J. G. MOO J EX Wz. VOOR SLECHTS VIJFTIG CENTS 1 C. RE1J, Texel. WINTER- EN REGENMANTELS. KAAP- LIJNKOEKEN, gemerkt Feuilleton. P. m LitKSKX» m@@fdgraehl. Nietivvedfep, 10 keurige Nieuwjaarskaarten 1 Koster1 s Scheurkalender Enkhuizer Almanak. „EERSTEN PRIJS," Verguld Zilveren en Zilveren Medailles.) De Geheimzinnige KOOG a/d, ZAAN. uLrlfto liüHlb lUUH. BURG, WAALDERSTRAAT. In voorraad eigengemaakte Schaatsen. Eenige Kocienscharcn f 3,50 per stuk, met een mesje extra er bij. Opruiming van nieuwe gegoten Fornuis- kachels, en geslagen Fomiiiskachels, gedeelte lijk vernieuwd, tegen minst mogelijke prijzen. Levert ondergeteekende franco Texel met grappige wenschen of bijbelteksten naar verkiezing. of een Roelands Vriend van den Huize. Een van ouds vermaarde dubbele werden op do grooto Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuidlaren beido BEKROOND met den Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. pj aan UflIlIP 9 7finfcl 17/)p/*PM/ï/i/y/ï^ Tiij C. R. KEIJSER op de Ruitcrsplaats. r VB BtB IjyUUUi J eEMIAN Az. aan den Burg. 28. Vrij naar 't Fransch door A. B. Deel II Hoofdstuk H. Onverwachte verandering. Toen het op teekenen aankwam, vroeg Van Holst eensklaps Wie is die mijnheer Karei Blok, wiens naam onder dien van mijnheer R staat Raadt gij dat niet? Mijnheer Blok is de jonge ingenieur, uw toekomstige compagnon. Nu 't is goed Laten we dan de zaak maar afmaken, ik zal in de notarieele acte nog wel een enkele bepaling doen opnemen, deze voorwaarden kan ik voorloopig wel aannemen. H|j begaf zich naar de tafel om een pen te nemen, Mayer hield hem echter terug. Mynheer, neem u toch in acht, mompelde hij, vraag tjjd om u te bedenken Ik bid u teeken niet. Van Holst bleef besluiteloos staan. De waar schuwingen van Mayer hadden bij hem duizend vreezen doen ontstaan. Beurtelings keek hij naar Mayer en Toussaint. Deze keek koel en onverschillig en trommelde zachtjes met de vingers op de tafel. Uit wanhoop keek hij ook naar zijne dochter, welke steeds oplettend had toegezien en geluisterd naar hetgeen er voorviel. En gij dochter, vroeg Van Holst, wat denkt gij er van, dat ik doen moet Het heeft my nimmer berouwd, uw raad te hebben opgevolgd Gelooft gij, dat ik het stuk moet teekenen? Ja, vader, antwoordde Emma vastbesloten, de ondervinding in zaken ontbreekt mij wel, maar ik gevoel, ik ben overtuigd, dat men niets dan goeds met u voor heeft. En uw gevoel bedriegt u niet, mejuffrouw, ze; Toussaint met eenigszins liefkozende stem, uw vrouwelijk doorzicht heeft u beter gediend, dan de ondervinding dezer heeren Dat wil niet zeggen, voegde hij er glimlachend bij, dat de eerlijke lieden, die ik hier vertegenwoordig, niet hopen een zooge naamde goede zaak te doen* Zij stellen niet voor niet zulke groote kapitalen in de waagschaal. Maar de voordeelen zullen zoo aanzienlijk zijn, dat beide partijen er genoegzame winsten zullen behalen. Van Holst was tevreden en teekende met vaste hand het contract. Mayer maakte een gebaar van wanhoop. Toussaint blijkbaar voldaan, nam het stuk en overhandigde mijnheer Van Holst een gelijk luidende acte, die ook reeds geteekend was door zijn patroons vervolgens stond hij op om te vertrekken. Van Holst was zoo verheugd over de onverwachte uit komst, dat hij het moeielijk kon verbergen. Hij noodigde met aandrang mijnheer Toussaint uit, het eenvoudige middagmaal met hen te deelen, maar deze verontschuldigde zich. Mijn rijtuig staat aan 't begin van 't dorp, zei hij en ik ga dadelijk weer naar de stad terug Ik heb haast mijn principaal de uitslag te melden van mijne zending en dan moet ik zoo spoedig mogelijk de bankiers er van verwittigen opdat zij niet met hunne vervolgingen beginnen U, mijnheer Van Holst zal het ook niet aan bezigheden ontbreken. De werkzaamheden moeten zoo spoedig mogelijk hervat worden. Ik heb nog een groot nieuws tot het laatst bewaard; de kolen zijn belangrijk gestegen in prijs en tegen het einde der maand verwacht men nog meer stijging in den prijs Gfj moet zorgen daarvan nog te proflteeren. Welnu, ik zal dadelijk laten bekend maken, dat de loonsverhooging wordt toegestaan en den arbeiders weer vragen aan den arbeid te komen. Misschien zal het 24 uur duren voor allen weer kunnen beginnen. Mijnheer Toussaint besprak verder nog eenige bijzonderheden en maakte zich toen gereed te ver trekken. Emma die opgestaan was hield hem echter zachtjes tegen. Vergeef my, mynheer, stamelde zy, terwijl