Buitenland. Gemeenteraad te Texel. In de Afdeelingen der Eerste Kamer over de Staatsbegrooting is aangedrongen op het toe kennen eener vergoeding aan preventief gevan genen, wier onschuld is gebleken. Voorts wilde men den schijn vermeden zien van aanmoediging tot drankwetbekeuringen. Verscheidene leden wenschten zeer uitbreiding van Rijkspolitie, geene bezuiniging op de Rij ka veld wachtanderen gaven de voorkeur aan vermindering van de marechaus see. Aanbevolen werd den arbeid in de gevangenissen zoo min mogelijk in concurrentie te doen treden met de binnenlandsche nijverheid. Gevraagd werd of de belooning der gevangenbe waarders wel voldoende was en of de positie der bewaarders, die uit Leiden zijn verplaatst, niet nadeeliger is geworden. Een aantal leden zag geene reden tot verwerping van de Marine-be grooting, al betreurden zij het, dat de minister zoo spoedig zijne plannen prijsgaf. Betreffende Oorlog zal men de defensie-voorstellen afwachten. Aan den minister van Waterstaat werd lof toegezwaaid voor zijn beleid en belangstelling in zake landbouw en nijverheid. Bij het onderzoek der verdere hoofdstukken waren onderscheidene leden niet ingenomen met de werkzaamheid der ministers. Vooral die van financien schoot te kort in de verwachtingen en ook in de beloften, door hem gegeven. Anderen leden verdedigden het Kabinet. Zij achtten de bezwaren van werkeloosheid ongegrond. Sterk werd aangedrongen op betere regeling der ver houding van rijks- en gemeentefinancien. Indien de Regeering niet tot definitieve regeling van het kiesrecht wil overgaan, wenschte men zekerheid, dat men op het laatste oogenblik voor de ver kiezingen in 1S91 verrast zou worden met wijzigingen. Bij hoofdstuk B werd de regeilng der tienjarige volkstelling ernstig bestreden. De houding van den minister van koloniën, vooral in de Atjehzaak, werd door onderscheidene leden afgekeurd. De meeste leden bleven over de algemeene politiek van dezen minister ongerust. In zake het conflict in Suriname vroeg men of de minister het standpunt van den gouverneur tegenover de koloniale staten deelt. Men schrijft uit Londen aan het N. v. d. D. Natuurlijk nemen de vooruitzichten voor de wederopening van den vrijen veehandel tusschen Nederland en Engeland met den dag toe. Ieder een, die met de omstandigheden bekend is, weet ook dat, naarmate het mond- en klauwzeer in Duitschland verder van de Nederlandsche grenzen wykt, het voorwendsel, krachtens 'twelk Engeland de belemmerende bepalingen tegenover ons hand haaft, verdwijnt, totdat eindelijk het punt bereikt wordt, waarop men gevoegelijk wel niet anders kan doen dan ze intrekken. Dit voorwendsel is nu eenmaal gebruikt, en men mag trachten ons zóólang mogelijk uit te sluiten is eenmaal het „gevaar" ver genoeg geweken, dan hernemen wij opnieuw onze oude rechten. Wat de landbouwers in Groot-Brittanië thans trachten te bereiken, is een geheel verbod van den invoer van alles wat als slachtvee wordt ingevoerd. Men wil de vreemdelingen dwingen niet langer levend vee te zenden. Het onder werp werd in de laatste weken aanhoudend in de Times en in de verschillende Engelsche landbouwbladen besproken, en uit alles blijkt, dat men dezen weg uit wil. In sommige streken van Frieskind nemen boeren tegenwoordig een proef met het voeren van tarwezemelen aan hun melkkoeien. Dit voedsel werkt uitnemend op het melk geven, de koeien geven meer en beter melk. Volgens veeartsen komen in Friesland onder hst rundvee gevallen van influenza voor. Het bekende adres van hotelhouders ter zake van de belastingen is, bekrachtigd door 234 handteekeningen aan de Tweede Kamer verzonden. Men schrijft uit Friesland: Met het oog op de toenemende duurte der steenkolen en gascoaks worden in Heerenveen, door den heer Hamelink en anderen, proeven gonomen met de vervaardiging van briquetten uit turf en steenkool. Als deze proeven (gelijk zich aanvankelijk schijnt te laten aanzien) slagen, zal eene brandstof zijn verkregen, die wordt gezegd goedkooper en beter te zijn, dan de gewone steenkolen, terwijl daar mede aan onze tuifveenderijen een nieuw en niet onbelangrijk débouché wordt verzekerd. Kort geleden kwam het onder 's Graven- zande of Naaldwijk voor, dat van een aan den Maasdijk wonend gezin een van de kinderen ziek geworden en, volgens de uitspraak van den „duivelbanner", betooverd of betjoend was. De plechtigheid met den zwarten haan werd door dezen opperpriester der geheime wetenschap in het huisje