RAAP- LIJNKOEKEN,
gemerkt nj|n
Een verschgekalfde KOE,
Ongeveer 500 bos schoongemaakt
ÜEKRIET,
TUINZADEN,
Voor de aanstaande Aanneming
LANGEVELD DE ROOIJ.
HOLLAND-AMERIKA.
Feuilleton.
„EERSTEN PRIJS,"
Verguld Zilveren en Zilveren Medailles
KOOG a/d; ZAAN. CLAAS HONIG ZOON,
Te koop:
Te Koop:
Te bekomen alle soorten
Nederlandsch Amerikaansche
StQ omv aart-Maatschappij.
Lijn: Noord-Amerika,
LijnZuid-Amerika,
De Geheimzinnig e.
werden op de groote Landbouwtentoonstellingen te Haarlem en te Zuicllaren beide
BEKROOND met den
Kosteloos onderzoek aan de Proefstations. ni min nnuin O 7nnil
TfowTfimlnlinnw biJ c* R KEIJSER °P de Ruitersplaats.
r Ui ii/t Ijyuuwi j eelmaN Az. aan den Burg.
Bij P. Jb. KOORN, Zandvrucht
lengte 1.60 M. a 1.70 M.
Te bevragen bij C. A. KEIJSER, Waal,
tegen concurreerende prijzen.
J. GEUS Az. Burg.
gevraagd tegen hoog loon.
P. BOON, Binnenburg.
beveelt ondergeteekende zich minzaam aan voor
de levering van Kamgarens, Bukskings, Lakens,
enz. Is ruim voorzien van prachtigen zwarten
Tliibets voor dames Japonnen. Bericht tevens
dat voor deze gelegenheid door hem aangemeten
necrenpakkeit worden geleverd voor zeer billijken
prijs. Solide en netjes afgewerkt. Ruim voorzien
van alle anderen artikelen. Gaat voort 5%
korting te geven voor al het gekochte a contant.
Aanbevelende UE dwd.
Pk. VLESSING, Waalderstraat.
worden geleverd door
elke week naar NEW-YORK.
elke maand naar
MONTEVIDEO en BI ENOS-AYRES.
hlen vervoege zich aan de Kantoren der
N A. S. M. te Rotterdam of te Amsterdam,
en l)ij de Agenten, of bij
Inspecteur J. E. KROES, Groningen.
E. BOLSIUS, Oisterwyjk.
Vrij naar 't Fransch door A. B
43. Deel II Hoofdstuk VIII.
De vergelding.
Nadat hy een klein stukje had afgelegd werd de
weg eensklaps versperd, door een zware balk. Die
op zfjde te duwen was onmogelijk, de krachten van
100 menschen waren zeker niet in staat geweest
dit te doen. Hij bemerkte echter op een andere
plaats eene ruimte, veel nauwer dan waar hij zich
nu bevond, hy bracht er zyn lamp in maar zag
niets bijzonders.
De zuchten waren thans duidelijker en meer naby
en na beproefd te hebben te raden van waar zij
kwamen, vroeg Leonard luid:
Waar zyt gij toch, gy die zoo zucht? Die
vraag scheen niet gehoord te worden of ten minste
niet verstaan en het gekerm duurde voort.
Waar zyt gij toch, herhaalde Leonard luider en
kan men u helpen?
Nu antwoordde een stem die door de een of andere
bijzondere omstandigheid onkenbaar was
Hier Ik lijd vreeselyk. Ik stik Help
my. Leonard beproefde door de nauwe opening te
kruipen, maar daar dit onmogelijk bleek, beproefde
hy met zyn breekijzer de ruimte grooter te maken.
Het was echter te vergeefs en de ongelukkige
onzichtbare riep weer
Haast u, haast u, al my'n ribben zyn gebroken,
mijn lichaam zit bekneld tusschen twee balken.
Vlug, vlug of het is te laat.
Thans kwam een ander arbeider, de oude Topfer.
Kan ik u ook helpen vroeg deze.
Neen, neen, vader Topfer, keer terug. Waarom
zoudt gij onnoodig uw leven wagen.
En gy stelt wel het uwe bloot!
Topfer was niet de eenige, welke zyn bijstand
aanbood. Het voorbeeld van Leonard had de anderen
als 't ware geëlectriseerd en allen wilden zich
onderscheiden. Er was echter nauwelijks plaats voor
twee en de oude Topfer kon niets helpen, maar
moest zich nog verwijderen om Leonard ruimte te
geven voor zijn werk met het breekijzer. De onbe
kende ongelukkige hield zyn klachten in en luisterde
naar de menschelyke stemmen in zyne nabijheid.
Op duidelijker toon zei hy
Ga zoo voort Is gevoel mij beter
Maar wie zyt gij toch, die my ter hulpe komt?
Leonard kon niet antwoorden, maar Topfer zei
Eerstens mynheer Leonard en dan ik,
vader Topfer.
Leonard, herhaalde de onbekende, die heviger
door ontsteld scheen, is hy dus niet verpletterd
evenals Van Holst?
Mynheer Van Holst en Leonard zijn behouden
Maar wie zyt gij?
In plaats van te antwoorden werd er een vreeselyken
vloek geuit, gevolgd door een smartelyken zucht.
Het is die deugniet van een Grand Leopold
zei Topfer; ik heb zijn stem herkend.
