een paar dozijn handen volop werk om
ze te rapen. Door de bewerking wordt het land
tegelyk los en schoon. Om de proef' te vergelijken,
werd één rij van een op gewone wijze afgerooiden
akker opnieuw met dit werktuig onderzocht en
kwam men tot de verrassende ontdekking, dat
die rij nog wel een half m ud aardappelen oplevert.
Men houdt het er voor dat dit nu de zoolang
gezochte aardappelrooier is.
De gratis brood- en koffieuitdeeling te
Amsterdam, waarvan in den vorigen winter door
zoovelen een gretig gebruik werd gemaakt, zal
ook dezen winter weder plaats vinden. Naar alle
waarschijnlijkheid zullen dezelfde heeren zich ook
ditmaal er aan het hoofd van stellenterwijl het
voornemen bestaat een of meerdere lokalen in
het begin van December voor de uitdeeling te
openen.
Een onderzoek door prof. Foster ingesteld
naar den invloed van keukenzout op de levens
kracht van micro-oi'ganismen, en naar aanleiding
der vraag of men zoo voorzichtig moet wezen
met gezouten vleesch en met rookvleesch, heeft
als resultaat opgeleverd: dat cholera-bac-cillen
door keukenzout spoedig gedood worden; dat
typhus-bacteriën en de kiemen Pilzeder varkens
ziekte eenige maanden lang weerstand kunnen
bieden; dat daarentegen de bacteriën der tuberculo
se hunne kiemkracht in gezouten vleesch gedurende
een langen tijd bewaren, zooals door inentings-
proeven bewezen werd. Dit laatste punt is van zeer
bedenkelijken aard en van groot practisch belang.
De baccilen der tuberculose worden niet onscha
delijk gemaakt door het pekelen van het vleesch
eener aan parelziekte lydende koe. Het zelfde
kan gezegd worden van vleesch van dieren,
aangetast door de besmettelijke varkensziekte.
De invloed van het rooken moet nog nader
worden vastgesteld.
Wat de schrik doen kan: Een meisje werk
zaam aan eene fabriek te Tilburg, sedert langen
tijd lijdende aan heeschheid en geen woord meer
kunnende uitbrengen, dronk bij vergissing eene
goede teug petroleum/ oogenblikkelijk daarna
begint zij te roepen en te lamenteeren „Ik sterf!"
ik sterf!" Zij ioerde vervolgens, nog meer dan
een normaal mensch, den geheelen dag haren
mond, dat het een aard had.
Een bakker bij Heeren veen heeft eene proef
genomen, waarvan wellicht onze huismoeders
kunnen profiteeren. Algemeene klachten verneemt
men steeds, dat kool,,, als men ze niet inlegt, zoo
gauw gaat rotten.
De bakker schaafde witte en roode kool en
legde ze op den ovèrr 'te drogen."' De groote hoop
kromp in tot eene; kleine, lichte massa, maar
toen zij eenigen tijd daarna des middags gestoofd
op tafel kwam, had z(j dezelfde kleur als versche
kool en denzelfden smaak ook.
Uit Oudkerk aan den Amstel wordt gemeld,
dat de wet tegen de dolle honden aldaar op
eigenaardige wijze toegepast wordt. De gemeen
teveldwachter zou namelijk bij herhaling, volgens
zijn zeggen op last van den burgemeester dier
gemeente, honden die binnenshuis, zelfs in de
woonkamers van ingezetenen ongemuilband lagen,
hebben medegenomen om hen af te maken. Dins
dag il. is zulks, volgens het „Handelsblad", bij den
heer v. S. gebeurd, in by zijn van verscheidene
getuigen, en daarop heeft de heer v. S. zich tot
den officier van justitie gewend.
Dezer dagen bevatten verscheiden couranten
het verhaal van een bejaard timmerman te Berlijn
die lijdt aan „zieleblindheid," gelijk men zijne
ziekte noemde. Zij bestaat daarin, dat de man
de voorwerpen die hij ziet niet herkent, en o. a.
bij het zien van een vlam, eerst toen hij er naar
greep, bemerkte dat zij brandde. Een bos sleutels
herkent hij niet voor men er mede rammelt.
Inderdaad als het stoffelijke voorwerpen betreft
is dit een merkwaardig verschijnsel, maar als
het de waarneming van dingen uit de zedelijke
wereld geldt, doet het zich zeer dikwijls voor.
Er zjjn menschen die de eenvoudigste waarheden
niet begrijpem Velen beseffen bijv. niet dat, om iets
te weten men het eerst moet geleerd hebben. Ande
ren kunnen met zooveel overtuiging een onwaarheid
zeggen, dat men wel moet aannemen, dat zij
zeiven haar gelooven. Er zijn er die met een
gerust geweten smokkelen, niet enkel op de
grenzen, maar ook waar de belasting op hun
inkomen in het spel is. Eerst wanneer zij gestraft
worden, ondervinden zij dat zij gestolen hebben
evenals de timmerman met de vlam. In den
handel wordt voortdurend bedrog gepleegd, alsof
dit de eerlijkste wijze was om zaken te doen.
Als er eene edele daad van zelfverloochening
gepleegd is, blijft menigeen ongevoelig en houdt
hem, die ze deed, voor niet recht wijs. Wat de
eer en goede trouw eischen ziet menigeen niet
in; het is als de bos sleutels die hij eerst moet
hooren rammelen in de woorden van anderen.