een levendig rood haar vermagerde trekken kleurde, het vertrouwen dat mynheer R**" in u stelt doet my meenen, dat u ons ook wel uit de ongerustheid kunt helpen omtrent het lot van een jong mijn werker, die door mijnheer R"* beschermt wordt en Leonard heet. Leonard, herhaalde Toussaint, als zocht hij zich dien naam te herinneren. O, ja, een brave jongeling, hernam Van Holst en wat meer is een zeer bekwaam man, die myne dochter een zeer gewichtigen dienst heeft bewezen Als hy rnjj weer om werk komt vragen verzeker ik u, dat ik hem een uitmuntende betrekking zal geven Vader heeft gelijk, zei Emma. Leonard heeft my het le\ en gered den dag voordat de werkstaking begon. Toen hij hier binnengedragen, werd was hü in een zeer slechte staat. Hij was nog niet vol komen hersteld, toen eene onbekende, die tot zyne familie scheen te behooren hem kwam opzoeken en hy vertrok met haar. Daar ik zelf ziek en aan het bed gekluisterd was, heb ik geen afscheid van hem kunnen nemen, noch hem bedanken. Welnu na zyn vertrek heeft hy niets van zich laten hooren en wij weten volstrekt niet, wat er van hem geworden is. Ik geloof te weten mej. van wien ge spreekt, zei Toussaint glimlachenddie Leonard is inder daad een gunsteling van mijnheer R en mijnheer Van Holst zal er wel aan doen hem te bevorderen. Verder kan ik u geruststellen omtrent zijn lot; hy is gezond en het zou my niet verwonderen als hij op 't oogenblik reeds in Polignac was. Hy is terug! riep Emma uit, die haar hart sneller voelde kloppen. Niemand echter merkte haar vervoering op en mijnheer Toussaint vertrok. Na zyn vertrek kon Van Holst zich niet langer bedwingen, hy moest zyn vreugde lucht geven. Hij danste half de kamer rond en riep uit O, wat een geluk, ik rekende mij reeds geheel verloren en ziet, nu ben ik weer er geheel boven op De hemel geve, mijnheer, antwoordde de kassier, dat u er later niet te dieper door zult vallen Komt het by deze schikking niet alles in myn voordeel? Ik was geheel geruineerd en misschien ben ik weldra weer even rijk als te voren Maar denk er aan den werklieden deze onverwachte ge beurtenis bekend te maken. Hoe zullen wij dat aanleggen Mayer gy moest groote billetten schrijven, welke ik zal onderteekenen en die aan de deuren der werkplaatsen aanplakken Maar neen, zij zullen die niet lezen Zij zyn in 't dorp bezig aan 't pret maken en niemand zal er deze kant op komen en het lezen. Wel wat zullen die arme lieden bly zijn dat nieuws te vernemen. Kom laat ons zelf naar Polignac gaan en het hen verttellen. Nu dat is een zeer goed idee, ik ga mij kleeden daarvoor. Mag ik dan met u mee? Ik zou ook gaarne de blyde gezichten van die goede lieden zien, als zij vernemen dat de tijd van ledigheid en ellende voorbij is en het werk en de voorspoed weer zal beginnen! Daarenboven zal ik dan meteen moeder Robin en Gertrude opzoeken, die ik ook al sedert geruimen tijd niet gezien heb. Nu, als gij daar lust in hebt, kom dan maar, misschien was het beter, als gij nog niet uitgingt. Gij zyt nog zoo zwakEn dan had gy moeite 4 schreden in uwe kamer te doen - - - Het geluk heeft my kracht gegeven, vader, en gisteren reeds stond de dokter mij toe, uit te gaan. Leunende op uw arm zal ik tot het dorp loopen en als ik dan moe ben zal ik wel hier of daar wat uitrusten. Goed, zorg dan maar binnen een kwartier gereed te zyn dan kom ik u halen - - Mayer schrijft gy de billetten en neem dan meteen die boeken mee naar het kantoor terug, ditmaal zullen zij niet naar de rechtbank gaan O, wacht nog even, breng mij ook 1000 francs uit de kas, nu ben ik niet meer bevreesd ook daar iets uit te nemen, 500 francs daarvan zijn voor de huishouding, terwijl de andere 500 francs zooveel mogelijk in goud- en zilvergeld moet zijn, opdat ik ze gemakkelijk in mijn zak kan steken, ik zal ze in 't dorp ongetwijfeld wel goed kunnen gebruiken. Luid lachende en in de handen wrijvende verliet Van Holst de kamer. De goede man, zei Mayer naar het kantoor gaande maar wat zal er nu van dat alles worden? Ik begrijp er niets van, zonder twy'fel is er een valstrik onder verborgen - - Welnu, ik kan niet anders doen, dan een oog in 't zeil houden en waarschuwen wanneer er gevaar is. Ik zal waken. Eenige oogenblikkea later begaven vader en dochter zich naar het dorp waar de kermis in vollen gang was. (Wordt vervolgd') Snelpersdruk LANGEYELD DE ROOIJ Texel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1889 | | pagina 4