Wat hindert dat, zei Leonard, hy is in gevaar
Hy ging voort met al zyn kracht het breekijzer te
handteeren, maar ongetwijfeld deed hy daardoor een
nieuwe kleine instorting ontstaan, want Grand
Leopold schreeuwde op smartelyken toon:
Houd op Ik stik Schurken gij wilt
mij dooden.
Leonard beproefde thans op eene andere plaats
maar het gekerm van Grand Leopold werd steeds
luider en men hoorde een gekraak van de planken
op de plaats waar zich de boormeester moest be
vinden. Het gekerm hield op. Er was geen twijfel
meer mogelijk. Grand Leopold was dood.
Thans besloot Leonard weer terug te keeren naar
Van Holst en dus de plaats te verlaten, waar hi
elk oogenblik gevaar liep verpletterd te worden.
Van Holst kon een gevoel van bewondering voor
Leonard niet weerhouden.
Ik moet zeggen, zei hij, dat gy den dood niet
vreest; en als gy uwe dwaze ideën beter wist in
toom te houden Maar voegde hy er by, denkende
aan de talryke grieven tegen Leonard, door uw schuld
is het ongeluk gebeurd en gy moogt dus wel iets doen
om de slachtoffers van uwe onvoorzichtigheid te
redden.
Gy hebt misschien gelyk, mynheer Van Holst,
antwoordde Leonard, veroorloof my echter nu eens
van boven af te beproeven
Gevolgd door een groot aantal mynwerkers en
Van Holst zelf, ging men nu naar de put der ladders,
langs denzelfden weg, welke ook Antoine gevolgd was.
Hoofdstuk IX.
De Rechtvaardiging.
Nauwkeurig werden alle hoeken en gaten onderweg
onderzocht. Men vond er wel de schoenen van
Antoine, maar daar deze geen bepaald teeken bevatten,
kon men niet bepaald zeggen, van wie die waren.
Leonard liet zich echter niet ontmoedigen, hy liep
met koortsachtige haast vooraan. Weldra bevond
hy zich by het einde der gang en deed hier een
nauwkeurig onderzoek naar de veranderingenwelke
er hadden plaats gegrepen. Een byzonderheid trok
al dadelyk zyne aandacht, het was het duidelyke
spoor van een myn, welke naar het rotsblok aan de
kant der put geleidde, verder een weinig kruitdamp.
Gy hebt my beschuldigd van verwaandheid en
vermetelheid, mynheer Van Holst riep Leonard met
warmte uit, en ik vroeg my zelf af, of ik somwylen
ook iets had vergeten, om de put goed te verzekeren.
Thans kan ik my rechtvaardigen in uw oogen en
in die van alle kameraden. Het ongeluk, dat wy
betreuren is de uitslag van eene onvoorzichtigheid,
waaraan ik vreemd ben van een misdaad
misschien.
Toen vertelde hy hoe een hoofdbalk rustte op die
rots, welke gesprongen was, waardoor het andere
houtwerk was ingestort. Het feit scheen zeker,
ontwyfelbaar, het gat zag men nog duidelyk in een
deel der rots en de grond rondom lag bezaaid met
stukjes steen, zwart van kruitdamp. De arbeiders
schenen ook de gevoelens van Leonard te deelen
maar de directeur vond het minder goed, die meening
te zyn toegedaan,
Leonard is wel knap, zei hy bitter. Hy weet
zeer goed van alle omstandigheden party te trekken,
om zich vry te pleiten Hoe zou er echter onder
myne arbeiders een kunnen gevonden worden, zoo
dom en tevens zoo schelmachtig om daar de boel
te laten springen?
Ik wil geen doode beschuldigen, mynheer,
antwoordde Leonard, want hy draagt reeds de straf
van zyne misdaden, maar is u wel bekend welk
een diepe haat de arbeiders Grand Leopold toedroegen
gedurende de laatste dagen en zyn haat tegen hen,
tegen my en tegen u zelf. Deze man was reeds,
ik heb er het bewijs van, de oorzaak van de instorting
in de kerk, zooeven heeft men u zyn twist met
Pascal verteld en als gevolg van die twist is hy
hierheen gevlucht Als gy dus bedenkt, welk
een vreeselyke haat Grand Leopold ons toedroeg,
zult gij gemakkelyk begrypen
Goed, goed, viel Van Holst hem op droogen
toon in de reden, Grand Leopold kan zich nu niet
verdedigen. Indien deze instorting door eene ont
ploffing is veroorzaakt, heeft men het moeten hooren
is er misschien iemand hier, die iets van een uit
barsting heeft gehoord?
Allen moesten bekennen niets gehoord te hebben.
Men heeft het ook nergens kunnen hooren dan
in de put der ladders en allen, die zich daarin
bevonden, zyn omgekomen.
Nog eens, de dooden hebben goede ruggen om
er uwe onvoorzichtigheid en dwaasheden op te laden.
Ik voor my denk het myne van uwe uitleggingen.
O, eenmaal zal er zeker licht in deze zaak
komen, zei Leonard, de Hemel zal zeker niet toestaan,
dat ik voor mijne kameraden en voor myn eigen
geweten onder zoo'n groote last gedrukt zal gaan:
Leonard zweeg, hy begreep aan 't uiterlyk der
omstanders, dat zy voor 't meerendeel met den patroon
medegingen. Eensklaps riep een der arbeiders, welke
op den rand der put luisterde uit
Stil eens, er wordt beneden nog gezucht.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel