G. J. 0. D. DIKKERS, zal, op Woensdag 29 Januari 1890, HOLLAND-AMERIKA. MerMsch- tes® Stoomvaart- Amerikaansclie laatscliappii. Feuilleton. RAAP- LIJNKOEKEN, gemerkt publiek verkoopen: publiek verhuren: Lijn: Noord-Amerika, LijnZuid-Amerika, De Geheimzinnig e. „EERSTEN PRIJS," Verguld Zilveren en Zilveren Medailles.) KOOG a/d, ZAAN. GLAAS HONlG ZOON. Notaris te Texel, des avonds 7 ure, in het lokaal Belleme aan DE WAAL OP TEXEL - 07 40 Huis, Erf en Boet aan de WAAL - 58 10 Weiland, genaamd Achterhuis. 1 78 90 Hooiland, Dorrekoog. - 98 50 Weiland, Hooge Zuidgeest. 158 - Lage Zuidgeest. - 80 60 u Voorste Fatleg. - 86 - u Raphoekje. 1 55 - u Kaaikoog. 1 20 - u Aukes Langwaal. 1 02 90 Hooiland, Matjes. Alles gelegen in polder DE WAAL op Texel. Beboorende tot de nalatenschap van Mejuffrouw G. KUIPER, Weduwe van den Heer Jb. ROEPER. Het Bestuur van het Waterschap de 30 Gemeenschappelijke polders op Texelzal op DONDERDAG 30 JANUARI 1890, 's morgens 11 uur, in het logement „DE ZWAAN" aan den Burg 1. De Zee- en Kadijken, Bermen, Kaden en Wegen. 2. Het ophalen en lossen van Wier aan de Zuiderzeedijk. 3. Het zetten van Fuiken aan de Zuiderzee dijk en in de dijksloot tusschen het Oude- sehild en Nieuweschild. 4. Het eijeren zoeken in den polder het Noorden. Alles voor 3 jaren, zullende geen combina tiën worden gedaan. Inlichtingen zijn te bekomen bij Jb. HILLEN1US te Oudeschild. elke week naar NEW-YORK. elke maand naar MONTEVIDEO en BUENOS-AYRES. Men vervoege zich aan de Kantoren der N. A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam, en bij de Agenten, of bij Inspecteur J. E. KROES, Groningen. E. BOLSIUS, Oisterwijk. Vrij naar 't Fransch door A. B. 38. Deel II Hoofdstuk VI. Ophelderingen. Waarlyk, hernam hy en waar? In de put der ladders, zooals ik voorspeld had. Zonder twijfel op dezelfde hoogte als de oude. Neen mynheer, een dertig meters hooger en daar zocht men vroeger nooit. Door maar op de nieuwerwetsche manier te werken en Goed, goed, gy begint weer met uw aardkunde welke ik verafschuw Nu, gy zyt dus geslaagd en dat is belangrijk Welke middelen hebt gjj gebruikt Zeer eenvoudig dit, volgens afspraak heb ik eenige planken weg laten nemen in de put der ladders. Het onderzoek der aardlagen heeft mi) toen de plaats der „Royale" geleerd. Zjj is daar dus wel goed zichtbaar. Integendeel zeer weinig, men vindt er ternauwer nood een dun adertje steenkool. Kom, gij drijft de spot met mjj. Zoo'n dun adertje zou de voortzetting zijn der „Royale", die minstens 2 meter dik was. Dwalen is in deze onmogelijk, mijnheer, indien men gaat boren of een gang graaft, zal men zien dat de ader even rijk is aan kolen als de oude. Leonard sprak op zeer ernstigen toonjongelieden twijfelen aan niets. Als de werkelijkheid nu maar uw prachtige voor spelling bewaarheid, zei Van Holst. Wat, riep Emma vol vuur uitontvangt u zoo de aankondiging van zoo'n groot voorval. Bedankt u Leonard zoo voor zijn succes in deze moeielijke onderneming? Is de „Royale" voor u en ook voor uw compagnon dan geen waar fortuin? Vreest u dan niet, dat Leonard u, omdat gij u zoo onverschillig in deze betoont, met recht van ondank baarheid zal kunnen beschuldigen Ik voor mij weet niet wat ik het meest bewonderen moet, zijn buitengewone kennis, dan wel het vreemde toeval, dat hem overal een direct of indirect aandeel geeft in al wat ons gelukkigs overkomt I Zij sloeg de oogen vrjj op naar Leonard. Hare oogen, blinkende van bewondering, waren vochtig. Dank, mejuffrouw, stamelde Leonard zacht, welk eene schoone belooning! Van Holst, welke eerst een weinig bedremmeld was door de woorden zijner dochter, herstelde zich weldra en zei lachende: Zoo, dus wordt ik nu al overtuigd van de zwartste ondankbaarheid, omdat ik mij veroorloof aan een bijna ongeloofelijk wonder te gelooven zonder bewijzen Maar reken daarop Leonard, vervolgde hij zich tot Leonard wendende, dat ik niet zoo onverschillig ben, als mijne dochter zich dat wol verbeeldt. De belooning welke ik u heb toegezegd,, zal niet in gebreke blijven; maar bewijs het my op eenvoudiger manier, dan door wonderspreuken of wetenschappelijke uitspraken, waaraan ik niets hecht, dat gij werkelijk de „Royale" gevonden hebt. Als ik haar met eigen oogen heb aanschouwd, dan eerst is het tijd zich te verheugen en u te bedanken en te beloonen naar verdiensten Leonard glimlachte. Welnu, zei hy, sta