De plicht aan beloften te voldoen wordt tallooze
malen niet herkend. Ook op menig ander gebied
is de zieleblindheid nog veel algemeener, maar
het merkwaardigste is, dat in dit opzicht iedereen
zijn buurman voor blind houdt. Arnh. Gt.
In het October-nummer van de „Economist"
levert prof. H. B. Qreven een overzicht van de
bepalingen der Duitsche rijkswet tot verzekering
van werklieden tegen invaliditeit en den ouden
dag. Met deze wet is een nieuwe belangrijke
stap gedaan op den sedert 1883 betreden weg.
De verplichte verzekering is thans aangenomen
voor de gevallen van ziekte, ongelukken in het be
drijf, invaliditeit uit welken hoofde ook ontstaan; en
en aan alle werklieden, ook aan hen, die nog tot
eenigen arbeid in staat zijn, is van hun 70ste
jaar af een klein pensioen verzekerd. Er blijft
alleen nog over de regeling der weduwen- en
weezenpensioenen. De regeering waagde het niet
thans reeds tot invoering dezer pensioenen over
te gaan wegens de groote geldelijke lasten daaraan
verbonden. Men berekende, dat bij een weduwgeld
van slechts 60 Mk. 's jaars en 30 Mk. voor ieder
kind, de jaarlijksche kosten 1193/4 millioen Mk.
zouden bedragen. Men wil er daarom niet toe
overgaan voor de verzekering tegen invaliditeit
in volle werking is, en prijzen winsten en loonen
zien in den nieuwen toestand hebben gevoegd.
Toch zijn ook de nagelaten betrekkingen eeniger-
mate geholpen, en wel door 31 der wet, waarbij
is bepaald, dat na overlijden van een verzekerde,
ten wiens name gedurende meer dan vijf jaar is
bijgedragen, de helft der gedane stortingen zal
worden uitgekeerd aan zijne weduwe of aan zijne
kinderen beneden 15 iaar.
De nood in de Transvaal, door de droogte
ontstaan, schijnt zoo groot te zyn geweest, dat
de Regeering niet alleen het invoerrecht op
levensmiddelen ophief, maar solfs een premie
van f 300 uitloofde voor de eerste 25 wagen
vrachten voedsel te Johannesberg aan te voeren.
Langs de wegen werden depots van fourage -
opgericht. Dat de spoorwegplannen door dezen
toestand in de hand géwerkt worden, is begrijpelijk
Het aantal werkstakers in het kolendistrict
van Charleroi neemt toe. Te Marcinelle, Charlerot
on Lodelinsart zijn er thans omstreeks 1500, die
in troepen van mijn tot mijn trekken, maar zich
overigens zeer rustig houden. De bereden polit}e
doorkruist den omtrek, de soldaten zijn in dé v
kazernen geconsigneerd en de schutterij heelt
aanzegging ontvangen, bij de eerste oproeping
gereed te zijn.
Te Londen zijn de prospectussen uitgegeven
voor de leening, welke de nieuwe maatschappij,
die zich ten doel stelt grondgebied in Afrika
te verwerven, wil uitgeven tot een bedrag van
3,600,000 gulden. De politie had werk genoeg
om ongelukken te voorkomen en de oide te
handhaven, zoo groot was de toeloop. De bank
der heeren Smith Payne en Smith, in Lombard-
street, werd letterlijk belegerd. In een oogonblik
waren alle prospectussen uitgegeven en was het
geheele bedrag reeds eenige malen volteekend.
Waar de liefde voor de schilderkunst al
niet schuilt! Te Antwerpen, de stad van Rubens,
is een slager tot 100 fr. boete veroordeeld, omdat
hij zijn rundvleesch rood schilderde.
De brulgranaat. Voor eenigen tijd heeft in
Frankrijk den zoogenaamde „snuifgranaat" uitge
vonden die bij het uit elkaar springen een groote
hoeveelheid snuif in de lucht verspreidde, welke
den vijand dan aan 't niezen bracht en hem
aldus voor een oogenblik buiten gevecht stelde.
Met deze schitterde inventie niet tevreden heeft
men in hetzelfde rijk een zoogenaamden „brulgra
naat" in het aanzijn geroepen. Door een kunstig
mechanisme brengt men in een granaat een zware
scheepfluit of misthoorn (sirene) aan die een
vervaarlijk leven maakt als de wind er in blaast
Het doel is duidelijk. Men zendt die granaten
af op de cavalerie van den vjjand en de paarden
ontzet door het vreeseljjk gebrul, gaan loopen.
Zoodoende komen wij langzamerhand tot den
granaat van Jules Verne, die bij het ontploffen,
eene koude verspreid van 40 giaden onder nul,
welke het gansche vijandelijke leger bevriezen doet.
Dat zal helpen! Een lid der vereeniging
tot zedelijke verbetering der gevangenen bezocht
eens een Russische gevangenis.
Waarom zijt gij gestraft?" vroeg hij een
gevangene.
„Omdat ik vervalschte waren heb verkocht en
dus door bedriegelijke middelen mijn voordeel heb
verschaft," was 't antwoord.
„Ik hoop," sprak de vrager, „dat gij in dit
gebouw, dat alleen is opgericht om de verbetering