Buitenland.
Ingezonden Stukken.
De Minister van Marine brengt, krachtens
machtiging des Konings, ter kennis van belang
hebbenden, dat in dit jaar zes jongelieden kunnen
geplaatst worden als adspirantadministrateur bij
de Kon. Nederlandsche zeemacht.
Voor de voorwaarden zie de St. Ct. n° 39.
De agenten der verschillende militieverze
kering maatschappijen in ons vaderland besteden
thans in Friesland voor een plaatsvervanger
f 325 a f 320, voor een nummerverwisselaar
f 170 f 100. Deze prijzen zijn laag, doch het
getal liefhebbers om zich te „verkoopen" is zeer
groot, vooral onder de boerenknechts. Nu de
loting begonnen is, word de mededinging tusschen
de verschillende Maatschappijen grooter, ten
bate der aanstaande plaatsvervangers en nummer-
verwisselaars, die daardoor hoogere sommen
kunnen bedingen. Ook de veenstreken leveren
een aanzienlijk contingent plaatsvervangers.
Op oudejaarsavond werden een 70tal werk
lieden van 's Rijkswerf te Helder ontslagen, een
130 zullen nog volgen.
't Is weer gelukt.
Begaan met het lot der koulijders, zegt de
Haagsche Courant, bracht men te Amsterdam
dezer dagen het eenige middel in practijk, dat
tot dusver bekend is, om den thermometer boven
0 op te drijven: men schreef een schaatsen-
wedstryd uit. En fluks ging de wind naar 't zuiden
en steeg het kwik eenige graden boven het
vriespunt.
In Groningen heeft men nu den moed op ijs-
wedstrijden, schijnt 't, maar opgegeven en zijne
hoop thans op de harddraverijen gericht. Er zijn
daar nl. al groote paardenwedstrijden, om prijzen
van f 700 f 175 uitgeschreven.
Eene verbetering, die voor de hand lag,
maar waaraan niemand had gedacht, zal, volgens
de Pall Mall Gazette, door de Levensverzekering-
Maatschappy „the Sun" worden in toepassing
gebracht.
Het gebeurt niet zelden, dat iemand, die zijn
leven wil verzekeren, daarin belet wordt door
het resultaat van het onderzoek van den genees
heer, en evenzoo dat iemand verzekerd wordt,
bij wien reeds de kiem eener ziekte aanwezig is,
maar niet door den geneesheer ontdekt werd.
By „the Sun" wordt daarom het geneeskundig
onderzoek afgeschart en vervangen door een
proeftijd.
De eerste vijf jaren is de verzekering geheel
en al Spaarmiddel, met samengestelden interest
tegen 5 pet.; d. w. z. sterft de verzekerde b'mnen
die vijf jaren, dan worden alleen de betaalde
premiën, vermeerderd met 5 pet. samengestelden
interest, teruggegeven. Aan het einde van dit
5-jarig proeftijdperk begint eerst de eigenlijke
verzekering, de premiebetaling voor eene verze
kerde som uit te keeren op een bepaald tijdstip
of by vroeger overlijden.
Te Utrecht vertoonde zich in de militiezaal
in 't gebouw van Kunsten en Wetenschappen
onder de lotelingen een misvormde bekende uit
die plaats. Deze jongeling heeft slechts de grootte
van ongeveer een meter. De- armen, handen en
beenen zijn in evenredigheid tot zijn hoofd en
verder lichaam zeer klein gevormd.
De zaal binnenkomende, moest men onwille
keurig lachen om dit raar persoontje. Hy trappelde
stevig naar de groene tafel om zijn geluk te
beproeven.
Hij trok met de kleine handen zijn nummer,
hetgeen aanwees het getal „honderd en dertig."
Met een pieperig stemmetje riep hij „bom
soldaat hoezee
Nu zeide de militie-commissaris daarop, zoig
nou maar, dat je na verloop van eenige maanden
een kop grooter zijt geworden, dan kunnen wij
je gebruiken.
