HOLLAND-AMERIKA. Aieritasclie KAAP- LIJNKOEKEN, gemerkt CLAAS HONIG ZOON. Te Huur: Een Woon- en Winkelhuis prijs;' Verkrijgbaar Feuilleton. publiek verhuren en Woonhuis Lijn: Noor tl-Amerika, LijnZuid-Amerika, „EERSTEN {Verguld Zilveren en Zilveren Medailles-) De Geheimzinnige Het Bestuur van het Waterschap cle 30 Gemeenschappelijke polders op Texelzal op DONDERDAG 30 JANUARI 1890, 's morgens 11 uur, in het logement „DE ZWAAN" aan den Burg 1. De Zee- en Kaclijken, Bermen, Kaden Weg-en. 2. Het ophalen en lossen van Wier aan Zuiderzeedijk. 3. Het zetten van Fuiken aan de Zuiderzee dijk en in de dijksloot tusschen liet öude- sehild en Nieuweschild. 4. Het eijeren zoeken in den polder liet Noorden. Alles voor 3 jaren. en de in de Weverstraat aan DEN BURG. Thans bewoond door do Wed. A. Langeveld en de Wed. Huisman. Te bevragen bij ARIE DE WAARD te Oudescliild. Door een inkoop van een groote partij BEDVEEREN, ben ik in staat gesteld te leveren een groot zwaar gevuld bed, peluw en twee kussens, puike linnen tijken, voor de onge loofelijken prijs van f 35.00. Niettegenstaande de stijging der WOLLEN ARTIKELEN verkoop ik alle artikelen nog zonder prijsverhooging en geef a contant boven dien 5% korting, profiteer dus van de gelegen heid, ieder kan hiermede zijn voordeel doen Bij Pk. VLESSING, Waalderstraat. N A s »f verkrijgbaar METS, Steenenplaats. elke week naar NEW-YORK. elke maand naar MONTEVIDEO en BUENOS-AYRES. Men vervoege zich aan de Kantoren der A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam, en hij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLSIUS, Oisterwvjk. werden op de groote BEKROOND met den Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuidlaren beide Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. KOOG a/(L ZAAN. bij C. R. KEIJSER op de Ruitersplaats. J. EE LM AN Az. aan den Burg'. Het Vrij naar 't Franscli door A. B 34. Deel II Hoofdstuk V. De boringen. Drie dagen zijn er verloopen na het feest. ■werk in de mijn is -weer in vollen gang. Leonard en Yan Holst bevinden zich samen in de mijn op de plaats waar de Royale plotseling is geëindigd. De aanblik daarvan schijnt op beiden een zeer ver schillenden indruk te maken. Leonard blijft treurig en nadenkend voor zich staren, terwijl Van Holst één verwondering en verrukking is. O, ziet eens, welk een dikte, wel meer dan 2 meter. Wel mocht men die de Royale noemen en dan le kwaliteit kolen O, geen wonder, dat mijn vader er rijk door geworden is Maar zulk een schat kan niet voor altijd voor ons verloren zijn, wij zullen haar terugvinden, is het niet Wij zullen haar terugvinden Leonard zweeg. - Waar denkt gij toch aan, vroeg Yan Holst verwonderd, zonder twijfel herinneit gij u, dat gij juist op deze plaats uw leven hebt gewaagd voor mijne dochter - Ik denk, mijnheer, hernam Leonard, met een diepe zucht, dat het beter ware geweest; als ikhier maar was gestorven Daar Van Holst hem echter met open mond aan staarde, vervolgde hij op onverschilligen toon Vergeef mij I Ik was afgetrokken Het wordt nu eens tijd naar de hoorders te zien, hoewel ik niet veel verwacht van de onderzoekingen in die richting. Zij begaven zich naar de naburige gang, waar men duidelijk het geluid van in werking zijnde machines opmerkte. - Dus, zei Van Holst, gij gelooft niet dat het werk op deze wijze iets zal geven? - Ik durf zeggen het zeker te w e t e n, Men boort nu in horizontale richting en de Royale moet zich of boven of onder ons bevinden, maar niet op gelijke hoogte. Een Engelsch ingenieur heeft eens een verdwenen ader meer dan 100 voeten boven de plaats waar zij verdwenen was, gevonden. - Gij raadt dus, naar boven of beneden te boren dat zou zeer lang duren en zeer kostbaar zijn. - Met uw verlof, mijnheer ik zou een eenvoudiger en zekerder weg inslaan. Ik zou in de luchtver- verschingsgang dezelfde aardlagen opzoeken, welke aan de Royale tot dak en vloer strekken en dan een gang graven van het einde der Royale naar die plek en ongetwijfeld zal zich daar de Royale bevinden. - Wel, heeft men ooit zoo iets meer gehoord, te wilien raden waar iets is, dat men nog nooit gezien heeft Maar die onderzoekingen in de luchtververschingsgang zijn vrij moeielijk, omdat die geheel met houtwerk betimmerd is. - O, slechts hier en daar een plank losmaken is voldoende. - Och wat, gjj rekent te veel op uw schoolkennis, laten wij liever eens naar