N. 243.
Donderdag 30 Januari
A0. 1890.
Nieuws- en
Advertentieblad.
OFFICIEEL GEOEELTE.
Schipbreuk en Redding.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. - Iedere regel meer 6 Cts.
G-roote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente TEXEL
Gelet op artikel 8 der wet van den 2dCQ Juni
'1875, (Staatsblad No. 95);
Brengen ter algemeene kennis door door hen
is ingewilligd het verzoek van ANTHONIE BUIS,
- wonende te TEXEL, om in het perceel, kadastraal
bekend Gemeente Texel Sectie K, No. 1437, eene
slachterij te mogen oprichten.
Texel, den 28 Januari 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
C. M. KOOIJ.
De Secretaris,
STIKKEL.
Niet alleen dezer dagen, maar gedurende
de geheele maand Januari hebben buitenge
woon zware stormen gewoed in den Atlanti-
schen Oceaan.
Vreeselijk zijn de berichten, die vermelden
de ongelukken, welke tengevolge van den storm
plaats haddenop het land ineenstorten van
gebouwen, ontwortelen van boo men, over
stroomingen enz., en op het water [waar de
zeeman is overgegeven aan het spel van wind
en golven,] het vergaan of stranden van sche
pen, het verlies van vele menschenlevens.
Ook aan Holland's kust, hoewel de storm
ons zeer genadig was, werden weder van die
diama's afgespeeld, waarvan het zeestrand zoo
menigmaal getuige is.
Wanneer we lezen, dat een schip met man
en muis is vergaan, dat geen enkel overblijfsel
is te vinden van een vermoedelijke stranding,
dan krimpt u het harte ineen bij de gedachte
aan hen, die, zonder dat eene poging tot red
ding kon worden gedaan, hun graf in de
golven vonden.
Doch hoeveel te ijzingwekkender, hoeveel
vreeselijker moet het zijn voor den schip
breukeling en voor de moedige bewoners, die
vaak alle gevaar trotseeren om hunne natuur-
genooten te redden, wanneer in het gezicht
'van strand en bij volle dag, eene geheele
scheepsbemanning een prooi der golven moet
worden, onmachtig als allen staan tegenover
het woedend element.
En zulk een ak'lig tafreel had Zondag weder
plaats aan de Hollandsche kust, bij het dorpje
!allantsoog, naar ons de berichten melden.
Zie, wanneer men zulke berichten leest,
an stolt u het bloed in de aderen, en rijst de
raagworden wel alle maatregelen tot redding
ngewend
Die vraag is zeker niet ongepast. Wanneer
we lezen dat een schip eenige uren lang dicht
bij het strand aan de woede der golven is
prijsgegeven en het eindelijk met alle opvaren
den ten gronde gaat, zonder dat eenige gemeen
schap met den wal tot stand kan worden
gebracht, dan vraagt men zich onwillekeurig
af: kan daarin niet worden voorzien?
En wanneer dan zulk een drama is afge
speeld, zijn er spoedig bedillers en betweters,
[stuurlui aan den wal] die zich niet ontzien
een blaam te werpen op hen, die tot redding
vaak hun eigen leven in de waagschaal stel
den, terwijl zij zeiven wellicht geen hand
uitstaken.
Neen, onze strandbewoners verdienen zulks
met; getuigt niet menige redding van hunnen
moed en hunne opofferingsgezindheid?
En toch staan ze vaak machteloos, en moeten
ze aanzien dat de zee hare slachtoffers eischt.
Wat helpt de moed der redders, wat helpen
de beste inrichtingen tot redding, indien het
woedende element verhindert gemeenschap
met den schipbreukeling te verkrijgen?
Wanneer we hier over nadenken rijst bij
ons de vraag: wat wordt van af het schip
gedaan, om gemeenschap met den wal te
verkrijgen
Het uitzetten van een boot, die pas eenige
meters van het schip, door de golven wordt
verzwolgen ?'tls de poging van een wanhopende.
Wat meer?
De berichten van strandingen melden daar
van in den regel niets.
Wij vragen: zou daarin niet kunnen worden
voorzien? Zou de wetenschap, die zooveel
vermag niets weten uit te denken waardoor
de schepeling bij stranding gemeenschap met
den wal kan verkrijgen, in plaats van te moeten
afwachten dat van den wal gemeenschap met
het schip wordt verkregen? Zou een vuur-
pijltoestel aan boord der schepen niet beter
resultaat tot verbinding met het strand ver
zekeren, dan van af het strand met het
vaartuig? Kan niet worden uitgedacht om
door het uitwerpen van eenig voorwerp aan
een lijn verbonden, dat door de golven naar
het strand wordt gevoerd, gemeenschap met
den wal te verkrijgen?