Dank je wel, niet noodig, daar kunnen je lui
lang op wachten, u zult my nooit meer terugzien,
antwoordde hij.
Buiten werd hij door zijn medefoituinzoekers
opgewacht, die hem beet namen en in een mand
wegdroegen.
In de Society of Arte te Londen is onlangs
een lezing gehouden door Dr. Schlich over bosch
cultuur. Het nut van bosschen werd door den
spreker als volgt omschreven
lo. Zij leveren hout, brandstof en andere bosch
producten.
2o. Zij geven een geschikte gelegenheid voor
kapitaalsbelegging en voor ondernemingen.
3o. Zij scheppen voor hun beheer en exploitatie
en tevens in een groote verscheidenheid van
industriën, die voor hare grondstof van de bos
schen afhangen, een vraag naar arbeid.
4o. Zij verminderen de temperatuur van lucht
en bodem eenigszins en maken het klimaat meer
gelijk.
5o. Zij vermeerderen de betrekkelijke vochtig
heid van den dampkring en verminderen de ver
damping belangrijk.
6o. Zij strekken tot vermeerdering van de
hoeveelheid regen.
7o. Zij helpen den wateraanvoer regelen, ver
zekeren een meer aanhoudende toevoer aan bron
nen en maken den waterstroom in rivieren meer
gelijkmatig en aanhoudend.
8o. Zij helpen landverschuivingen, aardstortin
gen en het verslibben van rivieren en laaglanden
voorkomen en belemmeren de beweging of opstui
ving van zand.
9o. Zij verminderen de snelheid van luchtstroo-
mingen, beschermen nabijgelegen velden tegen
koude of drooge winden en geven aan vee, wild
of gevogelte een schuilplaats.
lüo. Zij helpen zuurstof of ozon voortbrengen,
llo. Zij kunnen onder zekere voorwaarden de
gezondheid van een land verbeteren of, onder
andere voorwaarden, in gevaar brengen.
12o. Zij verhoogen de schoonheid van het
landschap.
Zbl. N. v. d. D.
Uit Berlijn wordt gemeld
Sedert lang werden er klachten aangeheven,
dat er in het leger bij het exerceeren van de
recruten velerlei verkeerdheden bestonden en
veelvuldig mishandelingen voorkwamen. Terwijl
er vroeger, zoodra het een of andere blad het
waagde, deze zaken aan te roeren, de strengste
vervolging tegen zoodanig blad werd ingesteld,
vaardigde thans keizer Wilhelm II eene gestrenge
kabinetsorder uit, waarin het feit der mishandeling
erkend wordt, maar tegelijkertijd met grooten
nadruk ter kennis van het leger wordt gebracht,
dat de Keizer zoo iets niet meer dulden wil,
want „in mijn leger moet aan eiken soldaat eene
rechtvaardige en waardige, en met de wet over
eenstemmende behandeling ten deel vallen, daar
dit den wezenlijksten grondslag vormt voor
opgewektheid tot den dienst, toewijding aan het
beroep, zoomede voor liefde en vertrouwen".
Volgens berichten uit Schotland was in de
voorgaande week de kabeljauwvangst zoo over
vloedig, dat er geen tweede voorbeeld van zoo'n
aanvoer aan te wijzen is. (13640 stuks op een
dag). Gedurende het grootste deel van dien dag
waren de kaden bedekt met groote hoopen
kabeljauw en leng. Natuurlijk boden de visch-
stapels een opwekkenden aanblik aanden heelen
dag was er dan ook drukte en beweging. Een
gedeelte van de vangst werd 's avonds met een
extra-trein verzonden; maar het grootste deel
werd verkocht om gezouten of gedroogd te worden
De schaduwzijde was echter dat de prijzen zeer
laag waren.
Met gemiddeld 63 boot per dag was de totale
wekelijksche vangst 1633 crans haring en 32950
kabeljauwen; en gedurende het seizoen 3365 crans
haring en 77154 stuks kabeljauw, tegen resp.
5084 en 39453 in 1889.
