Eerste leiertaisclie ïee-ïerzeteii-Maatscbapjij Maatschappelijk Kapitaal f 50,000, volteekend. Meubelen, Spiegels en Schilderijen. OpraiiliE ra Stroomatstoelen ra af f 10.00 waterdichte kap- en looplaarzen. tegen vooruit vast te stellen premiën, Keizerstraat Nieuwediep. A. BARNEVELD. ATTENTIE! Feuilleton. gevestigd te Geldermalsen. Directeur J. C. YAN DE BLOCQUERY. Agent te Texel C. KV IJ PER Cs. De Geheimz innig e GOEDGEKEURD BIJ KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 MEI 1SS7, No. 83. Commissarissen (le lieeren: Mi. W. C. Baron VAN PALLANDT VAN WAARDENBURG EN NEERIJNEN. Jhr. G. J. DOMMER VAN POLDERSYELDT. B. DEN OUDEN. Mr. D. J. R. BRANTS. H. J. E. GERLACH. Mr. C. Baron DE BIEBERSTEIN. R. L. TIJDENS. Rechtskundig' Adviseur Mr. A. PIJNACKER HORDIJK. De maatschappij verzekert tegen vast te stellen Premiën PAARDEN en RUNDVEE tegen sterfte tengevolge van ziekten, ongelukkon of hemel vuur. PAARDEN tegen sterfte tegenvolge van het werpen en KOEIEN tegen sterfte tenge volge van het kalven of de kalverziekte. Alle schaden worden binnen den kortst mogelijken tijd vergoed. Inlichtingen en verzekeringsvoorwaarden te verkrijgen, ten kantore der Maatschappij en bij hare Hoofdagenten en Agenten. GOEDKOOPST ADRES VOOR i <5 De ondergeteekende bericht aan het publiek van TEXEL, dat de Heer Jl). KIKKERT eeuig agent is Waar alle teekeningen op aanvrage worden toege zonden. Reparntiën worden spoedig en net afgeleverd. franco Oudeschild. Op nieuw ontvangen eene ruime keuze in WINTER-ARTIKELEN en Tevens opruiming van eene flinke - partij SCHOENWERK tegen veel verminderde prijzen. Aanbevelend, DIRK VAN DER WIELE. WarmoesstraatBurgTexel. Vrij naar 't Fransch door A. B. 14. Deel I Hoofdstuk VI. De kerk. - Het is niet voorzichtig, zei hy half luid, zich in deze oude werken te wagen en het spijt mij - Kom mynheer Leonard, viel Emma liem in de redon, dat is hier reeds meer dan 20 jaren zoo, ik heb het hier nooit anders gezien. Het zal hier nog niet instorten. De kerk was gehouwen in een kolenader, waarvan men het spoor thans verloren had en die om hare rijkdom de Royale werd geheeten. In vroeger jaren toen men er nog in werkte, werd het dak geschraagd door verscheidene pilaren van steen kool maar deze waren later langzamerhand vervangen door mijnstutten. Deze waren na verloop van tijd gedeeltelijk vermolmd of gebroken. Emma, Gertrude en Antoine lagen reeds te bidden en ook Leonard maakte zich gereed toen een nieuw en nu wezonlyk geluid 'gehoord werd aan den ingang der kerk; het schenen forsche bijlslagen tegen een der houten stutten of gokraak van brekend hout. Leonard vermoedde dat het iets vreeselyks was. - Sta op, riep hij uit, zich snel nasr de anderen begevende, sta op zeg ik u Volg mij, of wjj zullen hier omkomen. Beide vrouwen en Antoine stonden snel op. - Myn hemel I wat is er vroeg Emma ontsteld. Leonard had geen tijd te antwoorden. Wat er nu gebeurde was een al te goed antwoord. Een tweede gekraak of een tweede bijlslag weer. klonk, het scheen wel of de geheele mijn instortte. De lucht werd hevig bewogen. Instinctmatig hield Leonard zijn lamp onder zijn kiel. Hierdoor bleef dit licht branden; terwijl de lampen zijner metgezellen uitgedoofd waren. Alles dreunde. Vati alle kanten' storten stukken steenkool omlaag en' rolden voor hunne voeten. Ieder oogenblik meenden de onge- lukkigen dat hun laatste uur geslagen was. Lang zamorhand echter hield het schudden op. Alles werd stil, de stofwolk, welke belette zelfs eenige schreden van zich af te zien verminderde langzamer, hand. Eindelijk waagde Leonard eens rond te zien, om to ondekken welke verandering er had plaats gegrepen. Alle pilaren en al het timmerwerk aan den ingang van de kerk waren verwoest. Eene groote ondoordringbare muur van steenkool en aarde sloot den weg naar de gang af. Slechts een deel der kerk waarin de beide meisjes met hunne gelei ders zich bevonden was behouden gebleven. O, hemel, ik dank u, ons op zoo'n wonderbaar lijke wijze van den dood gered te hebben, nep Emma uit, op haar knieën nederzinkende. Leonard en Antoine zeiden niets, maar wisselden een smartvollen blik. Zij wisten maar al te goed, dat het gevaar niet alleen niet voorbij was, maar, dat het thans grooter dan ooit te voren was. Hoofdstuk VII. De deur in de luchtververschingsgang. De toestand dor 4 personen scheen waarlijk wan hopend. De instorting was zoo groot, dat alle werk lieden te zamen zeker