Buitenland1. De Minister van marine brengt ter kennis van zeevarenden, dat, volgens ontvangen telegra- phisch bericht, dwars van de „Westkous" bij Delfshaven, middenvaarwater, gezonken ligt een schuit, govaarlijk voor de scheepvaart, waarvan de mast boven water uitsteekt. Het wrak wordt des daags aangeduid door eene witte vlag en des nachts door een wit licht. Van de Nederlandsche grenzen wordt aan de Köln. Ztg." geschreven: De grenzen worden vanwege' de Nederlandsche overheid reeds sedert langen tijd streng bewaakt met het oog op den invoer van vee, lijdende aan mond- en klauwzeer. In vele Pruisische plaatsen, nabij de grens, als: Sevelen, Nieukerk, Geldern Eyll, Yernum, is gedurende de laatste weken mond- en klauwzeer voorgekomen en het aantal gevallen vermindert niet. Door het strenge bewaken der grenzen wordt tevens de brandewijn- en spiritus-smokke- larij verhinderd. Ook den sluikhandel van granen van Holland naar Duitschland is daardoor bijna geheel opgehouden. Naar men uit goede bron aan het U. D. mededeelt, bestaat bij de Regeering het plan, de emolumenten van de postambtenaren, voortsprui tende uit 't bezorgen door hen van dag- en week bladen, af te schaffen. Die ambtenaren blijven dan, evenals thans, met het ontbieden en bestellen van dag- en weekbladen belast, maar de provisie daarop wordt aan het rijk verantwoord, in plaats van in de emolumenten kas der ambtenaren te vloeien, die deswege schadeloos gesteld zullen worden. Neemt men het Duitsche stelsel aan, dan doen alle uitgevers eene opgaaf aan het hoofdbestuur der posterijen van den prijs hunner dag- en weekbladen en van het bedrag ten voordeele van hot rijk, waarbij de frankeering gerekend wordt welke met de korting tegelijk aan het rijk wordt verantwoord. Hierdoor vervult het tijd- roovende opplakken der frankeerzegels en het vernietigen daarvan. In Duitschland worden alle couranten bij vooruitbetaling aan de postkantoren genomen en deze doen daarvan geregeld den abonnementsprijs aan de uitgevers toekomen, die voor elke postinrichting maar een pakket behoeven te maken, waardoor de verzending van eene menigte afzonderlijke couranten onder bandjes vervalt, waarvan de sorteering op de postkantoren, en vooral op de spoorwegpostkantoren, aan de behandeling der brieven zeer hinderlijk is, daar het getal drukwerken gewoonlijk veel grooter is dan dat der brieven. Overigens zijn do post ambtenaren reeds belast met de inning dei- abonnementsgelden van de Staatscourant en verantwoorden dio gratis aan het rijk. In het natte dok van s'Rijkswerf te Nieuwe- diep zijn met goeden uitslag proeven genomen met een in Frankrijk uitgevonden nieuw duiker toestel, waarin de duiker langer dan twee uren achtereen onder water kan blijven. Het toestel voldoet, volgens don uitvinder, in vol zee evenzeer als in stil water. Yan de directie der „Nederlandsch-Ameri- kaansche Stoomvaart-Maatschappij "is het volgende bericht ontvangen: Kapitein Bruinsma, voerende het Nederlandsche stoomschip „Leerdam", 15 December van Am sterdam naar La Plata vertrokken, bericht dat de „Leerdam" in de Noordzee is aangevaren door het Engelsche stoomschip „Cawquansia". De „Leerdam" is tengevolge daarvan gezonken. Alle Sassagiers en de manning zijn gered en te Cux- aven geland. Aan boord bevonden zich de volgende passagiers jonkhr. Otto Reuchlin, mevr. R. Doyer Bolt, de heer C. Du Ry van Beest Holle, de heer en mevrouw J. De Baart Az., de jongeheeren Arie en Marinus De Baart, mejuffr. D. Hoek, de heeren G. Yan Houten, Eug. Ach. Charinet, J. W. Broek man. F. A. Roux, Archibald Mc. Millan, Allex Mc. Millan, James F. Boals, mevr. A. M. E. Heine, benevens 426 tusschendekspassagiers. De Yereeniging van Assuradeuren te Amster dam ontvangt uit Londen van den 18den eene depeche, houdende dat, volgens bericht van den kapitein van een smak, de „Leerdam" op 15 mijlen van West-Kapelle is gezonken. Volgens een ander uit Londen ontvangen tele gram werd uit Ostende getelegrapheerd dat een vischmak van Ostende in de Noordzee twee booten heeft opgevischt van het stoomschip „Gawquansia" en eene van het stoomschip „Leerdam". De „Leerdam" was van Amsterdam op weg naar Montevideo en Buenos-Ayres, via Boulogne. Het ijzeren stoomschip „Leerdam" (ex-„Neder land"), groot 2724 ton, werd in 1881 gebouwd aan het établissement der Nederlandsche Stoom boot-Maatschappij te Fijenoord, Het stoomschip „Gawquansia", groot 2459 ton, is een yzeren stoomschip, gebouwd te Glasgow I in 1872, en was bestemd van Hiogo naar Hamburg. Volgens een door de „N. R. C." uit Londen ontvangeD telegram, zijn de stoomschepen „Gawquansia", van Calcutta naar Hamburg, en het stoomschip „Leerdam" met elkander in aanvaring geweest, tengevolge waarvan beiden gezonken zijn. De equipages van beide stoom schepen en passagiers der „Leerdam" zijn door het Fransche stoomschip „Emma" gered en, gelijk boven vermeld, te Cuxhaven geland. Het casco van het stoomschip „Leerdam" was ter Rotterdamsche Beurs verzekerd voor f 300,000, waarvan f50,000 eigen risico door de N.