De „Times" bevat wederom verhalen om
trent mishandelingen van Russische gevangenen
in Siberië en verklaart nog meer van dien aard
openbaar te zullen maken. Het thans medege
deelde is anders voldoende, ook zonder de laatste
onthullingen in de „Times," om de openbare
meening in Europa wakker te schudden.
Men wil te Londen een tijdschrift gaan
uitgeven, waarin Russische toestanden, vooral
met het oog op Siberië, zullen worden behandeld.
In Amerika is daarop de aandacht reeds gevestigd
door den publicist Georg Kennan, die onlangs
een boek uitgaf over de gevangenissen en banne
lingen in Siberië, gelijk hij die op eene reis door
door dat land leerde kennen.
Een geneesmiddel van keelziekte. Zekere
heer Van Doren schrijft het volgende aan de
N.-York Witness: Allen die raad willen voor de
gevreesde ziekte, wonsch ik hartelijk het volgende
middel aan te bevelen: Neem een gelijke hoeveel
heid van spiritus, van terpentijn en van pijnboom-
teer bijv. twee eetlepels vol van elk giet
ze in een steenen pot en steek ze in brand. Als
een voorbehoedmiddel tegen brand dient men den
steenen pot in een anderen pot te plaatsen.
Een zwarte harsachtige rook stijgt op en
hult de kamer in een nevel van donkerheid.
De lijder schijnt oogenblikkelijk verlichting te
gevoelen. De stikkende en ratelachtige hoest
houdt op, zoodat de lijder spoedig in een zoeten
slaap valt en den rook met de grootste voldoening
inademt. Weldra is de „fibrinous membrane"
verwijderd, zoodat de lijder terstond microbicides
ophoest. Zeer waarschijnlijk zou dit middel even
voordeelig werken in gevallen van croup en
mogelyk by kinkhoest en aamborstigheid.
Het slagveld van Tarapaca, waar den 17n
November 1879 de legers van Chili en Peru een
verwoeden strijd voerden, moet, naar een Ameri-
kaansch reiziger verhaalt, thans nog in denzelfden
staat zijn als onmiddelijk na den veldslag. Van
de gesneuvelden bleven ongeveer 2000 Peruanen
onbegraven liggen en hunne lichamen moeten
onder den invloed van de salpeterzure soda,
waarmee de grond daar als doortrokken is, uitge
droogd en tot mummiën geworden zijn. De 2000
dooden, die bijna onveranderd gebleven zijn, liggen
daar door elkander met overblijfselen van paarden
en leveren een treurig, vooral bij maanlicht
spookachtig schouwspel op.
Geachte Redacteur
De woorden aan het slot van het ingezonden stuk
in uw geacht blad gesproken door een gierigaard,
houd wat je hebt en laat lijden wat lijd worden helaas
nog dagelyks toegepast, als wy maar om ons zien en
nadenken; wanneer een mensch arm wordt, wordt
hy gewoonlijk slecht, de aanleiding daartoe is de
hulplooze toestand, alles blyft koud als men klaagt,
onverschilligheid treedt dan voor; men zakt dieper
en dieper totdat eindelyk de kerkelyke wet op u
wordt toegepast als slecht mensch, maar aan wiep
daarvan do schuld houd wat je hebt en laat lijden
wat lijd, betreed die armzalige hut van zoden, de
wind doet de klok stilstaan wegens schudding en
stromen water, binnen daar ligt op een ellendig
leger een arme weduwe, een aantal arme beukers
om haar heen daar by nog een bejaarde grootmoeder.