verricht, en op een gegeven oogen blik moest de tooveruaar of too verheks binnen treden, die dan een warm onthaal bij de aanwezige vrienden en geburen vinden zou on gedwongen worden de betoovering te doen ophouden. Het oogenblik was gekomen, de deur gaat open, en binnen treedt de burgemeester der gemeente, die zijne tournee maakt langs den Maasdijk en bij het duivelbannend gezelschap vuur vraagt voor zijne sigaar of in't voorbijgaan een praatje komt maken. Tableau! Dit plotsling tegenover elkander staan van den drager van het wettig gezag in de moderne maatschappij en de bekrompenheid en domheid der duistere middel eeuwen bracht zelfs de welgezinde duivelbanners van de wijs, en verhinderde hen hunne goede voornemens tegen den betjoender op den burge meester ten uitvoer te leggen. Roet, dat uit open schoorsteenen op tapijten valt, kan, als men het dik met zout bestrooit, zonder het tapijt te schaden, worden weggenomen Het verschuiven der ladders, hetwelk dikwijls oorzaak van ongelukken is, wordt volgens de Bergwerk's BI. verhinderd door onder de platte pooten kleine platen van caoutchouc vast te hechten. Dit eenvoudige middel is voortreffelijk bij de meest verschillende grondlagensteen, ashpalt, cement, glas of ijzer. Bij hout wordt daardoor ook het lastige insteken van ijzeren punten aan de ladders geheel vermeden. De tijd zal komen beweerde een schei kundige dat wij de benoodigde mest voor een bunder grond in ons vestzakje zullen kunnen bergen. „Jawel", antwoordde een landbouwer, maar „dan gaat de geheele oogst ook gemakkelijk in het andere." De Oostenrijksche regeering heeft besloten, maatregelen van voorzorg te nemen tegen de denguekoortswelke uit Zuid-Oostelijk Europa en Azie dreigt, en verschillende der maatregelen voor afzondering en ontsmetting, gesteld bij de andere besmettelijke ziekten, ook hier toe te passen. De minister van Buitenlandsche Zaken der Argentijnsche Republiek heeft aan den commissa ris-generaal voor de landverhuizing naar dat rijk een schrijven gericht, waarin hij zijne aandacht vestigt op de onmenschelijke behandeling, waaraan de landverhuizers aan boord van Duitsche booten worden onderworpen, en hem opgedragen, de directeuren dor stoomvaart maatschappijen aan te schrijven, beter maatregelen te nemen. Voortaan zullen op' kosten dier maatschappijen regeerings inspecteurs aan boord worden aang e- steld. Op den Union-Pacific-Spoorweg, in Amerika, is het verkeer door hevigen sneeuwval gestromd. Alle mijnbesturen in hot Waldenburger steenkooldistrict in Silezië hebben besloten met 1 Juli een werkdag van acht uren in te voeren. In- en uitgaan van de mijn zijn hieronder niet begrepen. Met hot oog op de ioopende overeen komsten tot levering van steenkolen was het, zeggen de besturen, onmogelijk de werktijdver mindering vroeger dan 1 Juli in te voeren. Alle reizigers, die op een buitengewone wijs uit het buitenland naar Parijs kwamenper „aapje", te paard, te voet, per rijwiel, of zelfs per kruiwagen, zijn thans overtroffen, getuige het volgende voorval: Omstreeks 10 uur des morgens ontlaadde dezer dagen de beambten van een der stations te Parijs een goederenwagen van den rechtstreekschen trein uit Weenen. Onder de kisten en koffers was er een, die blykens het opschrift een houten meubel moest bevatten. Eensklaps zagen de mannen de kist bewegen. Het deksel werd behoedzaam opgetild, en men bemerkte een man, volkomen welvarend, maar alleen een beetje verlegen. In de grootste verbazing snelden allen naar de kist, en het bleek toen, dat de vreemde reizi ger iemand was, die tegen de reiskosten had opgezien, en zich daarom op deze wijze en zonder de hulp van een Maria van Reigersberg had doen vervoeren. Hij had zijn kist van binnen van stroo en zichzelven van den noodigen mondvoor raad en een paar flesschen bier voorzien, had een denkbeeldig adres en den vrachtbrief ingevuld en hoopte, dat men de kist, daar de vracht niet betaald was, in de goederenloods zou laten staan, vanwaar hij had kunnen ontsnappen. f! Het plan was dus goed bedacht, maar de reis eindigde ongelukkig vermoedelijk met een flinke boete. De veelbesproken Oostenrijker, die zich in oene kist van Weenen naar Parijs deed zenden, Herman Zeitung genaamd, is voorloopig op vrije voeten gesteld, daar een dagblad de vracht (ruim 50 fr.) voor hem betaald heeft. Hij zal echter wegens inbreuk op de spoorweg-reglementen en landlooperij worden vervolgd. Een zonderling proces is te Reval aanhangig. Een zekere V. had aan den heer G. eene schuur verhuurd tot het bergen van koorn. Nadat er eenige jaren steeds graan bewaard was, ging G. de schuur gebruiken om er vlas te bergen. De huisbaas achtte zich daarom gerechtigd een eiscli van 3000 roebels schadevergoeding tegen zijn huurder in te stellen. Als reden daarvoor gaf hij op, dat de ratten, die, nu er geen graan meer in de schuur was, niets te eten hadden op de grutterswaren, die hij op een aangrenzenden zolder bewaarde en daar groote schade hadden aangericht. Men is zeer benieuwd hoe dit ratten proces zal afloopen. Vergadering Vrijdag 24 Jan. 