mij daarom toe, dat ik een gang laat graven om u dat te bewijzen. Goed, gij zjjt te verstandig om my nutteloos op kosten te jagen. Moet die gang lang worden? Eenige meters slechts, dan zal ik u wel kunnen overtuigen. Goed, binnen drie dagen zal ik gaan oordeelen over de uitslag van uw werken, zult gij dan gereed zyn Dat neem ik op my, mijnheer. Goed zoo Leonard, zei Emma met merkbare vreugde en als dan die wijze ingenieur komt, welke weldra hier zal zijn, zal het groote werk, dat hy plan had uit te voeren reeds verricht zyn. Leonard scheen te zoeken naar de verklaring van dit gezegde. Wat, Emma, zei Van Holst, gy verongelykt myn arme compagnon, welke echter my in 't geheel geen onrecht heeft aangedaan. Wel papa, ik geef de gevoelens weer, welke gy zelf voor enkele uren liet blyken. Van Holst dreigde lachend zyne dochter met de vinger. Leonard, vervolgde hy, wanneer gy de gang laat graven zult gy toch zeker wel zorg dragen, dat de wanden der put niet al te zeer verzwakken Ik ken het gevaar, mynheer, er zal niets ver zuimd worden om het te voorkomen. Een gedeelte van het houtwerk moet noodzakelyk vernieuwd worden. Dat is een groote, een zeer groote uitgave Leonard, als gy soms niet al te zeker zyt van uw zaak vraag dan gerust mynheer Bernier, de ingenieur, die kent de myn en wil u gaarne raden. Met uw verlof, mynheer, ik neem alles op my. Ik behoud de eer voor my zelf alles te regelen. Gy laadt een zeer groote verantwoordelykheid op uw schouders en om uw jeugd moest ik misschien Op dat oogenblik kwam een klerk den patroon halen om eenige zaken op het kantoor. Wacht maar even, zei Van Holst tot Leonard ik kom dadelyk terug. Hy vertrok met den klerk en liet Leonard en Emma alleen. Eerst keken zy elkaar zwygend aan. Eindelyk zei Emma zacht en zeer aangedaan Moed Leonard, ik geloof nu vast in 't slagen uwer onderneminig want gjj toont zoowel verstand als bedrevenheid en toewyding voor dit werk. Wat zyt gy goed, mejuffrouw! Gy geeft my de hoop weer, welke ik reeds verloren had. Gy toondet u zoo koud ten myne opzichte voor een paar dagen Gy weet echter waarom ik zoo vurig wensch te slagen en welke kostbare belooning ik zal vragen Leonard, antwoordde Emma zuchtende, gy vergist u deerlyk in myn vader, ik herhaal het u. Hy is in vele gevallen even onbuigzaam als. een yzeren balk. Het gesprek, dat ik zooeven met hem voerde, heeft my bewezen hoever hy nog verwyderd is van zekere ideën - Maar u, mejuffrouw, hernam Leonard met vuur, u, die hy zoo teer bemint, die zooveel invloed op hem heeft, zult gy geen woord ten mynen gunste spreken als dat noodig is? O, als ik kon hopen, dat gy uwe krachten zoudt willen paren aan de myne om uw vader te verteederen, zou ik met ver trouwen de naderende proef afwachten Ach, wat kan ik, hernam Emma terneergeslagen; ik kan my niet verzetten tegen den wil myns vaders en verder zegt myn verstand my, dat het verschil in stand een diepe onoverkomelyke afgrond is Wat er echter gebeure, Leonard, ongevoelig ben ik niet voor uw genegenheid Ik wil wel nu her halen wat ik in een oogenblik van vervoering toen gy .niet in staat waart mij te verstaan, heb gezegd Als ik u niet kan toebehooren, een ander zal my nooit de zyne noemen dat zweer ik u! Leonard was zichtbaar verheugd over deze woorden, Hy greep de hand van Emma en bedekte die met kussen. O, mejuffrouw, mompelde hy, ondanks myn armoede en nederige betrekking kunt gy my dus beminnen Ik weet het niet, antwoordde Emma, verward haar hand terugtrekkendemaar myn hart bloed, wanneer ik weet dat gy ongelukkig zyt. Op dat oogenblik verscheen Van Holst weer. De jongelieden verwyderden zich snel van elkaar als twee schuldigenmaar Van Holst was te verstrooid om die verwarring op te merken. Hy gaf Leonard eenige bevelen omtrent de te graven gang, terwyl Emma trillende heenging, Leonard een blik toewer pende, welke wilde zeggen Heb moed, en God zal u helpen! Wordt vervolgd.) Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ - Texel werden op de groote Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuidlaren beide BEKROOND met den Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. ni aao iinilin O Tflflll Vo i* i»ii/ihni* b'j c- R- KEWSER op de Ruitersplaats. f n>J Ijy Ullll/ j EELMAN Az. aan den Burg. II II II II IJ II II II II Füttte Terlnrin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1890 | | pagina 4