Buitenland.
Oosterend, 11 Jan. Dinsdag 11. hield „Nut
en Genoegen" hare Januari-vergadeiing. De
opkomst was grootde convocaties vermeldden
dan ook: „Tooneelvoorstellingen."
Eenige der leden brachten ten tooneele een
drietal stukken, nl. „De wraak der twee Wee
zen" van T. Wigersma„Dorps-Sociaal-Demo-
craten" van? en „Schuiven gaan ze" van
W. Mets Tz.
De rollen zaten er best in en werden, de
personen in aanmerking genomen flink voor
gedragen. No. 1, een drama, vond algemeene
bijval en aan de bedrukte gezichten was het
te zien, dat er met gevoel gespeeld werd.
Gelukkig brachten de nummers II en III een
gullen lach te voorschijn. Dorps-Sociaal-De
mocraten" vooral is een zeer geschikt na-
stukje en wordt aan andere gezelschappen ter
kennismaking aanbevolen.
Na het zingen vaneen slotzang werd daverend
geapplaudiseerd.
Te twaalf uur sloot de Voorzitter met een
woord van dank aan de vergadering voor
hare aandacht, aan de werkende leden voor
hun spel.
Uit Amsterdam wordt aan de „Koln. Ztg."
geschreven Vele goederentreinen der Hollandsche
Spoorwegmaatschappij vervallen, onder voorwend
sel wegens het heerschen der griep, in werkelijkheid
echter wegens gebrek aan Belgische steenkolen.
Het nut der tienjarige volkstellingen wordt
door velen in twijfel getrokken. De uitkomsten
der vorige telling hebben evenwel bewezen, dat
die twijfel gerechtvaardigd is. Van al denoord-
hollandsche gemeenten was er toen slechts eene
Katwoude bij Monnickendam, wier bevolkings
cijfer volgens de bevolkingregisters op31 December
1379 overeenkwam met dat der volkstelling. In
sommigen gemeenten bleken tusschen die cijfeflrs
groote verschillen te bestaan: zoo was in eene
gemeente het bevolkingscijfer volgens ds registers
2972, terwijl de telling aangaf, dat er slechts 2692
personen aanwezig waren, alzoo een te veel in
de bevolkingregister van 280 personen. In de
geheele provincie Noordholland bleken 1200 per
sonen te veel te zijn ingeschreven. De bevolking
van Noordholland bedroeg op 31 December 1879
679990 personen. Vermoedelijk zal deze volks
telling wel eene vermeerdering van minstens
150000 aanwijzen. De bevolking van Amsterdam
klom in dat lOjarig lijdvak van 317011 tot boven
400000; die van Haarlem van 36976 tot boven
50000.
„Ziezoo, eindelijk heb ik dan eens een patiënt,
die de echte influenza heeft!"
Deze ontboezeming ontviel gisteren een genees
heer tenhuizevan een mijner kennissen, waar hij bij
de dochter des huizes geroepen was. En toen
hij bemerkte, dat men hem er vreemd op aankeek,
zeide hy tot opheldering:
„Ja, kijk u eens hier! Ik word elk oogenblik
bij monschen geroepen, die gewoon zwaar verkou
den zijn, maar die zich inbeelden de griep te
hebben. „Dokter, heb ik het?" vragen zij mij,
en als ik dan neen" zeg, dan worden zij kwaad.
Zij willen het hebben; dan zeg ik in 's Hemels
naam maar ja, „in een lichten graad Doch hier
kan ik ten minste royaal weg zeggen, dat uwe
dochter de griep heeft."
Aldus wordt uit Amsterdam aan de „Haail. Crt."
geschreven.
Mij dunkt, zegt de schrijver, dit verhaaltje
teekent den echten toestand in de hoofdstad.
Er zijn tallooze zwaar verkouden, maar de
echte griep heerscht tot nu toe gelukkig betrek
kelijk weinig en in het geheel mist zij hier
nog het ernstig karakter, dat zij elders schijnt
te hebben. Maar hiermee zijn we natuurlijk
niet tevreden. De menschelijke ijdelheid is een
zonderling ding, en men vindt dat wij eenvoudig
onze achterlijkheid als de Chineezen van Europa
zouden bewijzen, wanneer wij niet evengoed als
elders op ernstige wijze de influenza hadden.
Raadgeving. Voor deze dagen, nu de meeste
menschen eenige aandoening krijgen van „de
ziekte van den dag" lezen wij de volgende raad
geving van Dr. R. v. d. L.
„Drink geen water, tenzij het eerst goed gekookt
heeft. Zorg dagelijks voor ruime ontlasting, eet
gewoon en leef geregeld. Houd op straat den
mond gesloten en haal adem door den neus.
Wacht u voor groote temperatuurwisseling (tocht,
wind,) en verwarm uwe kamers niet te sterk.
Blijft thuis, zoodra gij (voor u ongewoon)
hoofdpijn of pijn in den rug of lendenen gevoelt
later gevolgd door koude rillingen, ga plat liggen,
liefst op bed onder de wol in eene frissche kamer.