-A.-S.-Mij. wordt geloopen. Aan vrachtpeDningen is overigens f 60,000 veizekerd. De lading is voor het grootste geleelte aan de Beurs te Amsterdam gedekt. De „Leerdam" had o. a. aan boord eenig Noord- Hollandsch stamboekvee en eenige paarden be stemd voor Buenos-Ayres, fraaie exemplaren, die natuurlijk den dood in de golven hebben gevonden. Tot de lading behoorden ongeveer 800 ton spoor wegrails en ongeveer 1000 ton stukgoed. Te Hoogezand is het getal werklieden, dat zich van daar naar Hamburg heeft begeven, ten einde er scheepstimmerwerk uit te voeren, tot honderd gestegen. Velen hunner verbinden zich voor drie maanden, waardoor hun vrije overtocht wordt verleend. Eene buitengewone aardappelsoort is die welke onder andere te Vlachtwedde als proef verbouwd is. Het gewas had dezen zomer de lengte van 1 meter 82 cM. dat even vreemd is als dat die aardappelen den winter over in den grond moeten blijven en des voorjaars worden gerooid. Het loof is dan houtachtig en kan zeer goed voor stokken worden gebruikt. Deze variëteit moet uit Finsterwolde afkomstig zijn. M. In eene door ongeveer 130 mannen en jongelingen van verschillenden stand en leeftijd te 's-Gravenhage gehouden vergadering is naar De Tyd meldt, een afdeeling opgericht van den Nederlandscheq Roomsch Katholieken Volksbond, die zich in het bijzonder ten doel stelt werkzaam te zijn tot oplossing der tegenwoordig aan de orde zijnde maatschappelijke vraagstukken. Uit Ameland schrijft men, dat men daar op 1 Januari a.s. wedor geheel van geneeskundige hulp zal zijn verstoken, daar de heer Ziegler, officier van gezondheid 2e klasse bij het 1ste rog. infanterie, die daar sedert eenigen tijd met verlof was, om den geneeskundigen dienst waar te nemen, met 1 Januari wordt gedetacheerd naar de legerplaats bij Millingen en de oproeping van sollicitanten naar de betrekking van gemeen tegeneesheer nu op eene jaarwedde van f 1400 (f 200 meer dan vroeger) niet het gewenschte gevolg heeft gehad, daar de eenige sollicitant zich later weder heeft teruggetrokken. Het vooruitzicht voor de bevolking van ongeveer 2300 inwoners is daarom alles behalve aangenaam. Treedt toch de vorst in, dan is het eiland geheel van den vasten wal afgesloten en is er dus ook geen gelegenheid van daar een geneesheer te bekomen. Men meldt uit Groesbeek: De stroopers hebben, nu de winter ingetreden is, veel buitenkansjes, en vooral die, welke op de grenzen wonen. Vele herten en reeën verlaten het naburige Reiswald, om op de velden eenig voedsel te gaan zoeken, ofschoon de Duitsche regeering alle mogelijke moeite doet om ze6rin te houden; zij worden dan ook met hooi in het bosch gevoerd. Zijn zij echter op Nederlandsche grond gekomen, dan heeft de strooper vrij schieten mits de dieren maar aan het belastingkantoor aangegeven worden. Zooals men kan denken, gebeurt dit thans nog al eens, zoodat de stroopers goede zaken maken. Het vleesch geldt 30 25 het pond. Wij lezen in de „Enkh. Ct.": Gaarne kondigen wij de verschijning aan van den Almanak van de Nederlandsche Vereeni- ging tot afschaffing van Sterken Drank voor het jaar 1890. Het doel der uitgifte is voorzeker eene aansporing om de verspreiding van het boekje te helpen bevorderen. - De beste raad aan drinkers is zeker deze, dat zij niet meer drinken en het tot dusver voor drank besteede geld dagelijks aan hunne vrouw geven, die er een spaarpotje van maakt. Niet onaardig echter is ook de raad, dien wij in het bovenaangekondigde boekje vermeld vinden, naar aanleiding van een stukje in een Duitsche almanak. Hij dient voor drinkers die het drinken niet kunnen of willen laten. Dezen wordt aangeraden hunne vrouw een rijksdaalder te leenen, die daar een kan of wat jenever voor haalt, en verder hun gewoon aantal borrels bij hunne vrouw te drinken en haar den gewonen prys te betalen die in een kroeg betaald wordt. Zoo steekt de vrouw althans de winst in den zak, die anders naar den herbergier gaat en die door den schrijver op ruim f 100 per jaar wordt berekend en kan zij toch een spaarboekje aanleggen. „Nu zult gij," zoo zegt de raadgever tot de drinke broers „zoo voortgaande, eer twaalf jaien ten einde zijn, een verloren schepsel wezen naar lichaam, ziel en geest, maar uwe vrouw is dan toch een kapitaaltje rijk geworden, waardoor zij u in het leven kan houden." Ziehier een der „Berijmde invallen", die de heer E. Laurillard in den Almanak heeft verspreid: „Die zich verdrinkt in 't water, Maakt plotseling zich van kant En langzaam doet hetzelfde Die zich bedrinkt op 't land." De sneltrein van Parijs, welke gewoonlijk 's ochtends reeds om kwartier over vijven te Brussel is, kwam Maandag eerst twee uren later aan. De oorzaak van deze vertraging was het spoorwegongeluk, hetwelk bij Creil gebeurde. Trein No. 39, welke Zondagavond om kwart over negenen uit Parijs naar Verviers was vertrokken, liep bij Creil op een goederentrein, welke wegens een gebrek aan de machine, oponthoud had en reeds op een ander spoor had moeten wezen. De schok was zeer hevig. De waggon, welke welke voor Duitschland bestemd was en zich voor aan den trein bevond, werd erg beschadigd, maar een Fransche slaapwagen, welke er op volgde, werd letterlijk verbrijzeld. Ook de andere waggons werden nogal erg be schadigd en daardoor werden vele personen gekwetst. Een artillerist in den tweeden waggon ontving eene ernstige wond aan de dij door een spoor van zijn kameraad, die tegenover hem zat; een stoker werd aan het hoofd gewond en eenige reizigers ontvingen builen en lichte hoofdwonden. Het achterste gedeelte van den trein, hetwelk naar Brussel moest doorgaan, had daardoor twee uren oponthoud, terwijl de Belgische trein drie uren te laat kwam. Uit Canea wordt gemeld dat Chakir Pacha de christenen ontwapent. Woensdag kwamen te Canea uit de provinciën Kydonia en Kissamo twee muilezels aan, beladen met geweren. Ter- zelfdertijd werden 82 christenen van Apokorona, met ketenen beladen, naar Canea gebracht. Er is een bataillon soldaten naar Sphakia vertrokken. De „Times" verneemt uit Zanzibar, dat volgens daar uit Mozambique ontvangen berichten zeer ernstige geschillen in de bovenlanden zijn uitgebroken. Na den Engelschen consul Johnston misleid te hebben, heeft majoor Serpa Pinto (de bekende Portugeesche reiziger) een fort laten bouwen op het grondgebied der Mokolo's en hun den oorlog verklaard. De Portugeezen richtten onder dezen stam een groote slachting aan en veroverden twee Engelsche vlaggen. De Mokolo's, in den waan verkeerende dat zij door de Engelschen in den steek waren gelaten erkenden toen het oppergezag der Portugeezen. Majoor Pinto deelde mede, dat hij voornemens is het geheele land tot het meer Nyassa te ver overen, en liet den Engelschen, die in dit gebied gevestigd zyn, weten, dat zij zich onder Portugals beschermschap moeten plaatsen. De te Piacenza gevestigde Vereeniging voor het geven van hulp en verstrekken van inlichtin gen aan landverhuizers, ontraad ten stelligste het emigreeren naar de Argentijnsche Republiek aan alle gezinnen met jonge kinderen, daar de verande ring van klimaat meestal voor deze noodlottig is. Evenzoo aan talrijke gezinnen, waarvan de vader de eenige kostwinner is daar het leven er duur is en hardenarbeid er niet voldoende betaald wordt om in de behoeften van een gezin te kunnen voorzien, te meer nog daar gehuwde handswerklie- moeilyk plaatsing vinden. Ten laatste eindigt zij met de uitdrukkelijke waarschuwing aan alle handwerklieden, zich vooral niet naar Buenos-Ayres te begeven, waar op 't oogenblik een crisis heerscht en volstrekt geen werk te verkrijgen is, terwijl de prijzen der levensmiddelen buitengewoon gestegen zijn. Verleden jaar kon een werkliedengezin met 3 francs 75 centimes in zijn dagelyksche behoeften voorzien; thans is 10 francs per dag ternauwernood toereikend. De Kamer van koophandel te Hamburg heeft aan de Hamburger bladen medegedeeld, dat zij het bekende plan tot het bouwen van een reusachtig schip, van 20 voeten lengte, dat als een drijvende tentoonstelling van Duitsche voortbrengselen moest dienen, niet voor ver

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 2