N. 235.
Woensdag 1 Januari.
A». 1890.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEDEELTE.
ULTIMO.
Binnenland.
O
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. - Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOTJ, ParkstraatBurg op Texel.
Inschrijving Nationale Militie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente TEXEL-, Brengen ter openbare kennis,
dat de mannelijke ingezetenen, geboren in het
jaar 1871, zich ter inschrijving voor de
Nationale Militie behooren aan te melden ter
Gemeente-Secretarie, tusschen den lsten en den
31sten Januari 1890, met overlegging van een
kosteloos verkrijgbaar uittreksel uit hunne geboor
teakte, indien zij elders zijn geboren.
Voor die inschrijving zal meer bepaald zitting
worden gehouden op Maandag den Januari
1889, des voormiddags te 9 ure tot des namiddags
1 ure, zoodat men verzocht wordt zich zooveel
mogelijk op dat tydstip aan te melden.
Verder wordt de aandacht gevestigd op onder
staande artikelen der wet van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), welke betrekking hebben
op de inschrijving voor de Militie:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie inge
schreven alle mannelijke ingezetenen, die op den
lsten Januari van het jaar hun 19de jaar waren
ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
1°. hy, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zyn beiden overleden, wiens voogd inge
zeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850
(Staatsblad No. 44);
2° hy, die, geen ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van
dit artikel vermelde tydstip voorafgaande, achtien
maanden in Nederland verbiyf hield
3°. hy, van wiens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zyn voogd geen ingezeten, mits
hy binnen het Ryk verbiyf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling, behoorende tot eenen Staat, waar de Neder
lander niet aan den verplichten krijgsdienst is
onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aange
nomen.
Art. 16. De inschryving geschiedt:
1° van een ongehuwde in de Gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of zyn beiden
overleden, de voogd woont;
2°. van een gehuwde of van een weduwnaar in
de Gemeente, waar hij woont;
3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar
hy woont;
4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst
in een vreemd land woont, in de Gemeente, waar zyn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeftjj
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
1°. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is;
2° de in een vreemd Ryk verbiyf houdende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zyn voogd
ingezeten;
8°: de zoon van den Nederlander, die ter zake van
's lands dienst in 's Ryks overzeesche bezittingen
of koloniën woont.
Art. 18, 1ste en 2de lid. Elk, die volgens art. 15
behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich
daartoe by den Burgemeester en "Wethouders aan
te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari.
By ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is
zyn vader, of, is deze overleden, zyne moeder, of,
zyn beiden overleden, zyn voogd tot het doen van
die aangifte verplicht.
Art. 20. Hy, die eerst na het intreden van zyn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste,
ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra dit plaats
heeft, ter inschry ving aan te geven by Burgemeester
en Wethouders der Gemeente, waar de inschry ving,
volgens art. 16, moet geschieden.
Daarby gelden de bepalingen der 2de zinsnede van
artikel 18.
Zyne inschryving geschiedt in het register van
het jaar, waartoe hy volgens zynen leeftyd behoort.
Afgekondigd en aangeplakt voor de tweede maal
te Texel, den 30 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. M. KOOIJ.
De Secretaris,
STIKKEL.
De laatste der reeks van zooveel dagen is
weder daar1889 behoort weldra tot het
verledene, tot de historie.
Alsof 't slechts een schaduw was, zoo spoe
dig staan we weder aan den vooravond van
een nieuwen jaarkring en verbazen we ons,
reeds aan het einde te zijn, waar de aanvang
nog zoo versch in het geheugen ligt.
't Is natuurlijk slechts „schijn", maar toch
't heeft den schijn of met het klimmen der
levensjaren, de tijd sneller vervliegt.
1889 maakte het goed in tegenstelling zijner
voorgangers; voor velen was het een goed jaar.
De voornaamste gebeurtenis voor onze
gemeente was de verwisseling van het hoofd
des bestuurs, eene gebeurtenis aanvankelijk
verschillend begroet, maar waarin men zich
zeer goed heeft weten te schikken.
Mede een gewichtig feit was het toestaan
van prov.- en rijks-subsidie tot verbetering
onzer haven, waarnaar zoo lang is uitgezien.
De gelukkige keer in den gezondheidstoestand
van Neerlands Koning na de zorgvolle dagen
in het begin des jaars, de algemeene feest
viering van Willem's 40-jarige regeering, zoo
hier als elders daardoor mogelijk gemaakt,
was in de zoo schoone Meimaand van 1889,
een waarlijk schitterend lichtpunt in Neerlands
historiebla&n.