Houdt het hoofd met water koel, gebruik wat
versch citroensap en lauw suikerwater, zoo noodig
een purgeermiddel (wonderolie) maar volstrekt
geen medicijnen als chinine enz. dan op raad
van den docter.
Het aardappelmeel zal wellicht weer een
nieuwen afzet vinden in den vorm van brood.
Men heeft nl. de proeve genomen met het ver
bakken van 100 kilo roggemeel, vermengd met
25 kilo aardappelmeel, dat een schoon en zeer
smakelijk brood leve. de. Of men nog eene grootere
hoeveelheid aardappelmeel kan aanwenden, is nog
niet beproefd, maar wel waarschijnlijk.
De conducteur bij de Staatspoo rwegen H
Strobos te Groningen, die, zooals men weet, bi
het spoorwegongeluk te Ruinerwold weid verwonc
is thans op pensioen gesteld en het bedrag van
dat pensioen bepaald op 595 's jaars.
Het hoofdbestuur van den Bond tegen
vaccine dwang heeft eene circulaire verspreid
waarin het mededeeling verzoekt van gevallen
a. waarin de inenting zolder gevolg is gebleken
d. w. z. waar later toch pokken zijn ontstaan
b. waarin op de inenting ziekte of dood is
gevolgd
c. waarin de wijze van inenting aanleiding
tot beklag heeft gegeven
In de kroniek van dokter A. W. Bronsveld
wordt onder de zegeningen, die de nieuwe jaar
kring ons brengt, met groote dankbaarheid
herdacht, dat wij nog leven onder de Regeering
van onzen geëerbiedigden Koning.
„Van zeer betrouwbare zijde weten wij
aldus voegt de schrijver er bij dat de gezond
heidstoestand van onzen Vorst op 't oogenblik
van dien aard is dat, menschelijkerwijs gesproken
Z. M, nog menig jaar leven kan. Welnu, God
moge het geven."
Gedurende de weinige dagen, dat er ij3 was,
zijn er reeds negen personen, volwassenen en
kinderen, hier te lande verdronken.
In de gemeente Hoofdplaat (Zeel.) hebben
de leden van den Raad sinds eenigen tijd het
werk gestaakt. Welke gevolgen dit voor den
loop der zaken heeft, is op te maken uit hetgeen
daaromtrent aan de Midd. Ct. wordt geschre ven
„Onder zeer ongunstige omstandigheden wordt
de werkstaking der Raadsleden voor onze gemeen
te voortgezet bij den aanvang van dit jaar. Een
ingezetene is overleden zonder onder dokter's
behandeling te zijn geweest. Hij kan niet begra
ven worden; want daartoe is noodig de verklaring
eens geneesheers, en de arts der gemeente
voor één jaar aangèsteld moet opnieuw beëedigd
worden tot lijkschouw, enz. De lijkkist ïs voor-
loopig in het lijkenhuis geplaatst. De vroedvrouw
der gemeente is met 31 December ontheven van
hare taak, overeenkomstig de voorwaarden bij
hare benoeming. Kaai- ën zakgelden zijn weder
om niet meer invorderbaar; de inning verviel
met dien datum.
„Intusschen is er in 1889 door de ingezetenen
geen hoofdelijke omslag betaaldHet kohier werd
niet eens opgemaakt. Hoe het evenwel met den
flnancieelen toestand thans geschapen staat, is
niet moeielijk te begrijpen. Wat evenwel nog
erger is, een klein deel der bevolking is volstrekt
niet ingenomen met de handelwijze der vroede
mannen,, en toch reikt de invloed van de heer-
schende partij zoover, dat de minderheid niet dan
bedektelyk of „onder ons" hare afkeuring durft
uiten."
Een dokter werd in een woning geroepen
bij een stervende hoer des huizes. De geneesheer
onderzocht den lyder en sprak toon tot diens vrouw
„Hij is dood Arme man
Tot verbazing van alle aanwezigen richtte de
doodgewaande zich plotseling op en zei„waar
achtig niet
„Stil" voegde zijn vrouw hém toe. „de dokter
zal het toch wel het beste weten.!"
- Volgene de „New-York Herald" heeft de
Amerikaansche regeering besloten, de landver
huizing-commissie van den Staat Nieuw-York op
te heffen wegens gebleken knoeierijen. De Ame
rikaansche regeering zoude nu zelve het toezicht
over de immigratie regelen en onder door haar
benoemde commissarissen stellen.
- Op 78-jarigen leeftijd is Dinsdagnamiddag
bij halfvijf de gemalin van keizer Wilhelm I te
Berlijn overleden. Keizerin Augusta, dochter van
groothertog Karei Frederik van Saksen-Weimar
en de Russische grootvorstin Maria Paulowna,
trad den 11 den Juni 1829 met den toen maligen
prins Wilhelm van Pruisen in het huwelyk. Zij
was de zuster van den tegen woordigen groot
hertog, die gehuwd is met prinses Sophia dei
Nederlanden. Reeds toen keizer Wilhelm in 1888
overleed, was de keizerin zeer lijdend. Sedert
jaren miste zij het vrije gebruik har er ledematen
maar toch vervulde de keizerin nog tot het laatste
met de grootste zorgvuldigheid de plichten, welke
op haar als gemalin van den Duitschen keizer
rustten. Keizerin Augusta heeft dan ook reeds
sedert jaren zeer teruggetrokken geleefd, tenge
volge van dien gezondheidstoestand, en hoewel
herhaaldelijk den dood nabij, is zij telkens door
onmiddelijke en gelukkige operaties in het leven
gehouden.
