.F)!
<§li i
Meubelen, Spiegels en Schilderijen.
Opriiiim van Strooiatstoelen van af f 10.00
WINTER- EN REGENMANTELS.
Feuilleton.
Keizerstraat Nieuwediep.
A. BARNEVELD.
De prijs is slechts 50 cents
G. J. O. D. DIKKERS,
zal op DONDERDAG 14 NOVEMBER 1889,
1.
II.
III.
2)ubliek verlwopen:
Een zeer net Woonhuis,
Een Woonhuis en Erf,
Een Schuur en Erf, staan-
p. Th. H ytJOKX,
Hoofdgracht Nieuwediep,
DOE DUS UW VOORDEEL
De Geheimzinnige
t
GOEDKOOPST ADRES VOOR
De ondergeteekende bericht aan het publiek van
TEXEL, dat de Heer Jb. KIKKERT eenig a gent is
Waar alle teekeningen op aanvrage worden toege-
zonden.
Reparatiën worden spoedig en net afgeleverd.
franco Oucleschücl.
DE INTEEKENING IS OPENGESTELD OP EEN WERKJE GETITELD:
acht vertellingendoor den schrijver van Hollandsche Zeelui."
INHOUD: Een cadeau. - Een huwelijksonweer. - Een werkelooze. - Het Kerstfeest
der Schipbreukelingen. Sint Nicolaas aan 't strand. Zijn doodvijand.
Een studentengrap. Een vondeling.
De opbrengst komt geheel ten voordeele der te stichten bewaarschool te OUDESCHILD.
Ter inteckening worden lijsten aangeboden.
des avonds 7 ure, in het Café Parkzicht
aan den BURG op TEXEL
met ERF en grooten TUIN, staan
de en gelegen op de Steenenplaats aan
den Burg op Texel, groot 4.60 Aren.
staande en gelegen in de Weverstraat
aan den Bürg op Texel, groot 45 centiaren.
de en gelegen annex laatstgenoemd per
ceel, groot 1.62 Aren.
Eigendom vau Mejuffrouw G. PLAVIER,
weduwe den Heer G. EIST.
LINNEN voor lakens 23A breed f 0.30
Idem U voor hemden - 0.15
Idem 6A - 0.18
OVERHEMDENFLANEL zwaar van af - 0.15
li fijn DAMESLAKEN verschill. kleuren - 0.22
WINTERJASSEN eigengemaakt (geen con
fectie f7.50 en hooger. REGENMANTELS enz.
■n n iT CONTANT. 5 percent korting
F van al de voorhanden goederen. Zonder
1 .U. prijsverhooging.
Waalderstraat. Pli. VLESSING.
Vrij naar 't Fransch door A. B.
18. Deel I Hoofdstuk VII.
De deur in de lucht ververschingsgang.
Hy had het wel voorzien, zei Antoine wanhopend.
Hy heeft er het leven by ingeschoten Nu moet
ik doen, wat hy my heeft opgedragen. Hy greep
in de eene hand eene lamp, in de andere de hyl
en ging naar de verbrijzelde deur. De beide jonge
meisjes volgden hem.
Neen, neen gy niet, zei hy haastig. Laat de
rook eerst een weinig wegtrekken; misschien is er
ook nog wel doodelyk gas Blyf tot ik u kom
halen, zeg ik u.
Maar Emma en Gertrude, vooral Emma, die zich
van de tweede lamp had meester gemaakt, stoorden
zich niet aan dien raad en volgden Antoine over de
overblijfselen van de deur in de oude mijngang.
Alles was hier eene ruïne. Het houtwerk was,
öf vroeger reeds weggehaald, öf thans gebroken
stukken steenkool waren op den grond gevallen of
dreigden dadelijk neer te storten. Antoine en zijne
gezellinnen geraakten byna bedwelmd door de dikke
rook. Zy dachten echter nergens aan dan aan Leo
nard, zy riepen en zochten hem. Zy ontdekten hem
half onder de puin begraven. Met veel moeite slaagden
zy er in hem er onder uit halen. Emma ontzag
zich niet met haar fijne handjes de puin weg te
halen. Antoine lag Leonard op diens rug^-en nam
de vochtige zakdoek weg, welke diens gelaat bedekte.
Dit stond strak en bewegenloos, de oogen waren
gesloten. Antoine lag de hand op het hart van
zyn vrienddit had opgehouden te slaan. Leonards
dood scheen zeker.
Allen uitten een kreet van smart. Emma en
Gertrude knielden by het lichaam neer en besproeiden
het overvloedig met hun tranen, terwijl Antoine
zich vermannende zei
Alles is voor hem afgeloopen Mij blyftnu
nog over zfin laatste wil te vervullen.
Hij nam de bijl met de lamp om de tweede deur
te zoeken, waarvan Leonard gesproken had. Dit
was niet zeer gemakkelijk. Als er zich echter een
bevond, moest hy zich in dezelfde richting bevinden
als de andere. Eindelijk vond hij haar.
Waar kwam die op uit. Hy wist het niet. Mis
schien op een tweede gang, die mogelyk meer ge
vuld was met gas en dan was de dood voor de
ongelukkigen overmydelyk, misschien ook wel op
de put der ladders en dan was hunne redding mo
gelijk. Antoine riep echter:
Hier, kom hier!
Zonder antwoord te'wachten sloeg hij, den raad
van Leonard opvolgende, bijna als een razende met
de bijl op de deur in.
Emma en Gertrude waren bij het zielloo ze lichaam
gebleven. Ondanks het nuttelooze van hare zorgen
kon mejuffrouw Van Holst maar niet gelooven, dat
de dappere, edele jongeling dood was. Toen ook
eene nieuwe poging van haar om de levensgeesten
op te wekken vruchteloos bleken, verviel zfi in een
aanval van wanhoop en vertwijfeling,
Leonard, zei zfi over den doode heen hellende,
Leonard ik bemin u
Tot op dit oogenblik kon ik er nog aan twij
felen, omdat de wereld zoovele hinderpalen tusschen
ons plaatste; maar uwe edel ziel, uwegrenzelooze
toewijding hebben mij mijn eigen gevoelen jegens
u leeren kennen. Ik bemin u, Leonard en al mocht
ons lot niet vereenigd worden, toch zweer ik u»
nimmer aan een ander toe te behooren.
Emma sprak zeer ?acht en verder maakte Antoine
ook geraas genoeg, om haar niet te verstaan. Daar
enboven ondervond Gertrude de invloed van een
gas, ontstaan door de verbranding. Dit gas was
bijna nog gevaarlijker dan het gewone kolengas,
maar zwaarder dan de lucht zijnde, bevond het zich
enkel by den grond, zoodat de beide meisjes, indien
zy er mee bekend waren geweest, zeker niet zoo
lang geknield waren gebleven en den nadeeligen.
invloed niet zouden hebben ondervonden. Toen zy
zich minder wel begonnen te gevoelen ontbrak hen
de kracht op te staan, zoodat zy naast het lichaam
van Leonard nedervielen.
O, mompelde Emma, God wil dat wy vereenigd
zyn!
Zy zocht werktuigelyk de hand van Leonard en
hield die in de hare. Op 't zelfde oogenblik ging
ook de lamp uit.
Antoine had niets gehoord nog gezien, hy bleef
maar door hakken. Ook hy begon echter benauwd
te worden. Hy gevoelde zyne krachten verminderen,
zyne slagen werden minder krachtig. Eindeiyk
viel hem de byl uit de hand. Misschien zou er over
eenige oogenblikken van de twee schoone paren
welke in de myn waren afgedaald, niets dan de
lyken meer over zyn.
Hoofdstuk VIII.
Vaderangst.
Laat ons nu eens zien wat er voorviel op de opper
vlakte der aarde, terwyl bovenstaande gebeurtenissen
beneden in de myn plaats grepen.
Een uur ongeveer voor dat de mynwerkers ge-
woonlyk uit de myn kwamen, was mynheer Van
Holst in zyn karretje teruggekeerd.
Hy gaf zyn paard aan den wachtenden stalknecht
nam een sterke zware lederen zak uit het karretje
en ging naar het kantoor. Ondanks zyn zware last,
zag hy er treurig en bedrukt uit.
Zonder de stille groeten zjjner minderen op te
merken, ging hy naar de afdeeling, waarin zich
Mayer, zyn oude kassier, die zyn volle vertrouwen
genoot, bevond.
O, mynheer, zei deze, terwyl hy de inhoud van
de zware zak met zyne oogen schatte, u is dus
geslaagd?
Ja, ja, Mayer hernam Van Holst, zich het zweet
van het voorhoofd strykende, maar het heeft mö
zeer veel moeite gekost. Onzè bankiers worden
hoe langer hoe onhandelbaarder JJnfln, déze
keer zullen wy onze arbeiders ten minste nog
kunnen betalen.
En hoeveel heeft u daar, vroeg de kassier.
15000 francs
15000! Maar mynheer wy hebben heden meer
dan 16500 francs te betalen.
Welnu Mayer er is immers nog eenig geld in
kas
Zonder twyfel, maar wy dienen te rekenen op
onvoorziene uitgaven en dan mynheer denk aan de
behoeften voor u en voor Emma, laat daar iets voor
over.
Ik zal niets overhouden dan een,honderd francs.
Emma bezuinigt sedert lang op alles .de arbeiders
zullen allen hun volle loon ontvangen.
Ja en zy zyn van plan uwe welwillendheid
goed te beloonen I zei Mayer bittermaar mynheer
zei hy fluisterend, u moet u niet geheel ontblooten
van al het geld voor 't geval dat
Spreek daar niet van Mayer, ik verbied u het; wat
men vreest gebeurt niet. De koers van de steenkolen
zal weldra ryzende laatste bestelling vah-2000 ton
zal my er weer boven op helpen Myne arbeiders
zullen terreden zyn en het werk zal niet gestaakt
worden. 1
Vertrouw daar niet te veel op, mynheer en
bedenk wel, dat u zeker wys zoudt doen mfin raad
te volgen. Het meerendeel der arbeiders hééft reeds
in voorschot ontvangen; want u nog MejEi-nma
wilt hebben dat ik een verzoek daarom weiger,
waarom zou u my niet toestaan hun alles wat zy
nog schuldig zyn van hun loon af te houden?1 Dat
zou zeker een paar duizend francs schelen;
En waar zullen dan de arm^ déommels van
leven de volgende 14 dagen? Jk~wil dat niét, zy
zouden er boos door worden en dan het zou myne
dochter verdriet doen Maar, a propos, waar is
Emma toch? Waarom komtiv zy my niet ver
welkomen? Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD Sc DE ROOIJ Texel
M/vfoviG tö ^Payai