's morgens 11 uur. Voorzitter de heer C. M. Kooy, burgemeester. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de heer Brouwer, met kennisgeving. De Voorzitter opent de vergadering, herinnert dat deze vergadering de eerste is in het Nieuwejaar, wensclit de leden veel zegen en voorspoed toe in maatschappelijken en huiselyken kring en roept aller medewerking in bij de beraadslagingen, welke zullen voorkomen, opdat deze de gemeente ten goede mogen komen en moge leiden tot groote schreden op den weg van vooruitgang. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Vervolgens doet de Voorz. mededeeling van inge komen Prov. bladen en circulaires goedkeuring Ged. Staten, raadsbesluit tfjdelyke geldleening; mededeeling dat Dirk Bruin a/d Waal. benoemd is tot gemeente-veldwachter aldaar. Voor kennisgeving aangenomen. Adres van den heer Terlett, verzoekende eene gestrenge handhaving der pol. verord., in zake het losloopen van honden, aangezien meermalen over tredingen van die verordening voorkomen en hfj in het vorig jaar wegens het losloopen van zyn hond werd bekeurd. Hy wenscht dat maatregelen worden genomen, opdat geene partijdigheid plaats hebbe. Dit adres wordt, aangezien het niet by den Raad, doch meer by de politie tehuis behoort, voor kennis geving aangenomen. Request van G. Kufjper Pz. en M. Vlaming Jz. te Oosterend op Texel, verzoekende dat het verbod hen aangezegd namens den Burgemeester van Texel, om in hunne schuit in de haven geen garnalen te mogen koken, worde ingetrokken. De Voorz. zegt dit verbod te hebben gedaan ter voorkoming van brandgevaar, hetwelk in de haven een zeer noodlottigen afloop zoude kunnen hebben. De heer Koning geeft eenige toelichting op het verzoek ran adressantenvolgens hem is de bedoeling van adress. om daartoe voor Zaterdagavond vergun ning te hebben. De gevangen garnalen worden door hen doorloopend gekookt in hun vaartuig in de haven van Nieuwediep, alleen des Zaterdags niet en wanneer nu het verbod wordt gehandhaafd, dan zien zy zich gedwongen hunne vangst van Zaterdag over boord te gooien. Volgens spr. is dit verbod wel wat strjjdig met de bescherming van handel en ny verheid; het te duchten brandgevaar acht spr. niet zoo groot. De heer Mets acht ook het brandgevaar niet grooter dan het koken van harpuis en pik aan boord der schuitenhjj zou als de haven is vergroot gaarne eene plaats aangewezen zien, waar het garnalen koken in de schuiten konde plaats hebben- De heer F. Keyser is tegen intrekking van het verbod; volgens hem behoort deze werkzaamheid tot de rubriek vallende onder inrichtingen, die gevaar schade of hinder kunnen veroorzaken, en die dus als zoodanig behandeld moeten worden. By stemming wordt het verbod met 7 tegen 4 stemmen gehandhaafd; tegen stemden de heeren: Koorn, C. Kefjser Pz., Koning en W. K. Bakker; de heer Mets hield zich buiten stemming. De Voorz. doet alsnog mededeeling dat mej.Ponger de benoeming van regentes over het Alg. weeshuis heeft aangenomen, evenzoo de heeren de Graaf en Blom als leden van het Burg. Armbestuur en de heer D. Bakker als Comm. over de Bank van Leening. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorz. vraagt alsnog machtiging om aan M. Kikkert, die als onderwyzer de plaats van den heer Frederiks tydelyk vervult, eene toelage van f 8 's weeks te verstrekken. Wordt goedgekeurd. Daarna stelt de Voorz. aan de orde de behandeling der rekwesten in zake de schoolkwestie in Eierland. Zie onder de berichten.) Door den heer W. K. Bakker wordt namens de comm. tot onderzoek rapport uitgebracht en op ver schillende gronden geadviseerd tot intrekking van het desbetreffende raadsbesluit. De heer C. Keyser Pz., lid van genoemde comm., verklaart zich tegen het uitgebracht advies en wenscht handhaving van het genomen raadsbesluit,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 2