Voor het vaderland was de wijziging der
schoolwet, verder geen onbelangrijk feit in de
geschiedenis van 1889, een feit, dat naar ver
schil van inzichten, goed of niet goed wordt
genoemd, maar dat toch aan het afgeloopen
jaar in rekening wordt gebracht.
En zoo is er veel wat 1889 kenmerkt als
goed of niet goed, naar gelang van 's menschen
oordcel.
We gaan een nieuwen jaarkring tegemoet;
doch voor we den ouden vriend voor goed
vaarwel zeggen, doorleven we zeker gaarne
nog eens in gedachten, 't geen dat tijdperk
ons bracht.
En waarom zouden wij dat niet?
Wanneer het zondenregister niet te groot
is, doorleeft men immers gaarne nog eens de
dagen van het verledene.
En dat is goed, dat kan nuttig zijn.
Bij de herinnering aan het verledene waar
deert men allicht de zegeningen in dien tijd
ondervonden en ontdekt men allicht ook
eigen tekortkomingen.
Zie, wanneer een terugblik zulk eene herin
nering zou doen ontstaan: wanneer we eerlyk
willen erkennen onze tekortkomingen tegen
over het goede wat ons ten deel viel, wanneer
daardoor een sprankje van schooner en dege
lijker levensopvatting zou ontgloren, dan zou
die herinnering zegenrijk kunnen werken voor
den toekomst.
En danvol moed den nieuwen jaar
kring in: doe ieder naar zijne krachten het
geen zijne hand vindt om te doenwerke
ieder mede in zijn gezin, in zijne betrekking
en in de samenleving tot al wat goed is, opdat
bewaarheid worde den wensch, op den eersten
dag des jaars, op ieders lippen:
„Veel zegen in liet Nieuwe jaar."
TEXEL, 31 December 1889.
De December vergadering van het Nut, gis
terenavond gehouden, had geen groot publiek
uitgelokt, naar de Voorzitter meende doordien
dezelve op ongewonen tijd, aan het einde des
jaars plaats had.
De schuld daarvan was echter niet aan het
bestuur, doch het gevolg eener teleurstelling,
ons bereid door den spreker voor den avond
van 19 December, [een lid van het Wertheim-
genootschap uit Amsterdam] welke telegra-
phisch had bericht dien dag verhinderd te zijn
en zoo beleefd was geweest verder niets van
zich te laten hooren.
De heer de Braai, die zich had laten vinden
om voor dezen avond als spreker op te treden
had als lezing gekozen eene novelle van Cremer,
getiteld het einde; een ontegenzeggelijk leer
rijke novelle, doch waarvan, voor nutslezing,
het einde wel iets vroeger had kunnen zijn.
Als bijdrage leverde dezelfde spreker eenige
puntdichten uit het werkje „Uit mijn Herba
rium" geschreven onder het pseudoniem Eek-
hart, door een hier niet onbekende, om te
besluiten met een oude wensch, naar wij mee-
nen van een oude nachtwacht, bij de overgang
van een oude in een nieuwe jaarkring, welke
gedichten vaak een lach afdwongen.
De Voorzitter sloot de vergadering met een
woord van dank aan den sprekeren met
allen toe te wenschen een prettige Oudejaars
avond en veel zegen in gezin en betrekking
in den nieuwen jaarkring.
Oudesohild, 30 Dec. G-ingen voorheen tegen
den winter velen schuitjes van hier naar de
wierwaarden, om met zeilelgers paling te
visschen, sedert jaren wordt dat niet meer
gedaan.
Toch zou 't wellicht de moeite loonen om
andermaal te beproeven op die manier paling
te vangen. Gedurende deze maand toch werd
in de wierwaarden door Wieringer schuiten
met zeilelgers gevischt. Sommigen visschers
vingen tot 300 pond per week
De Cocksdorp, 30 Dec. 1889. Beoosten de
polder „Eendracht" is aangespoeld een ledige
pakkist zonder deksel.
Op de kist, die waarschijnlijk afkomstig is
van een landverhuizer slond geschilderd:
M. K. Gaastmeer.
TEXELSCHE COURANT.
smiwsMcasBflaifc2*wirxseaj3a*nHtt»«
BsaasaccEsatfnac»