Die weduwe heeft zich vergeten, gehoor gevende
aan een ellendeling, is dat mensch gevallen, zy ligt
daar nu veroordeeld door die strenge Texelsche rechters
hare inkomsten zyn te gering om te bestaan, genees
kundige hulp wordt haar niet verstrekt, wat is die
werkring schoon voor die armverzorging om daar
verbetering in te brengen en die menschen op te
heffen uit het slyk, neen, niet gezegd, houd wat u
hebt en laat lijden wat lijdmaar wy kennen gelukkig
andere woorden die beter klinken, wy kennen andere
daden die leerzaam zijn, zie hier. Het was dan
in 1854, dat het Nederl. barkschip Cornelia kapitein
Schagen van Leeuwen naar Indie vertrok met 20
kajuitspassagiers en volle lading stukgoed, aan boord
van dat schip bevond zich als licht matroos een
Texelsche jongen, welke wy met den naam van Tom
bestempelen, 2 maanden was alles goed gegaan en
bevond men zich te midden der Oceaan, toen op
eens des nachts brand ontstond, toenam en niette
genstaande alle pogingen tot blusschen, de vlam
overwon, zoodat men genoodzaakt was het schip
in volle zee te moeten verlaten, men vluchtte en
embarkeerde zich in drie sloepen, bange dagen en
nachten volgden, de dood hen telkens aangryzende.
De 4e dag sloeg een der sloepen om, allen werden
gered, waaronder ook Tom, de geredden verdeelden
zich in de andere booten, 8 dagen zwierven zy in
die toestand rond, totdat eindelyk het hun gelukte
land te bereiken en behouden te landen, zy bevonden
zich op de Amerikaansche kust naby Gamelle de
Barra Grande, aan wal werden zy lietderyk verpleegd,
zoodat het leed spoedig vergeten werd. Tom retour-
neerde in Holland met een schoenerschip, deed
daarna nog eenige reizen met een ander schip naar
Indie totdat eindelyk een Indische ziekte hem belette
het zeevak voort te zetten, hy bleef aan land dreef1
handel, doch het fortuin was hem niet mede, zoodat
hy zich eindelyk met ter woon vestigde te Amsterdam
alwaar hy met zyn gezin ook weder niet gelukkig
was, en steeds armer, werd en ivat gebeurd: een jong
mensch mede van Texel welke wy Sjac zullen
noemen, had een betrekking by een handelaar in
fourage te Amsterdam en om reden tusschen Tom
en Sjac vriendschap bestond, brachten zy elkander
dikwyls bezoek, een plotselijke brand van de maga-
zynen van diens patroon, stelde Sjac tydelyk buiten
functie, tij trachtte eene andere betrekking te beko
men hetgeen hem spoedig gelukte, hy werd huis
knecht by een geachte ryke famielje te Amsterdam.
De winter viel in, strenge koude heerschte, toen
door de huisgenooten dier famielje aan Sjac werd
opgedragen, des avonds in een der achterbuurten
der stad, alwaar geen licht brandde in enkele woningen
(arme lieden) binnen te gaan en naar hun toestand
te vernemen, nauwkeurig aanteekening te houden
van straat en nommers dier woningen. Sjac deed
zulks met alle nauwkeurigheid en rapporteerde aan
zyne lastgever, die dan de daaropvolgende dag met
rytuignaar die aangewezen straat reed en de klagende
armen bezocht en aldaar milde gaven verstrekte,
zulks ging geregeld dagelyks, toen Sjac tegen zyn
vriend Tom het voorstel deed, om ook zynhuisnommer
kenbaar te maken, hetgeen door Tom einde nood
werd geaccepteerd; den volgenden morgen hield voor
de woning van Tom een ry tuig stil, waaruit 2 freules
stapten en op 5 hoog binnentraden, de aan tering
liggende vrouw van Tom werd bemoedigend toege
sproken, ruime gaven volgden en door Tom werd j
zyn iotsgeschiedenis medegedeeld, die tevens te
kennen gaf nog vol moed te zyn en gaarne wenschte
te werken, een betrekking verzocht tot verbetering
zyner netelige positie, de freules beloofden hem voor
hem zooveel doenlyk te zorgen, gaven haar adres,
met uitnoodiging zich den volgenden dag by hun
Pa, die tevens lid was van het tentoonstelling-bestuur,
aan te melden, waaraan voldaan werd en na een
kort onderhoud werd Tom gezegd, zich nog dezen
dag aan te melden by de vergadering van de ten-