de hoorders zien. Weldra bevonden zij zich aan het einde der gang bij vier werklieden, waarvan twee ons bekend zyn nl. Grand Leopold en Antoine, beiden boormeesters en beiden thans met ijver zich kwijtende van de hun opgedragen last. - Hoe diep is de boor al vroeg Van Holst. Twaalf voet ongeveer, antwoordde Grand Leopold. En hebt gij reeds een nieuwe aardlaag ondekt, vroeg Leonard op zijn beurt belangstellend. Ik geloof het wel, want de weerstand is sedert eenigen tijd minder groot Ik verbeeld mij, dat de steenkool niet ver meer kan zijn, Dat is onmogelijk, zeide Leonard de grond bekijkende welke met de boor uit het gat was ge. haald. Die aarde wijst in de verste verte niet de nabijheid van steenkool aan Wat zegt gij er van Antoine Gy hebt gelijk, de steenkool moet nog ver zijn En ik zeg, hernam Grand Leopold, dat wij op steenkool stuiten Ik stel geen vertrouwen in die schoolkennis, maar mijnheer de directeur, die de boringen in deze richting heeft bevolen moet zich zelf maar overtuigen! Zeer goed, laat ons dadelijk maar zien wie gelijk of ongelijk heeft Kom, haal de boor er maar eens uit. Grand Leopold haastte zich daaraan te voldoen. Een helsche glimlach speelde om zy'ne lippen. Onder de stof, welke men aan het einde der boor vond, zag men werkelijk ook eenige glinsterende stukjes steenkool. Victoria, riep Van Holst, dat is de Royale Ik neem u allen als getuigen, dat de eer der ont dekking mij alleen toekomt. In tegenspraak met Leonards raad, heb ik in deze richting laten boren. Ik heb de Royale teruggevonden. De twee arbeiders en Grand Leopold vooral, feliciteerden den patroon hartelijk met die ondekking. Leonard en Antoine echter beschouden nauwkeurig de aardsoort waarin die stukjes steenkool zich bevonden en fluisterden er met elkaar over. Eindelijk zei Leonard zich oprichtende Mijnheer, het spijt mij, uwe vreugde te moeten verstoren, maar alleen door lage bedriegerij kan die" kolenstof in de boor gekomen zyn. O- gij wilt u niet overwonnen geven, hernam Van Holst bitter, maar is dat dan steenkool of niet? Zeker het is steenkool - - - Maar is het dan zonder voorbeeld, dat by ongeluk of uit moedwil een stukje steenkool in de boor komt? Al pratende sloeg hy een doordringende blik op Grand Leopold. Deze kon eenige ongerustheid niet verbergen. Hy herstelde zich echter toen Leonard zei Ik beschuldig niemand - Zulk een bedriegerij heeft dikwijls in de myn plaats menig boorder heeft bedriegelyk een stuk steenkool in de boor gebracht, om welke reden dan ook. O, zoo, zei Grand Leopold schijnbaar beleedigd t acht men mij in staat - - - Ik beschuldig niemand, hernam Leonard vast beraden, omdat ik nog geen bewijzen heb. De stukjes steenkool kunnen er wel by toeval ingekomen zijn. pk beweer alleen maar, dat, als er een ader is, het de Royale niet kan zijn, want zij is dan slechts enkele duimen dik- Ja, gij zijt jaloersch, maar als men verder gaat boren, zal men kolen in overvloed vinden. Dat niet mynheer, dan komt er water. Wat, zei Van Holst boos, uw stijfhoofdigheid verdient een lesje - Plaats de boor weer in't gat en werk door. Grand Leopold aarzelde. Waarom zouden wij nog verder gaan, zei hij pruttelend, wij hebben nu immers steenkool? Om die stjjfkop te overtuigen, hernam Van Holst, dus aan het werk. Grand Leopold maakte zich met zichtbaren weerzin gereed om te gehoorzamen, Leonard hield hem terug. Een oogenblik daarna zei hij Ik wil de boor zelf plaatsen- O, zoo, hernam Grand Leopold toornig, ben ik dan geen boormeester ken ik myn beroep soms niet Wel, gy ondekt zelfs iets dat niet bestaat, wacht maar even. Hy maakte de boor zuiver schoon en duwde haar toen vrij diep in 't gat en zei Ga nu maar verder. Elk bedrog was nu Grand Leopold afgesloten, zoowel Van Holst als Leonard waren thans vol belangstelling voor het werk. De laatste luisterde met aandacht naar het geluid, dat de boor maakte Na eenige oogenblikken speelde er een glimlach om zijne lippen en fluisterde hy Antoine iets in, welke dadelijk een klein voorwerp uit een donkere hoek haalde. Het geluid veranderde geheel. De boor drong thans met gemak door en scheen geen de minste weerstand te ondervinden, terwijl binnen in de rots geborrel gehoord werd. Daar is het water al, zei Leonard, haal terug. Wordt vervolgd.) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Textl éi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 4