RAAP- LIJNKOEKEN, gemerkt Verkrijgbaar Nieuwe Rozijnen (zonder pit) 23 ct. DÜ A. DROS Ata., COCKSDORP. 11 WINTER- EN REGENMANTELS. HOLLAND-AMERIKA. AierRaansctie TE KOOP'. P. BOOR, Kooprstraat. Feuilleton. „EERSTEN PRIJS," Verguld Zilveren en Zilveren Medailles.) P. Th. LUIJCKX, Lijn: Noord-Amerika, LijnZuid-Amerika, De Geheimzinnige werden op de groote Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuidlaren beide BEKROOND met den Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. CLAUS HONIG ZOON KOOG a/d, ZAAN. bij C. R. KEIJSER op de Ruitersplaats. J. EEEMAN Az. aan den Burg. KRENTEN 18 ct. MATYIJGEN 12 ct. KIST JESVIJGEN 30 ct. PRUIMEND ANTEN 23 ct. BI. TROS-ROZIJNEN 40 ct. ABRIKOZEN 38 ct. per pond. (OUDE ROZIJNEN 8 ct. l"e kwaliteit WITTE SUIKER 28 ct. alles bij 5 pond.) Minder hoeveelheid 2 ct. per pond hoogcr. Groote 2 persoons fijne Wollen Dekens f 6.00 Gestikte 2 persoons - 5.00 ROODE BAAI 8A - 1.15 BRUINE BEVER 8A - 1.10 Ruim voorzien van Ileeren-, Jongens- en Kiu- derjassen, Regenmantels, Jachtvesten, Kapers, Mutzen, en Trico-winterhandschoenen. d contant 5% korting. Waalderstraat. Ph. VLESSING. elke week naar NEW-YORK. elke maand naar MONTEVIDEO en BIIENOS-AYRES. Men ver voege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam, en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLSIUS, Oisterwijk. Een vet VARKEN, 30 Ct. a contant per Va KG. schoon aan de haak. Vrij naar 't Fransch door A. B. 19. Deel I Hoofdstuk IX. Vaderangst. Mayer zei, dat zij den geheelen dag niet in het kantoor gezien was. Dat is zonderling, mompelde Van Holst. Hy doorliep ongerust het geheele huis. Haar daar nergens vindende, ging hij naar buiten om den portier te vragen of zy soms uitgegaan was. Op 't plein was veel drukte en gewoel, maar hij schreef dit toe aan de ophanden zijnde uitbetaling en de aanstaande werkstaking. Al zoekende naar Emma zag hy een man nog geheel in zyn werkpak snel van de kant der groote mijnput naar het kantoor gaan. Van Holst bleef wachten, het was de oude Topfer, welke geheel terneergeslagen scheen. O, vader Topfer, maar wat drommel waarom niet beneden aan den arbeid, vroeg de directeur op vertrouwelyken toon. Ik zal het u zeggen mjjnheer. Omdat Zou u my ook weten te zeggen of moj. Emma en de anderen reeds terug zyn? Myne dochter Ik heb haar nog niet gezien en ik zoek haar Wat heeft zy met uwe tegen woordigheid hier op dit uur te maken O, gy weet het dus nog niet? hernam de oude mijnwerker doodelyk ontsteld, er 'is iets gebeurd in de myn. Iets een ongeluk misschien, vroeg Van Holst angstig. Ja, mijnheer, terwyl wjj beneden in de myn waren hebben wij een sterk gerommel in de oude gangen gehoord. Men is er heen gesneld en men heeft bevonden, dat de ingang der kerk was ingestort. De directeur scheen een weinig gerust gesteld. Komzei hij, ik zal die schade weer doen herstellendat zyn nog uitgaven waarop ik niet gerekend had O, dat heeft nog geen haast, in die oude gangen komt men nooit. Ja, ja, dat doet men wel, men moet toch van tijd tot tyd daar bidden En dan terwyl wy zooeven in een ledige bak naar boven gingen, hoorden wy een dof geraas, men zou zeggen als van kolengas dat ontploft Waar? Ook van de zijde der kerk, maar meer bij de put der ladders dan by de groote put. Dan moet men daar eens naar gaan zoeken I Maar wie drommel zou zich in die oude gangen wagen? Wat mijnheer, gij weet dus niet men heeft u dus niet verteld Van Holst begon zich ernstig ongerust te maken en wilde den ouden Topfer om inlichting vragen, toen een troep mijnwerkers met ontsteld gelaat voorafgegaan door Grand Leopold naar hen toe snelden. Ach mijnheer de directeur zeide deze op schrei enden toon, Van Holst aansprekende, wat een vreeselijk ongelukOnze lieve juffrouw, de weldoenster dei- werklieden, de bekoorlijke kleine Gertrude, en dan die arme Leonard,zou men niet denken, dat ik mij na het gebeurde van heden in het ongeval zou moeten verheugen. Integendeel, wij hebben samen voor iedereen de twist uitgemaakt en ik heb myn meester gevonden, maar ik ben eerlijk als goud mijnheer) Leopold Bühner is bekend. En dan die onge lukkige Antoine Robin, ook een flinke kerel, hoewei een beetje simpel. Ik kan er niet aan gelooven. allen dood, allen verpletterd, verbrand, wat weet ik het. Van Holst ontbrak het niet aan verstand, maar hy had een langzaam begrip en dv.ar niets hem op een ongeluk, waarvan zyne dochter het slachtoffer was had voorbereid, begreep hy nog niet juist het ware der zaak. Evenwel begon hij door de al te beteekenis- volle woorden van Leopold toch iets te begrijpen. Hij werd bleek. Wat praat gij toch, vroeg hij op vreemden toon, hoe is myn dochter toch in dat alles gemengd? Hoe? weet gy nog niets, zeide Grand Leopold, wiens licht-gryze oogen van vreugde schitterden, maar uwe dochter en Gertrude, Leonard en Antoine bevonden zich tijdens de instorting in de kerk. Van Holst greep hem by de kraag en schudde hem als een riet. Schurk, riep hy woedend, wil je me voor den gek houden. Zou Emma in de schacht afgedaald zijn, zou ze hebben kunnen Intusschen liet hy Grand Leopold los en begon aan al zyne leden te beven. De boormeester bracht zijne verwarde kleeren in orde en hernam Gy hebt het recht niet de handen aan mij te slaan; maar ik vergeef 't u' omdat gij te beklagen zyt. Van waar komt gij toch? Heeft Topferu niets verteld? Weet ge niet, dat uwe dochter dezen morgen in de myn is afgedaald met Gertrude en Antoine Robin en die Franschman, dien men Leonard noemt, om met de arbeiders over de loonen te spreken. En daarna zijn ze naar de kerk gegaan en daarna is het ongeluk gebeurd, zonder dat men weet hoe. Van Holst keek de omstanders aan om op hun gelaat een protest tegen die verschrikkelijke tijdingen te lezenalle werklieden verdrongen zich om hem en hun ontsteld gelaat gaf duidelijk de waarheid der woorden van Grand Leopold te kennen. De oude Topfer beproefde echter de zware slag, die de arme vader zoo recht in het hart trof te verzachten. Hy merkte bedaard op, dat men niet moest wanhopen, dat men wel mijnwerkers veel dieper had gered. Van Holst, eerst als versteend, bekwam eensklaps uit zyne verdooving en riep verwart. Mijne dochter, myne Emmis het mogelijk myne dochter in gevaar, dood misschien. Men moet haar te hulp komen, ik ga in de myn afdalen Dat iedereen me volge. Ik verbied ieder te arbeiden, niemand moet zich ergens anders mee bezighouden, dan met de bevrijding van dat ongelukkige kind. O I mijne dochter, myne teerbeminde Emma Toen richtte liy zich naar de myn, gevolgd door al de werklieden. Men weet welke toewijding de mijnwerkers in dergelijke omstandigheden toonen. Grand Leopold scheen niet het minste ijverig te zijn, hy liep naast mynheer Van Holst en zeide met warmte Daar is het, laat ons er heengaan, u moet niet gelooven dat de anderen in de myn met de armen over elkaar zullen zitten. Zoodra het ongeluk bekend werd zyn zy aan het werk gegaan maar zy hebben zooveel te doenTien duizend manden materiaal weg te ruimen is geen kleinigheid. Zoo er ergens een gevaarlijke post is mijnheer, zult gy het my geven, is het niet? Ik hield veel van uwe voortref felijke dochter en dan die kleine Gertrude met dat nette figunrtje. Daarenboven zou men nog kunnen gelooven, dat ik nog wrok tegen Leonard koesterde Leopold Bühner is eerlyk als goud en houdt van zyn vrienden. De vader van Emma luisterde slechts verstrooid naar die praatjes. Nu de eerste oogen blikken van smart voorbij waren, had hy zyn geestkracht terug gekregen. In het machine-gebouw gekomen, gaf hij zjjne bevelen met juistheid en nauwgezetheid aan den chef machinist. Op het oogenblik, dat hy met eenige werklieden in de groote bak plaats nam om af te dalen, zeide hy tot den ouden Topfer, die zich gereed maakte om met hem mee te gaan* Loop gauw naar myn bureau, gy zult Mayer dadelijk zeggen wat er gebeurt is en gy zult u er mee belasten dadelijk om mynheer Bernier de inge nieur der myn te zenden en ook vooral onze dokter Boisgaz. Kom gauw, misschien zal de een of ander hem noodig hebben. Toen sprong hy in de bak zonder te merken, dat Grand Leopold zich aan de kettingen had vastgeklemd en haastte zich het gewone signaal te geven. De mand zooveel menschen bevattende als ze kon inhouden, verdween in de donkere ruimte. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4