- Iemand, die onbekend wenscht te blijven,
heeft f 1,200,000 ter hand gesteld aan do diri-
geerende geneesheeren van „St.-Bartholomeua
hospitaal" te Londen, om daarvoor een tehuis
op te richten en te onderhouden voor herstellenden,
die uit de Londensche gasthuizen ontslagen zijn!
Wijlen de heer Atkinson Morley liet, een jaar
of wat geleden, eene gelijke som voor gelijk doel
na aan het „St.-George-hospitaal" te Londen.
De edele onbekende, die nu zulk eene vorste
lijke bijdrage schonk, had ineens al de Londen
sche gasthuizen willen helpen en getracht, acht
personen te vinden, die ieder f 600,000 wilden
geven. Toen dit niet gelukte, gaf hij het voor
beeld, door alléén dan maar het dubbele dier
som af te staan.
- De „Nationale Zeitung," sprekende van het
bekende geschrift van den Nederlandschen gewezen
officier Tindal, zegt: Onze naburen in Holland
winden zich weer geheel noodeloos op. Gelijk
steeds heet het: „Duitschland staat voor de poort",
en dit beneemt onze gindschen vrienden den slaap,
hoewel Duitschlands vriendschappelijke en loyale
houding dergelijke dwaze bekommering onmoge
lijk moest maken.
- Bij het gebrek aan ambtenaren ten gevolge
van den algemeenen ziektetoestand is men bij
de posterij te Berlijn op de gedachte gekomen
een automaat in dienst te nemen die briefkaarten
en postzegels verkoopt nadat men een geldstukje
in de gleuf heeft doen glijden. Die automaat
werkt zonder ophouden door en behoeft niet eens
salaris te ontvangen.
- In geheel Groot-Brittanië heeft het geducht
gestormd. Het hevigst was de wind in Ierland,
zoodat het aantal ongevallen daar ook het grootst
is. In Killarney werden twee boerinnen, die
naar de markt reden, door een boom, welke op
haar karretje viel, verpletterd. Op vele plaatsen
ging de storm, welke uit het zuiden woei, gepaard
met regen, hagel en onweer. Groote schade is
overal toegebracht aan huizen en gebouwen en
ook leed de scheepvaart bij de kusten groot
nadeel.
- Het stoffelijk overschot van de 26 jongens,
die bij den brand te Londen het leven verloren,
is op het kerkhof van West Ham ter aarde
besteld. Een talrijke menigte, grootendeels
bewoners van Whitechapel, woonde de droeve
plechtigheid bij.
- Bijzondere hevige sneeuwstormen hebben
langs de geheele westkust van Noord-Amerika
gewoed en het is er in jaren niet zoo koud
geweest. In de Sierra Nevada lag de snéeuw
tusschen de 12 en 16 voet hoog, zoodat het
spoorwegverkeer gestremd werd.
- De stoomboot „Roslin Castle", te Plymouth
uit Kaapstad aangekomen, brengt berichten over
een verschrikkelijke ramp, die de bark „Britsh
Monarch" van Liverpool heeft getroffen.
De „British Monarch" vertrok uit Hamburg naar
3 V1-6'e0n bestaande uit 610 ton dynamiet
in 200 kisten, 8000 kisten jenever en een grooten
voorraad Zweedsche lucifers. Deze lucifers waren
echter niet zoo zorgvuldig ingepakt, als de gevaarlijke
waar wel noodig maakte Wat daarvan ook de
reden moge geweest zfln, er onstond een ontploffing
en den 29sten Nov. vloog de „British Monarch" in
de lucht. Het schip was gebouwd in 1865 en had
een inhoud van 1262 ton.
De „Roslin Castle" brengt mede den kapitein van
iet schip, William Morrow, twee passagiers, den kok
en den hofmeester. Deze verklaarden, dat de jenever
efrsifc was geladen, benevens 150 kisten andere
alcoholsoorten, de lucifers en 400 piano's- Daarboven
kwam het dynamiet in 200 kisten.
Den 29sten Nov. rook een der matrozen 's middags
brandlucht, maar niemand kon iets ontdekken. Er
woei een flinke Z.Z.W. wind en de kapitein over
legde met de officieren, of het niet raadzaam zou
wezen zeil te minderen. Terwijl z\J daarmee bezig
waren, kwam de stuurman zeggen, dat er rook te
zien was. Met een veiligheidslamp daalden kapitein
en de eerste officier naar het vooronder, maar toen
konden zy nog niets vinden en ook de rook verdween
weer.
Toen de kapitein weer boven kwam, zag men dikke
rookwolken opstijgen naast den grooten mast, waar-
onder een gedeelte van de lucifers lag. Qnmiddelilk
beproefde men nu de dynamiet te bereiken en deze
over boord te werpen. De rook verhinderde dit