eenige dagen noodig zouden hebben om de boel op te ruimen en al maakte het ongeval ook nog zoo'n groot geraas, toch was het zeer wel mogelijk, dat zij het nog niet wisten. Daar enboven stond de kerk alleen door middel van de gang welke zij doorgegaan waren in gemeenschap' met. de koker dienende' om er in en uit të gaan en die voor de luchtververschingwelnu het is algemeen bekend, hoe spoedig de lucht in de mijnen bedorven is, als zij niet meer ververscht wordt.. Sterven van honger en dorst of stikkeu in de kolen gassen, ziedaar de vreeselijke toekomst van de ongelukkige slachtoffers der ramp. Dit bedachten ook Leonard en Antoine, maar zij vertelden het wijselijk niet aan hunne metgezellinnen. De beide arme meisjes lagen nog geknield te bidden. Gertrude stond het eerst op. Welnu, zei zij met doffen stem, hoe zullen wij nu van hier komen Leonard noch Antoine gaven antwoord, maar op hun beider gelaat waren duidelijk de sporen van ontsteltenis te ontdekken. Door dit stilzwijgen verschrikt, stond ook Emma op. Men zal ons wel komen helpen is het niet vroeg zijonze werklieden zijn talrijk en vol toe wijding en ondanks hun misnoegen, zullen zjj alles aanwenden, om ons te bevrijden. God wil het, mejuffrouw! hernam Leonard zuchtende. Hij zal zonder twijfel niet toestaan, dat deze afschuwelijke misdaad ten gunste van een schurk afloopt. Een misdaad, wat wilt gy daarmee zeggen, Leonard? Zou deze instorting het werk van een mensch zijn Wel, mejuffrouw, hebt ge dan de bijlslagen niet gehoord, voor dat het ongeval voorviel? Ik heb alleen gekraak van mijnstutten gehoord. En denkt gij ook niet Antoine, dat het toeval oorzaak is van het ongeluk Ik ben er zeker \an de bijlslagen gehoort te hebben waarvan gij spreekt; en als Grand Leopold ons gevolgd is om zich te wreken O, die booswicht, dat monster, waarom hebt gij hem niet gedood, toen gij hem in uw macht had? Laat ons niemand beschuldigen voor zekerheid te hebben Zonder twijfel is de veroorzaker van het kwaad er zelf by omgekomen en dus het slacht offer van zijn blinde haat en zijn wraaklust; maar met zulke vragen moeten wij ons nu niet ophouden op dit oogenblik, laat ons er liever aan denken ons zelf te helpen. Waarom, vroeg Gertrude, men komt ons immers wel helpen? Misschien is. het voorzichtig daarop niet te wachten, hernam Leonard, lakonisch. Zich tql Antpine wendende, hernam hy t - 'Gelooftgij, dat het gevaarlijk is onze lampen aan te steken? - .•Waarlik een zeer ernstige vraag. In de kolen mijnen bevind zich gewoonlijk een groote hoeveelheid kolengas, Antoine bekeek de vlam van'de eenige nog brandende iamp. Deze was vrij groot, ëën bewijs, dat dë lucht met. kolengas bezwangerd, was, maar Antoine die een man van ondervinding was, zag er geen gevaar in nog do andere lampen aan te steken, want hy antwoordde r - -' Wy kunnen het nog, nia irlaatons.ons haasten, binnen weinige oogenblikkeri zal -het te laat zyn. - Zy ontblootten dus spoedig de vlam van de eenige nog brandende lamp en staken daar snel de anderen mee aan. Kleine jon tploffihgen hadden er wel door plaats,, maar geen gevaarlijke. J j' Zooals wij weten was een deel der gang en ook 'een- deel der kerk ingestort, zoodat het zéker nutte loos zou zyn te beproeven daar een uitweg te zoeken, langs een anderen kant moest men dus "trachten zich te redden, als redding ten minste mogelijk was. Antoine, vroeg Leonard zacht, gij moet dit deel der royn kennen, bestaat er hier een gang, welke naar de put der ladders geleid Ik ben hier nooit geweest om daar naar te zien, hernam Antoine terneergeslagen, sedert 30 40 jaren reeds is hier het werk opgehouden. Men zegt, dat het houtwerk overal is weggenomen en dat men de gangen heeft laten vervallen. Wy zyn verloren! Ongelukkig had Antoine de laatste_uitroep te luid gezegd, zóodat zij doorde beide jonge meisjes gehoord was. Wat zeg je, neef Antoine, riep Gertrude uit, zyn wij dan levend begraven? Antoine was niet in staat daarop te antwoorden. Mejuffrouw van Holst hief de handen en oogen ter hemel en mompelde O, mijn arme vader, wie zal u troosten? Vervolgens zich tot Leonard wendende, voegde zij er byVerberg ons de waarheid nietwy zulien de kracht hebben haar te hooren Is er dan geen hoop meer Moeten wij ons dan voorbereiden als ware Christenen te sterven? (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk - LANGEVELD DjE ROOIJ - Texel NUUM

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4