N. 241. Donderdag 23 Januari A0. 1890. Nieuws- en Advertentieblad. OFFICIEEL GEDEELTE. Binnenland. LANDBOUW. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burs 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. Prijs der Advertentièn Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOU, ParkstraatBurg op Texel. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER der gemeente TEXFL gelet 'op art. 41 der Gemeentewet, brengt, naar aanleiding daarvan, ter kennisse van de ingezetenen, dat de vergadering van den Raad door hem is belegd tegen Vrijdag den 24 Januari 1890, des voormiddags te 11 ure, in de daarvoor bestemde zaal ten Raadhuize dezer gemeente. Texel den 21 Januari 1890. De Burgemeester voornoemd, C. M. KOOIJ. Wij veroorloven ons de vrijheid over te nemen het volgende niet onbelangrijke artikel van de hand des heeren G. Dros te Kudel- staart, voorkomende in het L. D., Met de maat waarmede gij meetenz. 't Is een oud gezegde, waarvan we de eerste helft als opschrift voor onze beschouwing kozen, maar desniettemin handhaaft het nog, in 't algemeen, zijn beteekenis Laten we, om ons daarvan te overtuigen, eenige oogen- blikken stilstaan bij de verzorging, die som wijlen (of vaak?) ons vee geniet. Zoolang het in de weide rondloopt, stelt het zelf zijn rantsoen vast, nl. als het er is. Geen wonder dan ook, dat het melkvee in den weidetijd zelden reden tot klagen geeft. Maar niet zoo dra betrekken de koeien hare winterkwartie ren, of de bordjes wor Jen verhangenZe moeten nu afwachten wat ze krijgen en zijn geheel afhankelijk van haren eigenaaar. Niet zelden stelt een veehouder meer zijne eer in veel, dan in alleszins deugdzaam vee en dat is waarlijk te betreuren, omdat het eene onomstootbare waarheid is, dat één koe, die het in alle opzichten goed heeft, meer voordeel geeft dan twee, die het maar zoo-zoo hebben. Kracht, vleesch, melk, wol: ze moeten alleen uit het voedsel komen: hoe beter dat dus is, hoe zekerder zal ook het gewin zijn. Is een goede voeding niet de eerste voor waarde voor ons bestaan? Schenkt ze geen levenslust, energie, een goeden wil en wat dies meer zij? En vloeien uit een armelijk bestaan niet voort zwakte, traagheid en levens moeheid Ook bij onze landbouwdieren heeft de voe ding de eerste stem in het kapittel. Als ze geven zullen, moeten ze van ons eerst ontvangen en met de maat waarmede wij meten, zullen zij terugmeten. Een dierlijk lichaam is als eene machine. Wordt deze goed gestookt, dan doet ze haar werk ook naar wensch; wordt het dierlijk lichaam goed gestookt, d. i. wordt het dier goed gevoed, dan zal het ons over het algemeen in zijne diensten niet teleurstellen. Laten we ons vee evenwel fatsoenlijk armoe-lijden of geven we het wel veel, maar toch weinig voedenden kost, dan brengt het noodwendig weinig op. Armoede leidt dus tot armoede. Veel voeren, kost dubbeltjes, maar weinig voeren, kwartjes. Als ge naar de gesteldheid uwer melk gingt oordeelen, zou het kunnen gebeuren, dat het schadelijke van een kommerlijk bestaan er bij u niet zoo grif in wilde, want beesten, die het slecht hebben, geven doorgaaus vette melk. Maar laten we ons niet doen verblin den! De verbazende hoeveelheid vet, die in het bedoelde geval aanwezig is, komt niet uit het voedsel, maar uit het lichaam: 't Is het vet uit de weefsels. Wilt ge 't verschijnsel te vooischijn roepen, laat dan een uwer koeien maar eens een paar dagen vasten en melk haar evengoed. Ge zult dan eens zien, wat een room ge op de melk krijgt. Heeft het uwe aandacht wel eens getrokken, dat, tijdens eene koe aan tongblaar lijdt, haar melk zeer vet is Is dat verschijnsel nu een verblijdend teeken We hebben de verzuchting wel eens ge hoord: „Als het beest meer melk gaf, kreeg het wel een koek!" Maar is dat nu redenee ren? De woorden in dien zin staan niet goed ze moeten aldus geplaatst worden: Als het beest een koek kreeg, gaf het wel meer melk. Ziet ge, precies dezelfde woordjes, maar anders gerangschikt. Nu is 't goed