Waarom gewacht op gemeenschap van het
strand met het schip? waarom niet getracht
die gemeenschap eveneens te verkrijgen van
het schip met het strand?
Aan wien de plicht om dit te onderzoeken
Aan reeders, aan maatschappijen, aan eigenaars
van schepen, aan allen.
Niet alleen het vaartuig en deszelfs lading,
maar de menschenlevens daaraan toevertrouwd,
eischen dat ook ten deze opzichte alle mo
gelijke voorzorgen worden genomen. Dat
is een dure plicht die niet mag worden ver
geten.
We herinneren ons, dat door de ürma Koning
Co. alhier, indertijd eene uitvinding werd
gedaan om den schepeling gemeenschap met
den wal te bezorgen; van de toepassing
van deze uitvinding is echter nog niet veel
gebleken, 't Kan zijn dat die uitvinding nog
leemten aankleven, doch de wetenschap onzer
dagen is daarvoor zeker niet vervaard.
Gaarne zouden wij willen dat allen die
belang stellen in het lot van den zeeman
hunne talenten beschikbaar stelden om te
streven naar een gunstige oplossing van het
gewenschte, het noodige; en zeevaart-maat
schappen, reederijen en eigenaren van zeevaar
tuigen dan niet zullen schromen de noodige uit
gaven te doen om wat aan hunne onderneming
wordt toevertrouwd de grootst mogelijke zeker
heid te verschaffen, dat is een plicht die op
hen rust.
Mochten andere bladen dit schrijven willen
overnemen, ten einde onze opmerkingen ook
daar te doen hooren, waar onze stem niet
doordringt, zij zullen ons daarmede ten zeerste
verplichten.
TEXEL, 29 Januari 1890.
Maandag jl. herdacht de heer Stikkel, onze
ijverige gemeente-secretaris, het feest zijner
25-jarige ambtsvervulling.
Van vele zijden mocht hij blijken ontvan
gen, hoe de burgerij met hem dien dag herdacht.
Yele ingezetenen hadden ter zijner eere de
vlag ontplooid, terwijl anderen door een per
soonlijk bezoek of op andere wijze, den geach-
ten jubilaris van hunnen ingenomenheid blijk
gaven.
Dat het den heer Stikkel gegeven moge
zijn, nog menig jaar met lust en ijver zijne
betrekking te vervullen, wenscht zeker menig
een hem toe.
Mejuffrouw R. Roeper alhier komt voor
als No. 1 op de voordracht voor onderwijzeres
aan de O. L. school te Wormerveer.
Ingevolge de beschikking van den Minister
van Binnenlandsche Zaken is de Rijks-veeop
zichter J. Polak met ingang van 1 Februari
alhier gestationneerd en belast met het toezicht
op de naleving der wettelijke voorschriften
betreffende de besmettelijke veeziekten.
Aan het strand achter de Koog is aan
gespoeld een vat Cider [appelwijn] en bij het
Oudeschild is opgevischt een kist met olie.
Oudeschild, 28 Jan. Hier langs den dijk
wordt sedert een paar dagen veel klein wrak
hout opgevischt. Uit het kortafgebroken hout
is eenigszins na te gaan met welk een vree-
selijke kracht de zee heeft gewoed. Ook is
een stuk scheepsdek met ijzerwerk, een zwart
geverfde ra en een vaatje stroop gevonden.
De Cocksdorp, 28 Jan. Over eenige weken
zullen de werkzaamheden op de „Benbrack"
worden hervat.
Een twintigtal Engelsche werklieden zal
voor dit doel overkomen, ten einde het wrak
van tusschendek en masten te ontdoen, waarna
men zal trachten hot hol in vlot water te
brengen om het sloopingswerk op geschikter
plaats te kunnen voortzetten.
Een onbekend groot schip is Zondagmiddag
omstreeks 4 uur, op de Zuiderhaaks gestrand en
vermoedelijk met man en muis totaal veronge
lukt. Toen de een half uur later van Nieuwediep
uitgezonden sleepboot „Hercules" met de reddings -
boot op de strandingplaats aankwam, was reeds
geen spoor meer van het gestrande schip te
ontdekken.
TEXELSCHE COURANT