Hollandsch, maar die aangehaalde verzuchting? Wel neen, 't was onzin. Zóó redeneert een flinke boer niet. Maar het voeren kost geld. Juist! En daar heb je nu de wonde plek. Als de voedings middelen om niet waren te bekomen, dan zouden de zaken op stal beter gaan. En toch is en blijft goed voeren de eenige voorwaarde om winst met het vee te behalen. En hoe zou het met de qualiteit van den mest van slecht onderhouden vee gesteld zijn? Slecht en nog eens slecht! Ge kunt het ge rust gelooven; trouwens, uw verstand zegt het al. Mest is ook eens voer geweest en als dat laatste nu te wenschen overlaat, hoe kan de eerste dan goed zijn! Of is mest, mest? 't Lijkt er niet naar! De uitwerpselen van een mestos zijn beter dan van eene goed onderhouden koe, en oneindig veel meer waard, dan de mest van een rund, dat een slecht kwartier heeft gehad. Ergo: die de zuinigheid op stal betracht, brengt eerstens weinig en tweedens slechten mest naar het veld. Maak nu de rekening maar op. Het land ontvangt te kort mest en bovendien is deze niet veel waard. Zouden de bewijzen daarvan niet spoedig voor den dag komen? Wel zeker, het koren groeit op den schralen akker ook, maar of het er zoo goed op staat als het gewas op een vruchtbaren grond? Wat dunkt u? Het staat ijl en mist de kracht om flink uit te stoelen, dat is: om breed uit te groeien en daardoor veel stengels te maken. En nu de oogst? Een enorm verschil, nietwaar? Dat kan toch niet van 't weer komen, want de zon gaat op over boozen en goeden en het regent over rechtvaardigen en onrechtvaardi- gen 't Is de gesteldheid des akkers, die hiel den doorslag geeft. En waar het koren slecht staat, behoeft men ook niet op veel stroo te rekenen. Dat is jammer, want stroo is een artikel, dat een boer zoo best kan gebruiken. Niet om te verkoopen, maar in zijn stal, om later weer, verrijkt met de uitwerpselen der dieren, terug te keer en naar de plaats van waar het kwam: naar het bouwland. Waar dus de voeding van het vee slecht is, daar is alles slecht: het vee, zijne voort brengselen, zijn mest enhet land, met wat het opbrengt. Dat komt omdat in de bouwerij alles met elkaar in het nauwste verband en tot elkaar als oorzaak en gevolg staat. Armoede verwekt armoede. Op een slechten stal moet het vee ontaarden, d. i. zijne deugdzaamheid verminderen. Winst ligt alleen in best vee en involdoend voer. Onderhoudsvoer richt een boer ten gronde, voortbrengingsvoer houdt hem staande, zelfs te midden van drukkende tijden* Als de omstandigheden niet meeloopen, wie kan het helpenmaar ze nog te verergeren, zie, dat is eene gewetenszaak. Als ge koud zijt en be hoefte gevoelt om u te warmen, ga dan niet zitten bij eene koude kachel, want heusch, zij zal u niet verkwikken. Maar als ge boer zijt en ge wilt naar stoffelijken vooruitgang streven, zoek dan geen heul bij middelmatig vee en schrale voedering, want beide begraven u finantieel. TEXEL, 22 Januari 1890. De Bevolking te Texel was op 31 December 1888 2914 Mann. en 2914 Vrouw, totaal 5828 en vermeerderde in 1889 door geboorte met 79 M. 72 V. totaal 151 waaronder 2 tweelinggeboorten, door ingekomen in de gemeente met 55 M., 81 V. totaal 136 287 en verminderde in 1889 door overlijden met 35 M* 42 V. totaal 77 Levenloos aangegeven 2 V. door vertrek uit de gemeente met 84 M. 101 V. totaal 185 262 De bevolking vermeerderde dus in 1889 met 25 Totaal der Bevolking op 31 Dec. 1889 5853 Er werden 51 huwelijken gesloten, als: 43 tusschen Jongmans enJongedochters. 1 Weduwe. 4 Weduwnaars en Jongedochters. jï 1 Weduwe. 1 huwelijk werd aangegaan tusschen 1 jong man en jongedochter met vergunning van de rechtbank [art. 550 Burg. Wetboek.] Het getal ingeschrevenen voor de Nat. Mil. lichting 1891, bedraagt voor deze gem. 65 personen. De loting voor de lichting 1890 zal voor deze gemeente plaats hebben, den 21 Februari aan den Helder des voormiddags 10 uur. Getal lotelingen 1890 bedraagt 67. TEXELSCHE COURANT, 11

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 1